NL8003472A - Met builders versterkt wasmiddel. - Google Patents

Description

r*

Ref-: C 572/C 574 (R)

Unilever N.V. te Rotterdam "Met builders versterkt wasmiddel"

Door Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd: Guido Clemens VAN DEN BROM, Willem Alexanderplein 6, 3264 XP Nieuw-Beijerland.

De uitvinding heeft betrekking op een waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel, waarvan het builder-systeem geheel of gedeeltelijk uit een mengsel van een alkalimetaal-tripolyfosfaat en een alkalimetaal-pyrofosfaat bestaat.

5

Waterrijke, met builders versterkte, vloeibare wasmiddelen, die een dergelijk mengsel van builders bevatten, zijn reeds uit de stand der techniek bekend. Zo worden in de Nederlandse octrooiaanvrage 7710697 met builders versterkte, vloeibare wasmiddelen beschreven, die een meng-10 sel van natriumtripolyfosfaat en tetrakaliumpyrofosfaat bevatten. In

dit wasmiddel dient echter ook een bepaald copolymeer aanwezig te zijn om het produkt een voldoende mate van fase-stabiliteit te verlenen. Hoe-wel onder normale omstandigheden de stabiliteit bij opslag van deze wasmiddelen bevredigend blijkt te zijn, is hun stabiliteit bij opslag onder 15 extreme en/of wisselende omstandigheden, bijv. bij temperaturen van 0°C

of 52°C, niet optimaal.

Eén van de oogmerken van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel, dat het 20 bovengenoemde mengsel van fosfaatbuilders bevat en dat zowel bij 0°C als bij 52°C stabiel is. Gevonden werd nu, dat dit oogmerk kan worden bereikt door in een dergelijk waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel een alkalimetaal-vetzuurzeep en een alkanolamine op te nemen.

25 In dit verband wordt opgemerkt, dat het gebruik van een alkanolamine in een waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel, dat een mengsel van een alkalimetaal-tripolyfosfaat en een alkalimetaal-pyrofosfaat bevat, reeds bekend is. Zo wordt in het Britse octrooi schrift 1.093.935 een dergelijk wasmiddel beschreven, waarin triethanolamine is opgenomen 30 o.a. ter verbetering van de homogeniteit en de stabiliteit bij opslag van dergelijke met builders versterkte, vloeibare wasmiddelen. De hoeveel- 800 3 4 72 " 2 " C 572/C 574 (R) heid triethanolamine die volgens dit octrooi schrift is vereist, ligt echter binnen het gebied van 2 tot 10 gew.%. Proeven hebben echter aangetoond, dat met dergelijke hoeveelheden triethanolamine geen waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel wordt verkregen dat tussen 5 0°C en 52°C voldoende stabiel is. Bovendien bevatten de wasmiddelen die in dit octrooi schrift worden voorgesteld, geen alkalimetaalzeep.

In een ander Brits octrooi schrift, nl. 1.126.479, wordt een waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel van het emulsie-type beschre-10 ven, dat een mengsel van een alkalimetaal-tripolyfosfaat en een alkalime- taal-pyrofosfaat kan bevatten. Tevens kan daarin een al kano!amine worden opgenomen voor het instellen van de pH, terwijl in het wasmiddel bovendien een bepaald copolymeer aanwezig dient te zijn om te verhinderen dat een eventueel in het wasmiddel aanwezige niet-ionogene was-actieve verbin-15 ding zich zal afscheiden. De hoeveelheid alkanolamine ligt ver boven de 2%; in de voorbeelden worden hoeveelheden van 8,5% of meer toegepast.

Waar in de voorbeelden sprake is van het gebruik van mengsels van natrium-tripolyfosfaat en tetranatriumpyrofosfaat, bedragen de hoeveelheden daarvan 4% (Voorbeeld 12), wat betrekkelijk geringe hoeveelheden zijn waarmede 20 geen optimale waskracht wordt verkregen. Ook in dit geval bevatten deze wasmiddelen geen alkalimetaalzeep.

Gevonden werd nu, dat wanneer in een waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel, dat een mengsel van natriumtripolyfosfaat en tetraka-25 liumpyrofosfaat bevat, een alkalimetaalzeep, een hydrotroop en tot 2 gew.% van een alkanolamine worden opgenomen, een helder, isotroop produkt wordt verkregen, dat gedurende ten minste één maand zowel bij 0°C als bij 52°C stabiel is. Daarbij kan het gebruik van een copolymeer als stabiliseer-middel worden vermeden, terwijl daarbij de in een dergelijk wasmiddel te 30 tolereren hoeveelheid fosfaatbuilders hoger is dan volgens de bovengenoemde stand der techniek wordt voorgesteld.

800 3 4 72 - 3 - C 572/C 574 (R)

In de wasmiddelen volgens de uitvinding dienen zowel de alkalimetaalzeep als het alkanolamine aanwezig te zijn; wanneer niet deze combinatie aanwezig is, treedt tussen 0°C en 52°C fase-instabiliteit op. Bovendien wordt opgemerkt dat, bij gebruik van triethanolamine in hoeveelheden boven 2 gew.

5 procent, al dan niet in aanwezigheid van de zeep, er fase-instabiliteit zal optreden, in het bijzonder bij de lagere temperaturen.

De uitvinding zal nu meer in bijzonderheden worden beschreven.

10 Als het alkalimetaal-tripolyfosfaat wordt natriumtripolyfosfaat gebruikt.

De hoeveelheid daarvan varieert van 2 tot 13 gew.% en bedraagt bij voorkeur van 6 tot 12 gew.%. Elk type natriumtripolyfosfaat komt in aanmerking, ongeacht het gehalte aan Phase I.

15 Als het alkalimetaal-pyrofosfaat wprdt tetrakaliumpyrofosfaat gebruikt, en / wel in een hoeveelheid binnen het gebied van 2 tot· 16 gew.%, bij voorkeur van 4 tot 10 gew.%. Tot 15 gew.% van het tetrakaliumpyrofosfaat kan worden vervangen door tetranatriumpyrofosfaat, zonder dat dit van nadelige invloed is op de voordelen volgens de uitvinding.

20

Als de alkalimetaalzeep wordt een alkalimetaalzeep van vertakte of recht-ketenige, verzadigde of onverzadigde, natuurlijke of synthetische vetzuren waarvan de alkyl keten van 8 tot 22 koolstofatomen bevat, gebruikt. Bij voorkeur worden vetzuren met 10 tot 14 koolstofatomen gebruikt, zoals de vet-25 zuren afgeleid van kokosolie. De hoeveelheid zeep bedraagt van 0,1 tot 8 gew.%, bij voorkeur van 0,5 tot 2 gew.%. De voorkeur heeft kaliumzeep, in het bijzonder in wasmiddelen met een hoge concentratie aan natriumkatio-nen.

30 Als het alkanolamine wórdt een mono-, di- of trialkanolamine toegepast, waarvan de alkanolgroep uit ethanol of isopropanol bestaat. Triethanolamine heeft de voorkeur. De hoeveelheid alkanolamine bedraagt 0,1 tot 2 gew.%, bij voorkeur 1 gew.%.

35 De volgens de onderhavige uitvinding vereiste hydrotroop is aanwezig in 800 34 72 - 4 - C 572/C 574 (R) een hoeveelheid van 1 tot 15 gew.%, bij voorkeur 5 tot 10 gew.%. Geschikte voorbeelden zijn de alkalimetaal-, ammonium- en gesubstitueerde ammoni-umzouten van xyleen-, tolueen- en cumeensulfonzuur; alkylfosfonzuren, alkyl- en alkenylbarnsteenzuren, enz. De kaliumzouten hebben de voorkeur.

5

De wasmiddelen volgens de uitvinding bevatten verder als essentieel bestanddeel een of meer was-actieve verbindingen van het anionogene, niet-ionogene, kationogene of zwitterionogene type.

10 Een groot aantal geschikte was-actieve verbindingen zijn in de handel verkrijgbaar en worden uitvoerig in de literatuur beschreven, bijvoorbeeld in "Surface Active Agents and Detergents", delen I en II, van Schwartz, Perry en Berch.

15 Als de was-actieve verbindingen komen bij voorkeur in aanmerking syn thetische anionogene verbindingen. Dit zijn gewoonlijk in water oplosbare alkalimetaalzouten van organische sulfaten en sulfonaten met alkyl-groepen die van circa 8 tot circa 22 kool stofatomen bevatten, waarbij onder de term alkyl mede is begrepen het alkyl gedeelte van hogere acyl-20 groepen. Als voorbeelden van geschikte synthetische anionogene was- actieve verbindingen kunnen worden genoemd: primaire of secundaire natrium- en kalium-alkylsulfonaten, in het bijzonder de sulfaten verkregen door sulfateren van de hogere (Cg 'C18> alcoholen, bereid door reductie van de glyceriden van talg- of kokosolie; natrium- en kaliumalkyl 25 (¾-¾) kenzeen sulfonaten, in het bijzonder lineaire secundaire natrium- alkyl (C^Q-C^g) benzeensulfonaten; natriumalkylglycerylethersulfaten, in het bijzonder die ethers van de hogere alcoholen, afgeleid van talg- of kokosolie en synthetische alcoholen afgeleid van petroleum; natriumkokos-olievetzuurmonoglyceridesuifaten en -sulfonaten; natrium- en kaliumzouten 30 van zwavelzure esters van de reactieprodukten van hogere (Cg-C18) vet- alcoholen en alkyleenoxide, in het bijzonder ethyleenoxide; de reactieprodukten van vetzuren zoals kokosvetzuren, veresterd met isethionzuur en geneutraliseerd met natriumhydroxide; natrium- en kaliumzouten van vet-zuuramiden van methyl taurine; primaire of secundaire alkaanmonosulfonaten, 35 zoals die verkregen uit de reactie van alpha-olefinen (Cg-C20) met natrium- bisulfiet of verkregen uit reactie van paraffinen met S02ai CI2 gevolgd door hydrolyse met een base, waarbij een op willekeurige plaatsen gesulfoneerd 800 3472 -* - 5 - C 572/C 574 (R) sul format wordt verkregen; en olefinesulfonaten, met welke term de verbindingen worden aangeduid, verkregen uit de reactie van olefinen, in het bijzonder alpha-olefinen, met SO^, gevolgd door neutraliseren en hydrolyseren van het reactieprodukt.

5

Hoewel in het algemeen de voorkeur wordt gegeven aan de natrium-zouten van de anionogene was-actieve verbindingen wegens hun lage kostprijs, kunnen ook wel de kaliumzouten met voordeel worden toegepast, in het bijzonder in wasmiddelen met een hoge concentratie 10 aan andere natriumzouten, zoals natriumtripolyfosfaat.

Van de anionogene was-actieve verbindingen hebben alkalimetaal-alkyl (C^·^) benzeensulfaten in het bijzonder de voorkeur, omdat deze zowel onmiddellijk beschikbaar als goedkoop zijn, en 15 tevens wegens hun gunstige oplosbaarheidseigenschappen.

Desgewenst kunnen niet-ionogene was-actieve verbindingen het enige was-actieve bestanddeel vormen, doch bij voorkeur.worden deze gebruikt in de vorm van een mengsel met anionogene was-actieve ver-20 bindingen, in 'het bijzonder de alkyl benzeensulfonaten. Voorbeelden zijn o.a. de reactieprodukten van alkyleenoxiden, gewoonlijk ethy-leenoxide, met alkyl (Cg-C22) fenolen, in het algemeen met 5 tot 25 EO, d.w.z. 5 tot 25 eenheden ethyleenoxide per molecuul; de condensatieprodukten van alifatische (Cg-C^g) primaire of secundai-25 re alcoholen met ethyleenoxide, in het algemeen 2 tot 30 EO, bijvoorbeeld 6 tot 20 EO, en produkten bereid door condensatie van ethyleenoxide met de reactieprodukten van propyleenoxide en ethy-leendiamine. Een ander voorbeeld van geschikte niet-ionogene verbindingen zijn die verbindingen, die worden verkregen door een orga-30 nische hydroxylgroep-bevattende radicaal, bijv. een alifatische primaire of secundaire Cg-C^g alcohol, eerst te ethoxyleren en vervolgens te propoxyleren. Andere zogenoemde niet-ionogene was-actieve verbindingen zijn o.a. tertiaire amineoxiden met lange keten, tertiaire fosfineoxiden met lange keten en dialkylsulfoxiden.

Ook kunnen in de wasmiddelen mengsels van was-actieve verbindingen, bijvoorbeeld mengsels van anionogene verbindingen of mengsels van 80034 72 _ 6 _ C 572/C 574(R) anionogene en niet-ionogene verbindingen .worden gebruikt, in het bijzonder om daaraan beperkte laagschuimende eigenschappen te verlenen en ter verbetering van de waskracht. Dit is in het bijzonder . van praktisch voordeel voor wasmiddelen die bestemd zijn voor ge-5 bruik in wasautomaten die minder bestand zijn tegen schuimvorming.

Het gebruik van mengsels van amineoxiden en geëthoxyleerde anionogene verbindingen kan eveneens gunstig zijn.

In de vloeibare wasmiddelen volgens de uitvinding kunnen ook hoe-10 veelheden amfotere of zwitterionogene was-actieve verbindingen worden toegepast, doch normaliter is dit niet gewenst, gezien hun betrekkelijk hoge kostprijs. Wanneer eventueel wel amfotere of zwitterionogene was-actieve verbindingen worden gebruikt, dan geschiedt dit gewoonlijk in geringe hoeveelheden in wasmiddelen die op de op 15 veel ruimere schaal toegepaste anionogene of niet-ionogene was-actieve verbindingen zijp'gebaseerd. ·

De was-actieve verbinding of verbindingen worden in het algemeen gebruikt in een hoeveelheid binnen het gebied van circa 2,0% tot 20 circa 20%, bij voorkeur van circa 5% tot circa 15%, berekend op het gewicht van het wasmiddel, zulks afhankelijk van de gewenste eigenschappen. De niet-ionogene was-actieve verbindingen dienen in lagere concentraties binnen dit gebied te worden gebruikt, daar deze de neiging hebben een afzonderlijke vloeibare fase te vormen 25 wanneer zij in hogere concentraties, d.w.z. van meer dan circa 5 gew.%, worden gebruikt.

De vloeibare wasmiddelen volgens de uitvinding kunnen de gebruikelijke toevoegsels bevatten in de normaal in vloeibare textielwas-30 middelen toegepaste hoeveelheden. Voorbeelden van dergelijke toevoegsels zijn o.a. schuimverbeteraars, zoals alkanolamiden, in het bijzonder de monoethanolamiden afgeleid van palmpitvetzuren en kokos-olievetzuren; schuim-onderdrukkende middelen, zoals alkyl fosfaten, en siliconen; anti-vergrauwingsmiddelen zoals natriumcarboxymethyl-35 cellulose; alkalische zouten, zoals natriumsilicaat; alkalimetaal-carbonaat, zoals kaliumcarbonaat, alkalimetaalhydroxiden, textiel- 800 34 72 ;7- C 572/C 574 (R) f verzachtingsmiddelen, en - gewoonlijk in zeer geringe hoeveelheden -optische bleekmiddelen, parfums, enzymen, zoals protease en amyla-sen, kiemdodende middelen en kleurstoffen. Ook kunnen zij bleekmiddelen bevatten, bijv. peroxyverbindingen. In dit verband werd 5 gevonden, dat aan de bovenstaande vloeibare wasmiddelen eveneens waterstofperoxide kan worden toegevoegd voor het verkrijgen van een vloeibaar bleekmiddel dat een voldoende was- en bleekwerking combineert met goede fysische en chemische stabiliteit. Het waterstofperoxide is aanwezig in een hoeveelheid van 1,5 tot 7,5 gew.% 10 van het totale produkt, bij voorkeur in een zodanige hoeveelheid dat van circa 100 tot 150 mg/liter actieve zuurstof in de wasvloei-stof vrijkomt.

De resthoeveelheid van het wasmiddel wordt gevormd door water, dat 15 gewoonlijk aanwezig is in^êen hoeveelheid van circa 40 tot circa 75 gew.%, bij voorkeur van circa 45 tot circa'65 gew.%.

Voor een doeltreffend reinigend vermogen dienen de vloeibare wasmiddelen volgens de uitvinding alkalisch te zijn en dienen zij bij 20 voorkeur een pH te leveren die ligt binnen het gebied van ongeveer 8,5 tot 12, bij voorkeur van ongeveer 9 tot ongeveer 11 ingeval zij in waterige oplossingen van het wasmiddel in de aanbevolen concentratie worden toegepast. Om aan dit vereiste te voldoen, dient het onverdunde, vloeibare wasmiddel eveneens een hoge pH te hebben, 25 bijvoorbeeld van circa 9 tot circa 12,5. Opgemerkt wordt, dat een al te hoge pH, bijvoorbeeld van meer dan circa 13, minder gewenst is voor veilig huishoudelijk gebruik. Ingeval in het vloeibare wasmiddel waterstofperoxide aanwezig is, bedraagt de pH gewoonlijk van 7,5 tot 10,5, bij voorkeur van 8 tot 10, in het bijzonder van 30 8,5 tot 10, opdat een goede waskracht, gecombineerd met een goede fysische en chemische stabiliteit wordt verkregen. De bestanddelen in een dergelijk sterk alkalisch wasmiddel dienen uiteraard te worden gekozen op grond van hun alkalische stabiliteit, wat met name geldt voor pH-gevoelige verbindingen, zoals enzymen; een bijzonder 35 geschikt proteolytisch enzym is in dit verband verkrijgbaar onder de handelsnaam "Esperase". De pH kan worden ingesteld door toevoe- 800 34 72 - 8 - C 572/C 574 (R) ging van een geschikte alkalische verbinding.

Het is gewenst in het wasmiddel een alkalische buffer op te nemen, bijvoorbeeld een alkalimetaalcarbonaat, zoals kaliumcarbonaat, om 5 de pH tijdens het gebruik op ten minste 9 te houden, in het bijzonder bijvoorbeeld in hard water of in lage produktconcentraties.

De wasmiddelen volgens de uitvinding kunnen op elke geschikte wijze worden bereid; bij voorkeur wordt een werkwijze gevolgd, 10 waarbij de hydrotroop en het alkali (voor het in situ neutraliseren van de anionogene oppervlak-actieve verbinding en het vetzuur) in water van kamertemperatuur worden opgelost, de zure anionogene oppervlak-actieve verbinding wordt toegevoegd en het mengsel tot 55°C onder schudden wordt verhit. Vervolgens dient een voormengsel, 15 bestaande uit de niet-ionögene was-actieve verbinding, het vetzuur en, eventueel, de schuimverbeteraar, bij een temperatuur boven de smelttemperatuur van de bestanddelen in het mengsel te worden opgelost. Als laatste bestanddelen dienen de builder- en bufferzouten alsmede het triethanolamine en eventueel het waterstofperoxide te 20 worden toegevoegd.

De onderhavige uitvinding zal nu verder worden .toegelicht aan de hand van de volgende Voorbeelden.

25 Voorbeeld I

Uit de onderstaande componenten werd het volgende wasmiddel bereid: 800 34 72 - 9 - C 572/C 574 (R) gew.% lineair C,, « kaliumalkylbenzeensulfonaat (98¾ actief}· 9 C13~C15 lineaire alcohol» gecondenseerd . 5 met 7 molen ethyleenoxide 2 kokosoli evetzuurmonoethanolami de 1 natriumtripolyfosfaat 10 tetrakali umpyrofosfaat 9 10 kaliumkokosolievetzuurzeep 1,3 triethanolamine 1 kali umxyleen sulfonaat 7 kali umcarbonaat 2 water restant 15

Dit produkt werd op de volgende wijze bereid: 70 g kali umxyl eensul fonaat en 35 g kaliumhydroxide (50^s oplossing) werden opgelost in 555 g gedestilleerd water van 21°C. Vervolgens werd 80 g alkyl benzeensulfonzuur (98¾ actief) toegevoegd, en dit 20 mengsel werd onder voortdurend schudden tot 57°C verhit. Daarna werd aan het mengsel een voormengsel, bestaande uit een helder mengsel van 20 g vetalcoholethoxylaat, 10 g kokosolievetzuur en 10 g kokosolievetzuur-monoethanolamide van 77°C toegevoegd. Nadat dit was opgelost werden 100 g natriumtrifosfaat, 90 g kaliumpyrofosfaat en 25 2o g kaliumcarbonaat toegevoegd. Tenslotte werd 10 g triethanolamine toegevoegd en werd het mengsel 10 minuten lang geschud. De charge werd teruggewogen en er werd 10 g gedestilleerd water onder schudden toegevoegd om het verlies door verdamping te compenseren.

30 De pH van het basisprodukt bedroeg 12,5; de pH van een 0,25¾'s waterige oplossing bedroeg 10,0. Het produkt had een dichtheid van 1,22 en een viscositeit (Brookfield; 30 omw/min., spil nr.3) van 40 cP (0,040 Pa s).

800 3 4 72 - 10 - C 572/C 574 (R)

Voorbeeld II (Produkt met lage pH).

gew.% lineair g kaliumalkylbenzeensulfonaat 9 Ο,-,-Ο,γ lineaire alcohol, gecondenseerd met 5 lo7 molen ethyleenoxide 2 kokosolievetzuurmonoethanolamide 1 natriumtripolyfosfaat 10 tetrakaliumpyrofosfaat 9 kaliumkokosolievetzuurzeep 1,3 10 triethanolamine 1 kaliumtolueensulfonaat 7 kaliummetaboraat 2 diversen (optisch bleekmiddel, parfum, kleurstof) 0,5 25 water restant

De pH van het basisprodukt'Was 10,0; de pH van een 0,5¾1s waterige oplossing bedroeg 9,0; viscositeit = 40 cP (0,040 Pa s) (Brookfield, spil nr.l, 6 omw/min.). Het produkt was bij 52°C-gedurende 20 ten minste 1 maand opslag, bij 0°C gedurende 2 maanden opslag en bij omgevingstemperatuur gedurende 12 maanden opslag, stabiel.

Voorbeeld III

Een produkt volgens Voorbeeld I werd bereid, met gebruikmaking van: 25 - lineaire alcohol, gecondenseerd met 6,5 molen ethyleen- oxide in plaats van de Cjg-C^ lineaire alcohol, gecondenseerd met 7 molen EO.

- laurylisopropanolamide in plaats van kokosolievetzuur-monoetha-nolamide.

30 Het produkt had de volgende kenmerken: pH = 12,5 en viscositeit = 40 cP (0,040 Pa s) (Brookfield, spil nr.l, 6 omw/min.). Het produkt was bij 52°C gedurende ten minste 1 maand opslag, bij 0°C gedurende 2 maanden en bij omgevingstemperatuur gedurende 12 maanden stabi el.

800 34 72 . n _ C 572/C 574 (R)

Voorbeeld IV

Een produkt volgens Voorbeeld I werd bereid, waarbij gebruik werd gemaakt van: - 1% natrium!aurylethersulfaat (C^2~C^.3E0) in plaats van 2% 5 . C13~C15 1 ineaire alcohol, gecondenseerd met 7 molen EO, - 2% lauryldiethanolamide in plaats van 1% kokosolievetzuur-monoethanolamide, - kaliumtolueensulfonaat in plaats van kaliumxyleensulfonaat.

10 Het produkt had de volgende kenmerken: pH = 12,5; viscositeit = 50 cP + 0,050 Pa s (Brookfield, spil nr.l, 6 omw/min.)· Het produkt was bij 52°C gedurende ten minste 1 maand, bij 0°C gedurende 2 maanden en bij omgevingstemperatuur gedurende 12 maanden opslag, stabiel/ 15 '

Voorbeeld V

Het volgende produkt werd bereid:

Gew.% lineair C., Q kaliumalkvlbenzeensulfonaat 20 il,s (98¾ actief) 9,4

Cip-Cjs lineaire alcohol, gecondenseerd ó met 6,5 molen ethyleenoxide 2 kaliumxyleensulfonaat 7 natriumtripolyfosfaat 8,8 25 natriumpyrofosfaat 1,1 kaliumpyrofosfaat 9 laurinezuur isopropanol ami de 1 triethanolamine 1 kaliumcarbonaat 2 30 diversen (optisch bleekmiddel, anti-vergrauw! ngsmiddel , kleurstof, parfum) 0,9 water restant

Het produkt had de volgende kenmerken: 35 pH = 12,5; viscositeit = 400 cP = 0,4 Pa s (Brookfield, spil nr.l, 800 34 72 - 12 - C 572/C 574 (R) 6 omw/min.). Het produkt was bij 52°C gedurende ten minste 1 maand opslag, bij 0°C gedurende 2 maanden opslag en bij omgevingstemperatuur gedurende 12 maanden opslag, stabiel.

5 Voorbeelden VI-IX

De volgende, met builders versterkte, vloeibare wasmiddelen werden bereid:

Gew.%

Wasmiddel VI IVII |VIII' IX ! A I B C

10 Lineair C,, 3 kalium-alkylben- zeensulfonaét (98¾ actief) ' 9 ‘ 9 9999 -9 0.,-0.,. lineaire alcohol, gecondenseerd met 7 molen EO 2222222

Kaliumxyleensulfonaat 7777777 15 Kaliumkokosolievetzuurzeep· 1*3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3 1,3

Triethanolamine 111----

Monoethanol amine - - l·

Natriumtrifosfaat 10 10 10 10 10 10 10

Tetrakaliumpyrofosfaat 9999999 20 Kokosolievetzuurmonoethanolamine 1111111

Kaliummetaboraat (K^BO^) 2 2 2 2 --- K2C03.KHC03 - - - - 2 2 2

Ethaanhydroxydifosfonzuur -0,5- - -- (EHDP) 25 Ethyleendiaminetetra (methyl een- fosfonzuur) EDTMP ..... 0,25 -

Diethyleentriamine penta(methy- leen-fosfonzuur) DTPMP - - 0,251 - - - 0,25 tot 100¾

Water <- -------- 1 > 30 pH = 10

Aan elk van deze wasmiddelen werd 15 gew^ van een 30¾1 s waterstof-peroxide-oplossing toegevoegd, en er werden metingen verricht van opslagstabiliteit bij 20°C en 37°C.

De halfwaardetijd (tijdsverloop waarin 50¾ van het aanvankelijk aan- 35 800 34 72 'ï> - 13 - C 572/C 574 (R) wezige bleekmiddel was ontleed) van het bleekmiddel in dagen werd gemeten. De resultaten zijn in de onderstaande Tabel weergegeven.

TABEL A · 5 Wasmiddel Halfwaardetijd in dagen

20°C 37°C

VI > 80 30 10 VII > 45 10 VIII > 95 32 IX > 30 25 A 7 1 B 3 1 15 C ' , 26 2 / 1 .

«s.

Uit de bovenstaande resultaten blijkt, dat de wasmiddelen VI-IX volgens de uitvinding een veel betere stabiliteit hebben dan de wasmiddelen A-C die buiten de uitvinding vallen.

20

Voorbeeld X

De was- en bleekwerking van het wasmiddel uit Voorbeeld VI werd vergeleken met een poedervormig wasmiddel voor de grote was, dat als volgt was samengesteld: 25 gew.% natriumdodecylbenzeensulfonaat 7,5 C14-Ci(. lineaire alcohol, gecondensserd met 1511 molen ethyleenoxide 3,0 natriumkokosolievetzuurzeep 3,0 30 natriumstearaat 5,0 natriumsilicaat 6,2 natriumtrifosfaat 33,0 natri umcarboxymethylcel1ulose 0,6 natriumsulfaat % 16,0 35 diversen (opt.bleekmiddel,kleurstof,parfum) ^ η water 6,0 natri umperboraattetrahydraat 17,0 800 34 72 i' - 14 - C 572/C 574 (R)

De wasproeven werden in de Tergotometer uitgevoerd onder de volgende omstandigheden:

Leidingwater: 9° Duitse hardheid Temperatuur : 90°C

5 Wastijd : 30 minuten (waarbij inbegrepen 10 min. opwarmen) Dosering : 6 g/liter

Zowel het vloeibare als het vaste (poedervormige) produkt bevatte een gelijke hoeveelheid bleekmiddel, dat 105 mg/liter actieve zuur-10 stof in de wasvloei stof moest doen vrijkomen.

De resultaten worden weergegeven in de onderstaande Tabel B.

TABEL B

15 De metingen werden verridit met behulp van een Elrepho, waarbij een filter werd gebruikt om het effect van het optische bleekmiddel te elimineren.

20 Blekend effect op theevlekken

Vloeibaar wasmiddel I Poeder

Basisprodukt +hL09 Basis- +H90„

L L produkt c L

25 Reflectie -2,0 13,0 4,6 21,0

Reflect!etoename Δ =15,0 Δ =16,4 % Waskracht 24,1 28,7 25,5 28,8 30 35,2 37,6 38,0 39,0 pH van sop na het wassen 8,8 8,6 9,5 9,7

Uit bovenstaande resultaten blijkt, dat het met builders versterkte, vloeibare wasmiddel volgens de uitvinding wat was- en bleek- 800 34 72 " 15 C 572/C 574 (R) werking betreft de vergelijking met een poedervormig wasmiddel voor de grote was dat 17% perboraat bevat, zeer wel kan doorstaan.

/ / 800 3472

Claims (4)

1. Waterrijk, met builders versterkt, vloeibaar wasmiddel, met het kenmerk dat dit de volgende bestanddelen bevat: a) van 2 to 20 gew.% van een anionogene, niet-ionogene, kationogene of zwitterionogene synthetische was-actieve 5 verbinding of mengsels daarvan; b) van 2 tot 13 gew.% natriumtripolyfosfaat; c) van 2 tot 16 gew.% tetrakaliumpyrofosfaat; d) van 0,1 tot 8 gew.% van een alkalimetaal Cg-C22 vetzuur-zeep; 10 e) van 0,1 tot 2 gew.% mono-, di- of triethanol- of isopro- panolamine; f) van 1 tot 15 gew.% van een hydrotroop; g) van 40 tot 75 gevy*% water.

2. Wasmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat dit de volgende bestanddelen bevat: a) in een hoeveelheid van 5 tot 15 gew.%; b) in een hoeveelheid van 6 tot 12 gew.%; c) in een hoeveelheid van 4 tot 10 gew.%; 20 d) in een hoeveelheid van Q,5 tot 2 gew.%; e) in een hoeveelheid van 1 gew.%; f) in een hoeveelheid van 5 tot 10 gew.% en g) in een hoeveelheid van 45 tot 65 gew.%.

3. Wasmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat e) uit triethanolamine bestaat.

4. Wasmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat dit bovendien van 1,5 tot 7,5 gew.% waterstofperoxide bevat. 800 34 72