NL8003269A

NL8003269A - Kunststofhouder voor het daarin opnemen van in het bijzonder hard fruit.

Info

Publication number: NL8003269A
Application number: NL8003269A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1980-06-04
Filing date: 1980-06-04
Publication date: 1982-01-04
Also published as: EP0041307A3; EP0041307B1; DK244981A; DK153077B; EP0041307A2; ATE9884T1; DE3166694D1; DK153077C

Description

S» * Μ ¥ -*

80.5078/Ti/M/MvC

Korte aanduiding: Kunststofhouder voor het daarin opnemen van in het bijzonder hard fruit.

De uitvinding heeft betrekking op een door spuitgieten uit kunststof vervaardigde houder met opstaande wanden, in het bijzonder voor het daarin opnemen van hard fruit.

Aan een dergelijke houder worden als eisen gesteld dat 5 de bodem stug is, zodat geen z.g. "trampoline-effect" ontstaat tijdens transport van het fruit, verder dient de bodem onder belasting en zonder ondersteuning der onderzijde ook na lange tijd niet door te zakken, moet de bodem zo vlak zijn dat geen afdrukken hiervan in de lading kan komen en moet tenslotte de onderzijde van de bak zodanig zijn dat zich 10 hierin geen vuil kan verzamelen en dat bij incidenteel contact tussen .. het onderliggende fruit en deze bodem geen afdruk in het fruit kan ontstaan.

Teneinde aan deze eisen tegemoet te konen zou een dikke massieve bodem gebruikt kunnen worden, die echter als nadelen heeft, dat 15 zij de houder zwaar maakt, veel materiaal kost en de vervaardiging t.g.v. de afkoelingsduur zeer tijdrovend is.

Het onder de bod au aanbrengen van verstevigingsribben heeft als nadeel, dat bij stapelen van de houders met daarin fruit afdrukken van die ribben in het fruit kunnen optreden, zodat ook deze maat-20 regel geen goede oplossing biedt.

De uitvinding beoogt deze bezwaren op te heffen en verschaft daartoe een dergelijke houder met als kenmerk, dat de bodem is verstevigd door tenminste één daaronder meegevormde koker, waarvan de bovenwand deel uitmaakt van de bodem.

25 De houder volgens de uitvinding heeft als voordelen dat het een goede versteviging van de bodem geeft, terwijl aan de toegepaste kokers een zodanige vorm gegeven kan worden, dat geen ernstige afdrukken .in het daartegen rustende fruit zullen optreden.

Dergelijke kokers worden tijdens het spuitgieten van de 30 houder meegevormd door gebruik van insteekbare gietkemen. Voor het gemakkelijk en zonder beschadiging van de kokerwanden terugtrekken van de gietkernen zijn de kokers bij voorkeur naar het midden van de koker convergerend uitgevoerd.

Teneinde het spuitgieten praktisch uitvoerbaar te 800 32 69 w % - 2 - maken is in het midden van de koker en tenminste in de onderwand daarvan, tenminste één opening aangebracht via welke tijdens het spuitgieten de kernen ondersteund kunnen worden. Rondom deze opening zijn ter versteviging bij voorkeur een aantal ribben aangebracht.

5 De bodem van de houder loopt vanaf de bovenwanden van de kokers bij voorkeur af naar de daaraan parallele zijranden van de bodem. Door het aanbrengen van openingen in de lagere gedeelten van de bodem wordt enige ventilatie verkregen, terwijl vocht, zoals spoelwater, en vuil afgevoerd kunnen worden.

10 . De vorm van de bodem is bij voorkeur verder zodanig, dat de houder ten minste ook op andere delen dan via de kokers op de vloer kan rusten. Dit heeft als voordeel, dat men bij het geheel vullen van de houder en het daarna opstapelen van een tweede houder met betrekking tot evt. beschadiging van het fruit niet specifiek rekening hoeft te houden 15 met de aanwezigheid van de kokers.

Teneinde het meer gelijkmatig op de vloer kunnen rusten van de houder is de omtrek van de bodem aan de onderzijde voorzien van een rand waarin de kokers uitmonden. Bij voorkeur is de rand zodanig hoog dat de kokers bij op de vloer geplaatste houder niet de vloer raken, zodat 20 de kokers niet de bodem kunnen indrukken en daardoor de lading beschadigen. Door de rand plaatselijk te voorzien van uitsparingen is afvoer van vocht, zoals spoel- of lekwater, met vuil mogelijk.

Indien verder twee tegenover liggende delen van deze rand tenminste plaatselijk ten opzichte van de andere twee tegenover 25 liggende delen en de kokers in hoogte hoger is, kan ten behoeve van transport een plaat tussen hogere randdelen van de houder en de vloer gestoken worden.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening: 30 Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een houder volgens de uitvinding;

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van de houder volgens de lijn II-II in Fig. 1;

Fig. 3 is een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de 35 houder volgens de lijn III-III in Fig. 1;

Fig. 4 is een onderaanzicht van een gedeelte van de houderbodem.

De houder volgens Fig. 1 bestaat uit twee lange zijwanden 1 en twee korte zijwanden 2, die door middel van bij voorkeur holle en 8003269 - 3 - stapelbare hoekstukken 3 met elkaar verbonden zijn en heeft verder een """ . met de zijwanden 1,2 verbonden bodem 4. Aan de onderzijde van de bodem 4 zijn twee kokers 5 aangebracht, die bij voorkeur uitmonden in een langs de oratrek van de bodem 4 aangebrachte rand 6.

5 De houder is bovendien voorzien van op zich bekende ventilatie-openingen, handgrepen, verstevigingsribben en dergelijke, die verder niet besproken zullen worden.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn XX-II in Fig. 1. De koker 5 is volgens deze figuur vanuit beide openingen daar-10 van naar het midden toe convergerend uitgevoerd. Door deze tapse uitvoering is het uitnemen van spuitgietkemen eenvoudiger en wordt daarbij beschadiging van de wanden van de koker 5 tegengegaan.

Fig. 2 toont in het midden van de koker 5 een opening 7f die tijdens het spuitgieten gevormd wordt door een niet getoond steundeel . : „ 15 - van de sp.uitgietmatrijs ter ondersteuning van de uiteinden van eveneens niet getoonde kernen waarom een koker 5 gevormd wordt. Ter versteviging van elke koker 5 rondom de openingJzijn ribben 8 aangebracht.

Fig. 3 toont een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de houder volgens de lijn III-III in figuur 1. Volgens een voorkeursuitvoerings-20 vorm en volgens figuur 3 liggende kokers 5 boven het vlak door de uiteinden van de rand 6 en is de bodem 4 vanaf de kokers 5 naar daaraan parallele eindranden van de bodem 4 aflopend. Op geschikte plaatsen van de lagere gedeelten van de bodem 4 zijn openingen 9 aangebracht voor de afvoer van vocht en vuil en ter verkrijging van enige ventilatie.

25 Door het aanbrengen van een of meer uitsparingen 10 in de rand 6 wordt bereikt, dat ventilatie en afvoer van bijvoorbeeld spoel-of lekwater van onder de op de vloer geplaatste houder mogelijk is.

Door één paar tegenoverliggende delen van de rand 6 een grotere hoogte te geven dan het andere paar randdelen en de kokers 5, .30 hetgeen overigens niet getoond is, ontstaat een sleufvormige opening tussen de vloer en de daarop geplaatste houder. Door het via deze opening onder de houder schuiven van een plaat, is de houder met bijvoorbeeld een steek-wagen, gemakkelijk transporteerbaar. Opgemerkt wordt, dat zonder deze rand 6 en met de kokers 5 rustend op de vloer een zodanig transport slechts 35 mogelijk is door kantelen van de op de vloer rustende enkele houder of stapel houders.

Fig. 4 toont het onderaanzicht van een gedeelte met en rondom de opening 7 van een koker 5. De figuur toont de reeds in figuren 2 en 3 aangegeven verstevigingsribben 8, die elk tussen ten minste 8003269 - 4 - t * -- twee wanden van de koker aangebracht zijn en toont eveneens het conver gerende karakter van een koker 5.

- conclusies - 8003269

Claims

1. Door spuitgieten uit kunststof vervaardigde houder met opstaande wanden, in het bijzonder voor het daarin opnemen van hard fruit, met het kenmerk, dat de bodem is verstevigd door tenminste één . daaronder meegevormde koker, waarvan de bovenwand deel uitmaakt van de 5 bodem.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk .paar tegenover elkaar gelegen wanden van een koker naar het midden van de koker convergeert. _________

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, . 10 dat nabij het midden van de koker tenminste één opening in de koker aangebracht is. ________

4. Houder volgens conclusie 3, met het kenmerk. dat de koker nabij de opening door middel van ribben is verstevigd.

5. Houder volgens een of neer der voorgaande conclusies, 15 met het kenmerk, dat de bodem vanaf de bovenrand van een koker afloopt naar de aan de koker parallele bodemranden, waarbij de bodem tussen twee kokers in hoofdzaak vlak verloopt en geen der kokers onder het overige der houder uitsteekt.

6. Houder volgens conclusie 5 , met het kenmerk, dat in de 20 lagere gedeelten van de bodem openingen zijn aangebracht.

7. Houder volgens conclusie 5 of 6, mst het kenmerk, dat de kokers uitmonden in een aan omtrek van de bodem aangebrachte rand.

8. Houder volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de rand hoger is dan de kokers.

9. Houder volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de rand plaatselijk aan de onderzijde ervan uitsparingen heeft.

10. Houder volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de afmetingen van de kokers en rand zodanig zijn, dat de rand plaatselijk tot voorbij de kokers uitsteekt. 8003269