NL8003035A - Inrichting voor het boren, fraisen en profileren van hout, kunststof en dergelijke materialen. - Google Patents

Description

N/29.605-Jb/ak « é

Inrichting voor het boren, fraisen en profileren van hout, kunststof en dergelijke materialen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het boren, fraisen en profileren van hout, kunststof en dergelijke materialen met een hoofdlichaam en een hiermede verbonden snijplaat.

5 Bij de bekende inrichtingen volgens de stand van de techniek zijn de snijdende delen, in het algemeen een snijplaat, uit ëën geheel met het hoofdlichaam gevormd. Dit heeft het grote nadeel, dat bij slijtage van de snijplaat niet slechts deze snijplaat, doch ook het gehele betrekkelijk dure 10 hoofdlichaam verwisseld moet worden. Verder is het nadelig, dat éen dergelijke uitvoering steeds slechts het bewerken van ëën bepaald materiaal mogelijk maakt. Bovendien kan ook steeds slechts ëën bepaalde bewerking worden uitgevoerd. Indien een aantal boorbewerkingen noodzakelijk is, dan moet steeds na 15 een bepaalde bewerking het gehele werktuig uit het inspanor-gaan worden losgemaakt en verwisseld worden. Hetzelfde geldt, indien verschillende materialen na elkaar moeten worden behandeld.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaf-20 fen, waarmede door een losneembare verbinding tussen het hoofdlichaam en de snijplaat verschillende materialen met hetzelfde hoofdlichaam kunnen worden bewerkt.en/of verschillende bewerkingsstappen met hetzelfde hoofdlichaam kunnen worden uitgevoerd.

25 Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat a) het hoqfdlichaam in een middenlangsvlak een zich dwars door het hoofdlichaam uitstrekkende, aan ψ het voorste uiteinde van het hoofdlichaam begin-30 nende langssleuf bezit, b) deze langssleuf van een vernauwing is voorzien, c) de snijplaat tot aan de vernauwing in de langssleuf schuifbaar is, en d) de snijplaat in de langssleuf door een bevesti- 35 gingsinrichting is vastgehouden.

800 30 35 - 2 -

Door de volgens de uitvinding voorgestelde combinatie van maatregelen wordt het beoogde doel op eenvoudige wijze bereikt. De snijplaat kan namelijk zonder enig probleem van het hoofdlichaam losgemaakt worden. Het samenbouwen is 5 voorts zeer eenvoudig. Door de vernauwing in de langssleuf tot waartoe de snijplaat ingeschoven kan worden, wordt op eenvoudige wijze een diepte-aanslag verschaft. Het is dan uitsluitend nodig, de snijplaat in de langssleuf door een passende bevestigingsinrichting vast te houden en op zekere wijze met 10 het hoofdlichaam te verbinden.

Als bevestigingsinrichting zijn tal van verschillende mogelijkheden denkbaar. De snijplaat kan bijvoorbeeld krachtoverdragend of vormsl-uitend worden vastgehouden. Indien de vernauwing in de langssleuf op een zodanige diepte is aan-15 gebracht, dat de snijplaat over een bepaalde afmeting uit het hoofdlichaam steekt, dan kan de snijplaat herhaalde malen in het hoofdlichaam worden nageslepen. In plaats van een enkele snijplaat, kunnen eventueel ook meerdere snijdende delen op de volgens de uitvinding voorgestelde wijze in het hoofd-20 lichaam zijn aangebracht.

Een eenvoudige verwezenlijking van de vernauwing in de langssleuf bestaat daaruit, dat de vernauwing als een trapvormige schouder is uitgevoerd. Door deze maatregel ontstaat een nauwkeurig gedefinieerde aanslag.

25 Hierbij is het van voordeel, indien de schouder zich dwars op de boorrichting over de gehele sleufbreedte uitstrekt.

Door deze maatregel wordt een kippen van de snijplaat verhinderd.

30 Volgens de uitvinding wordt verder voorgesteld, dat de bevestigingsinrichting is uitgevoerd als een klemin-richting, die een klemschroef omvat, welke zich dwars- door de langssleuf uitstrekt en welke de in dit gebied gedeelde hoofdlichaamdelen als klemklauwen met elkaar verbindt.

35 Een op een dergelijke wijze uitgevoerde beves tigingsinrichting verschaft een eenvoudige en doeltreffende verbinding van de snijplaat met het hoofdlichaam. Door de langssleuf is het hoofdlichaam in het voorste gebied praktisch als een paar klemklauwen uitgevoerd. Door een aanschroe 800 3 0 35 - 3 - «%> ven van de klemschroef wordt de sleufbreedte verminderd, waardoor de snijplaat op krachtoverdragende wijze wordt vastgehouden .

Hierbij kan de klemschroef op gunstige wijze als 5 een schroef met inwendig zeskant zijn uitgevoerd. Een dergelijke schroef kan in één vlak met de buitenomtrek van het hoofdlichaam eindigen, waardoor geen uitstekende delen ontstaan.

Volgens de uitvinding wordt voorgesteld, dat het 10 hoofdlichaam is voorzien van een dwarsboring, waarin ter centrering van de snijplaat een aandruklichaam is aangebracht, dat in een verdieping in een zijwand van de snijplaat kan grijpen.

Behalve de nauwkeurige diepte-instelling van de 15 snijplaat, wordt door deze volgens de uitvinding voorgestelde maatregel ook bereikt, dat de snijplaat nauwkeurig in de langssleuf wordt gecentreerd. In plaats van een aandrukli-chaam, dat in het middenvlak aangrijpt, kunnen eventueel in de langssleuf aan weerszijden van het middenvlak nokken, aan-20 slagen, of dergelijke zijn aangebracht, die in uitsparingen in de snijplaat grijpen.

Voorts kan het aandruklichaam aan zijn van de snijplaat afgekeerde zijde door een veer zijn belast. Door deze maatregel kan de snijplaat gemakkelijk in- en uitgescho-25 ven worden. Het aandrukken van het aandruklichaam tegen de snijplaat wordt hierbij op eenvoudige wijze door de veer bewerkstelligd. Voor het in- of uitschuiven van de snijplaat moet uitsluitend de veerkracht worden overwonnen.

In een eenvoudige uitvoering van het aandrukli-30 chaam is dit als een kogel uitgevoerd. In plaats van een kogel kan evenwel ook een kegel, een afgeknotte kegel of een dergelijk lichaam worden gekozen.

. Volgens de uitvinding kan de dwarsboring aan zijn in de langssleuf uitmondende zijde een diameter bezitten, 35 welke kleiner is dan de diameter van de kogel. Door deze maatregel wordt bereikt, dat de kogel, na het verwijderen van de snijplaat uit de langssleuf, in de dwarsboring blijft zitten en niet hieruit kan vallen.

8003035 - 4 -

De dwarsboring kan aan zijn buitenzijde door een madenschroef zijn afgesloten.

Deze madenschroef vormt hierbij gelijktijdig het steunvlak voor de veer. Indien nodig kan de madenschroef ook 5 door een verstelling worden benut om de op de kogel inwerkende veerkracht in te stellen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld weergeeft.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een uitvoering van 10 de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens het vlak II-II in fig. 1.

Fig. 3-6 tonen verschillende uitvoeringen van snijplaten.

15 Als uitvoeringsvoorbeeld is een boorwerktuig af- gebeeld. Dit boorwerktuig omvat een hoofdlichaam 1 en een snijplaat 2. Het hoofdlichaam 1 is zodanig uitgevoerd, dat het in de bekende inspansystemen, door middel van tussenstukken, op alle in de handel zijnde boormachines en tevens op speciaal-20 machines kan worden aangebracht. Het hoofdlichaam kan in verschillende grootten zijn vervaardigd en zowel in een linkse als in een rechtse uitvoering worden gefabriceerd.

De snijplaat 2 steekt aan de voorzijde over een . kleine afmeting uit het hoofdlichaam, waardoor deze snijplaat 25 meerdere malen nageslepen kan worden. Gelijktijdig steekt de snijplaat 2 ook zijdelings buiten het hoofdlichaam 1 uit.

Het hoofdlichaam is in het voorste gebied door een langsleuf 3 gedeeld. De langssleuf 3 bezit hierbij een trapvormige schouder 4, welke zich dwars op de boorrichting 30 over de gehele sleufbreedte uitstrekt.

Deze trapvormige schouder 4 vormt de diepte-aan-slag voor de snijplaat 2. Gelijktijdig verhindert deze schouder een kippen van de snijplaat in horizontale richting.

Door een schroef 5 met inwendig zeskant, welke 35 eveneens dwars op de boorrichting is gelegen en zich in een dwarsboring in het hoofdlichaam uitstrekt, wordt bereikt, dat het voorste gebied van het hoofdlichaam 1 als het ware een paar klemklauwen vormt. Indien namelijk de schroef 5 wordt aangeschroefd, dan wordt de sleufbreedte verkleind en wordt 8003035 - 5 - de snijplaat 2 vastgeklemd. Teneinde een voldoende elasticiteit te verkrijgen, is de langssleuf 3 aan zijn onderste uiteinde met een ronde vergroting 6 uitgevoerd.

Het hoofdlichaam 1 is verder voorzien van een 5 dwarsboring 7. Deze dwarsboring 7 bezit aan zijn naar de snijplaat 2 toegekeerde zijde een iets kleinere diameter dan over zijn overige lengte. Dit kan op eenvoudige wijze verwisseld worden door deze dwarsboring met een boor van buiten af te vormen, waarbij niet geheel door en door geboord wordt.

10 In deze dwarsboring 7 wordt vanaf de buitenzijde een kogel 8 ondergebracht. Hierop aansluitend wordt een veer 9 gemonteerd, waarna de boring 7 door een madenschroef 10 wordt afgesloten. Hierdoor wordt de kogel 8 in een verdieping 11 in de snijplaat 2 gedrukt. De kogel 8 vormt op deze wijze 15 een aandruklichaam voor de snijplaat 2, dat de centrering verzorgt. Door de kleinere diameter van de dwarsboring 7 aan zijn opening naar de snijplaat 2 toe wordt bereikt, dat de kogel 8 na het verwijderen van de snijplaat 2 niet uit de boring kan vallen. De kogel dient er tevens toe een uitvallen 20 van de plaat 2 te verhinderen, bijvoorbeeld indien de schroef 5 niet aangedraaid is.

Zoals reeds werd opgemerkt, kunnen tal van verschillende snijplaten in het hoofdlichaam 1 worden aangebracht. In de fig. 3-5 zijn bijvoorbeeld drie uitvoeringen 25 van snijplaten afgebeeld.

De in fig. 3 afgeheelde snijplaat is uit hard metaal vervaardigd en bezit een centreerpunt 12 en twee naar buiten toe enigszins dalende snijkanten, alsmede twee aangeslepen voorsnijders 13 en 14 met een trekkende snede. Een derge-30 lijke snijplaat kan worden toegepast voor het bewerken van met kunststof beklede spaanplaten, schilhoutplaten, meubel-platen, gefineerde materialen, alsmede veel slijtage veroorzakend massief hout. Door de beide voorsnijders 13 en 14 wordt een negatief pletten van de materiaalvezels bereikt.

35 Hierdoor wordt bij de genoemde materialen een gladde rand verkregen.

De in fig. 4 weergegeven snijplaat is eveneens uit hard metaal gevormd, met een centreerpunt 12 en twee snijkanten, die evenwel eerst omhoog lopen en die ongeveer 1 mm 800 3 0 35 - 6 - voor de omtrek onder 45° naar buiten toe dalend zijn achter-geslepen. Een dergelijke uitvoering van de snijplaat is bijvoorbeeld geschikt voor het boren van spaanplaat, welke met bepaalde kunststoflagen is uitgevoerd. Het betreft hier in het 5 bijzonder kunststoflagen, die niet geplet kunnen worden. Door de afgebeelde randuitvoering wordt het materiaal namelijk ontspannen, waardoor eveneens een gladde rand ontstaat.

De in fig. 5 afgebeelde snijplaat is vervaardigd uit HSSE-materiaal en is zonder centreerpunt uitgevoerd. Van-10 zelfsprekend is het ook mogelijk, de snijplaten uit andere dan de genoemde materialen te vervaardigen. De snijplaat is met de twee snijkanten zodanig uitgevoerd, dat door de geometrie van de snijkanten schotelvormige schijven worden uitgestoken. Hiermede kunnen bijvoorbeeld buisprofielen uit alumi-15 nium en hard PVC worden bewerkt.

De snijplaat volgens fig. 6 kan voor het fraisen van groeven (langgat-fraisen) worden benut.

Behalve de weergegeven snijplaten kunnen in het kader van de uitvinding vanzelfsprekend nog andere uitvoerin-20 gen worden toegepast, bijvoorbeeld voor het profileren van randen of van groeven, e.d. Het hoofdlichaam 1 kan eventueel - afhankelijk van de wensen - met verschillende schachten zijn uitgevoerd; bijvoorbeeld in plaats van met cilindrische schachten, met een schroefdraad of een conus. De inrichting 25 kan worden ingespannen in stationaire machines en in hand-machines. Vanzelfsprekend kunnen voor één hoofdlichaam ook snijplaten voor verschillende diameters worden toegepast.

m 800 3 0 35

Claims (10)

1. Inrichting voor hét boren, fraisen en profileren van hout, kunststof en dergelijke materialen met een hoofdlichaam en een hiermede verbonden snijplaat, met het kenmerk, dat 5 a) het hoofdlichaam (1) in een middenlangsvlak een zich dwars door het hoofdlichaam uitstrekkende, aan het voorste uiteinde van het hoofdlichaam beginnende langssleuf (3) bezit, b) deze langssleuf (3) van een vernauwing (4) is voorzien, 10 c) de snijplaat (2) tot aan de vernauwing (4) in de langssleuf (3) schuifbaar is, en d) de snijplaat (2) in de langssleuf (3) door een bevesti-gingsinrichting (5) is vastgehouden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het 15 kenmerk, dat de vernauwing als een trapvormige schouder (4) is uitgevoerd.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de schouder (4) zich dwars op de boorrich-ting over de gehele sleufbreedte uitstrekt.

4. Inrichting volgens ëën der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de bevestigingsinrich-ting is uitgevoerd als een kleminrichting, die een klemschroef (5) omvat, welke zich dwars door de langssleuf uitstrekt en welke de in dit gebied gedeelde hoofdlichaamdelen als klem- 25 klauwen met elkaar verbindt.

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de klemschroef als een schroef (5) met inwendig zeskant is uitgevoerd.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclu-30 sies, met het kenmerk, dat het hoofdlichaam (1) is voorzien van een dwarsboring (7), waarin ter centrering van de snijplaat (2) een aandruklichaam (8) is aangebracht', dat in een verdieping (11) in een zijwand van de snijplaat (2) kan grijpen. 800 3 0 35 f - 8 -

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat het aandruklichaam (8) aan zijn van de snijplaat (2) afgekeerde zijde door een veer (9) is belast.

8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het 5Jk e n m e r k, dat het aandruklichaam als een kogel (8) is uitgevoerd.

9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat’de dwarsboring (7) aan zijn in de langs-sleuf (3) uitmondende zijde een diameter bezit, welke kleiner 10 is dan de diameter van de kogel (8).

10. Inrichting volgens één der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat de dwarsboring (7) aan zijn buitenzijde door een madenschroef (10) afsluitbaar is. 8003035