NL8002992A - Bekisting. - Google Patents

Bekisting. Download PDF

Info

Publication number
NL8002992A
NL8002992A NL8002992A NL8002992A NL8002992A NL 8002992 A NL8002992 A NL 8002992A NL 8002992 A NL8002992 A NL 8002992A NL 8002992 A NL8002992 A NL 8002992A NL 8002992 A NL8002992 A NL 8002992A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
skin
joint
formwork
formwork according
plate
Prior art date
Application number
NL8002992A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Maco Veenendaal B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maco Veenendaal B V filed Critical Maco Veenendaal B V
Priority to NL8002992A priority Critical patent/NL8002992A/nl
Publication of NL8002992A publication Critical patent/NL8002992A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/14Bracing or strutting arrangements for formwalls; Devices for aligning forms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G11/00Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs
    • E04G11/02Forms, shutterings, or falsework for making walls, floors, ceilings, or roofs for rooms as a whole by which walls and floors are cast simultaneously, whole storeys, or whole buildings

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Lining And Supports For Tunnels (AREA)

Description

* t % Μ Kon/HH,9 -1-
Bekisting
De uitvinding betreft een bekisting, omvattende een uit ten minste twee in een gemeenschappelijk vlak volgens een voeg op elkaar aansluitende huidplaten.
Het is moeilijk om de huidplaten met zekerheid 5 vloeiend op elkaar te laten aansluiten. Gevormde betonvlakken vertonen vaak oneffenheden ten gevolge van onnauwkeurig op elkaar aansluitende voegplaten.
Een vloeiende aansluiting van de huidplaten wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat aan de onderzijde van 10 θΐ]ς van de huidplaten over de lengte van de voeg verdeelde, voorbij de voeg reikende, de andere huidplaat positionerende uitsteeksels zijn bevestigd, die versprongen ten Opzichte van ' aan de andere huidplaat bevestigde uitsteeksels zijn opgesteld.
15 Indien onder elke huidplaat op een afstand van de voeg een steunligger is bevestigd en indien spanmiddelen de twee steunliggers met- tussenvoeging van aanslagraiddelen op een bepaalde onderlinge afstand positioneren, wordt een stevige voegaansluiting’ verkregen. Bovendien zijn de steunlig-20 gers te gebruiken als steun van de uitsteeksels, die er bijvoorbeeld aan vastgelast kunnen worden.
Bij voorkeur vormen de uitsteeksels tevens aanslag- middelen.
Bij een bekisting,· in het bijzonder bij een tunnel— . .·..... 25 bekisting, kan de lengte van een flexibele bovenwand door tussenvoeging van een huidplaat worden aangepast aan de vereiste overspanning. De voeg tussen de huidplaten van deze flexibele wand geschiedt bij voorkeur volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven. Bij voorkeur wordt verder de 30 flexibele wand gedragen door liggers die paarsgewijze onderling middels een scharnier zwenkbaar zijn verbonden, welk scharnier middels een schroefbout aangrijpt op het einde van ten minste één der beide liggers.
Bij voorkeur heeft ter aanpassing van de ligger-35 lengte aan de tussengevoegde huidplaat ten minste één 800 2 9 92 * » -2- ligger twee telescopisch in elkaar verschuifbare profielen, namelijk een buitenprofiel met ten minste één daarin geschroefde bout en een binnenprofiel met een reeks pasgaten, waarvan naar keuze er een in lijn met de schroefbout en ter 5 borging van de telescopische verschuifbaarheid samenwerkend met een paspenstuk van de schroefbout kan worden opgesteld.
De uitvinding zal in de hierna volgende beschrijving aan de hand van een tekening worden verduidelijkt.
In de tekening stellen voor: 10 figuur 1 een vooraanzicht van een tunnelbekisting in ingetrokken toestand na het vormen van een betonnen tunnel, figuur 2 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail II van figuur 1 in een ten dele uit de tun-15 nel gerolde toestand, t figuur 3 een perspektivisch aanzicht van de tunnelbekisting van figuur 1 tijdens haar verwijdering uit de gevormde betonnen tunnel, figuur 4 op grotere schaal een doorsnede van het 20 detail IV van de tunnelbekisting van figuur 1 in een eerste stadium tijdens het. stellen van de tunnelbekisting, figuur 5 op grotere schaal een weggebroken zijaanzicht van detail V van figuur 2 in een gestelde toestand van de tunnelbekisting·, 25 figuur- 6 een met figuur 5 overeenkomend aanzicht betreffende het gebruik van dezelfde tunnelbekisting van figuur 1 voor een hogere tunnel, figuur 7 op grotere schaal een perspektivisch aanzicht van detail VII van figuur 5, 30 figuur 8 een perspektivisch aanzicht van een gede monteerd detail VIII van figuur 7, figuur 9 op grotere schaal een weggebroken perspectivisch aanzicht van detail IX van figuur 2, figuren 10 en 20 elk een variant van detail X van 35 figuur 9, figuur 11 op grotere schaal een aanzicht van detail XI van figuur 1, figuur 12 een met figuur 11 overeenkomend aanzicht in gedemonteerde toestand, 800 2 9 92 -3- * i figuur 13 een onderaanzicht van het detail XI, figuur 14 op grotere schaal een doorsnede over de lijn XIV-XIV van figuur 1, figuur 15 een variant van het in figuur 7 getoonde ! 5 detail, figuur 16 een aanzicht volgens pijl XVI van figuur 1 van een zijwand van de tunnelbekisting,- figuur 17 op grotere schaal een detail XVII van figuur 16, 10 figuur 18 een perspektivisch onderaanzicht van een verlengde bovenwand, van de tunnelbekisting van figuur 1, en figuur 19 een perspektivisch aanzicht van een variant van het detail VII.
Figuur 1 toont het binnenstuk, de zogenaamde tun-,15 nelbekisting 4, van een bekisting voor het vormen van een betonnen tunnel 1. Op zich bekende buitenpanelen en randstuk-ken aan de kopse randen van de tunnel 1 zijn niet getekend.
De tunnel 1 wordt gevormd boven een betonnen vloer 2 en tegelijk daarmee gevormde betonnen ruggen 3. De tunnelbekisting 4 2Q omvat twee zijwanden 5 en een bovenwand 6· Elke zijwand 5 bestaat uit een betrekkelijk stijf paneel 7 dat is opgebouwd uit een huidplaat 8, een reeks langsprofielen 9, een stevig onderprofiel 11 en spanten 10. De bovenwand 6 is flexibel en is daartoe opgebouwd uit een huidplaat 12 die slechts in 25 langsrichting van de· tunnel 1 verstijfd is middels daaraan gelaste langsprofielen 13 die los steunen op liggerparen 23, . waarvan de liggers 14 middels een scharnier 15 onderling zwenkbaar zijn verbonden. Bij de hoeken 16 gaan de huidplaten 12 en 8 in elkaar over. De lengte van de huidplaat 12 wordt 30 aangepast aan de breedte a van de te vormen reeks tunnels 1 door tussenvoeging van een huidplaat 12a met de vereiste lengte tussen huidplaten 12b (zie de figuren 11-13). Ten einde de huidplaten 12a en 12b, die elk uit een stalen plaat van bijvoorbeeld 4 mm bestaan, in een gemeenschappelijk vlak 21 35 vloeiend op elkaar te laten aansluiten, is op een exacte afstand c_ van de voeg 17, met andere woorden of van elke plaat-rand, een kokervormige steunligger 18 onder elke huidplaat 12a en 12b aangebracht en met puntlassen aan de huidplaat 12a, 12b bevestigd in een niet getekende lasmal. Ook worden 800 2 9 Λ ' -4- in een lasmal, en liefst van tevoren aan de voegzijde van de steunliggers 18 uitsteeksels 19 gelast en wel zodanig, dat zij een exacte lengte van 2 x c vanaf de steunligger 18 reiken en aldus een lengte 1c voorbij de voeg 17 uitsteken, bo-5 vendien zodanig, dat de bovenrand 20 in het vlak van de onderzijde van de bijbehorende huidplaat 12a, 12b doorloopt. De uitsteeksels 19 zijn aan de op elkaar aansluitende huidplaten 12a en 12b over de voeglengte verdeeld opgesteld, terwijl de reeks uitsteeksels 19 van de huidplaat 12a ten opzichte van 10 die van de huidplaat 12b versprongen is. Bij het saraenvoegen van de huidplaten 12a en 12b sluiten zij gedwongen in het gemeenschappelijke vlak. 21 op elkaar aan. De steunliggers 18 worden met spanmiddelen, bestaande uit zich door de steunliggers 18 uitstrekkende spanbouten 22, ten opzichte van elkaar 15 gepositioneerd, doordat de uitsteeksels 19 tevens tussenliggende aanslagen vormen.
Ten einde de lengte van elk liggerpaar 23 aan de lengte van de huidplaat 12 aan te passen, heeft elke ligger 14 twee telescopisch in elkaar verschuifbare profielen, name-20 lijk een oraegavormig buitenprofiel 24 en een kokervormig bin-nenprofiel 25 (zie figuur 14). Aan weerszijden van het buitenprofiel 24 is een scharnierplaat 26 gelast, waarin een schroefgat 27 voor een bout 28 is aangebracht. De bout 28 heeft een paspenstuk 29 dat in een gese-lekteerd gat 30 van 25 een reeks in het binnenprofiel 25 aangebrachte pasgaten 30 grijpt. Verder is voor het instellen van de vereiste lengte van elk liggerpaar 23 het scharnier 15 met een schroefstang 88 verbonden die middels twee moeren 89 en 90 aangrijpt op een sfcijgbeugelvormig einde 91 van één of elke ligger 14.
30 De liggers 14 zijn elk middels scharnieren 31 aan een spant 10 bevestigd en worden in hun bedrijfsstand ondersteund door schoren 32 bestaande uit een stang 33 die in een scharnier 39 scharnierend aan de scharnierplaten 26 is aangebracht en die in een scharnier 36 scharnierend samenwerkt met 35 een in een scharnier 35 zwenkbaar aan een spant 10 aangebrachte kniehefboom 34. In de steunende bedrijfsstand wordt de arm 37 van de kniehefboom 34 vergrendeld en staat de schoor 32 in een iets doorgeknikte stabiele stand, waarin een flens 38 van de kniehefboom 34 tegen de stang 33 aanligt en 800 2 9 92 4 -5- waarbij het scharnier 36 gelegen is onder een door de scharnieren 35 en 39 gaande rechte lijn.
Voor het intrekken en uitzetten van de tunnelbekis-ting 4 is verder een mechanisme 40 aanwezig, omvattende een 5 aan een scharnier 15 scharnierend opgehangen freem 41, waaraan een vertikale tandheugel 42 is bevestigd-, die samenwerkt met een in een console 43 roterend gelegerd rondsel 44 dat draaibaar is middels een hefboom 45. De console 43 is middels kettingen 46 aan de scharnieren 31 opgehangen. Het ondereinde 10 van het freem. 41 is scharnierend met stangen 47 verbonden, waarvan de lengte ter aanpassing aan de maat a verstelbaar is middels telescoopstukken 48 met in geselekteerde gaten 50 gestoken pennen 49 en middels een schroefspanner 51. Door het omhoogbrengen van het freem 41 bij bediening van de hefboom 15 45 strekken de liggerparen 23 zich en komen de zijwanden 5 tegen de ruggen 3 te staan. Na het storten van het beton wordt het freem 4-1 ten opzichte van de console 43 omlaag gebracht en worden de zijwanden 5 van het beton losgetrokkenr waarna de huidplaat 12 door het gewicht van de zijwanden 5 20 van het beton afgetrokken wordt.
Ten behoeve van het instellen van de hoogte van de te vormen tunnel 1 zijn vijzels 93 aanwezig. De figuren 2 en 16 tonen een veelvoud van over de lengte van de tunnelbekis-ting 4 verdeelde,· telkens bij een spant 10 aangebrachte aan-25 grijpplaatsen 52 die elk voorzien zijn van aangrijpmiddelen 53 die een. vijzel 93 losneembaar met de zijwand 5 verbinden.
Die aangrijpmiddelen 53 omvatten telkens een aan de zijwand 5 bevestigde moer 54 dié samenwerkt met een op trek'.belaste, via een rotatieleger 55 op het boveneinde 56 van een vijzel-30 kolom 57 steunende schroefstang 58 (figuur 5). Verder omvatten de aangrijpmiddelen 53 telkens een aan de langsprofielen 9 gelaste stevige plaat 59, waaraan een beugel 60 voor het in vertikale richting opnemen van een vijzel 93 is gelast. Ook de moer 54 is aan de plaat 59 vastgelast. Onder de moer 54 is 35 een uitsparing 85 in het onderprofiel 11 uitgespaard. De schroefstang 58 en de moer 54 hebben een ronde draad met grote spoed, bijvoorbeeld van 8 mm, waardoor de zijwand 5 snel en mede dankzij het leger 55 met betrekkelijk geringe kracht met behulp van een op de sleutelkop 94 van de schroef- 800 2 9 92 -6" Λ * stang 58 aangrijpende sleutel met de hand op het vereiste niveau te stellen is. Doordat de schroefstang 58 op trek is belast, kan deze een kleine diameter hebben, waardoor de straal van de wrijvingskracht gering is. Er hoeven in totaal : 5 slechts vier vijzels 93 te worden gebezigd, die naar keuze telkens op een van de aangrijpplaatsen 52 worden opgesteld door hen van boven af zonder voet in de beugel 60 te steken en de schroefstang 58 dan in de moer 54 te schroeven. De voet 65 van de vijzel 93 bestaat uit een om een uit het ondereinde IQ 61 van de kolom 57 gestoken pen 62 roterend gelegerde steun-rol 63, die rolbaar is over een aan de kolom 57 opgehangen voetplaat 64. De voet 65 is van de kolom 57 losmaakbaar, doordat de pen 62 bij verwijderde splitpen 66 uittrekbaar is en dan de steunrol 63 en de aan de pen 62 middels beugels 67 15 losmaakbaar opgehangen voetplaat 64 loslaat. De beugels 67 convergeren opwaarts naar het midden, zodat de voetplaat 64 bij opgeheven kolom 57 gecentreerd wordt en aldus dwars ten opzichte van de kolom 57 verplaatsbaar aan de kolom 57 is opgehangen. Wanneer de kolom 57 met gecentreerde voetplaat 64 20 is neergelaten tot op een vloer, is de vijzel 93 en daarmee de zijwand 5 gemakkelijk verrolbaar, doordat de rol 63 dan over de voetplaat 64 kan rollen* Eventueel kunnen hij een bepaalde volgorde van handelingen en een juist gerichte voetplaat 64 beugels 68 volgens figuur 15 worden gebezigd.
25 Bij de variant van figuur 19 is het ondereinde 61 van de kolom 57 middels een pen 62 zwenkbaar verbonden met een in het ondereinde 61 reikend scharnierblokje 98 van een rolwagen 99 met drie rollen 105. Een leidkoker 104 is aan de plaat 59 vastgelast.
30 Ten einde de tunnelbekisting 4 gemakkelijk, liefst met handkracht over de vloer 2 te kunnen verrollen, omvat de tunnelbekisting 4 nabij elke zijwand 5 rolmiddelen 70 (figuren 1, 3, 4 en 9). Deze rolmiddelen 70 omvatten telkens nabij elke zijwand 5 een aantal, bijvoorbeeld twee, stationair op 35 de vloer 2 te plaatsen, door omgekeerd U-vormige profielen gevormde bodemsteunen 71, waarin telkens twee horizontale steunrollen 72 middels legers 73 roterend gelegerd zijn. De steunrollen 72 werken rollend samen met een aan een paneel, _te weten een zijwand 5 van de tunnelbekisting 4, bevestigde 800 2 992 -7-- * 4 rail 74. De bodemsteun 71 omvat een op de rail 74 aangrijpend, C-vormig ophangorgaan 75, dat over een beperkte afstand in dwarsrichting van de rail 74 ten opzichte van de bodem-steun 71 verplaatsbaar is tegen de werking van drukveren 76 5 in, doordat het is bevestigd aan bussen 77 die elk tussen de veren 76 verschuifbaar zijn op een vaste as 78 van de bodem-steun 71. De rail 74 strekt zich over de lengte van de zijwand 5 uit en is middels consolen 79 aan de spanten 10 vastgelast.
10 Bij voorkeur is volgens de variant van figuur 10 de steunrol 80 van ten minste één, doch liefst van twee flenzen 81 voor het geleiden van de rail 74 voorzien. De beste konstruktie van een bodemsteun 71 volgens figuur 20 heeft op 'f ^elk hoekpunt een om een flens 69 van een rail 74 grijpende 15 haak 87 die voorzien is van een vertikale leidrol 96.
Voor verschillende lengten van te vormen tunnels 1 wordt telkens de vereiste lengte van de zijwanden 5 en van de bovenwand 6 verkregen door het samenvoegen van panelen 82 met lengten die tezamen de vereiste lengte hebben. Daartoe heeft 20 elk paneel 82 eindplaten 83 die in het voorbeeld van de zijwand 5 zijn vastgelast aan de einden van de langsprofielen 9.
De eindplaten 83 hebben over hun lengten verdeeld, op nauwkeurig bepaalde plaatsen daarin aangebrachte en eraan vastgelaste pasbussen 84 die een gemeenschappelijke pasbout 92 25 opnemen. Door aanhalen van een op de pasbout 92 geschroefde moer 86 is een stevige en gelijktijdig nauwkeurige verbinding verkregen.
Verder wordt de lengte van de bovenwand 6 aan de lengte van de te vormen tunnel 1 aangepast door samenvoeging 30 van bovenwandstukken 100 (figuur 18) volgens een voeg, waarin het bovenbeschreven principe van de figuren 11 en 12 is verwerkt, met dien verstande, dat elke rand 101 bij elk langs-profiel 13 een korte kokervormige steun 102 heeft in plaats van een doorlopende steunligger 18, opdat de bovenwand 6 fle-35 xibel blijft. Aan elke steun 102 is een uitsteeksel 103 gelast, dat telkens de beide randen 101 steunt en deze in hetzelfde vlak gericht houdt.
Voor het stellen van de tunnelbekisting 4 wordt 800 2 9 92 -8-
Λ V
deze eerst middels de rolmiddelen 70 op zijn plaats over de vloer 2 gerold, waarna deze tot op het vereiste niveau middels de vijzels 93 wordt opgeheven. Vervolgens wordt door bediening van de hefboom 45 de bovenwand 6 gestrekt en worden 5 de zijwanden 5 tegen de ruggen 3 aangedrukt. De schoren 32 worden dan in hun stabiele steunstand gebracht. Nadat ook de niet getekende buitenbekisting is gesteld en de nodige wapening in de bekisting is aangebracht, wordt het beton gestort. Na verharding van het beton en het verwijderen van de buiten-10 bekistingen worden de schoren 32 uit hun stabiele steunstand i gebracht en worden de vijzels 93 bediend, totdat hun steun-rollen 63 zich 1 a 2 cm boven de voetplaten 64 bevinden. Dan wordt de tunnelbekisting 4 van het beton losgetrokken middels het mechanisme 40, waarbij de steunrollen 63 op de voetplaten 15 64 terechtkomen. Bij verder intrekken van de tunnelbekisting 4 tot in de in figuur 1 getekende stand, rollen de steunrollen 63 over de voetplaten 64. Vervolgens wordt de tunnelbe— kisting 4 verder neergelaten door bediening van de vijzels 93 tot de rails 74 op de steunrollen 72 komen te rusten. Dan 20 wordt de tunnelbekisting 4 uit de tunnel 1 met handkracht volgens pijl 95 naar buiten gerold, waar deze met een niet getekende hefkraan kan worden aangepakt om op een volgende plaats te worden opgesneld.
r 80.0 2 9 92 ___________

Claims (7)

1. Bekisting, omvattende een uit ten minste twee in een gemeenschappelijk vlak volgens een voeg op elkaar aansluitende huidplaten, met het kenmerk, dat aan de onderzijde van elk van de huidplaten over de lengte van de voeg verdeel- 5 de, voorbij de voeg reikende, de andere huidplaat positionerende uitsteeksels zijn bevestigd, die versprongen ten opzichte van aan de andere huidplaat bevestigde uitsteeksels zijn opgesteld*
2. Bekisting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 10 dat onder elke huidplaat op een afstand van de voeg een steunligger is bevestigd en dat spanmiddelen de twee steun-liggers met tussenvoeging van aanslagmiddelen op een bepaalde onderlinge afstand positioneren*
3. Bekisting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 15 dat de uitsteeksels tevens aanslagmiddelen vormen*
4. Bekisting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de uitsteeksels gelast zijn aan de voegzijde van een steunligger en aanslaan tegen de aan de andere huidplaat bevestigde steunligger. 20
5* Bekisting volgens een van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat een flexibele wand wordt gedragen door liggers die paarsgewijze onderling middels een scharnier zwenkbaar zijn verbonden, welk scharnier middels een schroefbout aangrijpt op het einde van ten minste ëën der beide 25 liggers.
6. Bekisting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schroefstang wordt vastgezet aan het stij gbeugelvormige einde van een ligger.
7. Bekisting volgens conclusie 5 of 6, met het ken-30merk, dat ten minste één ligger twee telescopisch in elkaar verschuifbare profielen heeft, namelijk een buitenprofiel met ten minste ëën daarin geschroefde bout en een binnenprofiel met een reeks pasgaten, waarvan naar keuze er een in lijn met de schroefbout en ter borging van de telesco- 35pische verschuifbaarheid samenwerkend met een paspenstuk van de schroefbout kan worden opgesteld. ή», V iï;. 800 2 9 92
NL8002992A 1980-05-23 1980-05-23 Bekisting. NL8002992A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002992A NL8002992A (nl) 1980-05-23 1980-05-23 Bekisting.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8002992 1980-05-23
NL8002992A NL8002992A (nl) 1980-05-23 1980-05-23 Bekisting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8002992A true NL8002992A (nl) 1981-12-16

Family

ID=19835355

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8002992A NL8002992A (nl) 1980-05-23 1980-05-23 Bekisting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8002992A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3490605A (en) Traveling beam for the production of bridge sections
US4040774A (en) Apparatus for constructing concrete walls
US5273415A (en) Flying form apparatus for use in construction
AU2016349938B2 (en) Loading platform
DE2622840A1 (de) Klettergeruest mit zugehoeriger schalung
US4492358A (en) Truss shoring system and apparatus therefor
US5145304A (en) Height adjustable vehicle parking apparatus
DE6926197U (de) Geraet zum richten von fahrzeugkarosserien und -rahmen.
US4227672A (en) Beam form and shoring structure
US4873738A (en) Apparatus for stripping concrete forms from bridge structures
US4462951A (en) Method and apparatus for constructing multi-storied concrete buildings
US4693449A (en) Beam form and slab form adjustment structure
NL8002992A (nl) Bekisting.
NL8002999A (nl) Tunnelbekisting.
GB2090901A (en) Floor formwork
NL8002996A (nl) Bekisting.
EP1762657B1 (de) Mobiles militärisches Brückensystem
DE19610440C2 (de) Vorrichtung zum Zusammenbau und zum Verlegen von Spurträger- und Vorbauträgerabschnitten zu einem Brückentragwerk
DE3836568C2 (de) Lehrgerüst für Stahlbetonbrücken für universellen Einsatz als stationäres und Verschiebegerüst
DE2402683C3 (de) Kletterschalung
CH663236A5 (de) Verfahren und lehrgeruest zur abschnittsweisen herstellung von stahlbetonbruecken.
JP3413760B2 (ja) 乗客コンベアの据付装置
DE2453281B2 (de) Ortsveraenderbares schalungsgeruest
CA2130119C (en) Flying form
JP3413761B2 (ja) 乗客コンベアの据付装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed