NL8002702A - Werkwijze voor het aanbrengen van verwarmingsmediumtransportleidingen in een vloer of wand. - Google Patents

Description

805050/vdV/hh . ^

Korte aanduiding: Werkwijze voor het aanbrengen van verwarmings- mediumtransportleidingen in een vloer of wand.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van verwarmingsmediumtransportleidingen in een vloer of wand door plaatsen en inbedden van deze leidingen in een afgebonden mortel-laag .

5 Efen dergelijke werkwijze is algemeen bekend voor het aanbren gen van verwarimingsmediumtransportleidingen die moeten dienen als vloerverwarming Hierbij worden meestal slangen van een buigzame, warmtebestandige kunststof op een betonnen ondervloer of isolatielaag gelegd, waarover men dan een betonlaag met een dikte van ongeveer 10 5 cm aanbrengt.

Bij transport van verhit medium door de genoemde slangen, zal warmte afgegeven worden aan de betonlaag, welke betonlaag voor een egale warmteverspreiding en warmteopslag zorgt.

15 Deze werkwijze heeft het nadeel dat de verwarmingsmediumtrans- portleidingen ingebed liggen in een dikke betonlaag, die leidt tot ... lange opwarmtijden en lange afkoeltijden, waardoor men vaak niet met een optimaal energieverbruik kan werken.

Dit nadeel doet zich nog sterker gevoelen wanneer men op de 20 betonlaag waarin de verwarmingsmediumtransportleidingen zijn ingebed een slijtbestendige deklaag aanbrengt, zoals bijvoorbeeld een tegelvloer of natuurstenen vloer.Bovendien komt in dat geval het tegelop-pervlak vaak te hoog te liggen waardoor bouwkundige problemen ontstaan . Deze problemen dwingen bijvoorbeeld tot het inkorten van 25 deuren

De uitvinding beoogt nu een werkwijze te verschaffen waarbij deze nadelen niet optreden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat men een zetmortellaag aanbrengt tot de bovenzijde van de leidingen en op 30 het oppervlak van de zetmortellaag een laag van een na afbinden elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag aanbrengt, die verbonden wordt met een slijtbestendige deklaag, in het bijzonder uit 800 2 7 02 -2- % * · - ·---. . * -j-3 natuursteen of keramisch materiaal.

De uitdrukking "tot de bovenzijde van de leidingen" omvat zowel de mogelijkheid dat de laag zich juist tot de bovenzijde van de leidingen als juist tot boven de leidingen uitstrekt.

5 Door toepassing van een na afbinden elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag, kan men met een 6 mm dikke laag een uit natuursteen of keramisch materiaal bestaande slijtbestendige deklaag aanbrengen, die snel opwarmt en afkoelt daar de verwarmings-mediumtransportleidingen op betrekkelijk geringe afstand van het 10 bovenoppervlak van de slijtbestendige deklaag liggen.

Daar men bij toepassing van de elastische eigenschappen bezittende mortellaag kan werken met een 6 mm dikke mortellaag zal het duidelijk zijn dat de warmteafgifte veel sneller kan plaatsvinden dan bij aanwezigheid van een betonlaag van bijvoorbeeld 2 tot 3 cm of 15 meer boven de bovenzijde van de verwarmingsmediumtransportleidingen.

Bij gebruik van een tegelvloer kan men op deze wijze volstaan met een hoogte van 2,6 cm exclusief tegels vanaf de ondervloer, terwijl dit tot nu toe 4 cm bedraagt exclusief tegels.

De werkwijze volgens de uitvinding biedt derhalve mogelijkheid 20 om een zeer snelle temperatuurregeleing in een ruimte te bereiken, wat tot een aanzienlijke energiebesparing leidt.

Met bijzonder voordeel bestaat de na afbinden elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag uit een mengsel van een bindmiddel, elastomeer latex en water, waarbij zeer doelmatig in het 25 mengsel elastomeerdeeltjes in de vorm van rubbergranulaat of rubber-vezels opgenomen kunnen zijn. Hèt bindmiddel is bij voorkeur een hydraulisch bindmiddel.

Deze laag met elastomeerdeeltjes biedt namelijk het grote voordeel dat deze laag aan vrijwel alle materialen hecht en vervor-30 mingen veroorzaakt door uitwendige invloeden, veel geringere schuif-spanningen in de mortel veroorzaakt,zodat tegels niet los komen te liggen en geen scheuren in tegelvloeren ontstaan, terwijl het geheel 800 2 7 02 7" -* — - - _ .- -3- ook vorstbestendig is.

Met bijzonder voordeel zijn de verwarmingsmediumtransportlei-dingen aan hun naar de elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag toegekeerde zijde voorzien van een warmtestralingsver-5 spreidende laag, waardoor de uit de verwarmingsmediumtransportlei-dingen ontwijkende warmte in de andere mortellaag gelijkmatiger verspreid wordt en geen plaatselijke verhitting optreedt, wat tot een gelijkmatiger warmtespreiding in de deklaag leidt.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een wand of vloer 10 bestaande uit een afgebonden mortellaag opgenomen verwarmingsmedium-transportleidingen, welke wand of vloer gekenmerkt is doordat de afgebonden mortellaag zich tot de bovenzijde van de verwarmingsmedium-transportleidingen uitstrekt, waarop zich een afgebonden mortellaag met elastische eigenschappen bevindt die zelf een slijtbestendige 15 deklaag, in het bijzonder een slijtbestendige. deklaag uit natuursteen of keramisch materiaal, draagt.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin 20 - fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm toont van een wand of vloer verkregen onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding; - fig. 2 een variant van een dergelijke wand of vloer.

In fig. 1 is een betonnen ondervloer 1 weergegeven, waarop verwarmingsmediumtransportleidingen 2 uit kunststof worden aangebracht. 25 Vanzelfsprekend moet deze kunststof bestand zijn tegen de temperaturen van het verwarmingsmedium dat door deze transportleidingen 2 getransporteerd wordt.

Na het plaatsen van de verwarmingsmediumtransportleidingen 2 worden deze ingebed in een laag 3 van betonmateriaal. Deze laag 3 30 wordt zodanig aangebracht, dat de bovenzijde van de verwarmingsmedium- 800 2 7 02 '* ’Λ»*.

-4- transportleidingen 2 vrijwel overeenkomt met het bovenvlak 4 van deze betonlaag 3.

Een dergelijke betonlaag 3 of uit een andere afgebonden mortel bestaande laag is noodzakelijk om de betrekkelijk buigzame 5 verwarmingsmediumtransportleidingen op veilige wijze onder te brengen zonder gevaar van beschadiging bij het belopen van vloeren.

Op het oppervlak 4 van beton- of mortellaag 3 brengt men een laag 5 aan van een afbindbare mortel met elastische eigenschappen.

Een dergelijke mortellaag bestaat bijvoorbeeld Tuit een meng-lOsel'van hydraulisch bindmiddel in de vorm van cement, elastomeer latex en water. Doelmatig neemt men in deze laag rubbergranulaat-deeltjes of rubbervezels 6 op, die aan de laag 5 zeer goede elastische eigenschappen geven.

Op deze laag worden tegels 7 geplaatst, terwijl de voegen 8 15tussen de tegels eveneens gevuld worden met een mortel, bestaande uit zandbementmengsel met elastomeer latex en water .

De laag 3 bezit in het algemeen een dikte van ongeveer 20 mm, waarop dan een laag 5 aanwezig is van een afgebonden mortel met elastische eigenschappen, die de tegels 7 draagt. De laag 5 bezit minimaal 20een dikte van 6 mm, zodat de laag.’5 tezamen met de laag 3 een hoogte bezit van ongeveer 20,6 mm. Tot nu toe was het gebruikelijk om te werken met slechts één laag 3 met een totale dikte van 50 mm waarop dan nog tegels 7 aangebracht moesten worden oader toepassing van een bindmiddellaag.

25 De toepassing van rubbergranulaatdeeltjes of rubbervezels 6 in de andere mortellaag 5, biedt het grote voordeel dat men een elastische ondergrond verkrijgt. Vervormingen door uitwendige invloeden veroorzaken bij deze mortel veel geringere, schuifspanningen dan bij starre mortels, zodat tegels niet los komen te liggen, geen 30 scheuren in de tegelvloer ontstaan en het geheel vorstbestendig is.

In fig. 2 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij zich op de bovenzijde van de verwarmingsmediumtransportleidingen een alümi- 800 2 7 02 -5- ? 5 niumfoelielaag 9 bevindt, die ervoor zorgt dat de warmte uit de ver-warming§mediumtransportleidingen 2 in hoofdzaak verpreid wordt in de richting van de pijl en derhalve geen plaatselijke sterke verwarming ontstaat juist boven de verwarmingsmediumtransportleidingen 2. 5 In plaats van een aluminiumfoelie kan men ook een ander materiaal v. voor deze laag kiezen, dat zowel warmte doorlaat als in zijwaartse richting verspreidt.

Het zal nu duidelijk zijn dat door het gebruik van een betrekkelijk dunne laag 5 met elastische eigenschappen, een snellere warmte-10 toevoer aan een ruimte resp. afkoeling kan plaatsvinden.

De laag 5 kan met voordeel bestaan uit bijvoorbeeld 5-50# rubber, bij voorkeur 15-40#, met betrekking tot de cement. In het bijzonder kan men een dergelijke laag 5 vervaardigen uit 2-volume-de-len natuurrubberlatex, 2 volumedelen water en 18 delen van een 15 mengsel van zand, cement en rubbervezels van 1£ cm, bijvoorbeeld 10# rubbervezels, berekend op het droge mengsel.

De rubbervezels bezitten in het algemeen een diameter van 1: tot 3 mm. Meer in het bijzonder bestaat het mengsel van zand, cement en rubbervezels uit 8,5 kg zand, 5,5 kg cement en 4 kg rubbervezels. 20 Opgemerkt wordt de aluminiumfoelie laag 9 ook uit een alumini- umplaat kan bestaan.

Het zal duidelijk zijn dat men in plaats van kunststofslangen 2 ook gebruik kan maken van edelstaalbuizen.

Volledigheidshalve wordt erop gewezen dat de toepassing van 25 een andere mortellaag 3 met een zetmortellaag 5 ook de mogelijkheid biedt om vloerverwarmingen aan te brengen op vloeren die reeds vooraf voorzien werden van een afdeklaag. Aanbrengen van een vloerverwarming op dergelijke vloeren zou bij de bekende methode leiden tot bouwkundige problemen daar het tegeloppervlak ten opzichte van 30de kozijnen en deuren te hoog zou komen te liggen en men derhalve de deuren zou moeten inkorten.

Hèt toepassen van een zetmortellaag tezamen met een andere 800 2 7 02 » -¾ -6- mortellaag met elastische eigenschappen,in plaats van een enkele mortellaag met elastische eigenschappen, geeft tenslotte aanzienlijke kostenbesparingen vanwege de hogere kostprijs van een mortellaag met elastische eigenschappen.

800 2 7 02

Claims (8)

1. Werkwijze voor het aanbrengen van verwarmingsmediumtransport-leidingen in een vloer of wand door plaatsen en inbedden van deze leidingen in een afgebonden mortellaag, met het kenmerk, dat men een zetmortellaag aanbrengt tot de bovenzijde van de leidingen en 5 op het oppervlak van de zetmortellaag een laag van een na afbinden elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag aanbrengt, die verbonden wordt met een slijtbestendige deklaag.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de slijtbestendige deklaag uit natuursteen of keramisch materiaal bestaat. TO 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de na het afbinden elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag uit een mengsel van bindmiddel, elastomeer latex en water bestaat, bij voorkeur een hydraulisch bindmiddel.

4. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat in de na afbinden elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag elastomeerdeeltjes, bij voorkeur rubbergranu-laat of rubbervezels, opgenomen worden.

5. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de naar de, na het afbinden elastische eigenschap- 20 pen bezittende, andere mortellaag gekeerde zijde van de verwarmings-mediumtransportleidingen (2) een warmtestraling verspreidende laag (9) wordt aangebracht.

6. Wand of vloer, bestaande uit een afgebonden mortellaag, voorzien van in de afgebonden mortellaag opgenomen verwarmingsmedium-transportleidingen, met het kenmerk, dat de afgebonden mortellaag 25 zich tot de bovenzijde van de verwarmingsmediumtransportleidingen uitstrekt waarop zich een afgebonden mortellaag met elastische eigenschappen bevindt, die zelf een slijtbestendige deklaag draagt.

7. Wand of vloer volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de slijtbestendige deklaag uit natuursteen of keramisch materiaal be- 30 staat. 800 2 7 02 W -8- * - — -*.s

8. Wand of vloer volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de afgebonden elastische eigenschappen bezittende andere mortellaag uit een mengsel van hydraulisch bindmiddel, elastomeer latex en water gevormd is. 5 9v Wand of vloer volgens conclusies 6-8, met het kenmerk, dat in de afgebonden mortellaag met elastische eigenschappen elastomeer-deeltjes, bij voorkeur rubbergranulaat of rubbervezels, opgenomen zijn;

10. Wand of vloer volgens één of meer der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat op de naar de slijtlaag gekeerde zijde van de verwarmingsmediumtransportleidingen een warmtestraling-verspreidende laag (9) is aangebracht· 800 27 02