NL8002330A - Spuitstrekblaasinrichting voor het vervaardigen van biaxiaal gerichte holle lichamen van thermoplastisch materiaal. - Google Patents
Spuitstrekblaasinrichting voor het vervaardigen van biaxiaal gerichte holle lichamen van thermoplastisch materiaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8002330A NL8002330A NL8002330A NL8002330A NL8002330A NL 8002330 A NL8002330 A NL 8002330A NL 8002330 A NL8002330 A NL 8002330A NL 8002330 A NL8002330 A NL 8002330A NL 8002330 A NL8002330 A NL 8002330A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- station
- injection molding
- jaws
- conditioning
- spray
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C49/00—Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
- B29C49/42—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C49/4205—Handling means, e.g. transfer, loading or discharging means
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C45/00—Injection moulding, i.e. forcing the required volume of moulding material through a nozzle into a closed mould; Apparatus therefor
- B29C45/17—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C45/72—Heating or cooling
- B29C45/7207—Heating or cooling of the moulded articles
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C49/00—Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
- B29C49/28—Blow-moulding apparatus
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C2949/00—Indexing scheme relating to blow-moulding
- B29C2949/07—Preforms or parisons characterised by their configuration
- B29C2949/0715—Preforms or parisons characterised by their configuration the preform having one end closed
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C49/00—Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
- B29C49/02—Combined blow-moulding and manufacture of the preform or the parison
- B29C49/06—Injection blow-moulding
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C49/00—Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
- B29C49/42—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C49/4205—Handling means, e.g. transfer, loading or discharging means
- B29C49/42073—Grippers
- B29C49/42085—Grippers holding inside the neck
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29C—SHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
- B29C49/00—Blow-moulding, i.e. blowing a preform or parison to a desired shape within a mould; Apparatus therefor
- B29C49/42—Component parts, details or accessories; Auxiliary operations
- B29C49/64—Heating or cooling preforms, parisons or blown articles
- B29C49/68—Ovens specially adapted for heating preforms or parisons
- B29C49/6835—Ovens specially adapted for heating preforms or parisons using reflectors
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B29—WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
- B29K—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
- B29K2105/00—Condition, form or state of moulded material or of the material to be shaped
- B29K2105/25—Solid
- B29K2105/253—Preform
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Blow-Moulding Or Thermoforming Of Plastics Or The Like (AREA)
- Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)
Description
*·'Α * Τ Tj/Se/Voith 1
Spuitstrekblaasinrichting voor het vervaardigen van bi-axiaal gerichte holle lichamen van thermoplastisch materiaal.
De uitvinding betreft een spuitstrekblaasinrichting voor het vervaardigen van biaxiaal gerichte holle lichamen van thermoplastisch materiaal/ in het bijzonder polyester/ met een spuitgiestation/ conditioneringsstations en een 5 blaasstation/ en met inrichtingen voor het transport van de vormlingen tussen de afzonderlijke stations.
In dergelijke inrichtingen worden uit gespoten vormlingen holle lichamen in het bijzonder flessen vervaardigd. Hiervoor zijn inrichtingen bekend, waarbij een op een staps-10 gewijze draaiende draaischotel aangebrachte doorn na elkaar de verschillende stations, dus spuitgietstation, tempereer-station en blaasstrekstation doorloopt ( zie b.v.
DS-OS 24 00 951). De biaxiale oriëntatie wordt door een strekbewerking veroorzaakt, die in de blaasvorm optreedt.
15 De reeds in het spuitgietstation gedeeltelijk afgekoelde vormling moet voor het strekken thermisch geconditioneerd worden, d.w.z. deze moet op een voor het strekken geschikte temperatuur worden gebracht, die in het algemeen binnen een relatief nauwe bandbreedte ligt. Bovendien moet het 20 temperatuurprofiel over de wanddikte, dat bij afkoelbewer-kingen een van beide buitenzijden af tot aan een maximale temperatuur in het midden sterk hellend verloop heeft, bij de tempereerbewerking zo goed mogelijk worden vereffend.
Dit is in het bijzonder bij dikwandige vormlingen, zoals 25 biJ^jrote strekverhoudingen toegepast moeten worden,noodzakelijk /hnders bepaalde elementen in de dikte van de wand niet de voor het strekken gunstige rektemperatuur hebben.
Daardoor nemen de hiervoor noodzakelijke koel- en conditio-neringstijden onevenredig toe, waarbij in het bijzonder de 30 voor de temperatuurvereffeningsbewerking in de wand van de vormling vanwege de kleine temperatuurverschillen noodzakelijke tijdsduren tot aan de dubbele waarde van de koeltijd t^ toenemen. Vanwege dit feit werken de bekende spuitstrek- ft η n ? * * n -2~ Λ blaasinrichtingen onekonomisch, omdat de deelcyclustijd zich naar de langstdurende bewerking moet richten.
Het doel van de uitvinding is een spuitstrekblaasin-richting te verschaffen, die bij relatief hoge streksnelheden 5 en daarmee uitgaande van relatief dikwandige vormlingen, de afzonderlijke stations optimaal benut en daardoor ekono-misch werkt, zodat de kosten/baten verhouding die van bekende inrichtingen overtreft.
Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost met 10 een inrichting van de in het begin genoemde soort, waarin aan een spuitgietstation twee conditioneringsstations zijn toegevoegd en de transportinrichting afwisselend vormlingen van het spuitgietstation naar de beide conditioneringsstations toe kan voeren.
15 Bij voorkeur wordt daarbij tegelijkertijd een inrich ting voor het afwisselend toevoeren van vormlingen vanaf telkens één conditioneringsstation naar het blaasstation verschaft.
Met de uitvoering volgens de uitvinding van een der-20 gelijke inrichting, wordt de voor het conditioneren ter beschikking staande tijd verdubbeld, deze is dus dubbel zo groot als de deelcyclustijd van het spuitgietstation resp. het blaasstation.
In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van de uit-25 vinding dient als gemeenschappelijke transportinrichting tussen het spuitgietstation en de conditioneringsstations zowel als tussen deze en het blaasstation een gemeenschappelijke draaitafel, die telkens over 90° heen en weer verdraaibaar is, en waaraan kruislings tegenover elkaar vier, de vormlin-30 gen nabij de hals dragende en transporterende paren bekken zijn aangebracht, waarvan de over 90° ten opzichte van elkaar verschoven aangebrachte eerste twee paren bekken er telkens een tussen het ene conditioneringsstation en het spuitgietstation en het andere tussen het andere conditioneringsstation en 35 het spuitgietstation verzwenkbaar zijn en waarvan de eveneens over 90° ten opzichte van elkaar verschoven aangebrachte tweede twee -paren bekken er telkens een tussen één conditioneringsstation en het spuitstrekblaasstation en het andere tussen het andere -3- conditioneringsstation en het spuitstrekblaasstation verzwenk-baar is. De paren bekken vormen op doelmatige wijze telkens een onderdeel van het halsgebied van het spuitgiet-resp. strek-blaaswerktuig. Twee van de over 90° verschoven aangebrachte 5 paren bekken zijn dus afwisselend telkens een onderdeel van het spuitgietstation en de beide andere eveneens over 90° verschoven aangebrachte paren bekken zijn afwisselend telkens onderdeel van het blaasstation. De doorns worden dus niet voor het transport gebruikt, maar deze behoren alleen bij het be-10 treffende station en behoeven alleen specifiek voor dit station uitgevoerd te worden, d.w.z. optimaal voor het betreffende station. Dit draagt bij tot een verdere optimalisering van het betreffende deelproces. Daar de transportinrichting telkens slechts over 90° heen en weer verdraaid behoeft te wor-15 den en ook geen vertikale bewegingen uitvoert, kunnen de koel- en tempereermedia direkt via slangen worden toegevoerd, zodat geen ingewikkelde afdichtingsproblemen ontstaan. Bovendien treden minder warmte-uitzettingsproblemen op, daar het tempereermedium niet door de draaitafels stroomt. Voor een 20 verdere optimalisering van de inrichting kunnen de afzonderlijke stations op eenvoudige wijze met meerdere holten worden uitgerust.
Volgens een gunstige verdere ontwikkeling van de uitvinding zijn het spuitgietwerktuig, de spuitdoorn, en het 25 telkens bijbehorende paar bekken axiaal ten opzichte van elkaar verschuifbaar uitgevoerd, zodanig, dat het betreffende paar bekken met de daaraan hangende vormling dwars uit het gebied van het spuitgietstation verschoven kan worden. Daarbij wordt op doelmatige wijze de spuitdoorn naar boven en het 30 werktuig naar beneden beweegbaar uitgevoerd.
Voor een gunstige aansluiting van het plastificerings-aggregaat aan het spuitgietstation omvat het spuitgietwerktuig op doelmatige wijze een heet kanaalverdeler met een 90° bocht en zijdelings aangebrachte mondstukkanaalplaat. Om de 35 vertikale beweegbaarheid van het spuitgietwerktuig mogelijk te maken is het plastificeringsaggregaat axiaal verschuifbaar aangebracht. Het is doelmatig wanneer zowel in het spuitgietwerktuig als in het plastificeringsaggregaat, of alleen in 4» » -4-
In een gunstige verdere ontwikkeling van de uitvinding hebben de conditioneringsstations elk een alleen bij deze stations behorende centrerings- en afstandhoudingsdoorn, welke vertikaal verschuifbaar is aangebracht. Om een zo goed 5 mogelijke azimutale temperatuurverdeling te bereiken is deze doorn roteerbaar om zijn langsas uitgevoerd. Andere kenmerken en voordelen van de inrichting volgens de uitvinding blijken uit de volgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding aan de hand van bijgevoegde tekeningen.
10 Fig.l toont een inrichting volgens de uitvinding.
Fig.2 toont de inrichting van fig.l in bovenaanzicht
Fig.3 toont schematisch in bovenaanzicht een draaitafel met de grijpbekken.
• *
Fig.4 t/m 7 tonen schematisch na elkaar de vier sta-15 tions van de inrichting.
Fig.8 toont een schema van het afkoelingsverloop over de wanddikte van het holle lichaam.
In het in fig.l en 2 getoonde totaal aanzicht van de inrichting is te zien, dat op het gestel 9 van de inrich-20 ting een draaischotel 10 is gelagerd, welke d.m.v. een niet weergegeven indexeringsdrijfwerk tussen de weergegeven stand en een ten opzichte van deze in de richting van de klok over 90° verdraaide stand heen en weer verdraaibaar is. Aan de draaischotel 10 zijn aan armen 11', 12’, 13' en 14' telkens 25 een paar klembekken 11,12,13 en 14 bevestigd, waarvan tenminste het paar bekken 11 en 14 intensief gekoeld kan worden. De afzonderlijke paren bekken voeren, zoals in fig.3 is aangegeven, op een op zich bekende wijze een lineaire openings-en sluitbeweging uit, waarbij in de fig. het eveneens op zich 30 bekende aandrijvingsmechanisme voor deze beweging voor de duidelijkheid weggelaten is. Buiten de omtrek van de draaischotel 10 zijn kruislings tegenover elkaar vier stations aangebracht, en wel het spuitgietstation I, aan beide zijden hiervan over een hoek van 90° verschoven, d.w.z. tegenover 35 elkaar telkens een conditioneringsstation II enIV en tegenover het station I het strekblaasstation III. Het paar bekken 11 is dus afwisselend verdraaibaar tussen het spuitgietsta-tion 1 en het conditioneringsstation II, het paar bekken 12 -5- tussen het conditioneringsstation II en het blaasstation III, het paar bekken 13 tussen het blaasstation III en het conditioneringsstation IV en het paar bekken 14 tussen het conditioneringsstation IV en het spuitgietstation I. Aan het 5 spuitgietstation I is het met een viervoudige vormholte uitgevoerde spuitgietwerktuig 15 aangebracht (fig.4) en bij elke holte behoort een spuitdoorn 16. De paren bekken 11 en 14 vormen afwisselend een onderdeel van het spuitgietwerktuig voor het vormen van het halsgebied van de vormling.
10 In de in fig.4 weergegeven stand zijn het spuitgiet werktuig 15 d.m.v. een hydraulische motor 17 naar beneden en de spuitdoorn 16 door middel van een hydraulische motor 18 naar boven bewogen, zodat de juist vervaardigde, vormling 19 vrij is voor de transportbeweging d.m.v. het paar bekken 11 15 naar het conditioneringsstation II. Aan het spuitgietwerktuig 15 is d.m.v. flenzen een heet kanaal-verdeler 20 bevestigd-met een ëén geheel daarmee vormende 90° -bocht en een zijdelings daaraan aangebrachte mondstukkanaalplaat 21. Ter vermij-ding van nakristallisatie zijn tussen de heet kanaalverdeler 20 20 en het werktuig 15 voor een absolute warmtescheiding de onderlinge kontaktvlakken tot een minimum begrensd, d.w.z. door het zo veel mogelijk wegfrezen van de vlakken, of tussen . de kontaktvlakken wordt een keramische laag aangebracht.
Elke afzonderlijke vormholte van het werktuig 15 kan met een 25 afzonderlijke, maar gemeenschappelijk bedienbare naaldklep 23 afgesloten worden, welke kleppen door een servomotor 24 worden bediend. Het'plastificeringsaggregaat 25, dat eveneens op het machinegestel 9 is gelagerd (fig.l en 2) , is enigszins axiaal verschuifbaar uitgevoerd, om dit zo ver van het 30 spuitgietwerktuig 15 af te kunnen bewegen, dat dit vertikaal bewogen kan worden. Het plastificeringsaggregaat 25 heeft eveneens een naaldklep 26, die door een servomotor 27 wordt bediend.
Boven de spuitdoorns 16, die vertikaal in de spuit-35 gietholte uitsteken, zijn centreervlakken 28 en zwaluwstaartvormige paslijsten 29 aangebracht, door middel waarvan een centrering geschiedt en de nodige krachten worden overgebracht.
. Spuitgietvormholten, de paren bekken en de spuitdoorns worden -6- j» door middel van koud water of een ander tempereermiddel, b.v. stikstof, optimaal in een gesloten kringloop gekoeld.
Daar de spuitdoorrs 16 alleen gebruikt worden voor het spuit-gieten en geen ander doel behoeven te vervullen, kunnen deze 5 hiervoor - in het bijzonder met het oog op de koeling - optimaal worden uitgevoerd. Deze kunnen uitgerust worden met een op zich bekende hydraulisch bediende afstrijkerplaat. De koeling wordt aan de hand van het schema van fig.8 verduidelijkt.
10 Daarin is de temperatuur T (ordinaat) over de wanddik te d (abscis) uitgezet na verschillende afkoeltijden t.
Bij het begin t=0 van de afkoeltijd bedraagt de temperatuur gelijkmatig over de gehele wanddikte ca. 285°C. Na ca. 10 s stelt zich een T-profiel in, dat ongeveer overeenkomt met de 15 kromme t = 10 s, aan de beide buitenvlakken van de wand bedraagt de temperatuur dan ongeveer 10°C, d.w.z. ongeveer evenveel als die van het koelmiddel, terwijl de temperatuur in het midden nog ongeveer 145°C is. Het doel van het conditione-ringsstation is een vereffening van de temperatuur over de 20 wanddikte ongeveer tot binnen de gearceerd weergegeven temper atuurband tussen 90 en 95°C te verkrijgen. Daarbij worden de koude randlagen sterk verhit, terwijl de binnenwarm-te naar buiten wegstroomt. Deze relatief langzaam verlopende werking kan zich door het overeenkomstig de uitvinding toepas-25 sen van twee conditioneringsstations uitstrekken over twee deelcycli, zonder dat de kapaciteit van de inrichting daardoor wordt verminderd. De conditioneringsstations worden verduidelijkt aan de hand van fig.5 en 7. In fig.5 is het con-ditioneringsstation II weergegeven. Een juist geconditioneerde 30 vormling 30 wordt door het paar bekken 12 vastgehouden. De stevig in het halsgebied van de vormling te steken centrerings-en afstandsdoorns 31 kunnen op de met de hals van de vormling in kontakt zijnde plaatsen gekoeld worden, maar kunnen verder een verwarmingspatroon bewerkstelligen. D.m.v. een motorische 35 aandrijving 32 kunnen deze met een instelbare omtrekssnelheid in rotatie worden gebracht.
Vanwege de schroefdraad is het noodzakelijk, de rotatie in een reproduceerbare eindstand te kunnen stoppen. De -7- conditioneringskamer 33, die van onderaf door middel van een servomotor 34 op de hoogte van de vormling in de juiste positie wordt bewogen, strekt zich langs de naar beneden hangende vormlingen uit en is voorzien van horizontaal aangebrachte 5 bandvormige IR-stralers 35, die het opbrengen van een axiaal temperatuurprofiel op de vormlingen mogelijk maken.
In fig.5 is een dergelijke kamer 33 slechts aan êéi zijde van de vormlingen 30 weergegeven. Aan de tegenoverliggende zijde kan een zelfde kamer of ook een reflector zijn aange-10 bracht. In fig.7, dat het station IV met geopende paren bekken 14 toont, en waarin de doorns 31 in de vormlingen 36 zijn gestoken, is als voorbeeld van een alternatieve uitvoeringsvorm een schaalvormige conditioneringskamer 37 met ringvormige IR-stralers 38 weergegeven, waarbij elke afzonderlijke vormling 15 in een dergelijke kamer uitsteekt.
De strekblaasvorm 39 wordt in fig.6 getoond. De vorm-helften zijn op op zich bekende wijze aan vormdraagplaten 40 bevestigd en kunnen d.m.v. servomotoren 41 geopend en gesloten worden. Ook hier vormt het paar bekken 13 een onderdeel 20 van het werktuig. De axiaal beweegbare blaasdoorns 42 hebben coaxiaal aangebrachte strekdoorns 43 en afstrijkhulsen 44, voor de geblazen holle lichamen 45. De bodems van de blaasvor-men 39 zijn uitgevoerd als kernbodems 46 voor het vormen van zogenaamde nokkanbodems.
25 De inrichting werkt in vier deelcycli als volgt: in de deelcyelus a worden in positie I onder toepassing van het paar bekken 11 vormlingen 19 gespoten. Direkt voor het aflopen van de koeltijd wordt het plastificeringsaggregaat 25 wegbewogen van het mondstuk in de mondstukkanaalplaat 21 30 en daarna het spuitgietwerktuig 15 tezamen met de heetkanaal-verdeler 20 naar beneden wegbewogen, totdat de vormling 19 de vormholte heeft verlaten. Eventueel worden onder gebruikmaking van op zich bekende afstrijkerplaten de spuitdoorns 16 van de vormlingen 19 losgemaakt en uit de2e teruggetrokken. 35 Deze toestand wordt in fig.4 getoond.
In de deelcyelus b worden door een verdraaiing van de draaischotel 10 over 90° in de richting van de klok, de zoeven gespoten vormlingen van het paar bekken 11 naar het con- -8- komt het geopende paar bekken 14 in de positie I, waar opnieuw in een volgende deelcyclus vormlingen worden gespoten.
In de eerder vervaardigde vormlingen steken, in de positie II (fig.5) centrerings- en afstandsdoorns 31 van boven-5 af uit, welke doorns nauwkeurig in het halsgebied worden gecentreerd. Een conditioneringskamer 37 wordt van onderen af in de juiste stand bewogen. Het paar bekken 11 opent en de centreerdoorns 30 beginnen te roteren. Na het verlopen van de deelcyclustijd b zwenken de paren bekken 11 en 14 weer over 10 90° terug in de werkstand I resp. IV. Daarmee worden in positie I opnieuw vormlingen vervaardigd, terwijl voor de in deelcyclus b geproduceerde vormlingen de conditionering begint.
Door deze terugverdraaiing over 90°, bereikt het paar blaasvormbekken 12 de werkstand II en blijft daar eerst nog 15 in de geopende toestand. Kort voor het aflopen van de deelcyclustijd c wordt de rotatiebeweging van de van vormlingen voorziene centrerings - en conditioneringsdoorns 31 van die con-ditioneringsinrichting in de positie II op een bepaalde, abso luut reproduceerbare stand stilgezet. Terwijl het paar blaas-20 vormbekken 12 sluit, wordt de conditioneringskamer 33 naar beneden bewogen. De centreerdoorns 31 worden teruggetrokken.
Aan het einde van de deelcyclus c verdraait de draai-schotel 10 opnieuw over 90°, en wel in de richting van de klok. Daarbij worden de volledig geconditioneerde vormlingen 25 van de werkstand II naar de stand III bewogen, d.w.z. naar het strekblaasstation, terwijl het paar blaasvormbekken 13 in de werkstand IV beweegt en daar op de in deelcyclus b vervaardigde vormlingen wacht.
In de laatste deelcyclus d sluiten de blaasvormhelften 30 zich om de geconditioneerde vormlingen. Van bovenaf bewegen de gecombineerde blaas- en strekdoorns 42/43 in de vormlingen naar binnen. Na een korte voorblaasbewerking volgt de mechanische axiale strekbewerking gevolgd door de hoofdblaasbewerking d.m.v. hoge druk.
35 Het biaxiaal gerichte holle lichaam koelt in de blaas- vorm 39 zeer snel af vanwege de dunwandigheid en de geringe af te voeren hoeveelheid energie (van ongeveer 95°C tot 30°C)
Na de afloop van deze koeltijd opent de blaasvorm 39 zich, 8 ή n o 7 ί n -9- 4.
nadat eerst de strekdoorns 43 terugbewogen zijn. Het paar blaasvorrobekken 13 opent zich, en de aan de blaasdoorns 42 hangende holle lichamen 45 worden d.m.v. afstrijkerhulsen 44 losgemaakt. De geblazen polyesterflessen 45 vallen door 5 de naar beneden toe geopende blaasvormen 39 in geleidingsbui-zen en worden daarin pneumatisch naar een silo getransporteerd. Daarna begint een nieuwe totaalcyclus. Daarbij bewegen de in positie IV geconditioneerde vormlingen naar het blaasvormsta-tion III, terwijl het paar bekken 11 in positie I klaar staat 10 voor de vervaardiging van nieuwe vormlingen.
* 1
Claims (18)
- 2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een inrichting voor het afwisselend toevoeren vai vormlingen vanaf telkens een conditioneringsstation (II,IV) naar het blaasstation (III).
- 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat als gemeenschappelijke transportinrichting tussen het spuitgietstatin (I) en het conditioneringsstation (II,IV) evenals tussen deze en het blaasstation (III) een gemeenschappelijke draaitafel (10) dient, welke telkens over 90° heen en 20 weer verdraaibaar is, en waaraan kruislings tegenover elkaar vier de vormlingen in het halsgebied dragende en transporterende paren bekken (11,12,13,14,) zijn aangebracht, waarvan de over 90° verschoven aangebrachte eerste twee paren bekken (11, 14. telkens één (11) tussen het ene conditioneringsstation (II) 25 en het spuitgietstation (I) en het andere (14) tussen het andere conditioneringsstation (IV) en het spuitgietstation (I) verdraaibaar is en waarvan van de eveneens over 90° verschoven t.o.v. elkaar aangebrachte tweede twee paren bekken (12,13) er telkens één (12) tussen een conditioneringsstation (II) 30 en het spuitstrekblaasstation (III) en het andere (13) tussen het andere conditioneringsstation(IV) en het spuitstrekblaasstation (III) verdraaibaar is.
- 4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de paren bekken (11,12,13,14) telkens een onderdeel van 35 het spuitgiet-(15) resp. strekblaaswerktuig (39) vormen en dienen voor het vormen van het halsgedeelte van het holle li- 800 2 3 30 « <s -li chaam.
- 5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de paren bekken (11,12,13,14) koelbaar zijn uitgevoerd.
- 6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, met een spuitgietwerktuig en een bijbehorende spuitdoorn, met het kenmerk, dat het spuitgietwerktuig (15), de spuit-doorns (16) en de telkens bijbehorende paren bekken ten opzichte van elkaar axiaal verschuifbaar zijn uitgevoerd, zo- 10 danig, dat het betreffende paar bekken met de daaraan hangende vormling dwars uit het gebied van het spuitgietstation (1) verschoven kan worden.
- 7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de spuitdoorn (16) naar boven en het spuitgietwerktuig 15 (15) naar beneden beweegbaar zijn uitgevoerd.
- 8. Inrichting volgens een van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de afzonderlijke stations met veelvoudige vormholten zijn uitgerust.
- 9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, 20 dat het spuitgietwerktuig (15) een haetkanaalverdeler (20) met een 90° bocht en zijdelings aangebrachte mondstukkanaal-plaat (21) voor een plastificeringsaggregaat (25) omvat.
- 10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het plastificeringsaggregaat (25) axiaal verschuifbaar 25 is aangebracht.
- 11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat in het spuitgietwerktuig (15) en/of in het plastificeringsaggregaat (25) een naaldklep (23 resp.26) is aangebracht. 30 12 . Inrichting volgens een van de conclusies 7-11, met het kenmerk, dat de spuitdoorn (16) aan het bovenste, in ingeschoven stand boven het paar bekken liggende einde over het paar bekken heen grijpende centreervlakken (28) omvatten .
- 13. Inrichting volgens een van de conclusies 7-12, met het kenmerk, dat de spuitdoorn (16)een afstrijkerplaat voor de vormling omvat.
- 14. Inrichting volgens een van de conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de bij het blaasstation (III) behorende “12- blaasdoorn (42) als gecombineerde blaas-strekdoorn,is uitgevoerd .
- 15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de blaasdoorn (42) een afstrijkerhuls (44) voor de gebla- 5 zen holle lichamen omvat.
- 16. Inrichting volgens een van de conclusies 1-15, met het kenmerk , dat de afzonderlijke stations (I,II,III,IV) elk een slechts bij dit station behorende doorn omvat, welke vertikaal verschuifbaar is aangebracht.
- 17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de conditioneringsdoorns (31) om hun langsas roteerbaar zijn uitgevoerd.
- 18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat de conditioneringsdoorns (31) koelbaar zijn.
- 19. Inrichting volgens een van de conclusies 16-18, met het kenmerk, dat de conditioneringsstations (II,IV) van onder af in de bedrijfsstand beweegbare kamers (37) met hitte-stralars (38) omvatten.
- 20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, 20 dat de hittestralers (19) uitgevoerd zijn als afzonderlijk regelbare iR-stralers. λ λ η o 7 7 η
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2917055 | 1979-04-27 | ||
DE2917055A DE2917055C2 (de) | 1979-04-27 | 1979-04-27 | Vorrichtung zum Spritzstreckblasformen biaxial orientierter Hohlkörper aus einem thermoplastischen Kunststoff |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8002330A true NL8002330A (nl) | 1980-10-29 |
Family
ID=6069386
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8002330A NL8002330A (nl) | 1979-04-27 | 1980-04-22 | Spuitstrekblaasinrichting voor het vervaardigen van biaxiaal gerichte holle lichamen van thermoplastisch materiaal. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4344749A (nl) |
BE (1) | BE882927A (nl) |
DE (1) | DE2917055C2 (nl) |
FR (1) | FR2454896B1 (nl) |
NL (1) | NL8002330A (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4929450A (en) * | 1987-08-07 | 1990-05-29 | Toyo Seikan Kaisha, Ltd. | Delivery apparatus in machine for preparing plastic hollow vessels |
GB9222865D0 (en) * | 1992-10-31 | 1992-12-16 | Smith & Nephew | Medical apparatus |
US5403177A (en) * | 1993-07-16 | 1995-04-04 | Jomar Corporation | Injection stretch blow molding machine |
US5702734A (en) * | 1994-12-19 | 1997-12-30 | Electra Form, Inc. | Take-out and cooling apparatus |
US5653934A (en) * | 1995-05-05 | 1997-08-05 | Electra Form, Inc. | Molded part take-out apparatus |
US6730260B2 (en) * | 2001-10-22 | 2004-05-04 | Husky Injection Molding Systems Ltd. | Parts transfer method and apparatus for an injection stretch blow molding system |
DE102005032403A1 (de) * | 2005-07-12 | 2007-01-25 | Sig Technology Ltd. | Verfahren und Vorrichtung zur Blasformung von Behältern |
US20080220114A1 (en) * | 2007-03-05 | 2008-09-11 | R & D Tool & Engineering Co. | Method and apparatus for conditioning preforms in an injection stretch blow mold machine |
CN102133796A (zh) * | 2010-01-22 | 2011-07-27 | 合默麟开发有限公司 | 射拉吹装置 |
ES2781482T3 (es) * | 2011-11-15 | 2020-09-02 | Amcor Rigid Plastics Usa Llc | Sistema y método para el moldeo por soplado múltiple |
WO2014098194A1 (ja) * | 2012-12-19 | 2014-06-26 | 東芝機械株式会社 | 搬送装置、成形品製造装置及び成形品の製造方法 |
CN111844660B (zh) * | 2019-04-30 | 2022-05-13 | 安徽科瑞特模塑有限公司 | 一种注塑件的冷却装置 |
Family Cites Families (14)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3944643A (en) * | 1970-07-10 | 1976-03-16 | Showa Denko K.K. | Method for manufacturing shaped articles by injection-blow molding |
US3792946A (en) * | 1971-12-16 | 1974-02-19 | Continental Can Co | Molding apparatus |
BE794635A (fr) * | 1972-01-29 | 1973-05-16 | Showa Denko Kk | Procede et appareil pour produire des objets moules creux |
US3819314A (en) * | 1972-05-31 | 1974-06-25 | P Marcus | Linear transfer injection blow molding |
DE2400951A1 (de) * | 1974-01-09 | 1975-07-17 | 4 P Verpackungen Gmbh | Verfahren und vorrichtung zur herstellung von kunststoffflaschen |
US3870448A (en) * | 1974-02-12 | 1975-03-11 | Cope Allman Plastics Ltd | Machines for moulding hollow bodies from synthetic resin |
DE2537185C2 (de) * | 1974-08-26 | 1982-07-22 | Owens-Illinois, Inc., 43666 Toledo, Ohio | Vorrichtung zum Spritzblasformen eines Behälters aus thermoplastischem Kunststoff |
CH602308A5 (nl) * | 1975-02-20 | 1978-07-31 | Paul Marcus | |
AU499221B2 (en) * | 1975-11-12 | 1979-04-12 | Gottried Mehnert | Blow moulding hollow articles from thermoplastic material |
IT1072000B (it) * | 1975-12-31 | 1985-04-10 | Pont A Mousson | Macchina ad iniezione soffiaggio per la fabbricazione di articoli cavi di materie plastiche |
FR2337025A1 (fr) * | 1975-12-31 | 1977-07-29 | Pont A Mousson | Machine d'injection-soufflage pour la fabrication de corps creux en matiere plastique |
FR2345280A1 (fr) * | 1976-03-22 | 1977-10-21 | Solvay | Appareillage pour la production en continu de corps creux orientes en matiere thermoplastique |
US4140464A (en) * | 1977-06-13 | 1979-02-20 | Emhart Industries, Inc. | Machine system for formation of molecularly oriented plastic bottles |
US4151247A (en) * | 1977-10-20 | 1979-04-24 | Ethyl Corporation | Injection blow molding apparatus |
-
1979
- 1979-04-27 DE DE2917055A patent/DE2917055C2/de not_active Expired
-
1980
- 1980-04-04 FR FR8007895A patent/FR2454896B1/fr not_active Expired
- 1980-04-11 US US06/139,472 patent/US4344749A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-04-22 NL NL8002330A patent/NL8002330A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-04-23 BE BE0/200335A patent/BE882927A/fr not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US4344749A (en) | 1982-08-17 |
DE2917055C2 (de) | 1981-12-17 |
FR2454896A1 (fr) | 1980-11-21 |
FR2454896B1 (fr) | 1985-06-21 |
DE2917055A1 (de) | 1980-11-06 |
BE882927A (fr) | 1980-08-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5066222A (en) | Method and apparatus for heating and conveying plastic preforms prior to mold blowing operations | |
US3599280A (en) | Machine for making hollow articles, especially bottles, of thermoplastics | |
US4285657A (en) | Injection blow molding apparatus | |
KR890000875B1 (ko) | 사출 취입 형성기 | |
US6986653B2 (en) | Post mold cooling apparatus and method having transverse movement | |
US7052270B2 (en) | Post mold cooling apparatus | |
US4035463A (en) | Method of making hollow articles, especially bottles, of thermoplastics | |
US4140468A (en) | Plastic bottle forming machine with modular design | |
US4473515A (en) | Injection blow molding method | |
EP0868989B1 (en) | Method and apparatus for forming preforms with crystallized necks | |
US8029270B2 (en) | Method and device for blow-molding containers | |
CN1553850B (zh) | 用于模制件颈部修整区在模制后的冷却方法和装置 | |
JP5655820B2 (ja) | コンテナを製造するための装置 | |
US5869110A (en) | Container molding apparatus | |
NL8002330A (nl) | Spuitstrekblaasinrichting voor het vervaardigen van biaxiaal gerichte holle lichamen van thermoplastisch materiaal. | |
EP0070189A1 (en) | Injection stretch-blow molding machine | |
JPS6049573B2 (ja) | 吹込み成形装置 | |
CN107530949B (zh) | 容器模制机的加热模具的冷却方法 | |
EP1520681B1 (de) | Vorrichtung zur Blasformung von Behältern | |
US3765813A (en) | Blow molding apparatus | |
US6682690B2 (en) | Core rod positioning method | |
US3721514A (en) | Blow molding apparatus including ball spline shaft for rapid and precise parison transfer | |
JPH08174644A (ja) | 吹き込み成形装置 | |
JP2902119B2 (ja) | プリフォームの射出成形方法及びその装置 | |
MXPA95005308A (en) | Molding apparatus by sopl |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |