NL8002264A - Bakoven, in het bijzonder inbouwbakoven. - Google Patents

Description

*:-ί· f* f , W , w -

Bakoven, in het bijzonder inbouwbakoven.

De uitvinding heeft betrekking qp een bakoven, in het bijzonder een iribouwbakoven, met aan de voorzijde aanwezige bedienings-handgrepen voor de bakovsnarmaturen, waarbij zich het bedieningspaneel direkt boven een zwenkdeur van de bakoven bevindt, welke 5 zwenkdeur aan de onderzijde is bevestigd en cm een horizontale zwenk-as voor het openen naar voren en naar beneden zwerikbaar is, en met een boven de vulopening liggend dampafzuigkanaal voor de in de bak-ruimte gevormde dampen, waarbij de bakovenarmaturen in de schuiflade zijn aider gebracht, die een afzuiginrichting met ventilator 10 voor het af zuigen van de dairpen bevat, welke schuiflade aan de onderzijde is voorzien van een instroomcpening voor de af te zuigen dampen en van een uitstroomqpening voor de danpen en dat bij geopende schuiflade de instroomcpeningen direkt boven de voorste rand van de gesloten zwenkdeur en bovendien voor de vulopening liggen, zodat 15 bij tot een spleet cpenen van de zwenkdeur de stroming van de danpen uit de vulopening direkt naar de instrocmcpening voert.

De uitvinding heeft ten doel, de bovenbeschreven, goed werkende bakovens verder te verbeteren. Hierbij heeft men zich ten doel gesteld, de bakoven zodanig uit te voeren, dat de bedienings-20 armaturen zo koel mogelijk kunnen worden gehouden, ofschoon de als schuiflade uitgevoerde armaturenkast zo dicht mogelijk boven de bak-ruimte moet worden aangebracht, cm een zo klein mogelijke bouwhoogte te bereiken. Wanneer het gestelde doel is bereikt, kan elke willekeurige soort gewenste bedieningsarmatuur bij de bakoven worden toe-25 gepast, cmdat wat betreft de tenperatuur geen beperking noodzakelijk is. Omdat tegenwoordig steeds meer elektronische cnderdelen voor het geprogrammeerd sturen worden aangebracht, kunnen dan ook dergelijke, voor hoge tenperaturen dikwijls gevoelige elektronische inrichtingen 800 2 2 64 2 ook bij een zeer koopakte kcnstruktie van de bakoven warden toegepast.

De bakoven volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat in de schuiflade een centrifugaalventilatar met vertikaal staande draaias is gelagerd, doordat de centrifugaal ventilator radiaal gedeeltelijk 5 door een inschuifdeel is cmgeven, dat uitneerrbaar in de schuiflade is gemonteerd, welk inschuifdeel de armaturen voor het sturen van het bedrijf van de bakoven draagt en doordat het inschuifdeel is voorzien van inlaten en uitlaten voor verse lucht, waarbij de uitlaten met de aanzuigzijde van de ventilator zijn verbanden voor het voort-10 durend doorspoelen van het inschuifdeel met verse lucht gedurende het bedrijf van de bakoven.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een schematisch getekend ui tvoeringsvoorbeeld van de bakoven nader worden toegelicht.

15 Pig. 1 is een horizontale doorsnede van het bovenste deel van de bakoven, waarbij de schuiflade in doorsnede is getekend, fig. 2 is een vertikale doorsnede van het bovenste deel van de bakoven en fig. 3 is een andere vertikale doorsnede door het zelfde 20 deel van de bakoven als in fig. 2,

Uit fig. 1 blijkt, dat de bakoven een zijdelingse uitwendige mantel 1 bezit, waarin zich een schuiflade net de wanden 2 t/m 5 bevindt. De schuiflade bezit een bodem 6, waaraan locprollen 7 zijn gemonteerd. Met behulp van de looprollen 7 is de schuiflade 25 cp een plafond 8 tussen de beide in fig. 3 getekende standen A en B horizontaal verplaatsbaar. De schuiflade is aan de onderzijde voorzien van een instrocrncpening 9, waarin een vetfilter 10 is gemonteerd. Verder is de onderzijde van de schuiflade ter plaatse van de beide zijwanden 3 en 5 voorzien van twee aanslagen 11, die in fig. 3 op 30 éën lijn achter elkaar liggen. De achterwand 2 van de schuiflade is voorzien van een opening 12 voor de niet getekende toevoer van elektrische stroon in het inwendige van de schuiflade. De bovengenoemde instrocrncpening 9 dient als instrocrncpening voor af te zuigen dampen uit de bakruimte 13.

35 De schuiflade is aan de achterwand 2 ook nog voorzien van een uitstrocmqpening 14 voor deze dairpen. Op deze uitstrocmcpening 14 800 2 2 64 3 ί ί is een vou^algleiding 15 aangesloten, die naar een afvoerschoorsteen 16 voert. De schuiflade is op ongebruikelijke wijze aan de bovenzijde ook door middel van een wand 17 afgesloten. In het inwendige van de schuiflade bevindt zich een centrifugaalventilator, die is voorzien 5 van een schoepenwiel 18 en van een huis 19. Het huis 19 is met zijn afvoerstcmp cp de uitstrocmcpening 14 van de schuiflade aangesloten en de aanzuigzijde van de ventilator mcndt uit in een opening 20 van het huis 19, waarbij deze opening 20 aan de onderzijde van het huis 19 is aangebradit. De vertikaal staande draaias 21 van het 10 schoepenwiel 18 is door middel van niet getekende lagers in de schuiflade gelagerd, zodat ook bij het uittrekken van de schuiflade uit de stand A in de stand B de gehele centrifugaalventilator mee wordt bewogen, waarbij deze beweging door de vouwbalg 15 wordt toegelaten.

Aan de bovenzijde van de schuiflade bevindt zich aan de voorzijde 15 bij de schuif ladewand 4 een instrocmcpening 22 voor verse lucht. Op deze opening is een stof filter 23 geironteerd en de opening bestaat uit een reeks evenwijdige, naast elkaar liggende sleuven 25 in de wand 17.

Bij geheel in de stand B uitgetrokken schuiflade bevinden 20 zich de beide filters 10 en 23 in de stand 10' resp. 23*. De aanslag 11 bevindt zich dan in de stand 111.

In de bovengenoemde schuiflade bevindt zich dan nog een uitneenbaar inschuifdeel, dat volgens fig. 1 de zijwanden 26 t/m 30 bezit. Het inschuifdeel bezit een bodemwand 31,die is voor-25 zien van loopwielen 32. Daarmee rust het inschuifdeel op een tussen-bodem 33 van de schuiflade. Deze tussenbodem 33 is voorzien van een opening, die cp de opening 20 in het huis 19 van de centrifugaal-ventilator aansluit. Hierdoor wordt de tussen de bodem 6 van de schuiflade en de tussenbodem 33 liggende ruimte 34 op de zuigzijde 30 van de centrifugaalventilator aangesloten. Uit fig. 1 blijkt, dat het inschuifdeel in bovenaanzicht U-vormig is. Dit U-vormige inschuifdeel bezit een poot 35 en een poot 36. Het inschuifdeel draagt de voor de besturing van de bakoven dienende armaturen. Al naar ger-lang de besturing verloopt worden ook de overeenkomstige apparaten 35 gébruikt, die op de bodem 31 van het inschuifdeel zijn gemonteerd.

Wanneer bij het bedrijf van de bakoven een storing optreedt en een re- 800 22 64 \ 4 paratie of onderhoud nodig is, dan kan het door middel van niet getekende bevestigingsorganen aan de voorste schuifladewand 4 bevestigde inschuifdeel uit de schuiflade warden getrokken. Deze techniek van het inschuifdeel is reeds bij andere technische apparaten toege-5 past. In het bijzonder wanneer de armaturen elektronische Inrichtingen bevatten, heeft deze inschuif deel-techniek of moduul-techniek zeer goed voldaan. Bij een storing van het bedrijf van de bakoven kan dan een reserve inschuifdeel of moduul het defékte inschuifdeel vervangen. In het onderhavige geval is de bakoven zodanig ontworpen, 10 dat voor de besturen van de bakoven elektronische inrichtingen, zoals een corputer, een voedingseenheid en een werkzaam deel worden toegepast. Op de poot 35 van het inschuifdeel of moduul zit een caiputer 37 en een voedingseenheid 38. Op de poot 36 zit het werkzame deel 39, dat bijvoorbeeld relaisantstoororganen, zoemers, zekering-15 en, potentiometers, crarpensatieweers tanden en stekers lean omvatten.

Het inschuifdeel draagt verder een kien 40 voor het vastklenmen van de niet getekende, door de opening 12 gevoerde elektrische kabels naar het inschuifdeel.

Uit fig. 1 blijkt, dat bij in de schuiflade gemonteerd 20 schuifdeel de vast in de schuiflade bevestigde centrifugaalventilator 18 t/m 21 tussen de beide poten 35 en 36 van de U-vorm ligt, zodat dus de beide zijwanden 27 en 29 van het inschuifdeel hei^iuis 19 van de ventilator tussen zich cpnemen.

De bakoven is aan de bovenzijde en aan de achterzijde voor-25 zien van een isolatieruimte 41 resp. 42 en tussen de isolatieruimte 41 en de daarboven liggende schuiflade bevindt zich een horizontale, over de breedte van de schuiflade reikende tussenruimte 43. Deze tussenruimte 43 mondt aan de voorzijde van de bakoven uit in de buitenlucht en mondt eveneens aan de achterzijde van de bakoven 30 via afzonderlijke epeningen 44 in de buitenlucht uit. De bovenwand 45 van de bakruimte 13 is voorzien van een voortdurend open luchtkanaal 46, waarin een vetfilter 47 is gemonteerd. In de tussenruimte 43 en naar achteren daarbovenuit stekend bevindt zich een betrekkelijk vlak kanaal, dat echter over een aanzienlijk deel van de 35 breedte van de bakoven reikt, zoals uit fig. 1 blijkt. Dit kanaal bezit een bovenwand 48, zijwanden 49 en 50 en een naar beneden ste- 800 2 2 64 * 5 kende aanzuigstonp 51. De aanzuigstonp 51 ligt direkt boven het vet-filter 47 (fig. 2). De afzonderlijke openingen 44 zijn in de achterwand 52 van het kanaal aangebracht. Het genoemde kanaal bezit een voorste uitmondingsrand 53.

5 Bij ingeschoven schuiflade in de stand A ligt de voorste schuifladewand 4 ongeveer in één vlak met een vast keükenmeubel 54. De bakoven is voorzien van een aan de onderzijde bevestigde zwenk-deur 55 met een greep 56, waarbij de bovenste koprand van de deur is voorzien van meerdere luchtuitlaten 57. Tegenover deze uitlaten 10 57 liggend, aan het niet getekende onderste kopvlak van de deur bevinden zich gelijk uitgevoerde openingen, die dienst doen als luchtinlaten. In fig. 2 is op een tussenstand C van de voorste schuifladewand 4 getékend.

Bij de bovenbeschreven bakoven worden dus de elektronische 15 inrichtingen 37, 38 en 39 toegepast, die voor het geprogrammeerd besturen van de bakoven dienen. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm van de bakoven kan de frontwand 4 van de schuiflade worden voorzien van niet getekende capacitieve aanraakschakelaars (tiptoetsen), zoals die uit de sensortechniek békend zijn. Deze aanraakschakelaars 20 steken daarbij niet buiten de frontwand 4 naar voren uit. Deze capacitieve aanrakschakelaars dienen voor het instellen van verschillende baktijden, baktenperaturen, bovenwantte, onderwantte, gelijke warmte van boven en van onderen, alsmede voor het grilleren. Naast deze aanraakschakelaars kan de frontwand 4 ook nog zijn voorzien van een 25 klok, een signaallarap en een akoustische signaalgever. Verder kan nog een hoofdschakelaar voor de elektrische stroomtoevoer zijn aangebracht.

Hierna wordt de werking van de bovenbeschreven bakoven beschreven. Wanneer de schuiflade in de stand A geheel is ingeschoven, 30 dan is de bakoven elektrisch uitgeschakeld; men kan dan niet bakken en ook de centrifugaalventilator is niet ingeschakeld. In de tussenstand C (algemene bedrijfsstand) kan met de bakoven alles warden gedaan, béhalve dat de deur 55 niet op een spleet epen kan worden gehouden, ardat geen aanslag is aangébracht en dus de deur weer in de 35 gesloten stand volgens fig. 2 valt. In de schuifladestand C is de centrifugaalventilator ingeschakeld. Met de bakoven kan bij gesloten 8002 2 64 6 deur 55 alles worden gedaan, men kan dus ook grilleren. De in de bak-ruimte 13 gevormde hete wasem of damp stroomt voortdurend in de richting van de pijlen 58 door het luchtkanaal 46, 47, door de tussenruimte 43 en door de instrocmcpening 9, 10, dan in de richting 5 van de pijl 59 naar het schoepenwiel 18 en van daar in de richting van de pijlen 60 door de afvoerschoorsteen 16 naar buiten. De uit de bakoven 13 stromende hete lucht sleurt in het kanaal 48 t/m 53 verse lucht mee, die aan de achterzijde van de bakoven in de richting van de pijl 61 wcardt aangezogen. Deze verse lucht stroomt 10 gedeeltelijk door de afzonderlijke openingen 44 en gedeeltelijk in de richting van de pijl 62 in de tussenruimte 43. Zodoende wordt ook een niscntluchting bereikt. In de tussenruimte 43 heerst dan ook een luchtstroom, die is ontstaan uit de hete wasem en de aangezogen verse lucht, zodat dus de in de tussenruimte 43 heersende luchtstroom 15 een lagere temperatuur bezit dan de hete wasem. Het kanaal 48 t/m 53 werkt met zijn mendingen 44, 53 en 51 als een straalpanp, waarbij door de zeer hete af gevoerde wasem verse lucht wordt aangezogen.

Aan de bovenkant van de deur 55 wordt eveneens door de centrifugaal-ventilator verse lucht in de richting van een pijl 63 aangezogen.

20 Door de luchtuitlaten 57 en de genoemde, niet getekende luchtinlaten aan de deur 55 stroomt in de deur eveneens verse lucht van beneden naar boven door de deur. Door de deur iroemt dus voortdurend lucht, waardoor de aan de buitenzijde meestal van een ruit voorziene deur wordt gekoeld. De deur wordt dus niet meer zo heet. De verse lucht 25 in de richting van de pijl 63 en de door de deur stromende lucht stromen in de richting van de pijl 64 eveneens door het filter 10 en dan in de richting van de pijl 59 naar de ventilator. Verder wordt verse lucht in de richting van een pijl 65 in het inschuif deel van de schuiflade via de sleuven 25 en het filter 23 aangezogen, en 30 deze lucht stroomt in de richting van de pijlen 66 langs de elektronische inrichtingen 37, 38 en 39, wordt dan in de richting van de pijlen 67 naar beneden ongebogen en stroomt in de richting van de pijl 68 naar de ventilator.

Wordt de schuiflade volgens fig. 3 in de geheel uitgetrokken 35 stand B bewogen, dan kanen de aanslagen 11 aan te liggen tegen de gesloten deur 55 en zwenken deze in de stand 55'. De aanslagen bevin- 800 2 2 64 V ï 7 den zich daarbij in de stand 111. De beide filters 10 en 23 bevinden zich in de stand 10' resp. 23'. Nu wordt in de richting van de pijl 65 volgens fig. 3 meer verse lucht aangezogen dan in de ingeschoven stand volgens fig. 2.De verse lucht stroomt opnieuw in de richting 5 van de pijlen 66 langs de elektronische inrichtingen 37 t/m 39 en houdt deze koel. Dankzij de op een spleet geopende deur stroont nu nog de hete wasem uit de vuldeur 69 van de bakoven in de richting van de pijlen 70 naar buiten, door het filter 10' weer naar de zuig-ruimte 34 van de ventilator. Ook bij deze op een spleet geopende 10 deur 55' wordt verse lucht in de richting van de pijl 63 aangezogen.

De in de richting van de pijlen 59 stronende lucht heeft reeds een aanzienlijk lagere temperatuur dan de afgevoerde hete lucht of wasem 70 bij de vuldeur 69, omdat deze hete lucht met verschillende verse luchtstromen werd vermengd.

15 Op de bovenbeschreven wijze kunnen de door het inschuifdeel ondersteunde elektrische inrichtingen 37 t/m 39 en ook andere armaturen bij het bedrijf van de bakoven, dat betekent bij het draaien vande ventilator, voortdurend met verse lucht warden anspoeld en op deze wijze koel worden gehouden, zodat zij geen schade ondervinden.

20 Hierna worden nog enige andere voordelen van de bovenbe schreven bakoven nader toegelicht. Omdat de ventilator vast zit in de schuiflade, dus niet zoals bij andere bekende bakovens vast aan de achterzijde van de bakoven is aangébracht, blijft de afstand van de ventilator tot de instrocmcpening 9 aan de onderzijde van de 25 schuiflade te allen tijde gelijk. Deze afstand kan optimaal worden gekozen. Dit betekent, dat bij bedrijf van de bakoven met de schuif-ladestand B volgens fig. 3 de ventilator net het filter 10 naar voren wordt bewogen, namelijk naar de plaats, waar de meeste damp of wasem stroomt, namelijk bij de qp een spleet gecpende deru 55'.

30 Wordt daarentegen de bakoven bij ingeschoven schuiflade in werking gesteld, dan worden de ventilator en het filter 10 belogen naar de plaats, waar nu de sterkste dairpvarming optreedt, namelijk naar achteren toe naar de opening 46 net het filter 47. In de schuiflade-stand B volgens fig. 3 stroont bijzonder veel verse lucht in de 35 richting van de pijlen 65 en 66 langs de elektronische inrichtingen 37 t/m 39, die gevoelig zijn voor warmte. In de stand C van de schuif- 800 22 64 8 lade volgens fig. 2 ligt het bovenste filter 23 tegen stof beschermt binnen het keukenmeubel 54. Wanneer met gesloten deur volgens fig. 2 wordt gegrild, wordt de hete wasem voortdurend via het luchtkanaal 46 met het filter 47 af gezogen, zander dat hiervoor, zoals bij 5 de bekende bakovens, een tweede ventilator is aangebracht. Bij de bovenbeschreven bakoven wordt door middel van een enkele ventilator zowel de nisontluchting, dus de luchtstroon 61, als de ont-luchting van de bakruimte, dat wil zeggen de luchts trailing 58 en de frontcntluchting, dat wil zeggen de luchtstroom 63 en de lucht-10 stroom door de deur heen, tot stand gébracht.

Samenvatting.

De bakoven bezit boven de bakruimte een schuiflade (2, 4, 6, 17), die aan de voorplaat (4) van de schuiflade de bedieningsschakelaars ,een klok en een signaallamp draagt en die 15 in het inwendige een ventilator (18) ,een darnpafvoerkanaal (34, 60) en de armaturen (39) voor het besturen van de bakoven bezit. De armaturen (39), die elektrische inrichtingen zoals computers, voedings-eenheid en werkzaam deel kunnen zijn, zitten op een naar voren uit de schuiflade uitneetrbaar inschuif deel (31, 32), waarbij ter ver-20 eenvoudiging van het onderhoud en reparaties het inschuif deel tegen een ander inschuif deel kan worden verwisseld. De schuiflade dient dus als armaturenkast en wasemaf zuigkap, alsmede als huis voor het inschuif deel. Het inschuifdeel wordt voor het koelen van de armaturen (39) door verse lucht (65, 66, 67) doorstrocmd. Deze werking wordt 25 evenals het aanzuigen van de dampen (58, 70) uit de bakruimte (13) zowel bij gesloten deur (55) als bij geopende deur (55') door middel van een ventilator (18) bereikt.

(Fig. 3).

800 2 2 64

Claims (9)

1. Bakoven, in het bijzonder inbouwbakoven, met aan de frontzijde aangebrachte bedieningsorganen voor de bakovenarmaturen, waarbij zich het bedieningspaneel (4) dirékt boven een zwenkdeur 5 (55) van de bakoven bevindt, welke zwenkdeur aan de onderzijde is bevestigd en cm een horizontale zwenkas voor het openen naar voren en naar beneden zwerikbaar is, en met een boven de vulopening liggend dampafvoerkanaal (34, 19, 15, 16) voor de in de bakruimfce (13) gevormde danpen, waarbij de bakovenarmaturen (37-39) in een schuiflade 10 (2-7) zijn andergebracht, die een afzuiginrichting (9, 10, 34) met ventilator (18-21) voor het afzuigen van de danpen bevat, welke schuiflade aan de onderzijde een instrocmopening (9, 10) voor de af te zuigen danpen en een uitstrocmopening (14) voor die danpen bezit, en dat bij geopende schuiflade de instrocmopening (9, 10) direkt 15 boven de voorste rand van de gesloten zwenkdeur (55) en bovendien voor de vulopening (69) ligt, zodat bij cp een spleet openen van de zwenkdeur (55') de stroming van de danpen uit de vulopening (69) direkt naar de instroomopening (9, 10) voert, met het kenmerk, dat in de schuiflade een centrifugaalventilator (18-21) met vertikaal staande 20 draaias (21) is gelagerd, dat de centrifugaalventilator radiaal ge-cfeeltëLijk door een inschuifdeel (26-32) is cmgeven, dat uitneerrfoaar in de schuiflade (2-7) is gemonteerd, welk inschuifdeel de armaturen (37-39) voor het besturen van het bedrijf van de bakoven draagt en dat het inschuifdeel is voorzien van inlaten (22, 23, 25) en uitlaten 25 (67) voor verse lucht, waarbij de uitlaten met de aanzuigzijde (34) van de ventilator zijn verbonden voor het voortdurend doorspoelen van het inschuifdeel met verse lucht (65-67) gedurende het bedrijf van de bakoven.

2. Bakoven volgens conclusie 1, waarbij tussen de bakruimfce 30 (13) ai de schuiflade (2-7) een horizontale, over de breedte van de schuiflade reikende tussenruimte (43) aanwezig is, die aan de voorzijde in de buitenlucht uitmondt, zodat aan de voorzijde verse lucht (63) kan binnendringen, waarbij de instrocmqpening (9) van de schuiflade is voorzien van een filter (10), met het kenmerk, dat de schuif-35 lade aan de bovenzijde is voorzien van inlaten (22, 23, 25) voor verse lucht, die naar het inwendige van het inschuifdeel voeren. 800 2 2 64

3. Bakoven volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op de uitstrocmopening (14) van de schuiflade (2-7) een vouwbalgleiding (15) is aangesloten, die naar een afvoerschoorsteen (16) voert, en dat de achterwand van de schuiflade is voorzien van een opening (12) 5 voor de elektrische leidingen naar het inschuif deel (26-32).

4. Bakoven volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inschuifdeel (26-32) in bovenaanzicht U-vormig is, waarbij bij in de schuiflade (2-7) geplaatst inschuifdeel de ventilator (18-21) binnen de U-vorm ligt.

5. Bakoven volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de bedieningsarmaturen voor de bakoven elektronische inrichtingen zijn en dat op de ene poot (35) van de U-vorm een computer (37) en een voedingseenheid (38) en cp de andere poot (36) van de U-vorm het werkzame deel (39) van de elektronische inrichtingen zijn gemonteerd.

6. Bakoven volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de frontwand (4) van de schuiflade (2-7) is voorzien van capacitieve aanraakschakelaars, waarbij de frontwand het bedieningspaneel van de bakoven en de aanraakschakelaars de bedieningsorganen voor de armaturen van de bakoven vormen.

7. Bakoven volgens conclusie 2, waarbij de bakruimte (13) is voorzien van een voortdurend epen luchtkanaal (46, 47) aan zijn bovenwand (45), dat in de tussenruimte (43) uitmondt, met het kenmerk, dat tussen het luchtkanaal (46, 47) en de tussenruimte (43) een als straalparp werkend T-vormig kanaal (44, 48-53) aanwezig is, waar- 25 bij het vertikale deel of de aanzuigstonp (51) van het T-vormige kanaal naar de bakruimte (13) voert en de balk of het horizontale deel (44, 48-50) van het T-vormige kanaal aan het ene einde in de tussenruimte (43) en aan het andere einde aan de achterzijde van de bakoven uitmondt,voor het meesleuren van verse lucht (61) van de 30 achterzijde van de bakoven door middel van de uit de bakruimte (13) stromende hete wasem (58).

8. Bakoven volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aan de onderzijde bevestigde zwenkdeur (55) is voorzien van onderste luchtinlaten en bovenste luchtuitlaten (57), zodat de deur van 35 beneden naar boven met verse lucht wordt doors trocmd.

9. Bakoven, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrij- 800 2 2 64 ving en/of weergegeven in de tekening. 800 22 64