NL8001425A - Meet-opspaninrichting. - Google Patents
Meet-opspaninrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001425A NL8001425A NL8001425A NL8001425A NL8001425A NL 8001425 A NL8001425 A NL 8001425A NL 8001425 A NL8001425 A NL 8001425A NL 8001425 A NL8001425 A NL 8001425A NL 8001425 A NL8001425 A NL 8001425A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- ruler
- component
- support
- trolley
- attached
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01B—MEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
- G01B5/00—Measuring arrangements characterised by the use of mechanical techniques
- G01B5/0002—Arrangements for supporting, fixing or guiding the measuring instrument or the object to be measured
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01B—MEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
- G01B5/00—Measuring arrangements characterised by the use of mechanical techniques
- G01B5/0011—Arrangements for eliminating or compensation of measuring errors due to temperature or weight
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01B—MEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
- G01B7/00—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques
- G01B7/34—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring roughness or irregularity of surfaces
- G01B7/345—Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring roughness or irregularity of surfaces for measuring evenness
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Monitoring And Testing Of Nuclear Reactors (AREA)
- A Measuring Device Byusing Mechanical Method (AREA)
- Length Measuring Devices With Unspecified Measuring Means (AREA)
Description
* '.J
P & c - .- * W 2348-1020 Ned.
Meet-opspaninrichting
Er zijn talrijke componenten bij industriële en andere nuttige installaties, welke op de plaats zelf een aan de verzorging vooraf gaande inspectie en/of tijdens de verzorging te verrichten periodieke inspectie vereisen teneinde het geheel bij voortduring te kunnen verzorgen. Een der-5 gelijke inspectie omvat dikwijls dimensionele metingen. Een voorbeeld, die het noteren waard is, is de op de plaats zelf uit te voeren inspectie van componenten van een kernreactor, in het bijzonder vervangbare componenten zoals stuurstaven, brandstofelementen en brandstofkanalen.
Een typerend brandstofsamenstel bijvoorbeeld, dat een wegneembaar 10 en opnieuw bruikbaar stroomkanaal bezit, is weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.689.358. Een dergelijk langwerpig vierkant buisvormig brandstofkanaal kan zijn in de orde van 30 cm in de dwarsdoorsnede-afmetingen en in de orde van 4 m in lengte. Het is noodzakelijk te waarborgen dat de vier hoofdvlakken van dergelijke kanalen voldoende vlak zijn om niet te 15 hinderen bij het insteken van stuurstaven tussen brandstofsamenstellen tijdens de werking van de nucleaire reactorkern. Dimensionele toleranties over de lengte van een dergelijk kanaal kunnen in de orde zijn van 0,127 mm.
Om de noodzakelijke vlakheidmeting van een dergelijte component uit te voeren is een langwerpige, nauwkeurige en stabiele meet-opspaninrichting vereist.
20 Aangezien stroomkanalen en andere reactorcomponenten, die onder worpen zijn geweest aan het reactorbedrijf, radio-actief zijn, is het nodig dat de .meetinrichting op afstand bedienbaar is onder water teneinde het bedieningspersoneel van de inrichting tegen straling te beschermen. Het is gewenst dat de meetinrichting in voldoende mate draagbaar is om deze te 25 plaatsen in een waterbassin, voor verplaatsing van het ene bassin naar het andere, en voor verwijdering daaruit om de inrichting droog kunnen opslaan, wanneer zij niet in gebruik is.
De dimensie-meetopspaninrichting volgens de uitvinding bevat een vertikaal georiënteerd, langwerpig, nauwkeurig gevormd rechte randlichaam, 30 dat dient als een referentievlak en als een spoor voor een een instrument dragend wagentje. Het rechte randlichaam is rechthoekig in dwarsdoorsnede en, als een bijzonderheid van de uitvinding, is het gevormd met een reeks relatief grote gaten langs de langsas ervan voor een verbeterde warmte-distributie teneinde de thermische verwarming zo klein mogelijk te maken 35 en een hoge stijfheid versus gewichtverhouding te verkrijgen.
De rechte rand of liniaal wordt ondersteund door een langwerpige steunbalk zoals een I-balk, waaraan de liniaal of rij bevestigd is door scharnierpennen aan het ene einde en een glijdend kogellager aan het andere 8 0 0 1 L ?5 -2-
S
einde, waardoor de overdracht van vervormende belastingen minimaal is.
Het stroomkanaal of de te meten component wordt ondersteund nabij de rij of liniaal door een in een lager gemonteerd support aan het bodemeinde en een instelbare klemopstelling aan het boveneinde.
5 Naarmate het wagentje wordt bewogen langs de liniaal komen meetinrichtingen in ingrijping met het kanaal, waarbij de meetrichting zodanig is dat thermische patronen symmetrisch zijn om thermisch geïnduceerde buigingsmeetfouten te reduceren en in de richting vein maximale liniaal-stijfheid.
10 De uitvinding zal hieronder aan de hand van enige in de figuren der bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een meet-opspan-inrichting volgens de uitvinding zoals opgehangen in een werkzame stand 15 vanaf de richel van een waterbassin; fig. 2 geeft een langsaanzicht, waarbij de opstelling voor ondersteunen van de liniaal geïllustreerd wordt; fig. 3 geeft een langsdoorsnede van het onderste gedeelte van de opspaninrichting, waarbij het ondersteuningslichaam van het kanaal uit-20 voeriger geïllustreerd wordt; en fig. 4 geeft op vergrote schaal een aanzicht in perspectief van het het instrument dragende wagentje, waarbij de bijzonderheden ervan uitvoeriger geïllustreerd worden.
Een meet-opspaninrichting volgens de uitvinding wordt geïllustreerd 25 in fig. 1 en is daar gemonteerd in werkzame positie langs een wand 12 bij een bassin water 13. Het hoofdgestel van de opspaninrichting is een langwerpige steunbalk 14, die hier weergegeven is als een H-balk.
Een bovenste hoeksteun 16, die aan de balk 14 bevestigd is nabij het boveneinde ervan, omvat een paar zich naar achteren uitstrekkende 30 armen 17, die ingericht zijn om te haken over een richel 18 van de bassin-wand 12 teneinde daardoor de opspaninrichting 11 hangend langs de wand 12 te ondersteunen. Instelbare drukstukjes 15 verschaffen instelling in de vertikale richting.
Een onderste hoeksteun 19, die aan de balk 14 bevestigd is 35 nabij het ondereinde ervan, omvat een paar zijplaten 21. Achterste uitsteeksels 22 liggen aan tegen de wand 12 teneinde de balk 14 in hoofdzaak evenwijdig aan de wand 12 te plaatsen. Voorste uitsteeksels 23 en een dwarsplaat 24 verschaffen steun voor andere componenten van de opspaninrichting zoals 800 1 4 25 f t -3- * hierna beschreven zal worden.
Tussen de onderste hoeksteun 19 en een tussengelegen hoeksteun 26 wordt een rechte randlichaam of liniaal of rij 27 ondersteund, die dient als een nauwkeurig referentiemeetvlak en als een spoor voor een een instru-5 ment dragend wagentje 28.
Zoals het beste is weergegeven in fig. 2 wordt de liniaal 27 ondersteund bij het onderste einde ervan door de onderste hoeksteun 21 met behulp van een paar scharnierpennen 29, en wordt in positie gehouden bij het boveneinde ervan door een tussengelegen hoeksteun 26 met een centerpen 10 31, die een glijdend kogellager draagt, dat draait in een flens 32 van de hoeksteun 26. Deze montageopstelling geeft de lineaal 27 vrijheid voor thermische expansie en contractie en helpt om overdracht daaraan te voorkomen van deformerende belastingen van andere gedeelten van de opspaninrichting.
Om verder thermische deformatie minimaal te houden wordt de liniaal 27 15 voorzien van een serie relatief grote, op gelijke afstanden van elkaar verwijderde gaten 33 langs de lengte ervan.
Om wrijvingsvervorming van de steunbalk 14 zo klein mogelijk te maken, welke vervorming de liniaal 27 zou aantasten, wordt het gedeelte van de balk 14 tussen de tussengelegen hoeksteun 26 en het onderste einde van 20 de balk "ingeboxt" door een achterplaat 34 die door middel van lassen bevestigd wordt aan de achterranden ervan. Het deel van de balk 14 boven de tussengelegen hoeksteun 26 wordt niet "ingeboxt".
Aldus vindt het eventuele torderen van de balk 14, zoals zou kunnen optreden bijvoorbeeld op grond van ongelijkmatigheid van de bassin-25 wand 12, plaats in het deel van de balk boven de tussengelegen hoeksteun 26, waardoor overdracht van een dergelijke vervorming naar de liniaal 27 wordt vermeden.
De te meten component, in fig. 1 met stippellijnen weergegeven als een stroomkanaal 36 van een brandstofsamenstel, wordt wegneembaar 30 bevestigd in een positie, die hoofdzakelijk evenwijdig is aan de liniaal 27. Het kanaal 36 wordt nabij het bodemeinde ervan ondersteund door een kanaalsteunlichaam 37 en wordt geplaatst nabij het boveneinde ervan met behulp van een klemopstelling 38 die bevestigd is aan het boveneinde van de liniaal 27.
35 De klemopstelling 38 omvat een vaste arm 39 en een zwenkarm 41, waarbij de zwenkarm 41 op afstand bedienbaar is door een hydraulische of pneumatische cilinder 40 op algemeen bekende wijze. De vaste arm 39 is voorzien van een paar vijzelschroeven 42 voor het instellen van de uit-richting van het boveneinde van het kanaal of de goot 36 met het vlak van enn i k -4- de punten van de meetinrichtingen op het wagentje 28*. De met het kanaal of de goot 36 contact makende vlakken van de zwenkarm 41 en de vijzelschroeven 42 kunnen voorzien/^an materiaal zoals nylon om het krassen van de goot 36 te voorkomen.
5 Het kanaal of de goot wordt ondersteund nabij het ondereinde door kanaalsteunorgaan 37 op een wijze die het kanaal niet belet om een rotatiebeweging uit te voeren om de langsas. Dit is nodig om torsie van het kanaal of de goot te meten. Zoals weergegeven in fig. 3 wordt deze bijzonderheid verschaft door een steunbus 43, die draaibaar is teneinde de rotatie-10 beweging ervan door een ringvormig kogellager 44 mogelijk te maken, welk kogellager gedragen wordt door een lagerplaat 46 die bevestigd is aan een afstandshuls 47, die op haar beurt bevestigd is aan de dwarsplaat 24 van de onderste hoeksteun 19.
De onderhavige meet-opspaninrichting is ingericht om opgenomen 15 te worden in lege goten of stroomkanalen en deze te meten, welke kanalen nog steeds gemonteerd zijn op brandstofsamenstellen (zoals eerder vermeld en weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift no. 3.689.358). Derhalve is het boveneinde van de boring van de steunbus 43 op geschikte wijze gevormd, zoals bij 48, voor het onpassend opnemen van de neusstukken van de 20 daarin onder te brengen brandstofsamenstellen.
Voor het opnemen van lege stroomkanalen is een lege kanaaladaptor 49 aanwezig. Het ondereinde 51 van de kanaaladaptor heeft de vorm van een brandstofsamenstelneusstuk om te passen in de steunbus 43. Het boveneinde 52 van de kanaaladaptor heeft een pyramidevorm of dergelijk om gemakkelijk 25 het vierkante einde van het lege kanaal daarover te passen en de adaptor 49 heeft bij 53 nabij het grondvlak van het pyramidegedeelte een zodanige afmeting dat hij de positie van het kanaal 36 op de kanaaladaptor fixeert.
Opgemerkt wordt, dat zoals weergegeven in fig. 3 de dwarsplaat 24 en de lagerplaat 46 resp. 50, en de steunbus 43 en de adaptor 49 gevormd 30 zijn met grote doorgaande gaten. Dit verschaft een watercirculatiesysteem door de gemeten wordende component, die het water, dat radio-actief geworden is in de component, in staat stelt weg te lekken, zodat de blootstelling van de gebruiker daardoor verminderd wordt. Het verschaft tevens een convectiepad om warmte weg te voeren vanuit de meetinrichtingen.
35 Deze kanalen of brandersamenstellen, al naar gelang het geval, kunnen geplaatst worden in positie of verwijderd worden uit de meet-opspaninrichting door elk willekeurig geschikt hef- en manoeuvreerinrichting zoals een (niet-weergegeven) boven het hoofd of nabij de bodem gemonteerde hijsinrichting, welke in een typerend geval beschikbaar is als een hulpstuk 800 1 425 -5- 0 voor een nucleaire brandstofopslagbassin. Dergelijke hijsinstallaties zijn bijvoorbeeld weergegeven in de nevenoctrooiaanvrage no. 747.824 ingediend op 6 december 1976.
De aandacht wordt nu gericht op het het instrument dragende 5 wagentje 28 weergegeven in fig. 1 en duidelijker in fig. 4. Zoals geïllustreerd omvat het wagentje 28, dat gemonteerd is op de liniaal 27 door een systeem van rollen of wielen, een T-vormige frontplaat 54, die dient als het hoofdgestel van het wagentje. De frontplaat 54 is geplaatst ten opzichte van de liniaal 27 door een aantal geleidingsrollen, waarbij de 10 frontplaat tevens langs de liniaal geleid wordt. Deze geleidingsrollen omvatten een eerste paar van van elkaar verwijderde rollen 56(1) en 56(2), die draaibaar gemonteerd zijn in het T-gedeelte van de plaat 54 voor ingrijping met het rechter grondvlakgedeelte van de liniaal 27, een tweede paar van van elkaar verwijderde rollen 57 op soortgelijke wijze draaibaar 15 gelegerd in het T-gedeelte van de plaat 54 maar voor ingrijping met de rechterzijde van de liniaal 27, en een enkelvoudige rol 58, die draaibaar is gelegerd nabij het linkereinde van de plaat 54 voor ingrijping met het linker frontvlakgedeelte van de liniaal 27. Een aantal rollen 59 draaibaar gelegerd in een in een tap gemonteerde, onder veerbelasting staande 20 achterplaat 61 en een paar rollen 62 die draaibaar gelegerd zijn in een in een tap gemonteerde, onder veerbelasting staande zijplaat 63 verschaffen druk op de geleidingsrollen en verzekeren hun ingrijping met de liniaal 27.
Bevestigd aan het rechtereinde van de plaat 54 is een arm 64, die geschikt is om een aantal afstanddetectoren of andere meetinrichting 25 66(1) - 66(3) te ondersteunen in een geschikte positie voor ingrijping met het te meten stroomkanaal 36. De inrichtingen 66(1) - 66(3) kunnen bijvoorbeeld lineair variabele differentiaaltransformatoren zijn. Kortom een dergelijke inrichting bevat een lineair beweegbare onder veerbelasting staande plunjer 67, die zich uitstrekt vanuit een huis. Verplaatsing van 30 de plunjer 67 verandert de wederzijdse inductie van een paar spoelen binnen het huis. Aldus kan de wederzijdse inductie van het paar spoelen gemeten en opgevat worden als een functie van de lineaire positie van de plunjer.
De plunjer 67 is aan het buitenste einde ervan voorzien van een afgerond, van glad oppervlak voorzien neusstuk 69 voor glijdende ingrijping met het 35 buitenste oppervlak van het te meten kanaal 36.
Geschikte afstandsdetectoren zijn verkrijgbaar bij Schaevitz Engineering, U.S. Route 130 en Union Avenue, Pennsauken, New Jersey als catalog item No. GCA-121-500-0624.
800 1 4 25 -6-
De signalen van de detectoren 66(1) - 66f3) worden overgedragen via een kabel 71 naar een signaalverwerkingsopneem- en afbeeldinrichting 72 (fig. 1). Een geschikte inrichting 72 kan betrokken worden bij Schaevitz Engineering als catalog item No. CAS-0653.
5 Op te merken is dat de detectoren 66(1) - 66(3) zodanig worden ondersteund dat de meetrichting is in de richting van de hoofddoorsnede-afmeting van de liniaal 27 en dus in de richting van de maximale stijfheid van de liniaal.
Zoals hier geïllustreerd is het wagentje 28 met de hand beweeg-10 baar langs de lengte van de liniaal 27 als volgt: een rollenketting 73 bevestigd aan het wagentje 28 is geslagen om een onderste spanrolketting-wiel 74 en bij een bovenste aangedreven kettingwiel 76. Het wiel 76 wordt aangedreven door een handwiel 77 via geschikte assen en een paar rechthoekige tandkasten 78(1) en 78(2). Een teller 79 registreert de rotaties van het 15 handwiel 76 en kan ontworpen worden op de positie van het wagentje 28 langs de liniaal 27 in geschikte eenheden aangegeven. Eveneens kan een getand wiel 82 aangegrepen door een veerbelaste kogelvormige pal worden gespied aan de as van het handwiel 77 om een stapsgewijs plaatsen van het wagentje mogelijk te maken en te voorkomen dat het wagentje begint te driften.
20 Opgemerkt dient te worden, dat de ketting 73 bevestigd is aan het wagentje 28 zo dicht als mogelijk is bij het zwaartepunt ervan teneinde torsiekrachten op het wagentje als gevolg van de hefkracht zo gering mogelijk te maken. Eveneens kan de ketting 73 uitgerust worden met een contragewicht 80 teneinde het gewicht van het wagentje 28 te compenseren.
25 Ter verschaffing van referentieaflezingen voor de bewerkings- inrichting en om de lineariteit van de detectoren te controleren wordt een ijkingsblok 81 bevestigd aan de lagerplaat 46 van het ondersteuningsorgaan 37 zoals weergegeven in fig. 3. Het blok 81 is trapvormig om drie referentie-vlakken te verschaffen voor ingrijping met de afstandsdetectoren 66(1) - 66(3). 30 De centreerstap kan bijvoorbeeld een nulreferentievlak zijn, de onderste tree een positief referent!evlak en de bovenste tree een negatief referentie-vlak.
De werking van de meet-opspaninrichting is als volgt: een te meten stroomkanaal of -goot wordt geplaatst op de steunbus 43 en in positie 35 geklemd door de klemopstelling 38 zoals hiervoor beschreven. Door bediening van het handwiel 77 wordt het wagentje 28 verplaatst langs de liniaal 27, en verschaffen de detectoren 66(1) - 66(3) signalen, die indicatief zijn voor het profiel van de centerbaan en buitenste banen bij een ingrijping met de aangrenzende zijden van het kanaal of de goot. Uit deze profielsporen 80 0 1 425 *f * -7- 0 kunnen de vlakheid, buiging en torsie van die zijde van het kanaal worden bepaald. De andere zijde van het kanaal of de goot kunnen op soortgelijke wijze worden gemeten door het vrijgeven van de klem 38, rotatie van het kanaal over 90° en het herbevestigen van de klem.
5 In een praktische uitvoeringsvorm van de meet-opspaninrichting is de liniaal 27 ongeveer 5,1 cm dik, 20,3 cm breed en 43 m lang. Zij is gevormd uit koolstofstaal voor goede bewerkbaarheid, nauwkeurig geslepen en bekleed in een nikkelbad voor corrosieweerstand. De gaten 33 hebben een diameter van ongeveer 14 cm, die van elkaar verwijderd zijn over een af-10 stand van 19,1 cm hart op hart. De steunbalk 14 is een H-balk van 20,3 cm.
Deze en andere constructieve onderdelen van de opspaninrichting worden bij voorkeur gevormd uit alumimium om het gewicht van de opspaninrichting zo klein mogelijk te maken tegen het gemak dat die biedt bij het dragen van de inrichting.
80 0 1 4 25
Claims (23)
1. Inrichting voor het meten vain dimensionele eigenschappen van een langwerpige component bevattende: een vertikaal geplaatste langwerpige steunbalk, een langwerpig lichaam met rechte rand - liniaal of rij -, die ondersteund en vastgehouden wordt in een positie, die in het algemeen 5 evenwijdig is aan de steunbalk door steunorganen aan zijn einde, die bevestigd zijn aan de steunbalk, waarbij het steunorgaan aan het ene einde van de liniaal vrijheid verschaft voor longitudinale expansie en contractie % van de liniaal en vrijheid voor wringingsinklemming ervan, terwijl het steunorgaan aan het andere einde van de liniaal wringingsinklemming verschaft, 10 waardoor de liniaal door wringing ingeklemd wordt alleen aan dat andere einde; middelen aanwezig zijn voor het monteren van de genoemde component in een in hoofdzaak evenwijdige uitrichting met de liniaal; een wagentje gemonteerd is op de liniaal voor verplaatsing langs de lengte ervan nabij de component; en tenminste één meetinstrument gemonteerd is op het wagentje voor het aan-15 geven van een variatie van de afstand tussen de component en het wagentje wanneer dit wagentje verplaats wordt langs de liniaal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steunorgaan aan het ene einde van de liniaal een glijdbaar kogellager omvat.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het 20 steunorgaan aan het andere einde van de liniaal een paar scharnierpennen omvat, die in ingrijping zijn met de liniaal.
4. Inrichting volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de liniaal rechthoekig is in dwarsdoorsnede.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 25 liniaal gevormd is uit een serie relatief grote gaten door de dikte ervan teneinde de thermische vervorming ervan zo klein mogelijk te maken.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de meetinrichting een lichaam omvat dat bevestigd is aan het wagentje en een beweegbaar element op verende wijze ondersteunt, dat ingericht is om 30 contact te handhaven met de component wanneer het wagentje wordt geplaatst langs de liniaal en waarbij beweging van het beweegbare element geschiedt in de richting van de breedte van de liniaal.
7. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunbalk een lengte bezit die groter is dan de lengte van 35 de liniaal en waarbij het gedeelte van de steunbalk tussen het steunorgaan aan de einden van de liniaal middelen omvat om de wringingsvervormingsweer-stand van dat gedeelte van de balk te vergroten, waardoor overdracht van 800 1 4 25 -9- # wringingsvervorming van de balk naar de liniaal tot een minimum beperkt wordt.
8. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de liniaal gemonteerd is tussen een tussengelegen hoeksteun 5 en een onderste hoeksteun, die beide bevestigd zijn aan de steunbalk.
9. Inrichting volgens conclusie 8, gekenmerkt door een steunbus voor een component bevestigd aan de onderste hoeksteun voor het opnemen en plaatsen van het onderste einde van de component, welke steunbus draaibaar om rotatiebeweging van de component mogelijk te maken om de langsas 10 ervan, waardoor het onderste einde van de component vrij is van wringingsinklemming; en een selectief werkzame klemopstelling is bevestigd aan het bovenste einde van een liniaal voor het opnemen en vasthouden van het bovenste einde van de component in een positie ten opzichte van de liniaal, welke klemopstelling instelbare aanslagen omvat die in ingrijping zijn met 15 de component teneinde diens angulaire positie te dicteren.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de component een stroomkanaal of -goot is gemonteerd op een nucleair brandstof-samenstel en waarin een boring van de steunbus gevormd is, die past bij het neusstuk van het brandstofsamenstel.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de component een leeg stroomkanaal is voor een nucleair brandstofsamenstel, voorzien van een adaptor, die maakt dat het onderste einde van het stroomkanaal past op de steunbus.
12. Inrichting volgens één der conclusies 9-11, met het kenmerk, 25 dat de klemopstelling een op afstand bedienbare beweegbare arm omvat.
13. Inrichting volgens één der conclusies 8-12, omvattende een ijkingsblok, dat een aantal referentievlakken verschaft, die aangegrepen kunnen worden door de inrichting van de betreffende lichamen.
14. Inrichting volgens één der conclusies 8-13, gekenmerkt door 30 een bovenste hoeksteun bevestigd aan het bovenste einde van de steunbalk om de inrichting te laten neerhangen vanaf een wand van een bassin met afschermend water.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de middelen voor het monteren van de component een relatief grote doorlaat 35 omvat voor watercirculatie door de component.
16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, bevattende een op afstand bedienbaar middel om het wagentje te doen bewegen langs de liniaal bevattende een ketting die bevestigd is aan beide einden aan het wagentje 80 0 1 4 25 -10- en gevlochten is over een spankettingwiel gemonteerd op de onderste hoek-steun en een aangedreven kettingwiel gemonteerd op de tussengelegen hoek-steun; een handwiel dat bedienbaar is aan de aan de bassinzijde gelegen as gemonteerd aan de bovenste hoeksteun en askoppelmiddelen die de roterende 5 beweging van het tandwiel overdragen aan het aangedreven kettingwiel.
17. Inrichting volgens conclusie 16, gekenmerkt door een teller gekoppeld met de as van het handwiel voor het aangeven van het aantal omwentelingen ervan, waardoor de positie van het wagentje langs de liniaal kan worden' bepaald.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, gekenmerkt door een palwiel bevestigd aan de as van het handwiel om een stapsgewijze verplaatsing te verschaffen van het wagentje langs de liniaal.
19. Inrichting volgens één der conclusies 16-18, met het kenmerk, dat de ketting is bevestigd aan het wagentje nabij het zwaartepunt ervan.
20. Inrichting volgens één der conclusies 16-19, gekenmerkt door een contragewicht bevestigd aan de ketting teneinde nagenoeg het gewicht van het wagentje te compenseren.
21. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wagentje gemonteerd is aan de liniaal door een systeem van 20 rollen.
22. Inrichting volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de component een in hoofdzaak vierkante dwarsdoorsnede bezit en waarbij een aantal van elkaar verwijderde meetinrichtingen gemonteerd is op het wagentje om afstandsvariatiemetingen uit te voeren langs een soortgelijk 25 aantal van elkaar verwijderde banen langs de lengte van de aangrenzende zijde van de component, waaruit vlakheid, torsie en buiging van die zijde van de component kan worden bepaald.
23. Inrichting volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de meetinrichtingen elektrische signalen produceren en een bewerkingsinrichting 30 omvatten, die ingericht is voor het ontvangen van die signalen 800 1 4 25
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US3211279 | 1979-04-23 | ||
US06/032,112 US4274205A (en) | 1979-04-23 | 1979-04-23 | Measuring fixture |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001425A true NL8001425A (nl) | 1980-10-27 |
Family
ID=21863169
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8001425A NL8001425A (nl) | 1979-04-23 | 1980-03-10 | Meet-opspaninrichting. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4274205A (nl) |
JP (2) | JPS55163401A (nl) |
CH (1) | CH645717A5 (nl) |
DE (1) | DE3013660A1 (nl) |
ES (1) | ES8105503A1 (nl) |
IT (1) | IT1140823B (nl) |
MX (1) | MX6330E (nl) |
NL (1) | NL8001425A (nl) |
SE (1) | SE8002981L (nl) |
Families Citing this family (32)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3107372C2 (de) * | 1981-02-27 | 1985-09-05 | Ntg Nukleartechnik Gmbh U. Partner, 6460 Gelnhausen | Brennelementkastenkontrollvorrichtung |
DE3219938C2 (de) * | 1982-05-27 | 1987-02-19 | Brown Boveri Reaktor GmbH, 6800 Mannheim | Einrichtung zum Detektieren defekter Hüllrohre von Brennstäben aus kompletten Brennelementen wassergekühlter Kernreaktoren |
JPS58182103U (ja) * | 1982-05-31 | 1983-12-05 | 三菱原子力工業株式会社 | 燃料集合体検査装置 |
US4471530A (en) * | 1982-09-21 | 1984-09-18 | Kalman Floor Company | Apparatus and method of measuring surface heights |
DE3337084A1 (de) * | 1983-10-12 | 1985-04-25 | Brown Boveri Reaktor GmbH, 6800 Mannheim | Verfahren und einrichtung zum auffinden defekter brennstabhuellrohre wassergekuehlter kernreaktoren |
US4689892A (en) * | 1985-06-17 | 1987-09-01 | Kalman Floor Company | Apparatus and method of measuring surface heights |
US4728483A (en) * | 1986-04-24 | 1988-03-01 | Westinghouse Electric Corp. | Apparatus for integrated fuel assembly inspection system |
US4766374A (en) * | 1986-11-14 | 1988-08-23 | The Babcock & Wilcox Company | Fuel channel flatness measurement |
FR2607244B1 (fr) * | 1986-11-20 | 1989-04-28 | Framatome Sa | Dispositif et methode de mesure de grille |
US4988476A (en) * | 1988-09-09 | 1991-01-29 | Hitachi, Ltd. | Method of and apparatus for evaluating deformation of channel box of fuel assembly for use in nuclear reactor |
US5112566A (en) * | 1989-04-12 | 1992-05-12 | General Electric Company | Device for dimensionally characterizing elongate components |
US5014439A (en) * | 1990-02-09 | 1991-05-14 | General Electric Company | Quality assurance apparatus for dimensionally inspecting elongated components |
DE4117408A1 (de) * | 1991-05-28 | 1992-12-03 | Teves Gmbh Alfred | In einer halterung befestigte messspitze fuer einen wegaufnehmer |
US5377236A (en) * | 1993-04-15 | 1994-12-27 | General Electric Company | Method and apparatus for measuring rod end squareness |
US5661766A (en) * | 1995-02-14 | 1997-08-26 | Siemens Power Corporation | Nuclear fuel assembly bow and twist measurement apparatus |
GB9520412D0 (en) * | 1995-10-06 | 1995-12-06 | British Nuclear Fuels Plc | Fuel assembly inspection station:tilt rectification |
US5859783A (en) * | 1996-01-05 | 1999-01-12 | Ytterberg Scientific Inc. | Method and apparatus for measuring flatness of a floor |
DE29622530U1 (de) * | 1996-12-30 | 1997-03-13 | Tzeng, Lee-Ching, Kaohsiung | Längenkorrekturvorrichtung |
DE19945930C2 (de) * | 1999-09-24 | 2003-05-28 | Framatome Anp Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Inspizieren eines Kernreaktor-Brennelements |
US7881896B2 (en) | 2002-02-14 | 2011-02-01 | Faro Technologies, Inc. | Portable coordinate measurement machine with integrated line laser scanner |
US6973734B2 (en) * | 2002-02-14 | 2005-12-13 | Faro Technologies, Inc. | Method for providing sensory feedback to the operator of a portable measurement machine |
US6957496B2 (en) * | 2002-02-14 | 2005-10-25 | Faro Technologies, Inc. | Method for improving measurement accuracy of a portable coordinate measurement machine |
US7519493B2 (en) * | 2002-02-14 | 2009-04-14 | Faro Technologies, Inc. | Portable coordinate measurement machine with integrated line laser scanner |
USRE42082E1 (en) | 2002-02-14 | 2011-02-01 | Faro Technologies, Inc. | Method and apparatus for improving measurement accuracy of a portable coordinate measurement machine |
US7073271B2 (en) * | 2002-02-14 | 2006-07-11 | Faro Technologies Inc. | Portable coordinate measurement machine |
US7246030B2 (en) * | 2002-02-14 | 2007-07-17 | Faro Technologies, Inc. | Portable coordinate measurement machine with integrated line laser scanner |
US6904691B2 (en) * | 2002-02-14 | 2005-06-14 | Faro Technologies, Inc. | Portable coordinate measurement machine with improved counter balance |
US20060193422A1 (en) * | 2005-02-14 | 2006-08-31 | Davis Michael D | Fuel channel characterization method and device |
CN101846508B (zh) * | 2009-03-24 | 2012-09-19 | 鸿富锦精密工业(深圳)有限公司 | 定位装置 |
KR101244865B1 (ko) * | 2011-07-08 | 2013-03-18 | 한전원자력연료 주식회사 | 핵연료집합체의 지지격자 폭 측정장치 |
GB2503488A (en) | 2012-06-28 | 2014-01-01 | Oliver Jukes | A Piston to Shaft Coupling |
CN111854563A (zh) * | 2020-07-22 | 2020-10-30 | 常州中车西屋柴油机有限公司 | 柴油机连杆检测工装及其检测方法 |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3181246A (en) * | 1961-09-27 | 1965-05-04 | Lonnie W Jenkins | Method and apparatus for determining the integrity of a solid propellant rocket motor |
US3621580A (en) * | 1967-10-04 | 1971-11-23 | Tovaglieri & C Spa | Machine for the dimensional control of elements for nuclear fuels |
US3689358A (en) * | 1969-08-15 | 1972-09-05 | Gen Electric | Nuclear fuel assembly with leakage flow control member |
JPS5335539B2 (nl) * | 1972-04-12 | 1978-09-27 | ||
JPS5311224Y2 (nl) * | 1973-10-24 | 1978-03-27 | ||
FR2304149A1 (fr) * | 1975-03-14 | 1976-10-08 | Framatome Sa | Procede et dispositif pour l'examen de prolongateurs d'un reacteur nucleaire |
CH609149A5 (nl) * | 1975-10-23 | 1979-02-15 | Heidenhain Gmbh Dr Johannes | |
JPS5410891A (en) * | 1977-06-27 | 1979-01-26 | Toshiba Corp | Bending measuring method device of fuel assembly |
-
1979
- 1979-04-23 US US06/032,112 patent/US4274205A/en not_active Expired - Lifetime
-
1980
- 1980-03-10 NL NL8001425A patent/NL8001425A/nl not_active Application Discontinuation
- 1980-04-02 IT IT21142/80A patent/IT1140823B/it active
- 1980-04-09 DE DE19803013660 patent/DE3013660A1/de active Granted
- 1980-04-21 SE SE8002981A patent/SE8002981L/ not_active Application Discontinuation
- 1980-04-21 ES ES490752A patent/ES8105503A1/es not_active Expired
- 1980-04-22 JP JP5241780A patent/JPS55163401A/ja active Pending
- 1980-04-23 MX MX808770U patent/MX6330E/es unknown
- 1980-04-23 CH CH314580A patent/CH645717A5/de not_active IP Right Cessation
-
1986
- 1986-09-03 JP JP1986134359U patent/JPS6249703U/ja active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US4274205A (en) | 1981-06-23 |
DE3013660C2 (nl) | 1991-06-20 |
SE8002981L (sv) | 1980-10-24 |
JPS6249703U (nl) | 1987-03-27 |
IT1140823B (it) | 1986-10-10 |
IT8021142A0 (it) | 1980-04-02 |
ES490752A0 (es) | 1981-05-16 |
JPS55163401A (en) | 1980-12-19 |
DE3013660A1 (de) | 1980-11-06 |
MX6330E (es) | 1985-04-15 |
ES8105503A1 (es) | 1981-05-16 |
CH645717A5 (de) | 1984-10-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8001425A (nl) | Meet-opspaninrichting. | |
US4197652A (en) | Plane of reference device | |
US4098003A (en) | Distortion detection device, notably for motor vehicle frames | |
EP2873943B1 (en) | Measuring unit for measuring the bending radius and the forwarding of a workpiece in a bending machine | |
CN103592190A (zh) | 金属板料反复弯曲包申格效应精密检测装置及方法 | |
JPS63198815A (ja) | 燃料チャネルの平坦度の測定 | |
US4922623A (en) | Gauging system for vehicle alignment equipment | |
US3310981A (en) | Dynamometers | |
JPH0365841B2 (nl) | ||
CN215676851U (zh) | 一种对钢丝绳的直径进行监测的装置 | |
CN208833142U (zh) | 一种便于拆卸的测径仪 | |
JPS61296201A (ja) | 被覆鋼管の自動膜厚測定装置 | |
JPH02287102A (ja) | 形鋼の曲がり検出装置 | |
CN215587486U (zh) | 一种板带轧机窗口开档尺寸的测量装置 | |
RU2008612C1 (ru) | Устройство для контроля формы сечения трубопровода | |
CN216622510U (zh) | 一种光纤三维场强测量装置 | |
JPH0434451Y2 (nl) | ||
CN219624669U (zh) | 光纤预制棒检测装置 | |
CN219389417U (zh) | 在线管道扫描建模及壁厚监测设备 | |
CN221340580U (zh) | 轨道检测用承载机构以及轨道检测设备 | |
RU2754423C1 (ru) | Способ определения деформации элементов конструкции дельта-робота, которая проявляется только в процессе его движения | |
CN208187328U (zh) | 一种可调节的颅内埋置的刺激电极直线度检测装置 | |
GB2117347A (en) | Apparatus for the positioning of an automobile vehicle bodywork on an inspection and/or repair gauge block | |
RU2346248C1 (ru) | Весы с механизмом гибкой передачи на катках в системе уравновешивания | |
JPS6230953A (ja) | 配管検査装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |