NL8001125A - Schroefboor voor het vervaardigen van betonnen fundatiepalen. - Google Patents

Description

r -« N.O. 28.730 -1- "Schroefboor voor het vervaardigen van betonnen fundatiepalen"

De uitvinding heeft betrekking op een schroefboor voor het vervaardigen van betonnen fundatiepalen bestaande uit een holle van boven en onder open kern, die is omgeven door een 5 schroeflijnvormig boorblad dat radiaal buiten de kern uitsteekt en aan het ondereinde naar de door de kern gevormde punt van de boor toeloopt en aan het boveneinde is voorzien van middelen voor het daarop aansluiten van een de boor roterend aandrijf orgaan.

10 Een dergelijke schroefboor is algemeen bekend. Bij een dergelijke schroefboor heeft de kern over de gehele lengte dezelfde binnen- en buitendiameter en is de buitendiameter van het schroefblad met uitzondering van het gedeelte nabij de punt eveneens over de gehele lengte gelijk. Met een dergelijke 15 schroefboor boort men een gat in de grond welk gat met beton wordt gevuld tijdens het terughalen van de boor via de holle kern.

Bij het boren ontstaat een gat waarvan de wand weinig of geen sterkte heeft en door het boren is verstoord. Met de boor 20 werden immers niet voldoende draagkrachtige lagen, zoals veenlagen, doorboord en op die plaatsen kan dan gemakkelijk'een verzakking of vervorming van de gatwand plaatsvinden.

Bij het trekken van de boor moet steeds zorg worden gedragen dat de betondruk in de ruimte onder de boor groter is dan 25 de gronddruk. Doet men dit niet dan kan de grond rondom het gat naar binnen worden gedrukt door de druk van de omringende grond, er kunnen plaatselijk insnoeringen van de betonkolom ontstaan.

Er kunnen echter ook uitstulpingen ontstaan, indien de 30 grond zo zacht is dat hij zich als een visceuse massa gedraagt, met een S.G.aanmerkelijk kleiner dan het S.G. van beton.

De geformeerde betonkolom kan dan niet blijven staan, de betonmassa zal zich omlaag bewegen, zodat de paal aan de onderzijde veel breder en aan de bovenzijde zeer smal wordt.

35 Doel van de uitvinding is nu een schroefboor te verschaffen waarmee een gat en dus ook een paal kan worden gemaakt, waarbij zich het genoemde probleem niet meer voordoet.

Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat het buitenvlak van de kern op afstand van de punt naar 40 boven toe kegelvormig in diameter toeneemt bij gelijkblijvende of nagenoeg gelijkblijvende buitendiaijieter 800 1 1 25 ▼ -2- van het boorblad. Door het kegelvormig in diameter toenemen van het buitenvlak van de kern bereikt men dat de door het schroefblad omhoog gevoerde grond zijdelings wordt weggedrukt waardoor een verdichting van de grond rond het boorgat ontstaat, 5 die voldoende schuifweerstand heeft om tijdens het vullen de betonkolom te ondersteunen totdat het beton voldoende is verhard. Deze verdichte gatwand is enerzijds in staat de grond-druk te weerstaan en anderzijds de betondruk.

Bij voorkeur wordt het naar boven toe op het 10 kegelvormige deel volgende deel cilindrisch uitgevoerd waarbij men het schroeflijnvormge blad op het kegelvormige deel laat eindigen. Dit cilindrische deel houdt het reeds gevormde gat in stand en deze werking wordt nog vergroot wanneer het cilindrische deel een diameter heeft die groter is dan die 15 van de buitendiameter van het blad. Het bovengedeelte van het kegelvormige deel en het cilindrische deel zorgen dan voor de verdichting van de wand zelf doordat het cilindrische deel een grotere gatdiameter maakt dan het boorblad en dit laatste zorgt voor de toe/oer van losgemaakte grond die ook 20 in dit geval opzij in de gatwand wordt weggedrukt.

Opgemerkt wordt dat uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 7408154 bekend is het aan de uitvinding ten grondslag liggende probleem op te lossen door tijdens het terughalen van de boor in het gat een flexibele 25 zak aan te brengen die het beton omgeeft. Met deze andere benadering kan men ongewenste paalvormen echter niet volledig vermijden.

Met de bekende schroefboor is het gebruikelijk zover te boren totdat men de dragende laag heeft bereikt 30 en een voldoende conusweerstand heeft vastgesteld in de orde 2 van grootte van 10 kg/cm ..Daarna trekt men de boor terwijl men beton aanbrengt met de hiervoor reeds genoemde bezwaren.

De boor volgens de uitvinding ; maakt een andere werkwijze mogelijk en wenselijk. Met de boor volgens de uit-35 vinding is het nuttig zo diep te boren dat de boor met het kegelvormige kerndeel tot in de dragende laag wordt gebracht voordat men de boor trekt. Dit houdt in dat de gatwand tot aan de dragende laag is verdicht. De boor penetreert zelf wel dieper in de dragende laag dan gebruikelijk maar in de 40 dragende laag doet zich het hierboven beschreven probleem met 800 1125 . . -Ή -3- betrekking tot de wand van het gat niet voor.

De tekening toont een uitvoeringsvorm van de boor van de uitvinding.

Deze bestaat uit de holle kernhuis 1 omgeven 5 door het schroefblad 2. In het bovengedeelte is een kegelvormige verwijding 3 aangebracht die overgaat in een gladde cilinder 4. Het schroefblad 2 eindigt op het kegelvormige deel 3. De diameter van het deel 4 is groter dan die van het schroefblad 2.

10 5 is een bekende aandrijfinrichting en 6 een vulslang voor beton.

De schroefboor brengt met het schroefblad 2 de losgemaakte grond omhoog waarbij het kegelvormige deel 3 belet dat de grond boven het maaiveld 7 uitkomt. Deze grond 15 wordt zijdelings weggedrukt waarna bij het verder dalen van de boor de cilindrische wand 4 ervoor zorgt dat de wand 8 van het gat glad gestreken wordt. Wanneer met de onderbroken lijn 9 is voorgesteld de dragende laag dan kan volgens de uitvinding het boren zo diep worden voortgezet tot het 20 kegelvormige deel 3 bij voorkeur ter plaatse van de overgang op het cilindrische deel 4 tot aan de laag 9 is voortgeschreden.

- conclusies - 1001125

Claims (4)

1. Schroefboor voor het vervaardigen van betonnen fundatie-palen bestaande uit een holle van boven en onder open kern, die is .omgeven door een schroeflijnvormig boorblad dat radiaal buiten de kern uitsteekt en aan het ondereinde naar de door de kern gevormde punt 5 van de boor toeloopt en aan het boveneinde is voorzien van middelen voor het daarop aansluiten van een de boor roterend aandrijforgaan, met het kenmerk, dat het buitenvlak van de kern op afstand van de punt naar boven toe kegelvormig in diameter toeneemt bij gelijkblijvende of nagenoeg gelijkblijvende buitendiameter van het 10 boorblad.

2. Schroefboor volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat naar boven toe op het kegelvormige deel van de kern een cilindrisch deel volgt waarvan het buitenoppervlak glad is.

3. Schroefboor volgens conclusie 2,met het len-15 merk, dat het cilindrische deel een diameter heeft die groter is dan de buitendiameter van het boorblad.

4·. Werkwijze voor het toepassen van de schroefboor volgens een of meer der voorgaande conclusies voor het vervaardigen van betonnen fundatiepalen waarbij met de boor tot in de dragende laag wordt geboord 20 en vervolgens tijdens het terughalen van de boor via de holle kern mortel wordt toegevoerd, m et het kenmerk, dat de boor met het kegelvormige kerndeel tot in de dragende laag wordt gebracht voordat het terughalen en de toevoer van mortel plaats vindt. m ______ 800 1 1 25