NL8000958A - Regelinrichting voor een installatie met meerdere ketels. - Google Patents

Regelinrichting voor een installatie met meerdere ketels. Download PDF

Info

Publication number
NL8000958A
NL8000958A NL8000958A NL8000958A NL8000958A NL 8000958 A NL8000958 A NL 8000958A NL 8000958 A NL8000958 A NL 8000958A NL 8000958 A NL8000958 A NL 8000958A NL 8000958 A NL8000958 A NL 8000958A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
heat
heat source
boiler
switched
temperature
Prior art date
Application number
NL8000958A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vaillant Joh Gmbh & Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vaillant Joh Gmbh & Co filed Critical Vaillant Joh Gmbh & Co
Publication of NL8000958A publication Critical patent/NL8000958A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D12/00Other central heating systems
    • F24D12/02Other central heating systems having more than one heat source
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24DDOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
    • F24D2200/00Heat sources or energy sources
    • F24D2200/04Gas or oil fired boiler
    • F24D2200/043More than one gas or oil fired boiler
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02BCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO BUILDINGS, e.g. HOUSING, HOUSE APPLIANCES OR RELATED END-USER APPLICATIONS
    • Y02B30/00Energy efficient heating, ventilation or air conditioning [HVAC]

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Control Of Combustion (AREA)
  • Control Of Steam Boilers And Waste-Gas Boilers (AREA)
  • Steam Or Hot-Water Central Heating Systems (AREA)

Description

49 463/AH/AS - 1 - * 'f
Regelinrichting voor een installatie met meerdere ketels.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie met meerdere warmtebronnen, die een verbruikertak voor verbruikervoorloop en -terugloopfluïdum voeden, waarbij 5 de voorlooptemperatuur en de temperatuur van de warmtebron in afhankelijkheid van een verwarmingskromme zijn gestuurd en 'bij de verwarmingskromme voor de warmtebron een constant signaal is opgeteld (in het bijzonder volgens de Duitse octrooiaanvrage P 2901566.5) en op een 10 inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.
Er zijn ketelinstallaties met meerdere ketels bekend, waarbij de keteltemperatuur glijdend doorlopen wordt, d.w.z. de keteltemperatuur een functie is van de verwarmingskromme waarbij de verwarmingskromme de 15 voorlooptemperatuur als functie van de buitentemperatuur voorstelt. Hierbij vinden ketels van de dezelfde ver-mogensafgifte toepassing. Een ketel wordt als grondbe-lastingsketel in werking gesteld, terwijl een tweede ketel in afhankelijkheid van de buitentemperatuur wordt 20 ngesteld, ierv'ijl de eerste ketel in werking blijft.
De uitvinding heeft ten doel het werkrendement van een dergelijke installatie met meerdere ketens verder te verhogen, voor beide ketels en bij benadering even grote brandtijd te bereiken en vermogensaanpassing 25 van het ketelvermogen aan de daadwerkelijke warmtebehoefte te bereiken.
Voor het bereiken van dit oogmerk wordt volgens de uitvinding zorg gedragen, dat de warmtebronnen onderling verschillende vermogens hebben, waarbij de warmte-30 bron met het kleinere vermogen de minimum behoefte dekt en bij verhoogde warmtebehoefte op de warmtebron met het hogere vermogen wordt omgeschakeld en bij verdere toename van de vermogensbehoefte de warmtebron met het kleinere vermogen wordt bijgeschakeld.
35 Het bereikte technische voordeel bestaat, hierin, dat de stil^standverliezen door de evenredige langere brandtijden tot een minimum worden beperkt. Door het 800 0 9 58 ' i - 2 - bijschakelen van de ketel te ontkoppelen van de buitentemperatuur wordt een gelijkmatige benutting van de ketels bereikt, zodat de levensduurverwachting van de totale ketelinstallatie wordt verhoogd.
5 De uitvinding zal hieronder nader worden toege licht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van de meerketel-installatie volgens de uitvinding is weergegeven.
Hierin toont: 10 Fig. 1 een meerketelinstallatie met twee ketels en een verwarmingskringloop, en
Fig. 2 een schakelschema van de regelinrichting.
Met elkaar overeenstemmende constructiedelen zijn in beide figuren met dezelfde verwijzingscijfers aange-15 duid.
Fig. 1 toont een gunstige uitvoeringsvorm van'de ketelinstallatie volgens de uitvinding, die bestaat uit een fluïdum verhitter zoals een warmtepomp, uit een met gas gestookte waterverhitter of een met olie gestookte 20 ketel 1 en uit een ketel 2. De maximum ketelvermogens moeten een verhouding van 1/3 tot 2/3 hebben. Een ketel-voorloopleiding 3 en een ketelterugloopleiding 4 verbinden de ketels 1 en 2 met.elkaar en met een vierwegsmeng-klep 5, waarop de verwarmingskring met een verwarmings-25 voorloopleiding 6, een circulatiepomp 7 en een terugloop- leiding 8 is aangesloten. Tussen de verwarmingsvoorloop-leiding 6 en de -terugloopleiding 8 is een gebruikstoe-stel in de vorm van een radiator en/of een warm water verhitter 9 geschakeld.
30 De regelinrichting 10 is via een leiding 11 ver bonden met een buitentemperatuur 12 (negatueve tempera-tuurcoëfficient-weerstand), via een leiding 13 verbonden met een op de voorloopleiding 6 aangebrachte voorloop-temperatuurtaster 14 (negatieve temperatuurcoëfficient-35 weerstand) via een leiding 15 verbonden met aan de keteltemperatuur van de ketel 2 registrerende keteltem-per atuur tas ter 16 (negatie/e temperatuurcoëfficient-* weerstand), en via een leiding 17 met een de keteltem-peratuur van de ketel 1 registrerende keteltemperatuur- 800 0 9 58 -3--
V
taster 18 (negatieve temperatuurcoëfficient-weerstand).
De regelinrichting. 10 voedt via een leiding 19 een magneetkle'p 20 van een gasbrander 21 van de ketel 2 via een leiding 22 van magneetklep 23 van een gasbrander 5 24 van de ketel 1. De magneetkleppen 20 en 23 zijn in gebouwd in een gastoevoerleiding 25. Eventueel kunnen ook oliebranders in aanmerking komen.
Een motor 27, waarmede een niet nader weergegeven kleporgaan van de mengklepeenhaid 5 wordt bijgeregeld, 10 via leidingen 28, 29 en 30 aangesloten op de regelin- - richting 10, waarbij de leiding 29 is aangesloten op de nulleider van een niet nader weergegeven netvoedings-spanning.
In de ketelvoorloopleiding 3 is achter elk van de 15 ketels 1 en 2 telkens een magneetklep 31, resp. 32 geplaatst, die via een leiding 33, resp. 34 is verbonden met de regelinrichting 10. De magneetklep 31 is toegevoegd aan de ketel 1 en de magneetklep 32 aan de ketel 2 en sluit, resp. opent de desbetreffende warmtekringvoor-20 loop 3. De kleppen 31 en 32 kunnen op doeltreffende wijze zijn uitgevoerd als thermisch aangedreven kleppen, waarbij het instelorgaan wordt bijgesteld met een door middel van een verwarmingsweerstand verwarmd uizettings-lichaam, 25 Fig. 2 toont het principe schakelschema van de regelinrichting 10. Een dak 41 van een meetbrug 40 bevat een serie keten van de buitentemperatuurtaster 12 en een weerstand 42, terwijl een andere brugtak 43 een serie keten van de voorlooptemperatuurtaster en een potentio-30 meter 44 bevat. De weerstanden 12 en 44 zijn aangesloten op een positieve pool 45 van een spanningsbron, terwijl de weerstanden 42 en 14 bij 46 aan aarde zijn gelegd!
De knooppunten 47 en 48 vormen een diagonaal van de meetbrug. Op het knooppunt 48 is via een leiding 49 een in-35 gang van een driepuntsregelaar 50 aangesloten, waarvan de andere ingang 51 is verbonden met het knooppunt 47 van de brugdiagonaal. De driepuntsregelaar 50 beïnvloedt twee relais, waarvan evenwel alleen de contacten 52 en 53 zijn-weergegeven. Het relaiscontact 52 is via een . » 800 0 9 58 i> - 4 - leiding 28, het relaiscontact 53 en een leiding 30 verbonden met de mengeenheidmotor 27. Op de beide contacten 52 en 53 is de fase R van een niet nader weergegeven wisselspanningsbron aangesloten.
5 Het knooppunt 47 van de brugdiagonaal is via een leiding 54 verbonden met een ingang 55 van een vergelijker 56 en met een ingang 57 van een verdere vergelijker 58.
Een ingang 59 van de vergelijker 56 is enerzijds via een knooppunt 60 en een weerstand 61, die als poten-10 tiometer kan zijn uitgevoerd, aangesloten op de pool 45 en anderzijds via de in de ketel 2 aangebrachte tempera-tuurtaster 16 bij 46 aan aarde gelegd.
Een ingang 62 van de vergelijker 58 is via een knooppunt 63 en een weerstand 64, die als potentiometer 15 kan zijn uitgevoerd, aangesloten op de pool 45 en via de in de ketel 1 aangebrachte keteltemperatuurtaster 18 bij 46 aan aarde gelegd. De weerstand 64 en de keteltemperatuurtaster 18 liggen hierbij in serie, hetwelk eveneens het geval is met de weerstand 61 en de temperatuur-20 taster 16.
Vanuit het knooppunt 60 voert een leiding 67 via een weerstand 68 naar een ingang 69 van een vergelijker 70. Evenzo voert vanuit het knooppunt 63 een leiding 71 · via een weerstand 72 naar een ingang 73 van een verdere 25 vergelijker 74. Een ingang 75 van de vergelijker 70 is verbonden met een ingang 76 van de vergelijker 74 en via een leiding 77 en een ingeschakelde weerstand 78 verbonden met het knooppunt 47.
Vanuit een uitgang 80 van de vergelijker 74 voert 30 een leiding 79 via een inverteerelement 81 naar een ingang 82 van een flipflop 83. Op de ene klokingang 84 van de flipflop 83 is een leiding 85 aangesloten, die gevoed wordt door een uitgang 86 van een klokpulsgene-rator 87.
35 Een uitgang 88 van de flipflop 83 is via een leiding 89 aangesloten op een ingang 90 van een NIET/EN-'poort 91 en verder aangesloten op een ingang 92 van een verdere NIET/EN-poort 93. Een ingang 94 van de NIET/EN-" poort 91 is via_ een leiding 95 aangesloten op een uitgang 8 Q 0 0 9 5 8 .-5- V» 96 van de vergelijker 56. Eeri uitgang 97 van de vergelijker 70 is via een leiding 98 aangesloten op een ingang 99 van de NIET/EN-poort 93. Een uitgang 101 van de NIET/EN-poort 93 voedt via een leiding 102 een ingang 5 103 van een verdere NIET/EN-poort 104 en via een weer stand 105 een basis 106 van een transistor 107, waarop een emitter 108 bij 46 aan aarde is gelegd en waarvan de collector 109 via een relaisspoel 110 en een leiding 111 is aangesloten op de pool 45. Een uitgang 112 van de 10 vergelijker 58 is via een leiding 113 aangesloten op een ingang 114 van de NIET/EN-poort 104, waarvan de uitgang 115, die een inverteerelement 117 en een weerstand * 118 bevat, voert naar een basis 119 van een transistor 120.
15 Een emitter 121 van de transistor 120 is bij 46 aan aarde gelegd, terwijl een collector 120 van de transistor 120 via een relaisspoel 123 en een leiding 124 is aangesloten op de aansluitpool 45.
Een uitgang 125 van de NIET/EN-poort 91 is via een 20 leiding 126 aangesloten op een ingang 127 van een inverteerelement 128. De leiding 89 is via een weerstand 129 aangesloten op een basis 130 van een transistor 131, waarvan de collector 132 via een relaisspoel 133 en een leiding 134 wordt gevoed vanuit de aansluitpool 45 en 25 waarvan de emittor 135 bij 46 aan aarde is gelegd.
Vanuit een uitgang 136 van het inverteerelement 128 voeren leidingen 137 via een weerstand 138 naar een basis 139 van een transistor 140 verder naar een ingang 141 van een monostabiele multivibrator 142, naar een 30 ingang 143 van een NIET/EN-poort 100 eh via een inverteerelement 144 naar een ingang 145 van een NIET/EN-poort 146, waarvan de tweede ingang 147 via een leiding 148 gevoed wordt door een klokpulsgenerator 149.
Een uitgang 150 van de NIET/EN-poort 100 is via 35 een leiding 151 aangesloten op een telingang 152 van een binaire n-bitsteller 153.
Een uitgang 154 van de NIET/EN-poort 146 is via een leiding 155 aangesloten op een ingang 156 van een verdere binaire n-bitsteller 157. De binaire teller 153 800 0 9 58 - 6 - en 157 zijn via 1-eidingen 158 en 159 werkzaam op een n-bitsvergelijker 160, waarvan de uitgang 161 via een leiding 162 en ingang 163 van de flipflop 83 beïnvloedt.
Een emittor 164 van de transistor 140 is bij 46 5 aan aarde gelegd, terwijl de collector 165 hiervan via een relaisspoel 166 is aangesloten op de aansluitpool 45.
De bekrachtiging van de relaisspoel 110 wordt via een werkcontact 167 de leiding 33 aangesloten op een fase R, terwijl door bekrachtiging van de relaisspoel 134 10 via een werkcontact 168 de leiding 34 op de fase R wordt aangesloten.
Door middel van een relaiswerkcontact 169 van de relaisspoel 124 wordt de leiding 22 en door middel van een relaiscontact 170 van de relaisspoel 166 de leiding 15 19 aangesloten op de fase R. De weerstandscombinatie 171, 172, 173 dient voor het beinvloeden van de meetbrug. Hiertoe worden de in serie geschakelde weerstanden 171 en 172 resp. aangesloten op de aansluitpool 45 en aarde 46, terwijl het gemeenschappelijke verbindingspunt van deze 20 weerstanden via de weerstand 173 is aangesloten op het knooppunt 47.
Een uitgang 175 van de monostabiel multivibrator 142 is via een leiding 176 aangesloten op een ingang 177 van de teller 153 en op een ingang 178 van de teller 157. 25 Deze beide ingangen zijn werkzaam als terugstelingangen.
De werking van de bovenbeschreven inrichting zal hieronder nader worden uiteengezet.
Aangenomen wordt, dat de verwarmingsinstallatie werkzaam is bij een relatief hoge buitentemperatuur. In 30 dit geval is alleen de ketel 1 via de geopende magneet-klep 31 op de warmtekring aangesloten. De magneetklep 32 is gesloten. In afhankelijkheid van'de buitentemperatuur, gemeten met behulp van de buitentemperatuurtaster 12, wordt de mengklep 5 in overeenstemming met een te-35 voren ingestelde verwarmingskromme bijgeregeld.
Het buitentemperatuurafhankelijke signaal wordt evenwel ook aangelegd aan de vergelijker 58, waarvan de andere ingang 62 wordt gevoed met een keteltemperatuur-signaal. In afhankelijkheid van deze vergelijking ver- 800 Ó 9 58 •if- - 7 - schijnt aan de uitgang 112 een signaal. Indien de temperatuur daalt tot beneden de referentievoorlooptemperatuur plus een constante waarde, wordt een H-signaal afgegeven, terwijl in het andere geval, dat is wanneer de tempera-5 tuur, gemeten door de keteltemperatuurtaster, hoger is dan de referentievoorlooptemperatuur plus een constante waarde, een L-signaal wordt afgegeven.
Het H-signaal correspondeert hierbij met de positieve potentiaal en het L-signaal met de aardpotentiaal.
10 Aan de cel aan de ingang 114 van de NIET/EN-poort 104 zal een H-signaal verschijnen bij een vraag naar meer warmte. Aan de ingang 92 van de NIET/EN-poort 93 verschijnt aan van de uitgang 88 van de flipflop 83 afkomstig Lrsignaal.
15 Tijdens het inschakelen van de regelinrichting wordt via een niet nader weergegeven terugstelketen zowel de flipflop 83, waarvan de ingang 88 de L-potentiaal aanneemt, als de tellers 153 en 157 teruggesteld op nul.
Aan de uitgang 101 van de NIET/EN-poort 93 zal 20 dan een H-signaal verschijnen, zodat de transistor 107 wordt doorgeschakeld en de magneetklep 51 aan spanning ligt. Tegelijkertijd wordt de NIET/EN-poort 104 vrijgegeven, zodat in afhankelijkheid van de door de ketel 1 gevraagde warmte via de transistor 21 en het relaiscon-25 tact 169 de relaisklep 23 wordt bekrachtigd en de brander wordt ontstoken. Door de vergelijker 74 worden de keteltemperatuur van de ketel 1 en de buitentemperatuur bepaald. Wanneer nu bij verhoogde warmtevraag de keteltemperatuur daalt beneden een door de buitentemperatuur 30 tevoren bepaalde waarde volgens de verwarmingskromme, komt de uitgang 80 op de L-potentiaal, waardoor aan de ingang 82 van de flipflop 83 een H-signaal verschijnt.
De flipflop 83 wordt ingesteld op het tijdstip, waarop door de klokpulsgenerator 87 een klokpuls wordt 35 afgegeven. De uitgang 88 komt dan op de H-potentiaal. Hierdoor zal zowel aan de ingang 90 van de NIET/EN-poort 91 als aan de ingang 92 van de NIET/EN-poort 94 een H-signaal verschijnen. Door dit signaal wordt bewerkstelligd, dat de transistor 131 wordt doorgeschakeld, 800 0 9 58 a - 8 - waarbij het relaiscontact 168 wordt gesloten en de magneetklep 32 wordt geopend.
De temperatuur in de ketel 2 is lager dan die van de door de warmtekromme verlangde (ketel 2 was tot nu toe 5 uitgeschakeld), zodat aan de uitgang 96 van de vergelijker 56 een H-signaal verschijnt, daar de vergelijker 56 een afwijking van de nominale waarde, gemeten met de ketel-temperatuurtaster 16, ten opzichte van de referentiewaarde met bijgetelde constante waarde, bepaald door de 10 buitentemperatuurtaster 12, vaststelt. Aan de ingangen 94 van de NIET/EN-poort 91 verschijnt dus een H-signaal, waardoor aan de uitgang 125 een L-signaal optreedt, dat door middel van het inverteerelement 128 wordt geïnverteerd. Aan de uitgang 136 van het inverteerelement 128 15 treedt dus een H-signaal op, dat de transistor 140 doorstuurt en derhalve de brandstofklep 20 van de ketel 2 bekrachtigt. Wanneer de voorlooptemperatuur van de ketel-temperatuur van de ketel 1 wordt overschreden, wordt de ketel 1 afgeschakeld, d.w.z. de uitgang 112 van de 20 vergelijker 58 komt op het niveau L, waardoor de basis 119 van de processor 120 stroomloos wordt, het contact 169 wordt geopend en de magneetklep 23 wordt gesloten.
Bij het overschrijden van de referentievoorlooptempera-tuur van de ketel 2 verschijnt aan de uitgang 97 van de 25 vergelijker 70 een H-signaal, dat aan de uitgang 101 van de NIET/EN-poort een L-signaal doet ontstaan. De transistor 107 wordt dan stroomloos, het relaiscontact 167 wordt geopend en de magneetklep 31 scheidt de ketel 1 van de' ketelvoorloop 3.
30 Wanneer door de keteltemperatuur van de ketel 2 de referentievoorlooptemperatuur met opgetelde constante waarde wordt overschreden, verschijnt aan de uitgang 96 van de vergelijker 56 een L-signaal, waardoor de NIET/EN-poort 91 wordt gesperd, zodat aan de uitgang 125 een 35 H-signaal verschijnt. Aan de basis 139 van de transistor 41 verschijnt het geïnverteerde signaal, waarbij de transistor 134 wordt gesperd en via het contact 170 de magneetklep 20 wordt gescheiden van de wisselspannings-bron, zodat de brander 21 dooft.
800 0 9 58 - 9 - . De drempelwaarden van de vergelijker 56 en 58 zijn hierbij zodanig gekozen, dat de ketel 2 een hogere voorinsteltemperatuur heeft dan de ketel 1.
Uit het bovenstaande volgt, dat steeds wanneer 5 het vermogen van de ketel 2 te klein is voor de momentele warmtevraag, de ketel 1 wordt bijgeschakeld, zodat de temperatuur beneden de referentievoorlooptemperatuur van de ketel 2 komt, waarbij een uitgang 97 van de vergelijker 70 een L-signaal verschijnt, waardoor de 10 NIET/EN-poort 93 wordt gesperd en aan de uitgang 101 een H-signaal verschijnt. Via de transistor 107 wordt de magneetklep 31 van de ketel bijgeschakeld. Tegelijkertijd wordt de NIET/EN-poort 104 vrijgegeven, zodat via de transistor 120 de magneetklep 23 door de vergelijker 15 58 kan worden gestuurd. Dit betekent, dat in een uiterste geval de ketel 2 steeds en de ketel 1 bijna steeds verwarmt .
Wanneer de vraag naar warmte daalt, wordt de brander 21 van de ketel 2 in steeds grotere tijdsinter-20 vallen afgeschakeld·. Hierdoor ontstaat eer bepaalde werkfractieverhouding van de brandduur tot de niet-brandduur. Door het inverteerelement 128 wordt tegelijkertijd met het verschijnen van het H-signaal aan de uitgang 96 van de vergelijker 56 de monostabiele multivibrator 25 142 getrekkerd, die op haar beurt een terugstelpuls afgeeft aan de tellers 153 en 157. Via de NIET/EN-poort DO wordt de telingang 152 vrijgegeven zodat de telpulsen van de klokpulsgenerator 97 worden geteld. De telingang 156 van de teller 157 wordt gesperd. Zodra aan de uitgang 30 96 een L-signaal verschijnt, d.w.z. de keteltemperatuur van de ketel 2 de voorlooptemperatuur met toegevoegde constante waarde overschrijdt, verschijnt aan de uitgang 136 van het inverteerelement 128 eveneens een L-signaal. Hierdoor komt de transistor 140 in de niet-geleidings-35 toestand, waarbij het contact 170 wordt geopend en de brander 21 van de ketel 2 wordt afgeschakeld. Tegelijkertijd wordt de klokingang 152 van de teller 154 gesperd en de tevoren gesperde klokingang 156 van de teller 157 vrijgegeven.
800 0 9 58 - 10 -
Gedurende de niet-brandtijd worden de pulsen van de klokpulsgenerator 149 door de teller 157 geteld.
De frequenties van de klokpulsgeneratoren 87 en 149 zijn zodanig in te stellen, dat de periodeduur Tl en de 5 uitgangspuls van de klokpulsgenerator 87 tot de periodeduur T2 van de uitgangspuls van de klokpulsgenerator 49 overeenkomt met de verhouding van het warmtevermogen Q1 van de ketel 1 tot het warmtevermogen Q2 van de ketel 2, verminderd met het warmtevermogen Q1 of wel T1/T2 = Ql/ 10 (Q2-Q1).
Wanneer door de teller 157 een hogere tellerstand wordt bereikt dan door de teller 153 gedurende de brand-tijd bereikt werd, wordt door de vergelijker 160 een H-signaal afgegeven aan de ingang 163 van de flipflop 83. De teller 153 is hierbij zodanig uitgevoerd, dat zij de hoogst mogelijke tellerstand bewaard. Zodra de eerstvolgende klokpuls van de klokpulsgenerator 87 verschijnt wordt de flipflop 83 teruggesteld, zodat aan de uitgang 88 een H-signaal verschijnt, waardoor de tranastor 131 in‘de niet-geleidingstoestand komt. Via het contact 168 wordt de stroom door de magneetklep 32 onderbroken en aldus de ketel 2 gescheiden van de verwarmingsvoorloop-leiding 3. Door het L-signaal aan de ingang 92 van de NIET/EN-poort 93 wordt bewerkstelligd, dat de transis-
2 R
tor 107 wordt geleidend gemaakt en aldus de magneetklep 31 wordt bekrachtigd en de ketel 1 wordt verbonden met de verwarmingsvoorloopleiding 3. De voorlooptemperatuur wordt aldus voor de ketel 1 in stand gehouden.
Het is doelmatig gebleken, om in de leiding 162 een tussengeheugen aan te brengen, waarin de H-toestand van de vergelijker 160 zo lang wordt bewaard, totdat door de klokpulsgenerator 87 meerdere klokpulsen werden afgegeven. Hierdoor wordt het mogelijk om vóór de ingang 163 van de flipflop 83 een EN/poort aan te brengen, waarmede wordt zorg gedragen, dat de uitgang 88 van de flipflop 83 niet zal worden teruggesteld voordat bijvoorbeeld de vergelijker 160 een H-signaal heeft afgegeven en aan de uitgang 96 een H-signaal verschijnt, d.w.z. dat eerst wordt omgeschakeld wanneer er een nieuwe vraag naar warmte ontstaat.
Conclusies.
80 0 0 9 58

Claims (13)

1. Werkwijze voor het regelen van een verwarmings-installatie met ten minste twee warmtebronnen, die een voorloopleiding voeden en die via een mengbatterij een verbruikertak voor een verbruikervoorloop- en terugloop- 5 fluïdum voeden, waarbij de voorlooptemperatuur en de temperatuur van de warmtebron in afhankelijkheid van een warmtekromme zijn gestuurd en bij de warmtekromme voor de warmtebron een constant signaal is opgeteld (in het bijzonder volgens de Duitse octrooiaanvrage P 2901566.5), 10 met het kenmerk, dat de warmtebronnen onderling verschillende vermogens vertonen, waarbij de warmtebron met het kleinere vermogen de minimumwarmtevraag dekt en bij verhoogde warmtevraag wordt omgeschakeld op de warmtebron met het hogere vermogen en bij verdere toe-15 name van de vermogensvraag de warmtebron met het kleinere vermogen wordt bijgeschakeld.
2. Werkwijze voor het regelen van een verwarmings-installatie volgens conclusie l,met het.k e n - m e r k, dat bij het beneden de temperatuur van de warmte-20 bron komen met het kleinere vermogen beneden de met de warmtekromme corresponderende temperatuur wordt omgescha- " keld op de warmtebron met het hogere vermogen.
3. Werkwijze voor het leveren van een verwarmings-installatie volgens conclusie 1 of 2,met het 25 kenmerk, dat bij een van de verhouding van de warmtebronnen ten opzichte van elkaar afhankelijke puls-werkfractieverhouding van de brand- en niet-brandperioden van de warmtebron met het grotere vermogen wordt omgeschakeld op de warmtebron met het kleinere vermogen.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de verhouding van de periodeduur van de klokpulsgeneratoren, dit is de pulswerkfractieverhou-ding, waarbij wordt omgeschakeld, de betrekking T1/T2 = Q1/CQ2-Q1) geldt, waarin 800 0 9 58 Λ - 12 - * Q1 de nominale warmtebelasting van de ketel 1, Q2 de nominale warmtebelasting van de ketel 2, Tl de periodeduur van de klokpulsgenerator 1/ resp. de brandtijd, en
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat wanneer de temperatuur van de warmtebron met het grotere vermogen beneden de 10 temperatuur van de warmtekromme komt deze warmtebron voortdurend is ingeschakeld en de grotere warmtevraag gedekt is door inschakelen van de warmtebron met het kleinere vermogen.
5 T2 de periodeduur van de klokpulsgenerator 2, resp. de niet-brandtijd voorstelt.
6. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwij ze 15 volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klokpulsen van de klokpulsgenera-toren (87, 149) geteld zijri door tellers (153, 157), waarvan de uitgangen (158, 159) via een vergelijker (160) een geheugen (84) beinvloeden, dat in afhankelijk-20 heid van de vergelijking wordt omgeschakeld.
7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat een magneetklep (20) van een brand-stoftoevoersysteem wordt ingeschakeld in afhankelijkheid van de toestand van de uitgang (88) van het geheugen 25 (83) en van de vergelijking tussen de referentie- en nominale waarde in eeii vergelijker (74) .
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, "m e t het k enmerk, dat de magneetklep (23) van het brandstoftoevoersysteem voor de warmtebron (1) wordt 3Q ingeschakeld in afhankelijkheid van de geïnverteerde toestand aan de uitgang (88) van het geheugen (83) en van de vergelijking tussen de referentie- en nominale waarde in de vergelijker (58).
9. Inrichting volgens een der conclusies 6, 7 of 8, 35 met het k enmerk, dat een klep (32) voor 80 0 0 9 58 - 13 - ' S het bijschakelen van de warmtebron (2) aan de verwarmings-voorloop (3) wordt geschakeld in afhankelijkheid van de toestand aan de uitgang (80) van het geheugen (83).
10. Inrichting volgens conclusie 6, 7, 8 of 9, 5 met het kenmerk, dat de klep (31) voor het bijschakelen van de warmtebron (1) aan de voorloopleiding (3) wordt beinvloed door de geïnverteerde toestand van het geheugen (83).
11. Inrichting volgens een der conclusies 6-10, 10 met het k enmerk, dat het geheugen (83) in afhankelijkheid van de toestand van de uitgang (80) van de vergelijker (74) wordt omgekeerd en dat in afhankelijkheid van de toestand van de vergelijker de klep (31) voor het bijschakelen van de ketel (1) op de voorlooplei-15 ding wordt gestuurd.
12. Inrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat voor het omschakelen van de warmtebron eerst na een vernielde warmtevraag door een meettaster (16, 18) plaats vindt.
13. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 12,met het k enmerk, dat het warmtevraagsignaal en het omschakelsignaal zijn aangelegd aan een ingang van een EN/poort. 80 0 0 9 58
NL8000958A 1979-02-17 1980-02-15 Regelinrichting voor een installatie met meerdere ketels. NL8000958A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2906557A DE2906557C2 (de) 1979-02-17 1979-02-17 Verfahren und Vorrichtung zum Regeln einer Heizungsanlage mit zwei Wärmequellen
DE2906557 1979-02-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000958A true NL8000958A (nl) 1980-08-19

Family

ID=6063448

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000958A NL8000958A (nl) 1979-02-17 1980-02-15 Regelinrichting voor een installatie met meerdere ketels.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE2906557C2 (nl)
FR (1) FR2453368A1 (nl)
GB (1) GB2045466B (nl)
NL (1) NL8000958A (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3027802C3 (de) * 1980-07-23 1988-08-18 Buderus Heiztechnik GmbH, 6330 Wetzlar Regelung eines Heizungskessels
DE3046369C2 (de) * 1980-12-09 1983-12-15 Buderus Ag, 6330 Wetzlar Verfahren zum Regeln einer Heizungsanlage
DE3328189A1 (de) * 1982-08-28 1984-03-01 Joh. Vaillant Gmbh U. Co, 5630 Remscheid Verfahren zum optimieren der abhaengigkeit des wertes einer temperatur
GB2157456A (en) * 1984-04-13 1985-10-23 Peter Short Control of multiple energy source heating system
GB2161292B (en) * 1984-07-03 1987-07-08 Allens Of Tipton Ltd Heating system
GB2161625B (en) * 1984-07-03 1987-07-22 Allens Of Tipton Ltd Heating system
DE3607978A1 (de) * 1985-03-14 1986-09-18 Joh. Vaillant Gmbh U. Co, 5630 Remscheid Verfahren zum steuern zweier auf einen waermetauscher arbeitender waermequellen
GB2176312B (en) * 1985-05-29 1990-02-14 York Int Ltd A heating and/or cooling system
GB2176275B (en) * 1985-06-10 1990-02-14 British Gas Corp Control of fluid temperature in a wet central heating system
GB2177499B (en) * 1985-07-02 1990-05-02 Ti Parkray Limited Heating systems
DE3720085A1 (de) * 1987-06-16 1988-12-29 Berthold Hermle Gmbh & Co Masc Verfahren und anordnung zur temperaturregelung insbesondere bei kuehlzentrifugen
GB8807367D0 (en) * 1988-03-29 1988-05-05 Nordsea Gas Technology Ltd Swimming pool heating system
GB2220260A (en) * 1988-06-04 1990-01-04 Boydslaw Improvements in or relating to central heating systems
US20080179416A1 (en) * 2007-01-26 2008-07-31 Johnson David E Modulation control of a hydronic heating system
EP2416083B1 (en) * 2009-03-30 2017-05-31 Mitsubishi Electric Corporation Fluid heating system and method, and fluid heating control system, control device and control method

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2480883A (en) * 1949-09-06 Control system
FR1597740A (nl) * 1968-12-09 1970-06-29
SE392766B (sv) * 1974-04-18 1977-04-18 Projectus Ind Produkter Ab Vermeanleggning, innefattande en vermepump och en brensleeldad vermepanna med en radiatorkrets
DE2531739C3 (de) * 1975-07-16 1978-06-15 Lamberti Elektronik Gmbh & Co Kg, 5064 Roesrath Elektronische Abschalteinrichtung für die Umwälzpumpe einer geregelten Heizungsanlage mit Mischventil
AT341719B (de) * 1975-10-01 1978-02-27 Interliz Anstalt Zentralheizungsanlage
FR2373016A1 (fr) * 1976-12-06 1978-06-30 Messier Fa Installation de chauffage, associant deux sources de chaleur de natures differentes a deux reseaux distincts de diffuseurs

Also Published As

Publication number Publication date
DE2906557A1 (de) 1980-08-21
FR2453368A1 (fr) 1980-10-31
GB2045466B (en) 1982-12-22
FR2453368B1 (nl) 1983-11-18
GB2045466A (en) 1980-10-29
DE2906557C2 (de) 1984-07-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000958A (nl) Regelinrichting voor een installatie met meerdere ketels.
CN105264295A (zh) 基于跨距离加热式热电偶的锅感测
US10247426B2 (en) Boiler control comprising analog up/down timer circuit for generating variable threshold signal
DE3375427D1 (en) Process and installation for bi-energetic central heating
EP0175296A1 (en) Fuel burner control system
US5072879A (en) Heating system control
KR0142396B1 (ko) 급탕기
EP0107916A1 (en) Flame control system for heat exchanger
NL8601022A (nl) Werkwijze voor het afhankelijk van het vermogen bestuurd in bedrijf stellen resp. uitschakelen van verwarmingsketels.
GB1425790A (en) Methods of regulating and monitoring a heating installation including a gas burner for room heating and for providing hot water for consumption purposes
GB2148552A (en) Central heating control system
GB2520064A (en) Heating control systems
GB2090023A (en) Central Heating Control System
NL194837C (nl) Werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie.
GB2136988A (en) Central heating boiler control unit
US4487361A (en) Heat exchanger flame control
EP0146264A2 (en) Control of a central heating system
US2668664A (en) Temperature control for heating systems
KR100433477B1 (ko) 전기보일러의 제어방법
GB2185131A (en) Control means
Brana-Liliana et al. Equipment designed to control a solid fuel heating station
JPS6318103B2 (nl)
JP2014156953A (ja) 暖房装置
NZ205755A (en) Subsidiary burner control:cycling at faster rate
EP0653594A2 (en) Gas fired boiler arrangements

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed