NL194837C - Werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie. - Google Patents

Description

1 194837

Werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie met een door een brander gevoede warmtebron en een regelinrichting, waarmee een blokkadetijd voor hernieuwde 5 inschakeling van de brander, na het door de warmtevraag bepaalde uitschakelen daarvan, vooraf kan worden ingesteld, waarbij de blokkadetijd door een de warmtevraag vertegenwoordigende parameter zodanig kan worden gevarieerd, dat de blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen van de brander met stijgende parameter daalt, en op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze met een vaste kamerthermostaat.

10 Een dergelijke werkwijze en inrichting is bekend uit het Duitse octrooischrift 3.908.136, waarmee de blokkadetijd afhankelijk van de lengte van de voorafgaande inschakelperiode respectievelijk het aantal ingeschakelde warmteafnemers kan worden bepaald. Deze inrichting is alleen geschikt voor verwarmings-installaties met tweepuntgeregelde brander, daar de inschakeltijd van getrapt of continu regelbare branders geen maatstaf is voor het afgegeven vermogen en daarmee voor de warmtevraag. Bovendien zijn dure 15 schakelingen en gevoelige meetsensoren nodig.

De uitvinding heeft ten doel deze nadelen te vermijden en een werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie van de boven aangegeven soort te verschaffen, waarmee op eenvoudige wijze het gebruiksgemak, het schakeltolerantie en de opstartemissie van de verwarmingsinstallatie worden verbeterd, alsmede een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

20 Dit doel wordt bereikt met een werkwijze van de in de aanhef omschreven soort, met het kenmerk, dat de parameter de nominale waarde van de voorlooptemperatuur VTnom op het ogenblik van beëindigde warmtevraag is.

De van een vaste kamerthermostaat voorziene inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat het uitgangssignaal van de vaste kamerthermostaat wordt toegevoerd aan 25 een ook met de voorlooptemperatuursonde verbonden verschilversterker en een tijdorgaan, waarbij de verschilversterker en het tijdorgaan een elektronische schakelaar voeden, welke schakelaar de brandstof-toevoer naar de brander ofwel blokkeert of niet blokkeert.

Gunstige verdere ontwikkelingen van de uitvinding zijn respectievelijk onderwerp van de volgconclusies, of 30 worden onderstaand samen met de beschrijving van uitvoeringsvormen van de uitvinding aan de hand van de figuren nader toegelicht. Zo toont: figuur 1 een schakelschema van een uitvoeringsvorm.

Figuur 1 laat een beïnvloeding van een tijdorgaan voor een blokkadetijd van opnieuw inschakelen van een 35 brander van een verwarmingsinstallatie zien in afhankelijkheid van de telkens actuele nominale waarde van de voorlooptemperatuur VTnom. Een door een brander bediende warmtebron bestaat in essentie uit een warmtewisselaar 1, die op een terugloopleiding 2 en een voorloopleiding 3 is aangesloten en die wordt verhit door een brander 4, die wordt gevoed via een van een magneetklep 5 voorziene brandstof-toevoerleiding 6. Voorloopleiding 3 is voorzien van een temperatuursonde 7, die bijvoorbeeld is uitgevoerd 40 als een temperatuurafhankelijke weerstand. Daardoor staan op de bijbehorende aansluitleiding 8 spanningen, waarvan de actuele waarde variabel is met de temperatuur van voorloopleiding 3. Verder is een vaste kamerthermostaat 9 opgesteld, die via een leiding 10 verbonden is met een verschilversterker 11. De tweede ingang van verschilversterker 11 wordt gevormd door aansluitleiding 8 van temperatuursonde 7. De continue kamerthermostaat 9 is voorzien van een nominale waarde insteller 12 en een kamertemperatuur-45 sonde 13, waarvan de uitgangssignalen via een verdere verschilversterker 14 aan elkaar zijn gekoppeld.

Het uitgangssignaal van deze verschilversterker 14 gaat naar leiding 10. Een afgetakte leiding 15 van leiding 10 is verbonden met een tijdorgaan 16. Tijdorgaan 16 zet via een regelleiding 17 een elektronische schakelaar aan en uit. Elektronische schakelaar 18 is opgenomen in een leidingenbundel, die verschilversterker 11 verbindt met magneetspoel 19 van magneetklep 5. Daarbij is achter elektronische schakelaar 50 18 een versterker 20 geschakeld. Een schakeling 21, die voorzien is van schakelelementen voor inschakeling van het tijdorgaan en voor het tot stand brengen van een minimale en een maximale blokkadetijd tmin en tmax voor het opnieuw inschakelen, voedt tijdorgaan 16.

De werking van de schakeling als geheel wordt in het onderstaande nader weergegeven:

Door de vaste kamerthermostaat wordt een nominale waarde voor de voorlooptemperatuur VTnom tot 55 stand gebracht, die door middel van verschilversterker 11 wordt vergeleken met de op leiding 8 staande actuele waarde van de voorlooptemperatuur VTact. Bij overschrijden van een minimum verschil, d.w.z. bij een minimale regelafwijking, is er een warmtevraag. Het uitgangssignaal van verschilversterker 11 is

Claims (4)

5 Daardoor is het schakelspelinggetal geringer. Tijdorgaan 16 is echter niet op een bepaalde tijd ingesteld, maar wordt op zijn beurt door de nominale waarde van de voorlooptemperatuur VTnom via afgetakte leiding 15 gevoed. Op deze manier wordt gegarandeerd, dat de blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen voor brander 4 bij toenemende nominale waarde van de voorlooptemperatuur VTnom afneemt. Daarmee worden sterke temperatuurschommelingen, in het bijzonder bij grote warmtevraag, vermeden. 10

1. Werkwijze voor het regelen van een verwarmingsinstallatie met een door een brander gevoede 15 warmtebron en een regelinrichting, waarmee een blokkadetijd voor hernieuwde inschakeling van de brander, na het door de warmtevraag bepaalde uitschakelen daarvan, vooraf kan worden ingesteld, waarbij de blokkadetijd door een de warmtevraag vertegenwoordigende parameter zodanig varieerbaar is, dat de blokkadetijd voor het opnieuw inschakelen van de brander met stijgende parameter daalt, met het kenmerk, dat de parameter de nominale waarde van de voorlooptemperatuur TVnom op het ogenblik van beëindigde 20 warmtevraag is.

2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 met een vaste kamerthermostaat (9) met het kenmerk, dat het uitgangssignaal van de vaste kamerthermostaat (9) wordt toegevoegd aan een ook met de voorlooptemperatuursonde (7) verbonden verschilversterker (11) en een tijdorgaan (16), waarbij de verschilversterker (11) en het tijdorgaan (16) een elektronische schakelaar (18 de voeden, welke 25 schakelaar (18) de brandstoftoevoer naar de brander (4) ofwel blokkeert of niet blokkeert.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een schakeling (21) voor het inschakelen van het tijdorgaan en voor het tot stand brengen van een minimale en een maximale blokkadetijd ^min ^max ^ΟΟΓ het opnieuw inschakelen verbonden is met tijdorgaan (16).

4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de door een brander 30 gevoede warmtebron een circulatiewaterverhitter is. Hierbij 1 blad tekening