NL8000280A - Kookinrichting. - Google Patents

Description

803005/K=/ed Λ -1- ί

Aanvragers Giuseppe SIMIOIil te Verona, Italië0 Titel: Kookinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een kookinrichting,»

Voorwerpen die worden aangeduid als "gasbranders" zijn algemeen bekend. Het kookvat, in de vorm van een pan of andere houder, of een stralingsplaat wanneer die boven de brander wordt 5 geplaatst, ontvangt hitte van de uiteinden van de vlammen. In alle gasbranders wordt een hoeveelheid zuurstof uit de lucht met het gas gemengd om de vlam meer effektief te maken. Aan de basis van de vlam zelf, n.l. in het punt waar deze uit de brander komt, is de temperatuur uiterst hoog, terwijl hij veel lager is aan het uit-10 einde.

Omdat er geen strukturele continuïteit is tussen het branderlichaam en het kookvat, of eventueel de stralingsplaat, gaat de meeste hitte van de basis en van het midden van de vlam naar de brander en gaat verloren zonder te worden gebruikt. Deze afvoer is 15 uiteraard groter warneer er een stralingsplaat of soortgelijk voorwerp tussen de vlam en de houder wordt geplaatst.

Deze situatie is ongunstig omdat hij lange kooktijden veroorzaakt, een hoog gasverbruik en een geringe warmte-opbrengst.

De onderhavige uitvinding beoogt deze bezwaren te onder-20 vangen of te verminderen.

Yolgens de uitvinding wordt een kookeenheid verschaft die zowel het vat omvat, in de vorm van een kookpan van een of ander soort, als de brander waarvan de vlammen langs de bodem van het vat spelen.

25 Een deel van de eenheid dat uitgevoerd is als een plaat vormt de bodem van het vat en de bovenzijde van de brander, terwijl de rest van de bovenzijde van de brander bestaat uit halsvormige zijden die tenminste het bovenste gedeelte van de gaskamer vormen, terwijl vlamopeningen zijn aangebracht in deze zijden waaraan de 30 vorm is gegeven van een flessenhals. De hals wordt geplaatst over het onderste deel van de voedingskamer die uitgevoerd is in de vorm van een schaal, en de twee delen kunnen als één stuk of afzon-600 0 2 80 2 Γ' derlijk worden vervaardigd.

De branderopeningen kunnen ofwel geheel in de hals zijn uitgesneden, of gevormd worden door twee half-ronde groeven die tezamen een rond gat vormen, waarvan êén groef is uitgesneden in de on-5 derste rand van de hals en dé andere in de bovenste rand van de schaal.

De schaal vormt de verbinding met een buisvormig element voor gastoevoer, dat verbonden kan zijn met een gewone gaspijp.

In een voorkeursuitvoering zijn de bak en de brander cilin-10 driseh en concentrisch.

Om de eenheid een grotere stabiliteit te geven wanneer hij van de kookplaats wordt opgetild en neergezet op een plat vlak, kunnen kleine voeten aangebracht zijn. Het vat, de brander en de voedingska-mer zijn gemaakt als een enkel deel, of als meerdere delen, zodanig 15 dat de thermische continuïteit zoveel mogelijk gehandhaafd wordt*

Sr kunnen ook twee of meer branders aanwezig zijn om een grotere en meer rationele verdeling van de vlammen en van de warmte te verkrijgen.

De kookeenheid wordt uit verschillende soorten materiaal vervaardigd, in verschillende konstruktieve vormen, verschillende 20 afmetingen voor het verkrijgen van verschillende inhoud, met branders met verschillende vorm en afmetingen die verenigbaar zijn met de beschreven eigenschappen van de uitvinding, voor gebruik met elk type gasvormige brandstof.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van 25 le bijgaande tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden.

Sigo 1 is een doorsnede door het lichaam van de kookeenheid$ fig. 2 is een detail van een konstruktieve variantj fig. 3 is een detail van een andere konstruktieve variant.

Het lichaam van de kookeenheid 10 bestaat uit het vat 11 30 dat hetzelfde is als een gewone pan voor een bepaald doel, bestaande uit de zijden 14 en de bodem 15, welke laatste zowel de onderzijde vormt van het vat als een stuk van de brander 12. De brander omvat de kop 19 en de hals 20 met de gaten 16 waar doorheen de vlammen 34 naar buiten komen, om aldus het bovenste deel van de voedingskamer 13 te 35 vormen.

80 0 0 2 80 '-I" 5

Deze Dais wordt geplaatst boven het onderste deel van de voedingskamer dat gevormd wordt door de schaal 17, die naar beneden overgaat in de centrale holle zuil 18 die verbonden kan worden met een gewone (niet weergegeven gastoevoerpijp), 5 Figo 2 toont een variant, met het lichaam van de kookeen- heid 21 en de onderkant 22 daarvan, waarin de brander 23 stevig in de schaal is gestoken, die één stuk vormt, door middel van de lippen 25o De tekening toont de bovenzijde van het fornuis 26, de druppel-opvangplaat 27 en de voeten 28 aan de omtrek· 10 De in fig, 3 weergegeven variant laat het lichaam zien van de kookeenheid 33» Yerder ziet men de bovenzijde van het kookstel of de oven 36, en de druppelopvangplaat 37 alsmede het rooster 33·

In dit geval wordt de brander 29 op de schaal 31 vastgehouden door middel van zijn rand 30· De voeten 32 zijn in radiale stand geplaatsto 15 Door de uitvinding kan een grotere warmte-opbrengst worden verkregen welke resulteert in een aanzienlijke vermindering van het gasverbruik en de kosten, en in een verkorting van de kooktijd·

De uitvinding maakt het mogelijk dat het kookvat, en dus de inhoud ervan, niet alleen de warmte ontvangt van de uiteinden van 20 de vlammen, zoals bij gewone branders, maar ook van het begin en het midden van de vlam, welke warmte in het algemeen overgaat naar de brander en dus verloren gaat zonder te worden gebruikt· -Conclusies- 800 0 2 90

Claims (1)

1. Γ Conclusie s 1» Inrichting voor koken en verwarmen, met het kenmerk, dat de inrichting de vorm heeft van een vat (11) waarin, zoals bij een pan of dergelijk voorwerp, éên of ander materiaal kan worden opgenomen dat aan de inwerking van warmte moet worden onderwor-5 pen, en een brander (12) waarvan de vlammen (34) spelen langs de onderzijde van het vat zelf om een hoger thermisch effekt te verkrijgen zowel door de rechtstreekse overdracht van warmte door de vlammen als door de indirekte overdracht van de warmte die door de vlammen afgegeven wordt aan de konstruktie van de brander, 10 20 Inrichting volgens conclusie 1,met het ken merk, dat niet alleen de warmte van de uiteinden van de vlammen wordt benut, zoals bij het gewone brandertype, maar ook die van het midden en het begin van de vlammen, welke warmte in het algemeen door de konstruktie van een normale brander wordt geabsorbeerd, en dus 15 verloren gaat zonder te worden gebruikt, 3o Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat deze gevormd wordt door een in hoofdzaak plaatvormig deel (15) dat zowel de bodem van het vat (11) vormt als de bovenzijde (1$) van de brander (12), welke bovenzijde (19) van de brander in hoofdzaak 20 flessenhalsvormige zijden (20) heeft die tenminste het bovenste gedeelte vormen van de voedingskamer (13), waarbij de gaten, waar doorheen de vlammen (34) treden en spelen langs de onderzijde van het vat, in deze hals (20) zijn uitgesneden. 4» Inrichting volgens conclusie 3i a « t het ken-25 m e r k, dat de hals (20) met de gaten geplaatst is op het onderste deel van de voedingskamer dat in hoofdzaak de vorm heeft van een schaal (17)® 5« Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat hij uitgevoerd is als een enkele eenheid die bestaat uit 30 0 0 2 80 . ·» '5 *· het vat (11),de brander (12), het bovenste gedeelte van de voedingskater (13) en eventueel ook het onderste gedeelte (17) van de kamer, of als meerdere delen die zo ten opzichte van elkaar zijn geplaatst dat de grootst mogelijke thermische continuïteit wordt gehandhaafd, 5 60 Inrichting volgens conclusie 3 en 4» met het ken merk, dat de gaten voor de vlammen geheel zijn uitgesneden in de hals van de brander of dat ze bestaan tegenover elkaar geplaatste groeven met overeenkomstige vorm, waarbij de helft van het gat uitgesneden is in de rand van de hals en de andere helft in de rand van 10 het bij ondergeplaatste schaalvormige deele 7» Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze voorzien is van meerdere branders om een grotere benutting te krijgen van de warmte van de verbranding en een grotere warmte-opbrengst0 15 $, Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze voorzien is van voeten (28,32) althans delen in de vorm van volgens de omtrek of radiaal geplaatste steunen om hem stabiel te houden wanneer hij van de kookplaats wordt opgetild en neergezet op een plat vlak# 20 9« Inrichting volgens één der conclusies 1-6 of 8, m e t het kenmerk, dat de houder (11), het plaatvormige deel (15)» de kop (19) van de brander, de hals (2o) met gaten (16), de voedings-kamer (13) en de rest cilindrisch en concentrisch zijn. 10e Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat deze vervaardigd is uit verschillende soorten materiaal, in verschillende konstruktieve vormen, met verschillende inhoud, met branders van verschillend vermogen en vorm welke verenigbaar zijn met de eigenschappen van de uitvinding, en ingericht voor gebruik met elk type gasvormige brandstof. ssassastcsssas 800 0 2 80