NL7909064A - Freeswiel. - Google Patents

Description

V

V

-1- 21055/CV/tl

Aanvrager: Deere & Company, Moline,Illinois,Verenigde Staten van

Amerika.

Korte Aanduiding: Freeswiel.

5

De uitvinding heeft betrekking op een aandrijfbaar freeswiel voor landbouwwertuigen voor het snijden van een voor in in het bijzonder ongecultiveerde bodem met een afwisselend zijdelings uitgebogen harde snijtanden omvattend schijflichaam waarbij tussen de tanden cirkelboog-10 vormige tandkuilen aanwezig zijn.

Dergelijke freeswielen vinden veelal toepassing bij rijen zaaima-chines voor direct zaaien en worden bijvoorbeeld toegepast in gebieden, waarbij de bodem voor het eerst gecultiveerd wordt. Vaak is daarbij de bodem voorzien van een grasmat en indien men bijvoorbeeld door onderis ploegen het gras zou verwijderen kan het gebeuren,dat dan in het bijzonder in zeer regenrijke en eventueel ook heuvelachtige gebieden de humus-laag wordt weggespoeld. Om dit te verhinderen wordt in de grasmat een groef gefreesd en onmiddellijk daarna uitgezaaid. Als zaaigoed worden gewoonlijk bepaalde geschikte gewassen gebruikt en na het wortelschieten 20 van deze gewassen kan dan de achterblijvende grasmat,bijvoorbeeld door behandeling met een geschikt sproeimiddel,vernietigd worden om de groei van de gewassen niet verder te hinderen.

Voor het infresen van de zaaigroef is gebleken,dat gebruikelijke grondbewetkingswerktuigen,zoals schijveneggen, egtanden, walsen met 25 sterwielen en dergelijke niet steeds te gebruiken zijn. Dienovereenkomstig zijn geschikte freeswielen ontwikkeld,welke beter geschikt zijn om in dergelijke gebieden een zaaibed voor te bereiden of om bijvoorbeeld grasland te vernieuwen (Amerikaans octrooischrift 4.043.404). Dergelijke freeswielen zijn op zich zeer bruikbaar gebleken,maar bij het ruwe be-30 drijf treden veelvuldig slijtage problemen op,in het bijzonder in rotsachtige gebieden.

Met de uitvinding wordt beoogd het freeswiel zodanig uit te voeren, dat zich in de tandkuilen geen plantenresten kunnen vastzetten. Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de tandkuilen een verhou-35 dingsgewijs grote straal bezitten,welke in een geleidelijke boog in de tandpunt van de snijtand overgaat.

7909054 • »* ·

cS

-2- 21055/CV/tl

Op deze wijze wordt gewaarborgd,dat ten gevolge van de afgeronde uitvoering zich in de tandkuilen geen materiaal meer kan vastzetten ter-wijl toch het aangrijpingsvermogen van het freeswiel blijft behouden.

Daardoor, dat de voorzijden en achterzijden van de snijtanden al-5 thans in hoofdzaak gelijk zijn uitgevoerd wordt bereikt dat het schijf-lichaam van beide kanten kan weden, waardoor de levensduur wordt vergroot.

Meer in het bijzonder kan de straal van de tandkuil 3,81 cm bedragen en kunneiviiaburige tandpunten 45° uit elkaar liggen,waarbij de raaklijn aan de boog voor deze tandpunt met de straal door de tandpunt 10 een hoek van ongeveer 40° insluit en de diameter van de tandpunten 30,48 cm bedraagt.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvóorbeeld.

Fig. 1 toont een rijenfreesmachine voor rechtstreekse zaaiing af-15 geheeld in perspectief.

Fig. 2 toont in perspectief een freeswiel voor de freesmachine.

Fig. 3 toont een wrijvingsnaaf in perspectief.

Fig. 4 toont het freeswiel gezien in zijaanzicht.

Fig. 5 toont een aanzicht op fig.4, gezien volgens de lijn 5- 5 20 in fig.4.

In fig.l is een rijenzaaimachine 10 voor rechtstreeks zaaien weergegeven. De zaaimachine is voorzien van een freeswiel 12 en verder van een gestel 14 en spoorwielen 16. Verder is de zaaimachine voorzien van een houder 18 voor het zaaigoed. Op de houder 18 zijn geleidingsbuizen 25 20 aangesloten voor het naar beneden naar zaaischaren 22 geleiden van het zaaigoed. Achter de zaaischaren 22 zijn met behulp van armen 26 drukrollen 24 aangebracht. Met behulp van een aankoppelingsmechanisme 30 is de zaaimachine aan de gebruikelijke dripuntshefinrichting van een landbouwtrekker 28 aan te sluiten.

30 Dit fig.2 blijkt,dat de freeswielen 12 in een dubbele wielopstel- ling 32 worden aangebracht,waarbij in een huis 36 een aandrijfas 34 is gelegen. Het huis 36 is zwenkbaar verbonden met een niet nader weergegeven dwarsstang,welke zich nabij het voorste gedeelte van het gestel 14 bevindt. De aandrijfas 34 wordt aangedreven via een in het huis 36 aange-35 brachte niet nader weergegeven kettingaandrijving,welke op gebruikelijke wijze vanaf de aftakas van de trekker is aan te drijven. Een wrijvings- 7909064 « -3- 21055/CV/fcl naaf 38 (fig.3) is op de as 34 aangebracht en draait met de as mee rond.

Op ieder einde van de aandrijfas 34 is een moer 40 geschroefd voor het vastzetten van het freeswiel 12 tussen een schijf 44 en de naaf 38.

Iedere dubbele wielopstelling 32 wordt naar beneden gedrukt met 5 behulp van veren 46. Sloffen 48 houden de freeswielen 12 in een juiste snijdiepte en zijn naar boven en naar beneden instelbaar,zodat de frees-diepte 'aan de verschillende zaaisoorten en/of bodemorastandigheden kan worden aangepast.

Het freeswiel 12 zelf bestaat uit een verhoudingsgewijs dun schijf-10 vormig lichaam 50,waarvan de omtrek met 52 is aangeduid. Vele snijtanden 54 worden door de omtrek begrensd en zijn in omtreksrichting bij voorkeur over een hoek van 45° ten opzichte van elkaar verplaatst. De omtrek is een weinig naar binnen gebogen op die plaatsen,die tussen de snijtanden 54 liggen,waardoor zwak gebogen verhoudingsgewijs ondiepte tandkui-15 len 56 zijn verkregen. De omtrek strekt zich verder radiaal naar buiten uit en wel over dezelfde afstand naar beiden zijden,waarbij de omtrek dan in een zwakke boog nabij de tandpunt 58 van iedere snijtand 54 geleide lijk in de desbetreffende snijtand overgaat. Bij het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld snijdt,zoals uit fig.4 blijkt een aan het bovenste deel 20 van iedere tandkuil aangelegde tangens de door de punt van de tand verlopende radiale lijn met een hoek . De vormgeving van de omtrek 52 is aan weerszijden van iedere tandpunt althans in hoofdzaak gelijk. Hierdoor bezit de omtrek geen groeven, haken of diepe tandkuilen die lang gras of dergelijke zouden kunnen grijpen en vasthouden. De helling van het al-25 thans nagenoeg rechte gedeelte 59 is zodanig,dat langstengelig materiaal gemakkelijk van de snijtand kan afglijden,waardoor een wikkelen, dat zou kunnen optreden indien de helling te groot zou zijn,wordt verhinderd. De symmetrie van het freeswiel maakt iet verder mogelijk,dat deze in beide draairichtingen in draaiing kan worden gebracht,zonder dat daarbij het 30 snijden van de voor of de het wikkelen tegengaande eigenschappen nadelig worden beïnvloed.

Bij iedere snijtand 54 is de tandpunt afgerond en gehard door het verhitten van de tandpunt en het daarop aanbrengen van wolframcarbide.

De tandpunten zijn aan beide kanten en ook aan de zijden gehard,waardoor 35 de levensduur Tan het freeswiel aanzienlijk wordt vergoot.

AanTtyllend is,zoals het beste uit fig.5 blijkt,iedere snijtand 54 7909064 -4- 21055/CV/tl afwisselerf* naar buiten gebogen,zodat de breedte van de voor wordt verkregen door de totale verstelling van de eenmaal naar rechts of naar links gebogen tanden.

In het de voorkeur verdienende uitvoeringsvoorbeeld wordt het 5 schijfvormige lichaam 50 vervaardigd uit een stalen plaat met een dikte van 0,635 cm,terwijl de diameter van de tandpunten 30,48 cm bedraagt.

X is ongeveer 40°. Iedere tandpunt 58 strekt zich radiaal naar buiten uit over ongeveer 3,30 cm voorbij het boogdeel van de tandkuil 56. De krommingsstraal van iedere tandkuil 56 bedraagt 3,81 cm en die van de 10 tandpunt 10,16 mm. De hoekafstand tussen twee snijtanden bedraagt 45°, zodat het wiel acht tanden omvat. De zijdelingse tandverspringing bedraagt 5,08 mm, zodat de breedte van de voor 16,51 mm zal bedragen.

De afstand van de uitknikplaatsen 60 ten opzichte van het midden van het freeswiel bedraagt 13,208 cm en de snijtanden 54 zijn vanaf dit 15 knikpunt 60 uitgaande gehard. Daardoor dat men zijdelings ten opzichte van elkaar versprongen snijtanden toepast wordt de vereiste kracht voor het snijden van de voor verminderd en zal zich meer losse aarde op de bodem van de voor bevinden,waardoor een betere voorbereiding van het zaadbed plaatsvindt.

20 Ten gevolge van de symmetrie van het wiel 12 is de as 34 vanaf bei den zijden van de schijf 50 door de opening 62 te steken. Het wiel kan dan ook van de aandrijfas 34 worden verwijderd en worden omgedraaid,zodat de voordien voor liggende snijkanten nu naar achteren wijzen.

Het freeswiel 12 is zonder groeven,haken of trapsgewijs uitgevoer-25 de tandkuilen uitgevoerd en bezit ook geen diepe tandkuilen,waardoor de problemen met betrekking tot het wikkelen van langstengelig gewas of dergelijke aanzienlijk minder zijn dan bij bekende constructies. Het freeswiel bezit in het geheel geen plaatsen waarop lang gras of andere voorwerpen ,zoals draad of dergelijke kunnen vastzetten.

30 Tijdens bedrijf worden de freeswielen vanaf de landbouwtrekker aangedreven waarbij zij met een verhoudingsgewijs hoog toerental ronddraaien tijdens het snijen van een voor in de bodem. Bij voorkeur ligt het teerental voor de freeswielen bij ongeveer 630 omw/min. waarbij de draairichting overeenkomt met de rijrichting. De freeswielen snijden 35 een voor van ongeveer 16,51 mm breed, waarbij de diepte van de voor kan variëren tussen 1,2 cm en 6,35 cm.

7909064

Claims (6)

1. Aandrijfbaar freeswiel voor landbouwwerktuigen,geschikt voor het snijden van een voor in het bijzonder in ongecultiveerde bodem met een afwisselend zijdelings uitgebogen harde snijtanden bezittend schijfvormig lichaam,waarbij tussen de tanden cirkelboogvormige tandkuilen zijn 5 gelegen,met het kenmerk,dat de tandkuilen (56) een verhoudingsgewijs grote straal bezitten en met een geleidelijke boog in de tandpunten (58) van de snijtanden (54) overgaan.

2. Freeswiel volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de voor- en achterzijden van de snijtanden (54) althans in hoofdzaak identiek zijn 10 uitgevoerd.

3. Freeswiel volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de straal van de tandkuil (56) althans nagenoeg 3,81 cm bedraagt.

4. Freeswiel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat naburige tandpunten over een hoek van 45° ten opzichte van elkaar 15 verdraaid staan opgesteld.

5. Freeswiel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de raaklijn aan de boog voor een tandpunt (58) met de radiaal door de tandpunt een hoek van ongeveer 40° insluit.

6. Freeswiel volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 20 dat de diameter van de tandpunten althans nagenoeg 30,48 cm bedraagt. 7903064