NL7908938A - Deksel voor een verwarmbare huishoudmenger. - Google Patents

Description

« r

Deksel voor een vervarmbare huis'noudmenger

De uitvinding betreft een deksel voor een huishoudmenger, die verwarmd kan worden, welk deksel is voorzien van een vergrendelings-inrichting en een centraal gelegen vulopening alsook een concentrisch rondgaande U-vormige afdichtring voor de menghouder bezit, waarbij de centraal gelegen vulopening is omgeven door een aangevormde vul-trechter.

Dergelijke deksels hebben tot taak de zich in de menghouder bevindende stof tijdens het mengen tegen te houden, omdat in het bijzonder bij dun vloeibare media zoals soepen door de mengmessen een „ ring van het te mengen mat er iaa^rordt gevormd, die zich langs de I *J * houdervand naar boven beweegt en soms over de rand naar buitentreedt.

Dergelijke deksels hebben een dusdanige vorm dat deze geschroefd worden in de menghouder op een wijze zoals bijv. met behulp van een bajonetsluiting. Evenzo wordt in het Britse octrooi 1.037.1δ0 een vervarmbare huishoudnenger van het bovengenoemde type beschreven, 15 waarbij het deksel alleen inch menghouder is ingedrukt.

In het eerstgenoemde geval is het niet—tegenstaande een vergrendeling nadelig dat het deksel na het koken, dat bij dergelijke apparaten mogelijk is, moeilijk is te hanteren, omdat de menghouder „q zeer warm geworden is en omdat door het gebruik van twee verschillende materialen een vastklemmen van beide delen optreedt.

Bij de inrichting weergegeven in fig. ^ van het Britse octrooi 1.037.130 kan de vloeistofring het deksel naar bovendrukken en de warme vloeistof uit de menghouder naar buiten slingeren, omdat geen vergrendeling aanwezig is.

Om voorgenoemde nadelen op te heffen stelt daarom de onderhavige uitvinding een deksel voor een vervarmbare huishoudmenger voorzien van een vergrendeling voor, welk deksel steeds absoluut dicht is en dat men na het koken genakkelijk kan hanteren zonder dat men zich verbrandt.

7908936 Μ %- 2

Da oplossing van het aldus gestelde doel bestaat hierin dat aan de onderzijde van het deksel tussen de rand van de vulopening en de rondgaande U-vormige afdichtring tangentiaal lopende ribben zijn aangebracht.

5 Andere kenmerken zijn hierin gelegen dat de tangentiale aan- ligpunten in de draaiingsrichting van het dun vloeibare medium verbonden zijn met de binnenrand van de vulopening en dat de binnenrand v an de vulopening een afdruipkant voor het dunvloeibare medium vormt.

Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de ribben in de draai-10 ingsrichting van het dunvloeibare medium naar achter gekromd en lopen de ribben in verticale richting vanaf de vulrand naar de U-vormige afdichtring naar boven.

De met deze oplossing verkregen voordelen zijn in de bijzonder hierin gelegen, dat de verticale kracht van de vloeistofring, die 15 door de mengmessen wordt teweeggebracht, op het deksel zeer sterk verminderd wordt, zodat met een kleine kracht van de vergrendelings-inrichting het deksel op de manghouder wordt vastgehouden. Voorts is het gunstig dat het genoemd deksel zonder extra schroeven of dergelijke absoluut dicht op de houderrand kan worden opgelegd en evenzo 20 na het koken zonder een omslachtig hanteren kan worden afgenomen.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekeningen, waarbij:

Fig. 1 schematisch een verwarmbare huishoudmenger met een hierop geplaatst deksel weergeeft, waarbij het deksel door de ver-25 grendelingsinrichting wordt dichtgehouden; fig, 2 een onderaanzicht is van het deksel voorzien van de ribben; fig. 3 een zijaanzicht is van het deksel in doorsnede, waarin het stromingsverloop is aangegeven; 30 fig. b een onderaanzicht is van het deksel voorzien van naar achter gerichte ribben; fig. 5 schematisch een ribbe weergeeft, waarbij de vloeistof aangrijpt op de binnenzijde; fig. 6 schematisch een ribbe weergeeft, waarbij de vloeistof 35 aangrijpt op de buitenzijde, 7908938 * * 3

In fig. 1 is een vervarmbare huishoudmenger 9 voorzien van sen vergrendelingsinrichting 10 weergegeven. Hierbij wordt het deksel 11 door een vorkvormige arm. 12 met een bepaalde kracht gedrukt op de houder 13 sn wordt aldus vastgehouden. Wanneer nu de menger 9 in.

5 bedrijf wordt gesteld, wordt door de opstelling en vorm van de liet weergegeven mengnessen een vloeistofring gevormd, die langs de houderwand 14 naar boven wordt geslingerd, Door deze vloeistofring wordt op de onderzijde 1 van het deksel een kracht in verticale richting uitgeoefend, die afhankelijk van de vorm van de messen en 10 v an de hierdoor opgewekte rotatie energie inwerkt op het deksel 11,

Deze energie is bijeen toerental van ongeveer 9000 omw/min reeds ao groot, dat de door middel van de arm 12 ingestelde kracht o p het deksel wordt overwonnen en de dunvloeibare stof naar buiten geslingerd wordt. Overeenkomstig fig. 2 zijn ter vermijding van 15 voorgenoemde werking ribben - Ud aangebracht op de onderzijde 1 van het deksel, die tangentiaal vanaf de rand 2 van het centraal gelegen vulgat té zich uitstrekken naar de rondgaande U-vormige afdichtring 3 en zijn aangevormd op da binnenribben 15 van de U, zoals weergegeven in fig. 3. Deze ribben ta- bd. hebben tofc dod de 20 verticale kracht van de draaiende vloeistofring aanzienlijk te verminderen. Hiertoe beweegt de vloeistofring volgens fig. b tegen de wijzers van da klok 6 afhankelijk van de draaüngsrichting van de mengmessen, zodat de vloeistofring steeds op de tangentiaal lopende ribben ba- 4d wordt gebroken. Dit breken vindt noodzakelijkerwijs 25 plaats op de buitenzijde 17 van de raaklijnen, waardoor de vloeistofring van de onderzijde 1 van het deksel wordt afgetild, achter elke ribben ba- Ud in werveling wordt gebracht en slechts nog zeer weinig kort voor de volgende ribbe komt aan te liggen, waarna hier hetzelfde verschijnsel zich herhaalt. Door deze maatregel wordt 30 bereikt dat de verticale kracht bijna volledig wordt opgeheven, zodat de arm. 12 met de ingestelde kracht het deksel 11 steeds absoluut dicht op de rand van de houder 13 vasthoudt.

De roterende vloeistofring geeft het deksel 11 in elk opzicht steeds een rotatieimpuls, die in een dusdanige vorm moet optreden, 35 dat deze impuls wordt opgeheld in horizontaal werkende bonponenten 7908533 k langs de ribben ba - l*d, Hiertoe is het nodig dat de aangrijprichting van de vloeistofring gericht is op de buitenzijde 17 van de ribben ka - 1+d. Ter verklaring hiervan dienen de figuren 5 en 6. Hierbij betekend b de aangrijprichting van de vloeistof, die bestaat uit de 5 componenten n en r. Overeenkomstig fig. 5 botst de vloeistof tegen de binnenzijde 19 en wordt naar de binnenzijde van het deksel geleid haar het centraalgelegen vulgat 16 en vandaar wederom terug naar de roterende vloeistofring. Aldus wordt niet de na gestreefde werveling voor de botsende vloeistof verkregen. Dienovereenkomstig wordt de 10 vloeistof wederom laminair opgebouwd en werkt de verticale kracht wederom op de onderzijde 1 van het deksel.

Wanneer men evenwel overeenkomstig fig. 6 de vloeistofring laat botsen op de zijkant van de ribbe , die tangantiaal aan de buitenzijde is gelegen, wordt de vloeistof geleid naar de binnenribbe 15 15 van de U-vormige afdichtring 3, waarbij door het ontbreken van een afleiding deze Zich daar tot een vloeistofring opbouvt en aldus de gewenste werveling teweeg brengt. D'eZe houdt de vloeistofring op af-s tand van de onderzijde 1 van het deksel en vermindert in sterke mate de verticale kracht. Dë oorzaak voor het opbouwen· van de vloeistof 20 is gelegen in het omhoog lopend verloop van de ribben Ua - Ud naar de binnenribbe 15» zoals weergegeven in fig. 3.

Een andere mogelijkheid het voorgenoemd effect te versterken bestaat volgens fig. U hierin, doordat de ribben naar achter zijn weggebogen. Hierdoor wordt de botshoek α vergroot en wordt de beoogde 25 werveling sneller verkregen.

♦ 7908938

Claims (4)

1. Deksel voor een verwarmbare huishouamenger voorzien van een vergrendelingsinriehting, welk deksel een centraal gelegen vul- 5 opening alsook een concentrisch rondgaande U-vormige afdichtring voor de houder bezit, waarbij de centraal gelegen vulopening is omgeven door een aangevormde vultrechter, met het kenmerk, dat aan de onderzijde (1) van het deksel tussen de rand (2) van de vulopening en de rondgaande Ü-voraige afdichtring (3) tangentiaal lopende ribben (ba--jQ bd) zijn aangebracht.

2. Deksel velgans conclusie 1 met het kenmerkn dat de tangen-tiale aanligpunten (5a- 5d) in de draaiingsrichting (6) van het dunvloeibare medium (7) verbonden zijn met de binnenrand (2) van de vulopening. -jcj 3. Deksel volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk, dat de binnenrand (2) van de vulopening een afdruipkant (8) voor het dunvloeibaar medium (7) vormt. b. Deksel volgens conclusie 1 t/m 3 met het kenmerk, dat de ribben (ba- hd) in de draaiingsrichting (6) van het dunvloeibaar 2o medium (j) naar achter zijn gekromd.

5. Deksel volgens conclusie 1 t/m h met het kenmerk, dat de ribben (ba- bd) in verticale richting vanaf de rand (2) van de vulopening (3) omhooglopen.

6. Deksel in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of 2K weergegeven in de tekeningen. 7908538