NL8301135A

NL8301135A - Deksel voor een houder.

Info

Publication number: NL8301135A
Application number: NL8301135A
Authority: NL
Original assignee: Unilever Nv
Priority date: 1983-03-31
Filing date: 1983-03-31
Publication date: 1984-10-16
Also published as: EP0121201A1

Description

« * V'.......'' i

Ref.I Ü 2359 (K)

Unilever N.V. te Rotterdam

Korte aanduiding: Deksel voor een houder

De uitvinding heeft betrekking op een deksel voor een houder, bij voorkeur van kunststof, met een buitenwaarts uitstekende rand, waarover het deksel wordt gestulpt.

5

Dergelijke deksels zijn in de praktijk in een groot aantal bekend. Ze bleken uitstekend te zijn, daar ze de houder enerzijds doelmatig afsluiten, anderzijds echter gemakkelijk te openen zijn.

10

De bekende deksels van dit soort hebben echter alle een ernstig nadeel? het is namelijk niet te zien, of de houder reeds geopend is geweest of nog in zijn oorspronkelijke toestand verkeert.

15

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, een deksel van het in de aanvang genoemde soort een dusdanige vorm te geven, dat onmiddellijk kan worden vastgesteld of het reeds geopend is geweest.

20

Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost door de over de rand van de houder heen grijpende dekselrand (randring) van binnenwaartse uitsteeksels te voorzien, die onder de houderrand grijpen.

25 ί

Voor het openen van de houder kunnen de uitsteeksels betrekkelijk gemakkelijk van onder de dekselrand vandaan worden getrokken. Het er weer in schuiven is echter slechts bij een overeenkomstige vervorming van 30 het deksel mogelijk, wat slechts met behulp van een 8301135 2

Case U 2359 (K) * e werktuig zou zijn uit te voeren. Het deksel kan dus, nadat het voor de eerste maal was geopend, niet meer volledig worden gesloten.

5 Bij een houder met afgeronde hoeken is het bijzonder gunstig, wanneer volgens de uitvinding de binnenwaartse uitsteeksels dicht bij de afgeronde hoeken zijn aangebracht. Daarbij is het er weer inschuiven van de eenmaal eruit getrokken uitsteeksels onder de rand van de 10 houder praktisch onmogelijk, zodat ook hierbij te zien is, dat het deksel reeds geopend is geweest.

Zeer gunstig is het ook, wanneer volgens de uitvinding de over de houderrand heen grijpende dekselrand bij de 15 binnenwaartse uitsteeksels van uitsparingen is voorzien. Door deze uitsparingen, waardoorheen de houderrand zichtbaar is, kan zonder meer worden vastgesteld, of het deksel geheel op de houder zit of er slechts los op ligt.

20

Een zeer gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding ligt daarin, dat aan de onderkant van de dekselrand tenminste één vrij omlaag uitstekende lip is aangebracht, waarnaast een scheurlijn van de dekselrand uit-25 mondt. Daarmede worden zowel het openen als het vaststellen dat het deksel nog niet geopend is geweest zeer aanzienlijk vergemakkelijkt, daar, als men aan deze uitstekende lip trekt, het deksel langs de scheurlijn wordt opengescheurd.

30

Zeer gunstig is het daarbij, wanneer volgens de uitvinding de scheurlijn binnen de dekselrand loopt en wel tussen het dekselvlak hiervan dat op de houderrand ligt en het deel hiervan dat om de houderrand heen grijpt.

t 8301135 - -

Case U 2359 (K) 3

Voor het openen van de houder wordt de dekselrand langs de scheurlijn opengescheurd, waarbij de uitsteeksels, die het deksel vast op de houder houden, worden verwijderd.

5

Om de houder weer te kunnen sluiten wordt volgens de uitvinding voorgesteld, evenwijdig met het deel dat de houderrand aan de buitenzijde omgrijpt nog een deksel-randgedeelte aan te brengen, dat tegen de binnenzijde 10 van de houderrand aan ligt. Na het afscheuren van het buitenste deel van de dekselrand kan het deksel er weer op worden geplaatst, waarbij het binnenste deel van de dekselrand zich aan de houder klemt. Ook hierbij is echter onmiddellijk te zien, dat de houder reeds ge-15 opend is geweest.

Een andere zeer gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding ligt daarin, dat aan de naar de houderrand toegekeerde buitenzijde van het verder verticaal verlopende 20 deel van de dekselrand (randring) een betrekkelijk dunne, om de gehele randring lopende dichtingslip is aangebracht, die in de toestand, waarin het deksel op de houder is geplaatst, zich tegen de verticale houderrand hiervan (randstuk) dichtend aanlegt. Hierdoor 25 wordt zowel in de originele toestand als in de toestand na het opnieuw sluiten een uitstekende afdichting van de houder verkregen.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van de uit-30 vinding aanschouwelijk weergegeven.

Pig. 1 toont een dwarsdoorsnede door een houder met erop geplaatst deksel in de originele toe- stand.

! ! i 8301135

Case U 2359 (K) 4

Fig. 2 toont een detail van de rand op grotere schaal.

Fig. 3 toont een vooraanzicht van de houder met 5 deksel volgens fig. 1.

Fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van een weer gesloten houder.

10 Met 1 is in fig. 1 een uit kunststof diepgetrokken houder aangeduid, die van licht konische zijwanden 2 is voorzien. Aan het boveneinde van de zijwanden is een over de gehele omtrek lopende schouder 3 aangebracht, waarboven een grotendeels verticaal omhoog verlopend 15 randstuk 4 is aangebracht. Aan dit randstuk 4 sluit zich de eigenlijke houderrand 5 aan, die horizontaal verloopt en aan welks buitenrand zich een verticaal omlaag gericht, evenwijdig met het randstuk 4 verlopend randdeel 6 aansluit.

20

In deze houder 1 is een deksel 10 geplaatst, dat met de rand van zijn dekselvlak 11 op de schouder 3 van de zijwanden van de houder rust. Evenwijdig met het randstuk 4 van de houder loopt dan verticaal naar boven 25 een randring 12, waaraan een op de eigenlijke houderrand 5 liggend dekseldeel 13 aansluit. Verticaal omlaag loopt dan een andere randring 14, die tegen het randdeel 6 van de houder aan ligt en hieronder uitsteekt. Aan deze randring 14 is aan de binnenzijde 30 een uitsteeksel 15 aangebracht, dat onder het randdeel 6 van de houder grijpt en daardoor het deksel vast op de houder houdt. Dit uitsteeksel 15 kan om het gehele deksel heen lopen of zich tot de omgeving van de hoeken beperken, zoals in de tekening 35 is weergegeven, waar over de gehele lengte van deze uitsteeksels 15 uitsparingen 16 in de randring 14 zijn 83 0 1 1 3 5 t 5

Case U 2359 (K) aangebracht, die zich ook nog tot in het dekseldeel 13 uitstrekken.

Zoals vooral uit de detailweergave van de randzone vol-5 gens fig. 2 blijkt, is aan de buitenkant van de verticaal verlopende randring 12 van het deksel 10 een relatief dunne dichtingslip 21 aangebracht, die op het verticale randstuk 4 van de beker 1 rust. Deze dichtingslip 21 loopt om de gehele omtrek en sluit de houder 10 volkomen af, zowel in de weergegeven originele toestand van de beker als in de toestand, wanneer deze weer gesloten is, d.w.z. wanneer de buitenste delen van het deksel zijn verwijderd.

15 Onderaan de randring 14 is een lip 17 aangebracht, die vrij naar beneden uitsteekt en voor het openscheuren van de dekselrand dient. Naast deze lip 17 mondt een scheurlijn 18 uit, die zich tussen het dekseldeel 13 en de randring 14 uitstrekt. Deze scheurlijn 18 kan tot aan 20 de lip 17 reiken, zodat bij het openscheuren de randring 14 over de gehele omtrek wordt afgescheurd. Het is echter ook mogelijk, nog een scheurlijn 19 aan te brengen en de scheurlijn 18 bij deze te laten eindigen. Bij het openscheuren blijft dan het zich tussen de lip 17 en 25 de scheurlijn 19 bevindende deel van de randring 14 staan. In dit geval zou het doelmatig kunnen zijn, aan de tegenoverliggende zijde nog een lip, gelijk aan lip 17, aan te brengen en scheurlijn 18 op een overeenkomstige afstand hiervoor te laten eindigen.

30

Bij het voor de eerste maal openen van de houder wordt lip 17 beetgepakt en de dekselrand langs scheurlijn 18 opengescheurd. Daarbij wordt het uitsteeksel 15 verwijderd, zodat het deksel 10 er gemakkelijk kan worden 830 1 1 3 5

Case U 2359 (K) 6 afgenomen. Door het aanpassen van het overblijvende deksel met de dekselvlakken 11 en 13 alsmede de binnenste randring 12 aan het bovengedeelte van de houder kan deze - zoals in fig. 4 is weergegeven - weer betrekke-5 lijk goed worden gesloten.

8301135

Claims

1. Deksel voor een houder, bij voorkeur van kunststof, met een buitenwaarts uitstekende rand, waarover het deksel wordt gestulpt, met het kenmerk, dat de over de rand van de houder heen grijpende dekselrand (rand- 5 ring 14) van binnenwaartse uitsteeksels (15) is voorzien, die onder de houderrand (randstuk 6) grijpen.

2. Deksel volgens conclusie 1 voor een van afgeronde hoeken voorziene houder, met het kenmerk, dat de binnen- 10 waartse uitsteeksels (15) dicht bij de afgeronde hoeken zijn aangebracht.

3. Deksel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de over de houderrand heen grijpende dekselrand bij 15 de binnenwaartse uitsteeksels (15) van uitsparingen (16) is voorzien.

4. Deksel volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de onderkant van de dekselrand 20 (randring 14) tenminste één vrij omlaag uitstekende lip (17) is aangebracht, waarnaast een scheurlijn (18) van de dekselrand uitmondt.

5. Deksel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 25 de scheurlijn (18) binnen de dekselrand loopt, en wel tussen het dekselvlak (13) hiervan, dat op de houderrand ligt, en het deel (randring 14) hiervan, dat om de houderrand heen grijpt. 8301135 8 ** » case U 2359 (KJ ^ v-

6. Deksel volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat evenwijdig met het de houderrand aan de buitenzijde omgrijpende deel.(randring 14) een tweede verticaal verlopend dekselranddeel (randring 12) 5 is aangebracht, dat tegen de binnenzijde van de houderrand (randstuk 4) aan ligt.

7. Deksel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat aan de naar de houderrand gekeerde buitenzijde van het 10 tweede verticaal verlopende dekselranddeel (randring 12. een relatief dunne, om de gehele randring (12) lopende dichtingslip (21) is aangebracht, die in de toestand, waarin het deksel (10) op de houder (1) is geplaatst, zich tegen de verticale houderrand (randstuk 15 4) dichtend aanlegt. 4 8301135