NL8006523A - Knoflookpers. - Google Patents

Description

t ' N < - 1 -

Knoflookpers.

De tot nu toe bekende knoflookpersen berusten op het principe van een notenkraker. De te persen kruiden of knoflookprodukten worden bewaard in een geschikte kom. Een dwarsschroef met vlak uiteinde is schroefbaar opge-5 nomen in een wand van de kom. Wanneer de schroef wordt aangedraaid zal op de inhoud van de kom een toenemende druk worden uitgeoefend, waardoor de sappen uit de vaste deeltjes worden gedreven en de kruiden worden uitgeperst of verpulverd. De sappen en vezels van de kruiden kunnen 10 dan uit de kom worden gegoten voor gebruik bij de maaltijdbereiding.

Deze bekende knoflookpersen hebben enige nadelen.

In de eerste plaats is het moielijk om de gehele hoeveelheid kruiden of knoflook uit te persen met één doorgangs-15 kanaal van de schroef. Dit betekent, dat de schroef enigszins moet worden teruggetrokken en het knoflook of de kruiden moeten worden geplaatst in de baan van de schroef en een herhalingscyclus plaats vindt.

Volgens de uitvinding wordt voorzien in een 20 verbeterde pers, die voorzien is van een cilindrische buitenmantel met twee open uiteinden, een breder boveneinde en een smaller ondereinde, in welke mantel een stemper is opgenomen, die voorzien is van een maalopper-vlak met in radiale richting lopende groeven aan de 25 bodem of het eerst opgenomen uiteinde van de stamper.

De onderzijde of het maaloppervlak van de stamper verloopt convex naar omlaag in de richting van het smallere open uiteinde van de buitenmantel. De stamper met haar gegroefde oppervlak is aangepast aan en naar boven con-30 caaf verlopende, geperforeerde plaat of zeef met een aantal openingen, gevormd over haar gehele oppervlak.

De zeef of plaat wordt gedragen door een korte naar binnen en naar boven toe gebogen kraag aan het onderste open einde van de buitenmantel.

35 De uitvinding zal hieronder nader worden toege licht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een gunstige uitvoeringsvorm van de pers vol- ft o o 6 5 2 3 - 2 - gens de uitvinding is weergegeven.

Hierin toont: fig. 1 een verticaal aanzicht van de pers volgens de uitvinding, 5 fig. gedeeltelijk een verticaal aanzicht en gedeeltelijk een langsdoorsnede van de pers volgens fig. 1, fig. 3 een verticaal aanzicht van de buitenmantel van de pers, 10 fig. 4 gedeeltelijk een verticaal aanzicht en gedeeltelijk een langsdoorsnede van de stamper en deksel-deel van de pers, fig. 5 een normaal aanzicht van de buitenmantel uit fig. 3, en 15 fig. 6 een onderaanzicht van de stamper en het deksel uit fig. 4.

De in fig. 1 en 2 weergegeven knoflookpers volgens de uitvinding is in haar geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 10 en bevat drie integrale hoofddelen.

20 Een buitenmantel 11 is zoals in fig. 3 en 5 is weergegeven een in het algemeen holle cilindrische configuratie. Een stameper 12 heeft eveneens een holle cilindrische configuratie en kan los worden opgenomen door de buitenmantel 11. Op het diepste punt van in de buitenmantel 11 25 binnendringen van de stamper 12 is een geperforeerde plaat of zeef 13 aangebracht, die op bepaalde uiteengezette wijze losneembaar is verbonden met de buitenmantel 11.

De in het algemeen cilindrische buitenmantel 11 30 heeft een bovenste deel 15, dat een iets grotere diameter heeft dan een onderste deel 16 hiervan, waarbij tussen het bovenste deel 15 en onderste deel 16 een overgangs-deel 22 ligt. Zoals in fig. 3 is weergegeven, bestrijkt het onderste deel een groter percentage van de hoogte 35 van de buitenmantel dan het bovenste deel 15. Het bovenste deel 15 van de buitenmantel is voorzien van een bovenste cirkelvormige opening 17 van iets grotere diameter dan de onderste cirkelvormige opening 18 in de buitenmantel 11.

Een uitwendige schroefdraad 19 loopt continu 8006523 - 3 - s vanuit een beginpunt 20 aan het bovenste deel 15 naar omlaag naar een punt dichtbij de overgang 22, waar het onderste deel 16 van de buitenmantel 11 begint. Deze buitenschroefdraad 19 is dubbel uitgevoerd en wordt 5 gevormd door twee schroefdraden met twee beginpunten 20 en twee eindpunten 21 zoals in fig. 3 is weergegeven.

Aan het onderste deel 16 van de buitenmantel 11 is zoals fig. 2 toont een relatief korte, naar boven omgebogen kraag 23 gevormd, die loopt over de omtrek van 10 de bodemopening 18. De kraag is van de buitenmantel naar binnen gebogen zodanig, dat tussen de kraag en de buitenmantel een kleine ringvormige gleuf 24 is gevormd zoals in fig. 2 is voorgesteld.

De zeef of geperforeerde plaat 13 is geschikt 15 om te vallen in de buitenmantel 11 via het bovenste geopende einde 17 en rust op de omtrekskraag 23. Een naar omlaag lopende omtreksflens of -lip 25 omgeeft de omtrek van de geperforeerde plaat 13 en is geschikt om te passen in de ringvormige gleuf 24. Wanneer de geperforeerde 20 plaat 13 eenmaal is aangebracht op de kraag 23, kan zij ten alle tijde worden verwijderd om te worden gereinigd.

De geperforeerde plaat 13 heeft bij voorkeur een concave vorm, zodat het knoflook of andere kruiden de neiging hebben op het midden van de plaat te blijven staan. In 25 een gewijzigde uitvoeringsvorm is de plaat 13 omlaag gebracht naar een stand, waar de kraag 23 een rand om de plaat 13 vormt.

De stamper 12 heeft in het algemeen een cilindrische configuratie. Aan het boveneinde van de stamper 30 steekt een kopdeel 27 radiaal naar buiten toe uit. Het kopdeel is tot één geheel gevormd met de stamper, waarbij op de plaats, waar het kopdeel 27 naar buiten toe uitsteekt een opening 26 is gevormd. Op een korte afstand van de stamper 12 loopt het kopdeel 27 naar omlaag met 35 een flank 28, waarvan de langsafmeting globaal overeenkomt met die van het bovendeel 15 van de buitenmantel 11.

In de lengterichting van de flank 28 loopt een dubbele inwendige schroefdraad 29 naar omlaag, die ingrijpt in de uitwendige schroefdraad 19 aan de buitenmantel 11.

o η η β k 9 7 - 4 -

Aan de buitenzijde van de flank 28 zijn over gelijke boogvormige segmenten verhoogde ribben 30 gevormd, teneinde de draaibeweging van het kopdeel 27 en de tot één geheel hiermede gevormde stamper 12 te vergemakkelijken.

5 Het ondereinddeel 31 van de stamper bestaat uit een cilindrisch lichaam met constante dwarsdoorsnede en eindigt in een maaloppervlak 32. Dit maaloppervlak is convex gebogen naar omlaag of in de richting, waarin de stamper 12 ten opzichte van de buitenmantel 11 beweegt 10 wanneer de stamper op de buitenmantel wordt geschroefd door tussenkomst van de dubbele uitwendige schroefdraad 19 en de dubbele inwendige schroefdraad 29. Het maaloppervlak 32 is voorzien van radiaal naar buiten toe lopende gleuven 33 (fig. 6), die vrijwel het gehele maal-15 oppervlak bestrijken. Het zal duidelijk zijn, dat de geperforeerde plaat 13 voorzien is van openingen 34, die eveneens vrijwel het gehele oppervlak bestrijken.

De pers 10 wordt gebruikt door de geperforeerde plaat 13 in te brengen tot zij rust op de kraag 23 van 20 de buitenmantel 11. Op de geperforeerde plaat 13 worden kruiden zoals knoflook geplaatst, die moeten worden fijn gemalen. De stamper 12 wordt in het geopende boveneinde 17 van de buitenmantel ingebracht. De uitwendige schroefdraad 19 van de buitenmantel komt in ingrijping 25 met de inwendige schroefdraad 29 van het kopdeel 27 van de stamper 12. Wanneer het kopdeel 27 wordt gedraaid zal de stamper 12 worden omlaag gebracht binnen de buitenmantel 11. Het maaloppervlak 35 met haar gleuven komt in contact met de kruiden zoals knoflook en drukt 30 deze naar omlaag tegen de geperforeerde plaat 13, die kan doorbuigen teneinde het vermalen van de kruiden of het knoflook te bevorderen.Het sap en de pulp of de vezels van het gemalen produkt worden gedreven door de openingen 34. Verder hebben de gleuven 33 en openingen 34 35 in de geperforeerde plaat 13 de neiging om de vezels van de kruiden of het knoflook te bereiken en het sap en de pulp op efficiënte wijze uit te persen.

Naarmate de stamper 13 verder omlaag wordt gebracht worden de sappen van de uit te persen kruiden zoals 8006523 ϊ- Μ - 5 - knoflook naar omlaag gedreven door de openingen 34 in de geperforeerde plaat 13 naar een maatbeker of ander op-neemvat. De geperforeerde plaat 13 kan worden verwisseld met een andere plaat met openingen 34 van andere af-5 metingen. Door de afmetingen van de openingen 34 van de plaat 13 te variëren kan de afmeting van de pulpdeeltjes worden veranderd en wanneer deze worden toegevoegd aan een opneemvat kan de aroma van het knoflook of de kruiden selectief worden verhoogd.

10 De beschikbare kracht, uitgeoefend op de plaat 13, wordt derhalve maximaal gemaakt. De plaat, die gevormd is uit metaal, kan door buigen, hetwelk bijdraagt tot de maalbewerking. De aan elkaar aangepaste vorm van het maaloppervlak 32 en de plaat 13 maken het contact-15 oppervlak hiertussen bijzonder efficiënt voor het fijnstampen en uitpersen van kruiden.

De gehele pers is gemakkelijk afwasbaar. De geperforeerde plaat 13 is losneembaar van de kraag 23, waardoor het schoonmaken van de pers 10 eveneens wordt 20 vergemakkelijkt en het tevens mogelijk wordt gemaakt om geperforeerde platen 13 met openingen 34 van verschillende afmetingen te verwisselen.

Het zal duidelijk zijn, dat de uitvinding geenszins is beperkt tot het bovenbeschreven uitvoerings-25 voorbeeld, doch dat velerlei gewijzigde uitvoeringsvormen kunnen worden ontwikkeld zonder hierbij buiten het kader van de uitvinding te treden.

Conclusies.

ft Λ Λ KO 7

Claims (6)

1. Pers van het type met in het algemeen een cilindrische buitenmantel met een open bovendeel en een open bodemdeel, welke buitenmantel een in het algemeen cilindrische stamper opneemt, met het k e n - 5 merk, dat met het bodemdeel van de buitenmantel een omtrekskraag tot één geheel gevormd is, welke kraag dichtbij de binnenzijde van het bodemdeel van de buitenmantel is geplaatst, dat op de kraag een geperforeerde plaat rust, dat een maaloppervlak is gevormd uit het 10 ingebrachte uiteinde van de stamper, en dat met het boveneinde van de stamper een kopdeel tot één geheel is gevormd, dat een schroefdraadverbinding in ingrijping komt met de buitenmantel, waarbij een kruid of groente, geplaatst op de geperforeerde plaat wordt samengeperst 15 tussen de plaat en het aflopende maaloppervlak van de stamper wanneer het kopdeel hiervan wordt gedraaid, waardoor de schroefdraden van het kopdeel en de buitenmantel met elkaar in ingrijping komen, waarbij uit het kruid of de groente sterke sappen worden gedreven uit 20 de open onderzijde van de buitenmantel.

2. Uitpers- en verpulverinrichting, met het kenmerk, dat zij bestaat uit een beker met open einden, gevormd door een bovenste deel van grotere diameter en een onderste deel, die een afvoeropening af- 25 bakent, uit middelen, die uitwendige schroefdraden vormen aan het verbrede bovenste deel, uit een orgaan aan het onderste deel, dat een naar binnen gebogen kraag vormt, uit een concave geperforeerde plaat, die losneembaar wordt gedragen op de kraag in het onderste deel, uit 30 een stamper, die een cilindrisch lichaam heeft, dat telescopisch is opgenomen in de beker en een ondereinde met een convex oppervlak heeft en een naar buiten toe uitstekend boveneinde met een neerhangende flank, verwijderd van het stamperlichaam en voorzien van inwen-35 dige schroefdraad, die geschikt is om in ingrijping te komen met de uitwendige schroefdraad aan de beker, uit 8006523 - 7 - middelen aan het convexe einddeel van het stamperlichaam voor het in contact komen met een vermalen van de voorwerp, gedragen op de geperforeerde plaat, wanneer de stamper wordt gebruikt, waarbij de schroefdraad een 5 schuivende drijfkracht verschaffen tussen het convexe oppervlak en de concave plaat teneinde het produkt hier tussenuit te persen, en uit middelen aan het buitenoppervlak van de mantel teneinde deze door een gebruiker gemakkelijker_te kunnen omgrijpen voor het doen draaien 10 van de stamper ten opzichte van de beker.

3. Uitpers- en verpulverinrichting, met het kenmerk, dat zij bestaat uit een beker met open einden, gevormd door een diamtraal verbreed bovenste deel en een onderste deel, dat een afvoeropening afbakent, 15 uit middelen, die uitwendige schroefdraden vormen aan het verbrede bovenste deel, uit een aan het onderste deel gevormde, naar binnen gebogen kraag, die een binnenste ringvormige gleuf afbakent dichtbij het onderste deel van de beker, uit een concave geperforeerde plaat, die los-20 neembaar wordt gedragen op de kraag, welke plaat voorzien is van een naar omlaag omgebogen lipdeel, dat wordt opgenomen in de binnenste ringvormige gleuf voor het dragen en losneembaar vasthouden van de plaat in het onderste deel van de beker, uit een stamper, dat een cilindrisch 25 lichaam heeft, dat verschuifbaar is opgenomen in de beker en aan haar ondereinde een convex oppervlak heeft, dat het boveneinddeel van de stamper naar buiten toe omflenst is, welk omflenst bovendeel een neerhangende mantel omvat, die verwijderd ligt van het stamperlichaam 30 en voorzien is van inwendige schroefdraad, die geschikt is om in ingrijping te komen met de uitwendige schroefdraad aan de beker, uit middelen aan het convexe uiteinde van het stamperlichaam voor het in ingrijping komen met en vermalen van een produkt, gedragen op de 35 geperforeerde plaat wanneer de stamper wordt gedraaid, waarbij de schroefdraden asn schuivende drijfkracht verschaffen tussen het convexe oppervlak en de concave plaat teneinde het produkt hiertussen uit te persen, fifln 6 5 2 3 - 8 - en uit middelen aan het buitenoppervlak van de mantel voor een gemakkelijker kunnen omgrijpen door een gebruiker teneinde de stamper ten opzichte van de beker te laten draaien.

4. Uitpers- en verpulverinrichting, met het kenmerk, dat zij bestaat uit een beker met open einden, gevormd door een diametraal verbreed bovenste deel en een onderste deel, dat een afvoeropening afbakent, uit middelen, die uitwendige schroefdraden aan het ver-10 brede bovenste einddeel vormen, uit een concave geperforeerde plaat, die losneembaar wordt vastgehouden in de afvoeropening, uit een stamper, dat een cilindrisch lichaam heeft, dat verschuivend is opgenomen in de beker en waarvan het ondereinde een convex oppervlak heeft, 15 uit een aan het boveneinde van het stamperlichaam tot één geheel hiermee gevormde, naar buiten uitstekende flens, die een neerhangende mantel omvat, die verwijderd ligt van het stamperlichaam en voorzien is van een inwendige schroefdraad, geschikt om in ingrijping te komen 20 met de uitwendige schroefdraad aan de beker, en uit middelen aan het convexe uiteinde voor het in contact komen met en vermalen van een produkt, gedragen op de geperforeerde plaat wanneer de stamper wordt gedraaid, waarbij de schroefdraden samenwerken teneinde een 25 schuivende drijfkracht te verschaffen tussen het convexe oppervlak en de concave plaat teneinde het produkt hiertussen uit te persen.

5. Uitpers- en verpulverinrichting volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat aan het 30 buitenoppervlak van de mantel middelen zijn gevormd teneinde het omgrijpen door een gebruiker te vergemakkelijken voor het doen draaien van de stamper ten opzichte van de beker.

6. Uitpers- en verpulverinrichting volgens 35 conclusie 4,met het kenmerk, dat aan het buitenoppervlak van de mantel een aantal uitstekende ribben zijn gevormd. 8006523