NL7908800A - Opslaginstallatie. - Google Patents

Description

.. -. - . v- -¾ -1- 21059/CV/tl

Aanvrager: SHV Nederland N.V. te Utrecht.

Korte Aanduiding: Opslaginstallatie.

De uitvinding heeft betrekking op een opslaginstallatie voor het 5 opslaan van stortgoed, in het bijzonder steenkool.

Gebruikelijk wordt stortgoed,zoals steenkool voor opslag los op een opslagterrein gestort.

Voor een dergelijke opslag van los gestort materiaal is verhoudingsgewijs vrij veel ruimte nodig,terwijl ook het verwerken van dergelijk 10 los gestort materiaal,mede in verband met de veelal grote wegen,die door de transportmiddelen zoals grijpers of dergelijke moeten worden afgelegd, tijdrovend is. Een verder probleem van?3ergelijke gebruikelijke opslag is,dat de bestrijding van stof en/of geluid moeilijk is.

Met de uitvinding wordt beoogd een opslaginstallatie te verkrijgen, 15 waarbij de aan de gebruikelijke opslag van stortgoederen klevende nadelen kunnen worden vermeden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt met behulp van een opslaginstallatie voor het opslaan van stortgoed,in het bijzonder steenkool,voorzien van althans een opslagtank,die nabij de bovenzijde is voor-20 zien van een brug,die om een vertrale draaiingsas draaibaar is en is voorzien van transportmiddelen voor het toevoeren en/of voor het verplaatsen van stortgoed in de opslagtank,terwijl nabij de onderzijde van de opslagtank een afvoertransporteur is aangebracht,welke zich in bovenaanzicht gezien althans nagenoeg door het midden van de opslagtank uitstrekt.

25 Bij toepassing van een dergelijce opslaginstallatie kan op een zelf de grondoppervlak een aanzienlijk grotere hoeveelheid stortgoed worden opgeslagen, terwij1 ook de verwerking Tan het stortgoed eenvoudiger en sneller uit te voeren is dan bij de tot nu toe gebruikelijke opslagmethoden.Daarbij zijn met behulp van verhoudingsgewijs eenvoudige middelen de afgifte 3q van stof en/of geluid in verregaande mate tegen te gaan.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven opslaginstallatie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht op een opslaginstallatfe 35 volgens de uitvinding voorzien van een drietal opslagtanks.

7908800 V ' -2- 21059/CV/tl

Fig. 2 toont een zijaanzicht op de in fig.l weergegeven opslaginstallatie.

Fig.'3 toont een doorsnede over fig.2,gezien volgens de lijn III -III in fig.2.

5 De in de figuren weergegeven opslaginstallatie omvat een drietal naast elkaar opgestelde, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld rond uitgevoerde en met hun hartlijn verticaal staande tanks 1, 2 en 3.Rondom de bovenrand van iedere tank is een loopbrug 4 aangebracht.

De tank 1 is verder voorzien van een brug 5,die nabij zijn uitein- 10den door loopwielen 6 en 7 wordt ondersteund,zodanig,dat de brug 5,die zich in bovenaanzicht gezien diametraal over de tank 1 uitstrekt, om de verticale hartlijn van de tank verdraaibaar is.

Langs de zijkant‘van de brug 5 is een loopkat 8 met een grijper-lier 9 verrijdbaar.

15 Verder wordt door de brug 5 een zich in de lengterichting van de brug uitstrekkende eindloze transportband 10 ondersteund,welke ten opzichte van de brug 5 in de lengterichting van de brug verrijdbaar is. De lengte van de transportbahd 10 is ongeveer gelijk aan de helft van de lengte van de brug 5.

20 Re tank 2 is voorzien van een met de brug 5 overeenkomende brug 11, . . is terwijl de tank 3'voorzien van een met de bruggen 5 en 11 overeenkomende brug 12.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de constructie zodanig uitgevoerd,dat indien de bruggen 5, 11 en 12 in eikaars verlengde zijn 25 opgesteld zowel de loopkat 8 als de transportband 10 van de ene brug naar de andere brug kan worden gereden. Zo is in fig.2 een stippellijn een mogelijke opstelling van de ban<J 10 op de brug 11 weergegeven.

Ook zal het mogelijk zijn om ieder van de bruggen te voorzien van een eindkze band en/of van een loopkat met grijperlier ,terwijl het aan- eindloze 30 tal toegepaste banden, en/of loopkatten ook meer dan één,maar minder dan het aantal tanks kan bedragen,hetgeen onder meer afhankelijk zal zijn van het in de opslaginstallatie opgenomen aantal tanks, en/of de te verwachten verwerkingscapaciteit.

Nabij de onderzijde van de tanks is een afvoertunnel 13 aangebracht, 35 welke in bovenaanzicht gezien symmetrisch is opgesteld ten opzichte van de verbindingslijn tussen de verticaal staande hartlijnen van de tanks 7908800 t r* -3- 21059/CV/tl 1 -3,terwijl de afvoertunnel nabij zijn beide einden buiten het door de naast elkaar opgestelde tanks 1- 3 in beslag genomen oppervlak uitsteekt.

In de afvoettunnel is een eindloze transportband 14 opgesteld waarop het materiaal kan worden gestort via een in de bovenwand van de afvoer 5 aangebrachte doortocht 15, welke naar boven toe is afeedekt met een in doorsnede de vorm van een omgekeerde V bezittend dak 16. De onderranden van het dak liggen op enige afstand boven de bovenwand van de afvoertunnel 13 en in deze tussenruimte zijn een of meerdere ploegorganen 17 in de lengterichting van de afvoertunnel verplaatsbaar voor het loswerken en in 10 de afvoertunnel en op de transportband 14 stuwen van zich in de tanks bevindend stortgoed.

Voor het vullen van de tanks met stortgoed is een laadmechanisme aangebracht voorzien van een verrijdbaar gestel 18 ,dat nabij zijn boveneinde wordt ondersteund door een geleidingsiaLl 19 en aan zijn onderzijde 15 door een op de grond liggende geleidingsrail 20.

Een eindloze transportband 21,die is geleid om geleidingsrollen 22 en 23,die nabij de uiteinden van het door de tanks 1- 3 ingenomen gebied staan opgesteld is met behulp van verdere geleidingsrollen 24 - 26,die zijn opgenomen in het gestel 18, in een boog omhoog geleid. Daarbij werkt 20 een part van het omhoog geleide deel van de transportband 21 samen met een verdere transportband 27,welke in zijn geheel wordt gedragen en geleid door in het gestel 18 aangebrachte geleidingsrollen 28 - 31.Daarbij strekt het hoogst liggende part van de transportband 27 zich uit tot nabij een zich in bovenaanzicht gezien dwars op de transportband 21 uit-25 strekkende eindloze transportband 32,die wordt ondersteund door een aan het gestel 18 aangebrachte arm 33. De transportband 32 heeft daarbij een zodanige lengte,dat het van het gestel 18 afgekeerde uiteinden van de transportband 32 kan worden gebracht boven een trechter 34,die in het midden van de brug 5 is aangebracht,zoals afgebeeld in fig.l. De beide 30 bruggen 11 en 12 zijn voorzien van soortgelijke trechters 35 resp.36.

Nabij het gezien in de fig.l en 2 rechter uiteinde van de transportband 21 is een eindloze transportband 37 opgesteld met behulp waarvan naar keuze materiaal kan worden toegevoerd aan het rechter uiteinde van de transportband 21 resp.aan de in de afvoertunnel 13 opgestelde 35 transportband 14.

Op het gezien in de figuren linker uiteinde van de transportband 7908800 .-. t --'k -4- 21059/CV/tl 14 sluit een eindloze transportband 38 aan.

Voor het beladen van een tank,bijvoorbeeld met kolen o£ dergelijk stortgoed zal het met behulp van de transportband 37 toegevoerde stortgoed op het gezien in de fig.l en 2 rechterjbitëinde van de transportband 5 21 worden gestort en met behulp van de transportband in de richting vol gens pijl A worden meegenomen. Op een gegeven moment wordt dit stortgoed geklemd tussen de door de rollen 31 geleide en met elkaar samenwerkende parten van de transportband 21 en de transportband 27, zodat dit stortgoed tussen deze beide transportbanden omhoog wordt gevoerd en nabij het 10 bij de omleidrol 30 gelegen uiteinde van de transportband 27 op de transportband 32 wordt gestort. Met behulp van de transportband 32 wordt het materiaal in de richting volgens pijl B verplaatst en via de trechter 34 op de onder de afvoeropening van de trechter 34 gelegen transportband 10 gestort. Het op de transportband 10 gestorte materiaal wordt in de 15 richting volgens pijl C afgevoerd naar het vrije uiteinde van de transportband 10 van welk uiteinde het stortgoed in de tank 1 valt. Het zal duidelijk zijn,dat door verdraaiing van de brug 5 en/of het in de lengterichting van de brug verplaatsen van de transportband 10 een gelijkmatige vulling van de tank 1 kan worden verkregen, 20 Indien de tank 2 of 3 moet worden gevuld kan1 het gestel 18 over de rails 19 en 20 worden verreden en ten opzichte van de tanks 2 of 3 worden opgesteld zoals voor de gekromde delen van de transportbanden met stippellijnen is aangeduid,zodat met behulp van het verrijdbare laadme-chanisme ook stortgoed in de trechter 35 of 36 en zo op de daaronder 25 door de desbetreffende brug 11 of 12 ondersteunende transportband kan worden gestortfroor het vullen van de desbetreffende tank 2 of 3.

Voor het afvoeren van het materiaal uit de tank zal het materiaal met behulp van een of meer ploegscharen 17 in beweging worden gebracht, zodat het materiaal op bovenbeschreven wijze op de transportband 14 valt, 30 met behulp waarvan het in de richting volgens pijl D kan worden afgevoerd naar de transportband 38 ,met behulp waarvan het materiaal in de richting van pijl E wordt afgevoerd. Indien de tanks hierbij verschillende materialen bevatten kunnen deze materialen worden gemengd,indien gelijktijdig uit ieder van de tanks materiaal op de beschreven wijze wordt afgevoerd.

35 Aanvankelijk zal het materiaal vrij onder invloed van de zwaarte kracht in de richting van de afvoertunnel toe stromen. Het materiaal dat 7908800 -5- 21059/CV/tl in de dode hoeken blijft staan kan naar de afvoertunnel toe worden verplaatst met behulp van de grijperkraan 9. Doordat de hoeveelheid materiaal, die'hier in de dode hoeken zal blijven staan slechts betrekkelijk gering is en verder de weg die de grijperkraan moet afleggen om het ma-5 teriaal te grijpen en in de nabijheid van de afvoertunnel te brengen klein is zal de capaciteit van de grijper wat betreft het verplaatsings-vermogen per uur hoog zijn,zodat ondanks de grote afvoercapaciteit,die met het toegepaste afvoersysteem is verkregen,een enkele grijper veelal voldoende zal zijn om een voldoende afvoer van het materiaal ook uit de 10 dode hoeken te waarborgen.

Het zal dan ook duidelijk zijn,dat door toepassing van de opslaginstallatie volgens de uitvinding een grote opslagcapaciteit op een verhoudingsgewijs klein grondoppervlak mogelijk is,terwijl toch een eenvoudige, doelmatige en snelle toe- resp.afvoer van het stortmateriaal te realiseren 15 is.

Doordat met behulp van de toevoerband 37 eventueel ook rechtstreeks materiaal op v de band 14 kan worden gestort,kan een rechtstreekse doorvoer* van het toegevoerde materiaal naar de afvoer,eventueel met menging van zich in de tanks bevindend materiaal worden verkregen.

20 Het beschreven systeem zal op zich door de toepassing van de toege paste transportmiddelen en dergelijke ten opzichte van de gebruikelijke systemen reeds zeer geruis- en stofarm zijn. Om dit verder te verbeteren· kunnen de tanks ook nog worden voorzien van daken,bijvoorbeeld door de loopbruggen 5 ondersteunde en met deze loopbruggen meedraaiende daken.

25 In de wanden van de tanks kunnen eventueel nog toegangsdeuren aan gebracht worden,via welke laadschoppen of dergelijke na het eventueel vrij graven van deze deuren met de grijper in de tanks kunnen worden ingébracht voor het verplaatsen van het materiaal gedurende het volledig opklaren van de tank in samenwerking met de grijper.

30 7908800

Claims (7)

1. Opslaginstallatie voor het opslaan van stortgoed,in het bijzonder steenkool,voorzien van althans een opslagtank, die nabij de bovenzijde is voorzien van een brug,die om een verticale draaiingsas draaibaar is en is voorzien van transportmiddelen voor het toevoeren en/of voor het 5 verplaatsen van stortgoed in de opslagtank,terwijl nabij de onderzijde van de opslagtank een afvoertransporteur is aangebracht,welke zich in bovenaanzicht gezien althans nagenoeg door het midden van de transporteur uitstrekt.

2. Opslaginstallatie volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de instal-10 latie is voorzien van meerdere naast elkaar opgestelde tanks,die op een gemeenschappelijke afvoertransporteur zijn aangesloten en die ieder zijn voorzien van een nabij de bovenzijde gelegen brug.

3. Opslaginstallatie volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat indien de bruggen van een tweetal naast elkaar opgestelde tanks in eikaars verlengde 15 zijn gelegen de transportmiddelen van de ene brug naar de andere brug verplaatsbaar zijn.

4. Opslaginstallatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat een brug nabij zijn midden is voorzien van een stortkoker en verder van een in de lengterichting van de brug verrijdbare eindloze 20 transportband,welke onder de transportkoker door verrijdbaar is.

5. Opslaginstallatie volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de brug een langs de brug verrijdbare en een grijper ondersteunende loopkat ondersteunt.

6. Opslaginstallatie volgens een der voorgaande conclusies,met het ken-25 merk,dat de afvoertransporteur wordt gevormd dooijfeen eindloze band,die is opgesteld in een afvoertunnel,die nabij zijn bovenzijde is voorzien van een door een hoger gelegen dak afgesteunde doortocht,terwijl onder het dak ploegorganen verplaatsbaar zijn voor het op de transportband schuiven van het stortgoed. 30

7. Opslaginstallatie volgens een der voorgaande conclusies,met het ken merk, dat langs de opslagtanks een laadmechanisme verrijdbaar is voorzien van eindloze banden met behulp waarvan het stortgoed omhoog te transporteren is en van een zich dwars op de bewegingsbaan van het laadmechanisme uitstrekkende transportband met behulp waarvan het stortgoed in de op de 35 brug aangebracht trechter te storten is. 7908800