NL7908700A - Substraatplaten voor plantenculturen met verbeterde wortelvorming. - Google Patents
Substraatplaten voor plantenculturen met verbeterde wortelvorming. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7908700A NL7908700A NL7908700A NL7908700A NL7908700A NL 7908700 A NL7908700 A NL 7908700A NL 7908700 A NL7908700 A NL 7908700A NL 7908700 A NL7908700 A NL 7908700A NL 7908700 A NL7908700 A NL 7908700A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plates
- substrate
- root formation
- channels
- plant
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G24/00—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
- A01G24/40—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor characterised by their structure
- A01G24/48—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor characterised by their structure containing foam or presenting a foam structure
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G24/00—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
- A01G24/20—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor based on or containing natural organic material
- A01G24/28—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor based on or containing natural organic material containing peat, moss or sphagnum
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G24/00—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
- A01G24/30—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor based on or containing synthetic organic compounds
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Of Plants (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
- Hydroponics (AREA)
Description
» . - . i ; ' v VO 8166
Dynamit Hob el Aktienge s ells chaft Troisdorf/Bez. Keulen, Bondsrepubliek Duitsland.
Substraatplaten voor plantenculturen met verbeterde wortelvorming.
De uitvinding heeft betrekking op substraatplaten voor aardeloze plantenculturen, die een verbeterde -wortelvorming waarborgen.
Het is bekend, planten, geïsoleerd van de bodem, op 5 ten dele of geheel kunstmatige, ten dele chemisch-neutrale, substraten met relatief kleine wortelruimte te kweken. Deze kweekwijze wordt als aardeloze plantencultuur aangeduid. Behalve substraten, die organische natuurlijke stoffen, zoals turf of stro bevatten, kunnen ook synthetische substraten, zoals b.v. uit gesteentevezels, resp. uit schuimstof-10 fen op basis van polyurethanen en fenolformldehydeharsen, worden toegepast.
Deze bekende substraatmaterialen voldoen weliswaar aan essentiële .voorwaarden, die aan een aardeloze cultuur worden gesteld, zoals b.v. afwezigheid van ziektekiemen en voor de.plantengroei 15 schadelijke stoffen, alsmede een snel en hoog wateropnamevermogen.
Bij alle bekende substraatmaterialen is de wortelvorming binnen de platen echter niet optimaal; de meeste wortels dringen verticaal door de substraten en ontwikkelen zich aan de onderzijde van de platen, die meestal op een voor water ondoorlaatbaar materiaal liggen. In het ma-20 teriaal zelf ontwikkelen zich, zoals eigenlijk beoogd, slechts weinig wortels, daar hier de groeiomstandigheden door de geringe gasuitwisseling niet optimaal zijn. Bij volledig synthetische sehuimstofplaten kan dit nadeel weliswaar beperkt hierdoor worden vermeden, dat men de ceidiameter van de poriën vergroot. Dit kan echter slechts in beperkte 25 mate geschieden, omdat anders andere Voor de toepassing als substraat-materiaal relevante eigenschappen negatief worden beïnvloed.
Er bestond derhalve een behoefte in het substraat de wortelvorming van planten bij het aardeloos kweken daarvan te bevorderen.
7908700 ï- · · 2 ·
Ter vervulling van deze opgave werden nu substraat- platen voor het aardeloos kweken van planten gevonden, die gekenmerkt 2 zijn door luchtkanalen met doorsneden tussen 0,07 en 3m2 cm , die m een zodanige hoeveelheid in de platen aanwezig zijn, dat haar volu-5 men tussen 5 en k0% van het volume van de substraatplaten uitmaakt.
Bij voorkeur bedraagt het volume· van de luchtkanalen 10 - 20% van het plaatvolume en zijn de luchtkanalen van boven naar beneden doorlopend aangebracht. De dwarsdoorsnede van de luchtkanalen . .. 2 ligt bij voorkeur tussen 0,5 en 1,2 cm , waarbij de vorm van de dwars- 10 doorsnede willekeurig kan zijn,, zoals b.v. rond, vierkant, ellipsoïde of ook onregelmatig.
Bij het cultiveren van planten op als bovenomschreven geperforeerde substraatplaten werd nu gevonden, dat de.wortelvorming tussen substraatplaat en onderlaag zeer veel sterker is dan bij een 15 niet-geperfereerde plaat. 'Toorts dringen wortels van onder af versterkt weer in het substraatmateriaal binnen. De totale wortelmassa van de planten is tegenover de wortelmassa bij niet-geperforeerde substraatplaten aanzienlijk vergroot.
Dit resultaat wordt in .hoofdzaak verkregen onafhanke-20 lijk van het waterretentiegedrag van de platen. Zelfs platen met een ‘ slechts geringe negatieve waterretentie geven een verbeterde wortel-' vorming als ze volgens de uitvinding zijn geperforeerd. Belangrijk is echter daarbij de doorsnede van de luchtkanalen, die afhankelijk van het gekozen substraat overeenkomstig optimaal moet worden afge-25 stemd.
Onder de negatieve waterretentie wordt die waterhoe-veelheid verstaan., die uit een met water volgezogen monster (lengte 220 - 230 mm, breedte 107 - 110 mm, hoogte 70 - 80 mm) binnen 30 minuten uittreedt als dit monster vrij zodanig wordt opgeslagen, dat zijn 30 lange as met de horizontaal een hoek van 60° vormt.
Ook de dichtheid en de wateropnamesnelheid van de substraatplaten spelen slechts een ondergeschikte rol voor de verbetering van de wortelvorming. Bij substraatplaten, dient naar mogelijkheid de wateropname-snelheid echter groter dan 75 vol.5 bij een wateropname-35 snelheid van minder dan 10.minuten te zijn. Daarbij worden deze eigen- 7908700 . -v* a“ 3 schappen op de volgende wijze bepaald: Een monster uit substraat-materiaal (lengte 220- - 230 mm, breedte 107 - 110 mm, hoogte J0 - 80 mm) -wordt op een wateroppervlak van gedestilleerd water (t = 20°C) gelegd en de tijd bepaald, waarin zich het monster met water volzuigt, 5 zodat het geheel bevochtigd is. Daarna wordt de opgenomen waterhoeveel-heid door verschilweging bepaald.
Toorts is het voordelig gebleken, de substraatplaten aan de onderzijde van proefielkanalen te voorzien, die de van boven naar beneden doorgaande luchtkanalen verbinden. Onder de onderzijde 10 resp. met "onder” dient daarbij die zijde van de plaat te worden verstaan, waarop zij bij toepassing ligt. De profielkanalen aan de onderzijde bevinden zich dan hetzij direct boven het oplegvlak of ongeveer parallel daarmede op een afstand van tot ongeveer 1 cm van het oplegvlak verwijderd.
15 Toorts dienen deze zich parallel met het oplegvlak bevindende prof ielkanalen ongeveer 10 - k5% van de van boven naar onder doorgaande perforeringskanalen met elkaar te verbinden en een doorsnede te bezitten die overeenkomt met 50 - 100$ van het doorsnede-vlak van de loodrecht verlopende kanalen.
20 De vervaardiging van de kanalen of perforeringen, alsmede de eventueel aangebrachte extra profilering aan de onderzijde vindt afhankelijk van het substraatmateriaal door ponsen, fresen, boren, steken of snijden volgens op zichzelf bekende wijze plaats.
Als substraatmaterialen zijn alle op zichzelf bekende 25 substraten voor aardeloze culturen geschikt, zoals b.v. steenwol- of gesteentevezelplaten, turfplaten en volledig-synthetische schuimstof-fen.
Toorbeeld I (Tergelijkingsvoorbeeld)
Toor dit en alle verdere voorbeelden werden jonge 30 meloenplanten toegepast; deze planten werden in plantenpotten uit pblyetheen, die aan de bodem van gaten waren voorzien, in eenheids-aarde 3 betrokken. De plantenpotten bezaten een diameter van ongeveer 10 cm. Daar de verkozen platen ongeveer 20 cm hoog waren en hun wortels uit de plantenpotten uitgroeiden (d.w.z. na verloop van ongeveer 35 ^ weken) werden de plantenpotten op fenolharsschuimstof-substraatpla- 7903700 !7 * u ten opgesteld, die zich op een voor -water ondoorlaatbare foelie bevonden.
De platen werden aan een druppelbewatering met twee druppelplaatsen per plant aangesloten. De verzorging van de planten 5 met voedingsoplossing via de potbewatering vond driemaal daags gedurende telkens 5-10 minuten plaats, wat een voedingsoplossingshoe-veelheid van 1,5 - 2,5 1/plant/dag betekende. De wortels van de planten dringen in het substraat in en de hoogtegroei van de planten werd door vastbinden met touw bestuurd. In 1 m hoogte werden de planten on-10 dersteund. Het steunen van de zijloten vond na vorming van het eerste of tweede blad aan de loot plaats. Ha verloop van ongeveer 2 1/2 maand werden per plant léh of twee meloenen met een gewicht van elk 1,2 - 1,5 kg geoogst. Ha de oogst vond de beoordeling van de wortelvorming in de verschillende substraatplaten plaats.
15 Voor het onderhavige vergelijkingsvoorbeeld werd een substraatplaat uit fenolharsschuim toegepast, die een dichtheid 3 van 19s5 kg/cm had. Zijn wateropnamesnelheid lag bij 5 min.20 sec. en 3 . - de negatieve waterretentie bedroeg 31 cm' . De plaat was niet geperforeerd. .....
20 De weinige wortels van de plant groeiden door de plant heen. Aan de onderzijde van de plaat kon slechts een matig sterke wortelvorming worden waargenomen; deze wortels drongen niet of slechts hier en daar weer in het substraatmateriaal binnen. De plantenpotten konden gemakkelijk van de plaat worden losgemaakt resp.
25 vielen daarvan af.
Voorbeeld II
Er werd een fenolharsschuimplaat uit een schuim met dezelfde fysische eigenschappen als in voorbeeld I toegepast. De plaat was echter van boven naar beneden met gaten van 8 mm diameter ge-30 perforeerd. De afstand van de gaten van elkaar bedroeg ongeveer 20 mm.
Bij deze plaat doorliepen de wortels deze loodrecht in de perforeringskanalen. Op de onderzijde van de plaat kon een sterke wortelvorming worden waargenomen, waarbij de wortels vanaf de onderzijde weer in de perfereringskanalen binnendrongen. In 60 - 70$ 35 van alle perforeringskanalen was een betrekkelijk sterke wortelvor- 7908700 * * • f 5 ïïiing zichtbaar. De plantenpot kon niet van het substraatvlak worden losgemaakt zonder aanwending van kracht.
Voorbeeld III
De toegepaste schuimstofplaat bezat dezelfde fysische 5 eigenschappen als de plaat van voorbeeld II. Zij was eveneens geperforeerd. De vervaardiging werd echter zodanig geleid, dat het eluaat van deze plaat een pS-waarde van 6Tk bezat. Bij alle overige voorbeelden lag de pïï-waarde van het eluaat bij 5,3 - 5,^-.
De pÏÏ-waarde van het eluaat werd op de volgende wij- 10 ze bepaald: 3 3
Ben bekerglas van 250 cm werd met 1 Uo cm gedestilleerd water gevuld en een cilindrisch schuimstofmonstervoorwerp van 65 mm lengte en een diameter van 50 mm met een der vlakke zijden op het wateroppervlak gelegd. ïTadat het monster zich met water had vol-15 gezogen, wordt het nog 30 minuten in het bekerglas gelaten. Daarna wordt het uitgeknepen en de pïï-waarde van het uitgetreden water op bekende wijze (b.v. met indicatorpapier of een pïï-meter) bepaald.
Bij deze nagenoeg neutrale plaat was de wortelvor-ming even goed als in voorbeeld II. Zij was in 70 - 80% van alle 20 perforeringskanalen betrekkelijk sterk.
Voorbeeld IV (Vergelijkingsvoorbeeld)
Er werd een niet-geperforeerde fenolharsschuimstof-3 plaat met een dichtheid van 21 kg/m toegepast, die een zeer hoge wateropnamesnelheid (1 min.5 sec) en een zeer grote negatieve water-3 25 retentie (610 cm') en daardoor ook een snelle waterafgifte bezat.
In deze plaat was de wortelvorming analoog voorbeeld I slecht; er waren slechts weinig wortels in dè plaat ingedrongen en aan de onderzijde van de plaat kon slechts een zwakke wortelvorming worden waargenomen. De plantenpotten vielen van het substraat af of 30 konden daarvan gemakkelijk worden losgemaakt.
Voorbeeld V
Fenolhars schuimst of plat en met de fysische waarden overeenkomstig voorbeeld IV werden met gaten met een diameter van 3 mm van boven naar beneden geperforeerd. De perforaties bevonden zich op 35 een afstand van ongeveer 20 mm van elkaar.
7 9 ö 8 7 ö 0 • 6 f * ia het kweken van de meloenplaten op deze platen kon men vaststellen, dat de platen loodrecht overwegend in de perfore-ringskanalen doorworteld waren. In de kanalen vond lichte dwarswortel-vorming plaats. De hoofdmassa van de wortels bevond zich aan de on-5 derzijde van de plaat. De plantenpotten waren door de loodrechte wortels betrekkelijk vast met de substraatplaat verbonden.
Voorbeeld VI (Vergelijkingsvoorbeeld)
Er werd een fenolharsschuimplaat met een zeer ge- 3 ringe dichtheid (d = 16,1 kg/m ) toegepast. De wateropnamesnelheid ... . . 3 10 lag bij 2 mm. 30 sec en de negatieve waterretentie bedroeg 90 cm .
De platen waren niet geperforeerd, ia het kweken met de meloenenplaten bleek, dat de platen loodrecht doorworteld waren en ook de onderzijde van de platen een relatief sterke worteluitbreiding optrad. De plantenpotten waren door de wortels vast met de substraat-15 plaat verbonden.
- Voorbeeld VII
Voorbeeld VI werd herhaald met dit verschil, dat de fenolharsschuimplaten met kanalen van 3 mm diameter op een afstand van ongeveer 20 mm waren geperforeerd. De wortelvorming was even goed 20 als in voorbeeld VI. Bovendien kon nog een wortelvorming van onder ' af in de perforeringskanalen worden waargenomen.
Uit de voorbeelden blijkt, dat substraatplaten met luchtkanalen de wortelvorming en de wortelgroei meer begunstigen dan een verlaging van de dichtheid en/of een wijziging van de negatieve 25 waterretentie.
7908700
Claims (3)
1. Substraatplaten τοογ aar&eloze plantenculturen, met het kenmerk, dat zij zijn voorzien van. luchtkanalen met doorsneden 2 . tussen 0,07 en 3,2 cm m een zodanige hoeveelheid, dat het totaal-volume van de luchtkanalen tussen 5 en h0% van het volume van de sub-5 straatplaten bedraagt.
2. Substraatplaten volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de luchtkanalen van boven naar beneden doorlopend zijn aangebracht .
3· Substraatplaten volgens conclusies 1-2, met het 10 kenmerk, dat op de bij de toepassing zich aan de onderzijde bevindende zijde van de platen 10 - van de van boven naar berieden doorgaande kanalen door verbindingskanalen zijn verbonden, welker doorsnedevlak-ken 50 - W0% van de doorsnedevlakken van de loodrechte kanalen bedraagt. » 7908700
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2852286 | 1978-12-02 | ||
DE19782852286 DE2852286A1 (de) | 1978-12-02 | 1978-12-02 | Substratplatten fuer pflanzenkulturen mit verbesserter wurzelbildung |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7908700A true NL7908700A (nl) | 1980-06-04 |
Family
ID=6056212
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7908700A NL7908700A (nl) | 1978-12-02 | 1979-11-30 | Substraatplaten voor plantenculturen met verbeterde wortelvorming. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE2852286A1 (nl) |
DK (1) | DK510779A (nl) |
GB (1) | GB2036523B (nl) |
NL (1) | NL7908700A (nl) |
SE (1) | SE7909905L (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2581503B1 (fr) * | 1985-05-07 | 1988-09-16 | Saint Gobain Isover | Substrat pour culture hors-sol |
DE3733805C1 (de) * | 1987-10-02 | 1989-05-03 | Romberg Edm & Sohn | Pflanzenanzuchtkoerper |
GB8816874D0 (en) * | 1988-07-15 | 1988-08-17 | Synthetic Substrates Ltd | Materials for use in plant progagation |
US5224292A (en) * | 1990-04-11 | 1993-07-06 | E. I. Du Pont De Nemours And Company | Fibrous mat for growing plants |
DE102009031291A1 (de) | 2009-06-30 | 2011-01-05 | Hans-Peter Kohlstadt | Substratanordnung zur Begrünung |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1843439U (de) * | 1960-11-16 | 1961-12-14 | Dirk Laan | Behaelter mit einer oder mehreren zwiebeln oder anderen pflanzen. |
BE756929A (fr) * | 1969-10-01 | 1971-03-16 | Bayer Ag | Corps en mousse servant de substrat pour la reproduction et la croissance des plantes ainsi que son procede de preparation |
JPS51129735A (en) * | 1975-04-30 | 1976-11-11 | Mitsubishi Petrochemical Co | Hydroponics by using foamed rough plate |
DK235775A (da) * | 1975-05-28 | 1976-11-29 | Kosan As | Dyrkningsklods og fremgangsmade til fremstilling af denne |
DE2827524A1 (de) * | 1978-06-23 | 1980-01-17 | Dynamit Nobel Ag | Phenolharzschaeume als substrat fuer erdelose pflanzenkultur |
-
1978
- 1978-12-02 DE DE19782852286 patent/DE2852286A1/de not_active Ceased
-
1979
- 1979-11-30 DK DK510779A patent/DK510779A/da not_active Application Discontinuation
- 1979-11-30 NL NL7908700A patent/NL7908700A/nl not_active Application Discontinuation
- 1979-11-30 SE SE7909905A patent/SE7909905L/ unknown
- 1979-11-30 GB GB7941526A patent/GB2036523B/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE2852286A1 (de) | 1980-06-12 |
SE7909905L (sv) | 1980-06-03 |
GB2036523A (en) | 1980-07-02 |
GB2036523B (en) | 1983-01-12 |
DK510779A (da) | 1980-06-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Ingestad et al. | Nutrition and growth of coniferous seedlings at varied relative nitrogen addition rate | |
US10701873B2 (en) | Growing medium structures based on Sphagnum moss and method for the manufacture thereof | |
Minore | Comparative autecological characteristics of northwestern tree species: a literature review | |
Bunt | Modern potting composts: a manual on the preparation and use of growing media for pot plants | |
Watson | Organic mulch and grass competition influence tree root development | |
Grunert et al. | Peat-based organic growbags as a solution to the mineral wool waste problem. | |
US20190208718A1 (en) | Composite structure and a method for producing the same | |
CA2663926A1 (en) | Processed rice hull material as germination and plant growth medium | |
Acheampong et al. | Improving field establishment of cacao (Theobroma cacao) through mulching, irrigation and shading | |
Litzow et al. | Influence of mulch materials on growth of green ash | |
WO2004098270A1 (en) | Improved hydroponic growth medium | |
JP6815604B2 (ja) | 定植用培地 | |
Hardgrave et al. | Development of organic substrates for hydroponic cucumber production | |
NL7908700A (nl) | Substraatplaten voor plantenculturen met verbeterde wortelvorming. | |
Pereira et al. | Eucalypt plantations in Portugal | |
NL9002467A (nl) | Werkwijze voor het bereiden van een substraatmateriaal, alsmede het verkregen substraatmateriaal. | |
DE3828843A1 (de) | Transportable, schnellanwachsende rasenmatte sowie verfahren zu ihrer herstellung und anwendung | |
DE2827524A1 (de) | Phenolharzschaeume als substrat fuer erdelose pflanzenkultur | |
EP2078452B1 (de) | Pflanz- und Bodensubstrat auf der Basis von Naturfasern | |
Böhme | Effects of hydroponics on the development of cucumber growing in ecologically suitable substrates | |
Fernandez et al. | Growth performance of two bamboo species in new plantations | |
Benoit et al. | Growing pepper on ecologically sound substrates | |
AT317598B (de) | Weichschaumstoffplatte für die Vermehrung von Stecklingen und Samen | |
Akpalu et al. | Effect of substrates and fertilizer application rates on growth of two cocoa clones | |
JPH0249516A (ja) | 樹皮を利用した植物植込み材料とその製造方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |