NL7908345A

NL7908345A - Schaduwmasker voor een kleuren-t.v.-beeldbuis en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

Info

Publication number: NL7908345A
Application number: NL7908345A
Authority: NL
Original assignee: Nisshin Steel Co Ltd
Priority date: 1978-11-15
Filing date: 1979-11-15
Publication date: 1980-05-19
Also published as: DE2945467C2; US4306172A; NL182997C; NL182997B; JPS5569238A; DE2945467A1; JPS6133886B2

Description

* -1- 21026/Vk/iv ^

Aanvrager: Nisshin Steel Co*, Ltd., Tokio, Japan en Dai Nippon Printing Co., Ltd., Tokfo, Japan.

Korte aanduiding: Schaduwmasker voor een kleuren-t.v.-beeldbuis en werkwijze voor het vervaardigen hiervan.

5

De uitvinding heeft betrekking op een schaduwmasker voor een kleu-ren-t.v.-beeldbuis vervaardigd uit een stalen strip met een laag koolstofgehalte. Met name heeft de uitvinding betrekking op een schaduwmasker voor een Braun-buis in een kleuren-t.v. Verder heeft de uitvinding betrekking •jQ op een werkwijze voor het vervaardigen van een schaduwmasker voor een dergelijke t.v.-beeldbuis.

Het is algemeen bekend dat een schaduwmasker een uiterst dunne metalen strip is met een groot aantal kleine gaten, aangebracht voon-het fluorescerend oppervlak van een Braun-kleuren-t.v.-buis en dit onderdeel 15 speelt een belangrijke rol omdat de drie elektronen stralen die uitgezonden worden uit de drie elektronenkanonnen in overeenstemming met de signalen van de drie primaire kleuren door elk gat geleid worden zodat de fluorescerende vlekken die over het fluorescerend oppervlak verdeeld worden luminescentie bewerkstelligen in de drie verschillende kleuren. Een 2o dergelijk schaduwmasker is tot nu toe als volgt vervaardigd. Een strip van een staalsoort met een laag koolstofgehalte werd onderworpen aan een koude rolbewerking waarbij onder rollen een warmtevermindering plaats heeft van ten minste 40% ter verkrijging van een materiaal strip die niet meer dan 0,2 mm dik is, welk materiaal in de vorm van een klos wordt 25 toegevoerd aan een etsbewerkïng. Bij de etsbewerking wordt de materiaal-strip voorbehandeld om olie die aanwezig kan zijn te verwijderen terwijl het materiaal van de klos wordt afgewonden. Een te voren bepaald patroon van gaten wordt vervolgens in de materiaalstrip aangebracht onder toepassing van een foto-resist aan beide zijden van de strip, door het materiaal 30 bloot te stellen aan het patroon van de fotoresist, daarna te ontwikkelen, het harden van de ontwikkelde foto-resist door een warmtebehandeling bij een temperatuur van ongeveer 200°C, etsen van het materiaal via het geharde patroonvormige foto-resist door besproeien met een waterige ijzer- (Ill)chloride-oplossing en het verwijderen van de foto-resist. Het pro-35 dukt wordt gesneden in afzonderlijke vlakke maskers en verder verwerkt in een Braun-beelbuis. Bij de verwerking in de Braun-beeldbuis wordt het vlakke masker met een te voren bepaald gatenpatroon gegloeid om het een voldoende ductiliteit te verlenen voor de daarop volgend-uitgevoerde persvorming. Dit gloeien wordt normaal uitgevoerd bij een temperatuur tussen 40 750 en 900°C, waarbij de afzonderlijke maskers zijn opgehangen of opgesta- 790 83 45 -2- 21026/Vk/iv

J

peld. Omdat de stalen strip die gegloeid is een rek bij de belasting bij de bovenste vloeigrens heeft van enkele procenten verschijnen "stretcher strains" (Lüders-lijnen) wanneer de vorming onder druk plaats heeft. Verder verliest het vlakke masker de gelijkmatigheid door het gloeien. Om 5 de gelijkmatigheid van de gegloeide strip op te heffen en om de'"stretcher strains" te voorkomen wordt het gegloeide vlakke masker enkele keren door een rol gevoerd en daarna onder druk gevormd tot het gewenste gebogen vlak. Na de vorming van de oxydefilms op de oppervlakken wordt het scha-duwmasker dat zodoende is verkregen gemonteerd in de Braun-buis.

10 De bekende werkwijze zoals boven aangegeven, waarbij de gloeistap wordt uitgevoerd na de vorming van de gaten, zal verder worden aangegeven als een nagloeiprocédê. Het nagloeiprocédê 'brengt een aantal problemen met zich mee,met name met betrekking tot de gloëibewerking die uitgevoerd wordt bij het samenstellen van de Braun-buis.

15 Omdat de vlakke maskers gegloeid worden wanneer ze zijn opgehangen of opgestapeld is de effectiviteit laag en dit gaat gepaard met hoge kosten. De gloeitemperatuur is 750 tot 900°C en resulteert vaak in het aan elkaar hechten van de vlakke maskers, hetgeen een verlaging van de opbrengst tot gevolg heeft. Zelfs met de vlakke maskers die mét goed ge-20 volg gegloeid zijn worden golven gevormd door het gloeien bij hoge temperaturen en de daarna uitgevoerde rolbewerking op een gelijkmatigheid te bewerkstelligen en om dergelijke golven op te heffen brengt het gevaar met zich mee dat het gatenpatroon verstoord kan worden of plooien kunnen worden gevormd. Verder heeft de hoge temperatuur waarbij het gloeien wordt 25 uitgevoerd tot gevolg dat de koolstof in het staal met een laag koolstofgehalte zal diffunderen en neerslaan in de vorm van carbiden nabij het oppervlak van de strip en dit .neerslaan van de carbiden heeft niet gelijkmatig plaats.-Elke niet gelijkmatigheid van de precipitatie van de carbiden resulteert in een niet gelijkmatige verlenging van het materiaal 30 bij het vormen onder samendrukken en dit leidt zodoende tot foutieve pro-dukten die vaak gevonden worden na de vormbewerking onder druk.

Om deze problemen te overwinnen zijn onderzoekingen gedaan om het gloeien uit te voeren bij lagere temperaturen. Wanneer echter een voldoende lage gloeitemperatuur wordt toegepast zodat de hechting wordt voorkomen 35 en de thermische verstoring van de vlakke maskers worden de korrels fijner, hetgeen resulteert in een toeneming van de rek bij belasting bij de bovenste vloeigrens van het gegloeide materiaal en daardoor was het noodzakelijk om het aantal doorleidingen door een rol ter voorkoming van de "stretcher-strains" op een niet-praktische wijze te verhogen.

40 Om de bovenvermelde problemen te voorkomen die samenhangen met de 790 83 45 * -3- 21026/Vk/iv nagioeibewerking, zijn procédés voorgesteld waarbij de gloeistap wordt uitgevoerd voordat de gatenvorming plaats heeft. Een dergelijk procédé waarbij de gloeibewerking wordt uitgevoerd bij het bereiden van het staal voordat de gatenvorming plaats heeft zal worden aangegeven als een pre-5 gloeiprocédé.

De Japanse octrooiaanvrage 49-110,562 beschrijft een procédé voor het vervaardigen van een koud gerolde stalen strip met een laag koolstofgehalte voor een schaduwmasker voor een kleuren-t.v.-Braun-beeldbuis, waarbij een heet gerolde laag van een metaalsoort met een laag koolstofge-•jq halte en een laag mangaangehalte koud gerold wordt met een dikteverminder-ing onder rollen van ten minste 30%, het gloeien van de koud gerolde strip bij een temperatuur van 650-750°C en het rollen van de gegloeide strip ter bewerkstelliging van een vermindering onder rollen van 0,5 tot 5,0%.

De Japanse octrooiaanvrage 50-23317 en de Japanse- octrooiaanvrage 15 52-44868 (overeenkomend met het Amerikaanse octrooischrift 3.909.928) beschrijven een werkwijze voor het vervaardigen van een schaduwmasker, waarbij een metaallaag met een laag koolstofgehalte gegloeid wordt bij èen temperatuur van 550 tot 650°C, waarna de gegloeide staallaag onderworpen wordt aan een rolbewerking (skin-pass) ter bewerkstelliging van een dikte-2o vermindering van 0,5 tot 15%, het vormen van gaten in de staallaag en het onder druk vormen van de staallaag tot het gewenste vlak.

De eerder vermelde problemen die samenhangen met het nagloeiprocédé zijn zodoende opgelost. Er is echter gebleken dat in de praktijk bij het toepassen van een pre-gloeiprocêdê het etsen problemen ondervindt omdat 25 de gegloeide staal-strip die verkregen wordt bij de staalproduktie te zacht is om op een geschikte wijze bewerkt te worden bij het etsen. Een strip van onrustig staal zoals onderworpen aan een eindbewerking bij een koude rolbewerking wordt uitgevoerd kan een Vickers-hardheid hebben van ten minste 170. Wanneer echter de gloeibewerking heeft plaatsgehad 30 heeft het materiaal een Vickers hardheid van aanzijnlijk minder dan 110.

Een dergelijk zacht en dun materiaal is zeer moeilijk te bewerken.

Een van de doelstellingen volgens de uitvinding is het verkrijgen van een verbeterd pre-gloeiprocédé voor het vervaardigen van een schaduwmasker voor een Braun-kleuren-t.v.-beeldbuis waarbij het gloeien wordt 35 uitgevoerd bij het produceren van het staal voordat de gaten worden aangebracht en het gegloeide materiaal een voldoende hardheid heeft voor de daarop volgende bewerking.

Deze doelstelling kan worden verwezenlijkt door het toepassen van een werkwijze volgens de uitvinding en door gebruik te maken van een spe-40 ciale staallegering. Het schaduwmasker voor een kleuren-t-rv.-beeldbuis 790 83 45 * yi -4- 21026/Vk/iv volgens de uitvinding , vervaardigd uit een stalen strip met een laag koolstofgehalte, wordt dan ook hierdoor gekenmerkt dat.de componenten in het staal aanwezig zijn in de volgende hoeveelheden naast ijzer en de niet-vermijdbare onzuiverheden C ^ 0,12; 0,2 £ Mn < 1,5; 0,3 ·£ Si £ 1,5 5 5 1,0 * 2Si + Mn-, 0,005 £ Al £ 0,030.

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werkwijze verkregen voor het vervaardigen van een schaduwmasker voor een kleuren-t.v.-beeldbuis, waarbij een stalen strip met een laag koolstofgehalte onderworpen wordt aan een koude rolbewerking ter verkrijging van een stalen strip 10 die niet meer dan 0,2 mm dik is waarbij het staal een samenstelling heeft zoals boven aangegeven te weten naast ijzer en de niet vermijdbare onzuiverheden C 3 0,12; 0,2 £ Mn 4 1,5; 0,3 £ Si £ 1,5,* 1,0 £ 2Si + Mn; 0,005 £ Al £ 0,030, waarbij de zo gerolde strip gegloeid wordt, het gegloeide stripmateriaal een Vickers hardheid heeft van ten minste 110, de 15 te voren bepaalde gatenpatronen worden aangebracht in het gegloeide stripmateriaal door een foto-etstechniek, het materiaal gesneden wordt in afzonderlijke vlakke maskers en met een bepaalde grootte en het vlakke masker tot een gewenste vorm onder druk wordt gevormd.

De uitvinding wordt, nader toegelicht aan de hand van de onderstaan-20 de beschrijving met verwijzing naar fig. 1, waarbij

Fig. 1 grafisch de afhankelijkheid aangeeft van de Vickers hardheid van de gloeitemperatuur van monsters die onderworpen zijn aan een koude rolbewerking bij verschillende dikte-verminderingen onder rollen.

Het wezen van de uitvinding is het feit dat een speciale staalle-· 25 gering gebruikt wordt bij een pre-gloeiprocédé voor het vervaardigen van een schaduwmasker van een Braun-kleuren-t.v.-buis, waarbij het gegloeide stripmateriaal hard en ductiel kan zijn, zodat het makkelijk en op geschikte wijze verwerkt kan worden, niet alleen bij de stap waarbij de gaten gevormd worden maar ook bij de bewerking onder druk.

30 Het koolstofgehalte van de staallegering die toegepast wordt voor het vervaardigen van een schaduwmasker volgens de uitvinding moet zodanig zijn dat het gehalte niet hoger is dan 0,12 gew.%. De aanwezigheid van een overmatige hoeveelheid koolstof heeft een nadelige invloed niet alleen op de vervormbaarheid onder druk van het vlakke masker maar ook 35 bij het vormen van de gaten in de gegloeide strip door de vorming van car-biden. Ook is gebleken dat een gewenste elektromagnetische eigenschap van het produkt nadelig beïnvloed wordt door een overmatige hoeveelheid koolstof. Het koolstofgehalte van het staal kan bijvoorbeeld worden verminderd door het uitvoeren van een vermindering van het koolstofgehalte in het 40 staal onder verlaagde druk of door verwijdering van koolstof door een 790 83 45 < -5- 21026/Vk/iv gloeibewerking van ontrold staal bij de rolbewerking.

Mangaan is een element dat oplost in het staal en de sterkte hiervan verhoogt. Hiertoe en ook om de warmbreukigheid te voorkomen op het tijdstip dat bij verhoogde temperatuur wordt gewerkt is gebleken dat ten •5 minste 0,1 gew.%, bij voorkeur ten minste 0,2 gew.% Mn in de staallegering essentieel is. De aanwezigheid echter van een overmatige hoeveelheid Mn maakt het staal niet alleen onnodig hard, hetgeen tot problemen leidt bij de vervormbaarheid onder druk van het vlakke masker, maar bemoeilijkt ook de produktie van staal door de vorming van banden van ferriet en pearliet.

10 Het is gebleken dat het mangaangehalte tot 1,5 gew.% kan bedragen.

Silicium is een element dat ook oplost in het staal en op effectieve wijze de sterkte van het staal verhoogt. Dit element dient tevens als een deoxydatiemiddel bij het produceren van staal. Daarom wordt ten minste 0,3 gew.% Si toegepast. De aanwezigheid echter van een overmatige hoeveelheid 15 Si maakt het staal harder dan noodzakelijk en bemoeilijkt daardoor de produktie van de strip en de produktie van het schaduwmasker. Het is gebleken dat het siliciumgehalte van de staallegering niet meer moet zijn dan 1,5 gew.%.

Het gegloeide stripmateriaal moet een Vickers-hardheid hebben van 20 ten minste 110, daar het anders niet makkelijk en op geschikte wijze bewerkt kan worden bij de stap waarbij de gaten worden gevormd. Het is gebleken dat om een dergelijk gewenst niveau van hardheid te behouden het siliciumgehalte van de staallegering en het mangaangehalte van de staalle-geringen voldoen aan de ongelijkheid: 1 ^ 2Si + Mn.

25 Aluminium is een element dat dient om het stikstofgehalte in het staal te stabiliseren door de vorming van aluminiumnitride waarbij de veroudering gecontroleerd wordt door het stikstofgehalte en op zijn beurt een controle verkregen wordt voor het verschijnen van "stretcher-strains" bij het vormen onder druk. Daarom moet ten minste 0,005 gew.% Al aanwezig zijn. 30 De overmaat echter van een overmatige hoeveelheid Al heeft een nadelige invloed op de vorm en de configuratie van de gaten die gevormd worden door een foto-ets-procéde. In het algemeen is een Al-gehalte tot 0,030 gew.% geschikt gebleken. Aluminium en silicium kunnen op geschikte wijze verwerkt worden in het staal door een deoxydatie uit te voeren van het staal 35 onder toepassing van deze elementen als de-oxydatiemiddel.

Uit de bovenvermelde staallegering kan een schaduwmasker volgens de uitvinding als volgt worden vervaardigd. Een hete gerolde laag wordt vervaardigd uit een gesmolten staallegering. Vervolgens wordt deze onderworpen aan ten minste een combinatie van een koude rolbewerking en een 40 tussengelegen gloeiing en vervolgens aan een uiteindelijke koude rolbewer- 79083 45 A * * -6- 21026/Vk/iv -j king ter verkrijging van een strip met een gewenste dikte van niet meer dan 0,2 mm. De rolbewerking waarbij een vermindering van de dikte wordt bewerkstelligd kan een vermindering van de dikte tot gevolg hebben, variërende van 20 tot 80%. De koud gerolde strip wordt vervolgens onderworpen 5 aan een herkristallisatie-gloeibewerking. De temperatuur waarbij de koud gerolde strip gegloeid wordt kan variëren van 520 tot 650°C, bij voorkeur tussen 580 en 620°C. De strip kan onderworpen worden aan een koude eind-colbewerking waarbij een dikte-vermindering plaats heeft van ten minste 30% en kan vervolgens gegloeid worden in de vorm van een opgewonden materiaal 10 bij een temperatuur van niet meer dan 620°C gedurende een periode van ten minste twee uren.

Fig. 1 geeft grafisch de afhankelijkheid weer van de hardheid van het gegloeide stripmateriaal na de uiteindelijke rolbewerking en de gloei-temperatuur bij monsters van staal C zoals aangegeven in tabel A. Bij deze 15 experimenten, waarop fig. 1 is gebaseerd, werden stripmonsters vervaardigd uit staal C, dat onderworpen werd aan een koude rolbewerking waarbij verschillende dikteverminderingen plaats hadden zoals aangegeven in fig. 1 en deze strippen werden gegloeid bij verschillende temperaturen gedurende 3 uren en vervolgens werd de Vickers-hardheid gepaald. Uit fig. 1 blijkt 20 dat de Vickers hardheid van de gegloeide strip vervaardigd uit de staal-legering volgens de uitvinding aanzienlijk boven 110 ligt, hoewel afhankelijk van de bewerkingsomstandigheden zoals de diktevermindering onder rollen bij de koude rolbewerking en de gloeitemperatuur. Het gegloeide stripmateriaal kan onderworpen worden aan een rolbewerking voor het conditione-25 ren van het materiaal en vervolgens worden geëtst.

Bij het etsen worden bepaalde patronen met gaten' gevormd in het stripmateriaal volgens een conventionele foto-etstechniek. Het gegloeide stripmateriaal dat verkregen is volgens de uitvinding maakt het op een. voortreffelijke wijze mogelijk om de gaten te vormen. Met andere woorden 30 kan gesteld worden dat het materiaal voldoende hard is hoewel het gegloeid is, en zodoende makkelijk verwerkt kan worden bij de stap waarbij gaten worden gevormd waarbij de nadelige deformatie tot een minimum kan worden beperkt. Verder zijn de vormen en configuraties van de gaten die gevormd worden goed. Het stripmateriaal waarin de gaten zijn gevormd wordt vervol-35 gens gesneden tot afzonderlijke vlakke maskers, die ten slotte gebruikt worden voor het samenstellen van de Braun-buis.

Bij het samenstellen van de Braun-buis kan het vlakke masker direct of na een geschikte vlakte-bewerking, onder druk gevormd worden tot de gewenste vorm.

40 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van het vol- 790 83 45

V

-7- 21026/Vk/iv gende voorbeeld.

Voorbeeld

De staalmonsters met samenstellingen zoals aangegeven in tabel A werden nader onderzocht.

5 Tabel A

vol- staal- C Si ito P S Al gens soort_______ de A 0,06 0,42 0,31 0,015 0,016 0,027 10 uit- B 0,08 0,71 0,59 0,012 0,014 0,019 vin- C 0,11 0,99 0,80 0,011 0,008 0,013 ding D 0,05 0,40 1,41 0,012 0,013 0,016 E 0,06 1,42 0,29 0,013 0,014 0,014 F 0,10 1,10 0,76 0,009 0,012 0,013 15 G 0,006 0,82 0,69 0,014 0,013 0,009 ter H 0,08 0,01 0,27 0,018 0,012 0,037 ver- I 0,06 0,01 0,28 . 0,016 0,011 0,003 ge- J 0,08 0,01 '0,30 0,016 0,014 0,002 20 lij- king _______

De staalsoorten A-G zijn staalsoorten volgens de uitvinding en de staalsoorten A-F werden bereid door een zuivering in een converter, terwijl 25 staalsoort G bereid was door een zuivering in een converter, gevolgd door een verlaging van het koolstofgehalte onder verlaagde druk. De staalsoorten Η, I en J zijn vergelijkende staalsoorten die buiten de beschermingsomvang van de uitvinding vallen.

Van elke staalsoort werd een hete, gerolde laag vervaardigd met een 30 dikte van 2,0 mm. De laag werd vervolgens onderworpen aan een koude rolbe-werking,een tussengelegen gloeibewerking en ten slotte een.eind-koude rolbe-werking ter verkrijging van een strip met een dikte van 0,15 mm. De uitein-delijke koude rolbewerking werd zodanig uitgevoerd dat een dikte-vermindering onder rollen plaats had van 50%. De gerolde strip werd vervolgens onderwor-35 pen aan een gloeiing waarbij herkristallisatie optrad in de vorm van een hecht, opgewonden materiaal bij een .temperatuur van 580°C gedurende 8 uren.

De gegloeide strip werd vervolgens gerold voor het conditioneren. De aldus bewerkte strips hadden een getal met betrekking tot de korrelgrootte van 8-11, gemeten volgens de methode voor het bepalen van "Ferrits Grain Size 40 of Steels" volgens JIS G0552. Bij de staalsoorten F en I werd de tussenge- 790 83 45 é -8- 21026/Vk/iv legen gloeibewerking vervangen door een gloeibewerking. waarbij een vermindering van het koolstofgehalte plaats had met een open klpsvormig materiaal, waarbij het koolstofgehalte van deze staalsoorten verlaagd werd tot 0,002%. De mechanische eigenschappen van de gegloeide strips zijn aange-5 geven in tabel B.

Onder toepassing van een gegloeide strip werd een schaduwmasker vervaardigd volgens een conventionele bewerking. De eigenschappen van de strip waarin de gaten zijn gevormd en de vervormbaarheid onder druk van het vlakke masker werden bepaald en de resultaten hiervan zijn weergegeven in ta-10 bel B.

Tabel B

staal- trek- . rek Vicerks soort sterkte (%) hardheid 2 15 _ (kg/mm )___ samen- A 39>8 37,9 123 stel- B 44,2 33,8 137 ling C 51,4 30,1 157 vol- D 46,3 31,0 139 20 gens E 48,9 29,3 147 de F 46,9 34,1 140 uit- G 44,5 35,6 129 vinding____________ 25 ter H 35,8 41,3 103 ver- I 30,2 46,1 92 ge- J 33,4 40,1 96 lij- king ________ 30 790.83 45 v -9- 21026/Vk/iv

Tabel B (vervolg) staal gedrag bij het vormen van de vervormbaarheid soort gaten__ onder druk 5 plaatshebben vorming van de onge- van de wenste de- gaten __formatie___ samen- A nee goed goed 10 stel- B nee goed goed ling C nee goed goed vol- D nee goed goed gens E nee goed goed de F nee goed goed 15 uit- G nee goed goed vinding_____ ter H ja slecht goed ver- I ja goed goed 20 ge- J ja goed goed lij- fcing_____

Uit de resultaten van tabel B blijkt dat de gegloeide strips_die 25 vervaardigd zijn uit staalsoorten volgens de uitvinding goede mechanische eigenschappen hebben zodat zij een goede verdere bewerking mogelijk maken zowel bij het vormen van de gaten als bij de vervorming onder druk of samendrukken. Hoewel de gegloeide strippen die vervaardigd zijn uit staalsoorten ter vergelijking,-een Vickers hardheid hadden van iets minder dan 30 no ig het moeilijker om deze monsters te onderwerpen aan de stap waarbij de gaten werden gevormd. Hierbij moet worden opgemerkt dat alle gegloeide strippen vervaardigd werden onder dezelfde bewerkingsomstandigheden.

Een monster van een vlak masker vervaardigd uit staalsoort B met behulp van rollen gericht, werd gedurende 30 dagen bewaard en werd vervolgens 35 onder samenpersen gevormd. Er werden geen ''stretcher-strains" gevormd. Wanneer echter een vlak masker vervaardigd werd uit staalsoort J, dat met behulp van rollen gericht was en gedurende 3 dagen werd bewaard en daarna gevormd werd onder samendrukken werd het ontstaan van een aanzienlijk aantal "stretcher-strains" waargenomen.

40 -CONCLUSIES- 790 83 45

Claims

1. Schaduwmasker, voor een kleuren-t.v.-beeldbuis, vervaardigd uit een stalen strip met een laag koolstofgehalte, met het kenmerk, dat de com- 5 ponenten in het'staal aanwezig zijn in de volgende hoeveelheden naast ijzer en de niet vermijdbare onzuiverheden: C 4 0,12; 0,2 4 Mn 4 1,5; 0,34 Si ^1,51 1,0>4 2Si + Mn; 0,005 4 Al 4 0,030.

2. Schaduwmasker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dit een 10 dikte heeft van niet meer dan 0,2 mm en een Vickers hardheid van ten minste 110.

3. Schaduwmasker volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de Vickers hardheid ten minste 120 bedraagt.

4. Werkwijze voor het vervaardigen van een schaduwmasker voor een 15 kleuren-t.v,-beeldbuis, waarbij een stalen strip met een laag koolstofgehalte onderworpen wordt aan een koude rolbewerking, ter verkrijging van een stalen strip die niet meer dan 0,2 mm dik is, verhitten van het gerolde materiaal, het vormen van een eerder bepaald gatenpatroon in de gegloeide strip door een foto- etstechniek, het afsnijden van het materiaal tot 20 afzonderlijke vlakke maskers met bepaalde afmetingen en het onder druk vormen van het vlakke masker tot de gewenste vorm, met het kenmerk, dat het staal een samenstelling heeft zoals aangegeven in conclusie 1 en de gegJoei de strip een Vickers hardheid heeft van ten minste 110.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de strip uit 25 het gegloeide materiaal een Vickers hardheid heeft van ten minste 120.

6. Werkwijze volgens conclusie 4-5, met het kenmerk, dat de strip vervaardigd, uit een staalsoort met een laag koolstofgehalte onderworpen wordt aan een laatste koude rolbewerking waarbij een vermindering van de dikte plaats heeft van 20 tot 80% en het zo gerolde stripvormige materiaal 30 gegloeid wordt bij eën temperatuur van 520 tot 650°C.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de strip vervaardigd uit een staalsoort met een laag koolstofgehalte onderworpen wordt aan een laatste koude rol bewerking waarbij een vermindering van de dikte plaats heeft van ten minste 30% en het zo gerolde stripvorraige mate- 35 riaal gegloeid wordt in de vorm van een dichte rol bij een temperatuur van niet meer dan 620°C. 790 83 45