NL7908341A - Werkwijze voor het richten van een conus van een kleurenbeeldbuis en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze. - Google Patents

Description

P.Schmidt et al 17-18-2-4 Λ WEEKWIJZE VOOR HET RICHTEN VAN EEN CONUS VAN EEN KLEURENBEELDBUIS EN INRICHTING VOOR HET UITVOEREN VAN DEZE WERKWIJZE.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het richten van een kleurenbeeldbuis bestaande uit een buishals, welke voor het inbouwen van een electronenstraalopwekstelsel is aangebracht, en een zich trechtervormig verwijdend gedeelte met referentievlakken 5 en een rondlopende lasrand aan de grootste omtrek met een overgangs-gedeelte dat zich uitstrekt vanaf de buishalsaansluiting tot aan die diameter van het zich trechtervormig verwijdend gedeelte waar bij de gerede buis een afbuigstelsel bevestigd is, en op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.

10 Het is bekend dat bij kleurenbeeldbuizen een zeer strenge eis is dat de niet afgebogen middelste electronenstraal het beeldscherm nauwkeurig in het midden en loodrecht raakt. Een verwaarlozing van deze voorwaarde heeft direct schakelijke gevolgen voor de kleurzuiverheid van de buis en kan bovendien bijvoorbeeld tot een verschuiving van het 15 raster op het scherm leiden.

In het Duitse Auslegeschrift DE-AS 2 536 531 wordt een werkwijze voorgesteld volgens welke het mogelijk is de hals van de buis nauwkeurig te richten met betrekking tot de lasrand en de referentievlakken. Allereerst worden de lasrand en de referentievlakken geslepen.

20 Daarna wordt de conus met deze lasrand en de referentievlakken opgelegd waarna een richtdoorn in de hals van de buis gebracht wordt waarbij de as van de richtdoorn ten opzichte van de referentievlakken dusdanig geplaatst is dat het door de lasrand gevormde vlak precies in het midden en loodrecht gesneden wordt. Daarna wordt de hals verwarmd en door de 25 aan de richtdoorn bevestigde drukstukken gericht.

Door de ontwikkeling van nieuwe afbuigstelsels is het niet meer voldoende slechts de lasrand, de referentievlakken en de hals ten opzichte van elkaar te richten, doch ook het overgangsgedeelte tussen de brede opening van de trechter en de hals van de buis is aan zeer 30 kritische tolerantie-eisen met betrekking tot de laatstgenoemde conusgedeelten onderworpen. Deze nieuwe afbuigstelsels, zoals deze bijvoorbeeld in "Valvo Entwicklungsmitteilungen, April 78, 30 AX-Abgleich-freies Farbbildsystem in Passtechnik" zijn beschreven, strekken zich 790 33 41 ' 2

JL

over een lang stuk van de hals uit en zijn zeer nauwkeurig aan de vorm van het overgangsgedeelte aangepast.

Wanneer de lasrand en de referentievlakken vólgens de tot nu toe toegepaste werkwijze geslepen worden, is het zonder meer mogelijk 5 dat bijvoorbeeld het door de lasrand gevormde vlak scheef op de as van het overgangsgedeelte staat. Daar de hals met betrekking tot de lasrand en de referentievlakken gericht wordt staat dan ook de hals scheef op het overgangsgedeelte. Het is gebleken dat bij volgens deze werkwijze vervaardigde conussen niet steeds voldoende tolerantie aanwezig is om 10 het afbuigstelsel op een scheef overgangsgedeelte dusdanig met betrekking tot de hals en het daarin aangebrachte electronensysteem te kunnen richten, dat geen fouten in de convergentie- en kleurzuiverheid meer optreden.

Het doel van de uitvinding is om een werkwijze te verschaffen 15 waarbij het mogelijk is de conus dusdanig te richten, dat de in de electronenstraalrichting liggende assen van buishals, overgangsgedeelte en lasrand alle samenvallen. De oplossing van dit probleem is in de conclusies 1-3 weergegeven.

Bij de convergentie-instelling van de buizen moeten door me-20 chanische instelling van het afbuigstelsel de toleranties van de conus, van het electronenstelsel en van het afbuigstelsel zelf gecompenseerd worden, waarbij de toleranties van het glazen gedeelte, in het bijzonder van de conus het grootst zijn. Door de werkwijze volgens de uitvinding worden echter de positie van de voor de convergentie maatgevende delen 25 van de conus, dus van de buishals en de lasrand ten opzichte van de lengteas van het overgangsgedeelte over welke het afbuigstelsel is aangevracht gericht. Daardoor komt de gehele instelweg van het afbuigstelsel op het overgangsgedeelte voor het compenseren van de toleranties van het electronenstelsel en het afbuigstelsel zelf ter be-30 schikking.

Volgens de bekende werkwijze is het gebruikelijk de buishals haar de lasrand en de referentievlakken te richten. Zijn machines voor deze richtmethode aanwezig dan is het van voordeel slechts de lasrand en de referentievlakken naar het overgangsgedeelte te richten en daar-35 na de buishals op bekende wijze naar de lasrand en de referentievlakken te richten.

79083 41 ï 3

Wanneer anderzijds reeds machines voor het richten van de lasrand en de referentievlakken met betrekking tot de buishals aanwezig zijn, dan is de werkwijze volgens conclusie 4 van bijzonder voordeel.

5 Wanneer de conus bij het overgangsgedeelte vastgehouden wordt en dan aan de lasrand en de referentievlakken respectievelijk buishals bewerkt wordt, dan treden grote en het glas mogelijk tot breuk belastende krachten en momenten op. Deze belasting wordt bij een inrichting volgens conclusie 5 vermeden. Voordelige uitvoeringsvormen 10 waarbij de conus dusdanig vastgehouden wordt dat minimale momenten op de conus werken zijn in de conclusies 6 en 7 aangegeven.

Inrichtingen welke voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding geschikt zijn worden in de conclusies 4-6 beschreven. De werkwijze en de inrichting zijn zowel bij de vervaardiging van 15 kleurenbeeldbuisconussen alsook bij de terugwinning daarvan toe te passen.

De uitvinding zal nu aan de hand van de tekeningen nader beschreven worden. Daarin is: fig. 1 een conus van een kleurenbeeldbuis; 20 fig. 2 een inrichting voor het richten van de conus van een kleurenbeeldbuis; fig. 3 een bovenaanzicht over de doorsnede S-S van fig. 2.

Met behulp van fig. 1 worden de hierna gebruikte begrippen duidelijk gemaakt. De conus bestaat uit de buishals 1, het overgangs-25 gedeelte 2 en het voorste trechtervormige gedeelte 3, waarop zich de referentievlakken 4 en de lasrand 5 bevinden. Het vlak A komt overeen met het aanzetvlak van de buishals; het vlak B komt overeen met het vlak waarin het afbuigstelsel aan de conus gemonteerd wordt. Langs de snijlijn van vlak B met de conus kunnen houdstiften voor het afbuig-30 stelsel zijn aangebracht of worden aangebracht of er kan een opgeperste glazen ring of een aangelijmde ring van kunststof aanwezig zijn.

Zoals reeds is beschreven worden bij de tot nu toe bekende werkwijzen de buishals en de lasrand ten opzichte van elkaar gericht.

Daarbij kan echter de lengteas van het overgangsgedeelte, zoals reeds 35 gezegd, scheef ten opzichte van de lengteas van de buishals staan. Bij de huidige gebruikelijke kleine mechanische toleranties tussen afbuig- 730 33 41 / 4 stelsel en overgangsgedeelte is het dan niet meer mogelijk de lengteas van het afbuigstelsel op de as van de halslengte te richten omdat het scheefstaande overgangsgedeelte de verstelbaarheid van het afbuigstelsel belemmert. Daarom stelt de werkwijze volgens de uitvinding voor, 5 de buishals en de lasrand naar het overgangsgedeelte te richten.

Fig. 2 toont een inrichting welke voor het uitvoeren van de werkwijze geschikt is. De conus 6 wordt op drie draagpennen 7 geplaatst, waarbij de oplegpunten precies op de omtrek van de cirkel in het vlak B liggen. In plaats van de draagpennen 7 kan ook een ring met over-10 eenkomende doorsnede zijn aangebracht.

Door de in het vlak A werkende spanklemmen 8 wordt de lengteas van het overgangsgedeelte 2 loodrecht ten opzichte van de grondplaat 9 gericht. De geleiding van de spanklem 8 wordt getoond in fig. 3 (doorsnede S-S van fig. 2).

15 Het vlak A is volgens fig. 1 het aanzetvlak van de hals. Op gemerkt wordt dat de spanklemmen 8 doelmatigerwijze niet precies op de aanzetplaatsen van de hals aangrijpen.omdat het glas daar zeer oneven is. De spanklem wordt iets voor de aanzetplaats van de hals gehouden, waar de buishals weer een glad onvervormd oppervlak heeft.

20 Het is bovendien mogelijk in plaats van de van buiten aan grijpende spanklemmen 8 een doorn in de hals te brengen met spandelen die van binnen ter hoogte van het vlak A op de buishals drukken en daardoor het overgangsgedeelte· richten.

Wanneer ter hoogte van vlak B reeds pennen of ringen of 25 ring met pennen of gaten aan de conus zijn aangebracht die voor de bevestiging van het afbuigstelsel dienen, dan wordt van deze bevesti-gingsinrichting gebruik gemaakt. In dat geval is de stand van het overgangsgedeelte zonder meer vastgelegd zodat het vastleggen door middel van de spanklemmen 8 niet meer noodzakelijk is. Het is dan 30 echter wel nodig dat de bevestigingsinrichting dusdanig wordt aangebracht dat de plaats daarvan met betrekking tot de as van het overgangsgedeelte nauwkeurig is bepaald.

Het tot nu toe beschreven eerste gedeelte van de inrichting diende om de conus ten opzichte van het overgangsgedeelte te richten.

35 Wanneer in de volgende behandeling de lasrand 5 en de refe- rentievlakken geslepen moeten worden, wordt de conus doelamtigerwijze 790 83 41

V

5 op punten ondersteund, welke een goede bevestiging van de conus waarborgen.

De punten aan het overgangsgedeelte, naar welke het richten plaats vindt, liggen dichtbij de lengteas van de conus, terwijl de te 5 bewerken lasrand het het verst v an de lengteas van de conus verwijderde conusgedeelte is. Indien de conus aan de uitrichtpunten ingeklemd en de lasrand door slijpen en polijsten bewerkt wordt, dan zullen grote het glas mogelijk tot breuk belastende krachten optreden. De aangrijpende grote momenten zouden bovendien tot een verstoring van de 10 justering kunnen leiden.

De inrichting volgens de uitvinding bevat daarom een tweede gedeelte dat de conus in de buurt van de punten welke bewerkt worden tegen optredende momenten ondersteunt. Door aanslagen in de buurt van de referentievlakken 4 wordt een verdraaien verhinderd. Drukkrachten 15 in de richting van de as van de conus worden door ondersteuningsdelen opgevangen welke zover mogelijk aan de buitenzijde van de conus aangrijpen. In het uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zijn daarom minstens drie stangen 10 aangebracht die gedurende het richten van het overgangsgedeelte door de veren 11 beweegbaar in de grondplaat 9 20 geleid worden doch na het beëindigen Van het richten door de vasthoud-organen 12 worden vergrendeld. Deze stangen kunnen natuurlijk ook dusdanig uitgevoerd worden dat deze als steundelen loodrecht op het oppervlak van de conus werken. Ook de spanklemmen 13 aan het achterste einde van de buishals zijn gedurende het richten beweegbaar en worden 25 pas na het richten vergrendeld.

Nadat het richten naar het overgangsgedeelte en de bevestiging van de conus bij de verst naar buiten gelegen punten heeft plaats gehad worden de lasrand en de referentievlakken met een slijpinrichting bewerkt. Deze slijpinrichting vormt geen essentieel gedeelte van de 30 uitvinding en is daarom niet weergegeven.

Nadat de lasrand en de referentievlakken op deze wijze met betrekking tot het overgangsgedeelte gericht zijn kan het richten van de buishals met betrekking tot de lasrand en de referentievlakken volgens een bekende methode plaats vinden.

35 Het is echter ook mogelijk dat na het bovenbeschreven richten en bevestigen van de conus de spanklemmen 8 en 13 weer weggenomen worden ^3083 41 t 6 en dat de buishals ter hoogte van vlak A wordt verwarmd. Een doorn waarvan de as met de lengteas van het overgangsgedeelte samenvalt wordt dan in de buishals gebracht en richt deze dusdanig dat de lengteas van de buishals samenvalt met de lengteas van het overgangsgedeelte. 5 Het essentiele kenmerk van de uitvinding is het richten van de conus ten opzichte van het overgangsgedeelte en het bewerken van ten minste de lasrand en de referentievlakken en eventueel van de buishals uitgaande van het gerichte overgangsgedeelte.

Het nog te bewerken gedeelte kan daarna of eveneens volgens 10 · de richtmethode van de uitvinding danwel met behulp van een reeds bekende richtmethode ten opzichte van het reeds bewerkte gedeelte gericht worden.

Het is natuurlijk ook mogelijk de buishals pas aan te smelten wanneer de conus ten opzichte van het overgangsgedeelte is ge-15 richt. De conus wordt dan voor het richten in het vlak A op die plaats gehouden waar het halsstuk naderhand van de conus gescheiden wordt, voordat de eigenlijke buishals wordt aangebracht.

790 83 41

Claims (7)

1. Werkwijze voor het richten van een conus van een kleuren-beeldbuis bestaande uit een buishals, welke voor het inbouwen van een electronenstraalopwekstelsel is aangebracht, en een zich trechter-5 vormig verwijdend gedeelte met referentievlakken en een rondlopende lasrand aan de grootste omtrek met een overgangsgedeelte dat zich uitstrekt vanaf de buishalsaansluiting tot aan die diameter van het zich trechtervormig verwijdend gedeelte waar bij de gerede buis een af-buigstelsel bevestigd is, met het kenmerk, dat de 10 rondlopende lasrand (5) en de referentievlakken (4) alsook de buishals (1) dusdanig met betrekking tot de lengteas van het overgangsgedeelte worden gericht dat de in de electronenstraalrichting liggende as van het door de lasrand gevormde vlak en de lengteas van de buishals met de lengteas van het overgangsgedeelte samenvallen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het ken merk, dat de lasrand en de referentievlakken voor slijpen gericht worden en dat de buishals onder verwarming van de buishalsaansluiting wordt gericht.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat allereerst de lengteas van het overgangsgedeelte met betrekking tot een bewerkingsmachine gericht en vastgehouden wordt, welke machine de lasrand dusdanig bewerky, dat de assen van het overgangsgedeelte en de lasrand samenvallen en dat daarna de buishals ten opzichte van de lasrand wordt gericht.

4. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat allereerst de lengteas van het overgangsgedeelte ten opzichte van een bewerkingsmachine gericht en vastgehouden wordt, waarbij de buishals dusdanig wordt gericht dat de lengteassen van de buishals en overgangsgedeelte samenvallen en dat daarna de lasrand en 30 de referentievlakken door slijpen ten opzichte van de buishals worden gericht.

5. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting uit twee delen bestaat waarbij het eerste gedeelte de conus van de kleu-35 renbeeldbuis aan het overgangsgedeelte met betrekking tot een bewerkings-inrichting richt en het tweede gedeelte de uitgerichte conus vasthoudt. 790 33 41

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het ken merk, dat het tweede gedeelte ten minste drie steundelen (10) bevat welke de conus van de kleurenbeeldbuis aan zijn trechtervormig gedeelte zo dicht mogelijk bij de grootste omtrek tegen krachten in 5 de richting van de as van de conus steunen en minstens twee aanslagen bevat welke nabij de referentievlakken (4) aangrijpen en daardoor een verdraaien van de conus verhinderen.

7. Inrichting volgens conclusie 5, met het ken merk, dat het tweede gedeelte spanklemmen (13) bevat welke aan de 10 conus in de buurt van de hals van de buis op ten minste drie punten aangrijpen en welke na het richten van het overgangsgedeelte worden aangeschoven en vastgehouden. 780 8 3 41