NL7908325A - Inrichting voor het regelen van een gewenste snelheid van ten minste een spoelmachine voor textieldraden. - Google Patents

Inrichting voor het regelen van een gewenste snelheid van ten minste een spoelmachine voor textieldraden. Download PDF

Info

Publication number
NL7908325A
NL7908325A NL7908325A NL7908325A NL7908325A NL 7908325 A NL7908325 A NL 7908325A NL 7908325 A NL7908325 A NL 7908325A NL 7908325 A NL7908325 A NL 7908325A NL 7908325 A NL7908325 A NL 7908325A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spindle
frequency
speed
turbine
winding
Prior art date
Application number
NL7908325A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Rhone Poulenc Textile
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Rhone Poulenc Textile filed Critical Rhone Poulenc Textile
Publication of NL7908325A publication Critical patent/NL7908325A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H59/00Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
    • B65H59/38Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by regulating speed of driving mechanism of unwinding, paying-out, forwarding, winding, or depositing devices, e.g. automatically in response to variations in tension
    • B65H59/384Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by regulating speed of driving mechanism of unwinding, paying-out, forwarding, winding, or depositing devices, e.g. automatically in response to variations in tension using electronic means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H59/00Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators
    • B65H59/38Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by regulating speed of driving mechanism of unwinding, paying-out, forwarding, winding, or depositing devices, e.g. automatically in response to variations in tension
    • B65H59/381Adjusting or controlling tension in filamentary material, e.g. for preventing snarling; Applications of tension indicators by regulating speed of driving mechanism of unwinding, paying-out, forwarding, winding, or depositing devices, e.g. automatically in response to variations in tension using pneumatic or hydraulic means
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02PCONTROL OR REGULATION OF ELECTRIC MOTORS, ELECTRIC GENERATORS OR DYNAMO-ELECTRIC CONVERTERS; CONTROLLING TRANSFORMERS, REACTORS OR CHOKE COILS
    • H02P5/00Arrangements specially adapted for regulating or controlling the speed or torque of two or more electric motors
    • H02P5/46Arrangements specially adapted for regulating or controlling the speed or torque of two or more electric motors for speed regulation of two or more dynamo-electric motors in relation to one another
    • H02P5/52Arrangements specially adapted for regulating or controlling the speed or torque of two or more electric motors for speed regulation of two or more dynamo-electric motors in relation to one another additionally providing control of relative angular displacement
    • H02P5/56Speed and position comparison between the motors by electrical means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/30Handled filamentary material
    • B65H2701/31Textiles threads or artificial strands of filaments

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Winding Filamentary Materials (AREA)
  • Tension Adjustment In Filamentary Materials (AREA)

Description

,ί Ν.Ο. 28.428 1 \
V
Inrichting voor het regelen van een gewenste·snelheid van ten minste een spoelmachine voor textieldraden.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het regelen van de aandrijfsnelheid van ten minste een spoelmachine voor textieldraden.
Men gebruikt bij het vervaardigen van chemische draden 5 veelal een type spoelmachine met ''dubbele aandrijving", welke machine omvat: een spil voor het opnemen van één of meer wikkelonder-steuningen, een heen en weer gaande verdeelinrichting voor de dra-. io den langs de spil, voorzien van ten minste evenveel heen en weer gaande geleidingen als de vormen wikkelingen, triangulatiegeleidingen overeenkomend met de heen en weer gaande geleidingen, die bovenstrooms van laatstgenoemden zijn geplaatst in het mediaanvlak van de baan van elke 15 heen en weer gaande geleiding, een aandrijfcilinder die in omtreksaanraking is met de wikkelingen, waarvan de rol is het fixeren van de omtreks-snelheid van genoemde wikkelingen en eventueel een deel van het noodzakelijke koppel verschaft voor hun aandrijving, 20 axiale aandrijfmiddelen voor de spil gevormd door een motor zoals een met gasvormig medium werkende turbine die het gehele of een deel van het noodzakelijke aandrijfkoppel verschaft.
Op dit type spoelmachine wordt, als de ondersteuning 25 voor de wikkeling (buis) of de wikkeling in aanraking zijn met de aandrijfcilinder, de rotatiesnelheid van de spil en als gevolg hiervan van de turbine bepaald door die van de aandrijfcilinder.
In de fase van het aanlopen bijvoorbeeld', als de buis ^0 nog niet in aanraking is met de aandrijfcilinder drijft de turbine alleen de spil aan. De turbine kan worden gebruikt om aan de spil een bepaalde snelheid te geven, bijvoorbeeld een oversnelheid die het verankeren van de draad of draden voordelig beïnvloedt. Het is dus noodzakelijk de snelheid 35 van de turbine te regelen.
790 S3 25 ’ 2
Het is bekend de snelheid van een turbine te regelen door het variëre'n van de hoeveelheid toegevoerd medium met behulp van een reductie-inrichting voor deze hoeveelheid; Dit laatste kan bijvoorbeeld hetzij mechanisch door een 5 systeem dat gevoelig is voor het dikker worden van de wikkel (Franse octrooischrift 1.238.700) hetzij pneumatisch uitgaande van een tastinrichting voor de spanning van de draad (Russisch octrooischrift 303.791) worden bestuurd.
De hierboven genoemde inrichtingen betreffen het re-10 gelen van de snelheid van een enkele spoelmachine. Voor een groep spoelmachines moeten er evenveel regelinrichtingen zijn als er spoelmachines zijn en het is hierdoor niet mogelijk dat loopsnelheden worden verkregen die absoluut identiek zijn voor alle spoelmachines van de groep. Boven-15 dien kan de nauwkeurigheid van de regeling, in het bijzonder in het geval van de mechanische inrichting niet zeer groot zijn.
De uitvinding stelt nu een regelinrichting voor de snelheid van de turbine voor van ten minste één spoelma-20 chine en bij voorkeur komt tegelijkertijd een aantal spoelmachines.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het regelen van de gewenste snelheid van ten minste één spoelmachine met dubbele aandrijving voor het opwikkelen 25 van textieldraden, welke spoelmachine ten minste één spil bezit voor het opnemen van ten minste een wikkelondersteu-ning, een aandrijfcilinder voor het aan de omtrek aandrijven van de wikkel en een met gasvormig medium werkende turbine die één geheel vormt met de spil voor het axiaal aan-30 drijven, welke regelinrichting inwerkt op de turbine, uitgaande van de snelheid van de aandri jfcilinder die als referentie dient en een variatie van de hoeveelheid in een toevoercircuit van de turbine bestuurt, terwijl de wikkel-buis of de wikkeling buiten aanraking zijn met de aandrijf-35 cilinder, met het kenmerk, dat de inrichting in combinatie bevat: een pulsgever met een frequentie overeenkomend met de hoeksnelheid van de aandrijfcilinder, een verwerkingseenheid die de pulsen van de gever 790 83 25 3 -9 > ontvangt en zelf pulsen afgeeft met een stuurfrequentie voor de spil overeenkomend met de gewenste snelheid, na evaluatie van de twee coëfficiënten: de eerste functie van de geometrie van de spoelmachine (diameter van de aandrijf-5 cilinder, diameter van de buis), de tweede de verhouding van de gewenste snelheid en de omtrekssnelheid van de aan-drijfcilinder, een pulsgever met een frequentie overeenkomend met de hoeksnelheid van de spil, 10 een comparator voor de frequenties die de pulsen ont vangt enerzijds van de verwerkingseenheid en anderzijds van de gever verbonden met de spilfrequentie, welke comparator de vergelijking uitvoert en uitgaande van deze vergelijking een regelsysteem bestuurt voor het aanvoeren van een 15 medium aan de turbine.
De regelinrichting volgens de uitvinding kan logisch elektronisch of logisch pneumatisch worden uitgevoerd, welke laatste uitvoering in het bijzonder kan worden toegepast bij spoelmachines met lage opwikkelsnelheid, in de 20 orde van enkele honderden meters per minuut. Bij voorkeur is de inrichting logisch elektronisch.
Met voordeel wordt op bekende wijze de aandrijfcilinder aangedreven door een elektrische synchroonmotor of zelf wordt gevormd door een synchrone trommelmotor. De snelheid 25 ervan is dus een functie van de frequentie van de toevoer-stroom. De toevoer van de stroom met een bepaalde frequentie heeft plaats uitgaande van een frequentie-omzetter, bijvoorbeeld een statische omzetter zoals een ondulator of een roteerende omzetter: met draaiende groep.Genoemde om-30 zetter voedt tegelijkertijd een reeks identieke spoelmachines, bijvoorbeeld het samenstel van spoelmachines gestel dat met dezelfde parameters werkt (dezelfde geometrie, dezelfde gewenste snelheid). De tussen twee fasen aan de uitgang van de omzetter heersende frequentie wordt 25 als signaalgever genomen (pulsen) die worden gezonden naar de verwerking’seenheid.
De verwerkingseenheid wordt gevormd door een inrichting voor het vermenigvuldigen en delen van de frequentie waardoor een zeer grote nauwkeurigheid mogelijk is rekening 40 houdend met de geëvalueerde coëfficiënten. Hij werkt met een 790 83 25 ·% 4 willekeurige vorm van golven afgegeven door de omzetter, ook omvattende bemonsterde vormen, met eventuele tussen-plaatsing van een intreefilter. De vermenigvuldigings-inrichting en de deelinrichting geeft pulsen af met een 5 stuurfrequentie die toepasbaar is voor de gehele groep spilmachines die met dezelfde parameters werken. Er is een enkele vermenigvuldigings- en deelinrichting voor deze groep spoelmachines. Hij bepaalt de pulsfrequentie die de 10 spil moet afgeven opdat omtrekssnelheid van de buis aanwezig op de spil gelijk is aan de gewenste snelheid, waarbij enerzijds rekening wordt gehouden met de eerste coëffiënt K functie van de diameter van de aandrijfcilinder en van de diameter van de wikkelbuis, en anderzijds van de 15 tweede coëfficiënt K ’, overeenkomend met de mate van gewenste oversnelheid of ondersnelheid. Hij geeft dus pulsen af bij deze berekende stuurfrequentie met een nauwkeurigheid die zeer groot kan zijn en kan liggen in de orde van 10”^ Hz indien dit noodzakelijk is. De stuur-20 frequentiepulsen worden gebracht op een fre-quentiecomparator die bij voorkeur wordt gevormd door een comparator voor de frequenties en de fasen in het geval van een logische elektronische inrichting. Er is een comparator per spil van 'de spoelmachine. Hij ontvangt onder andere 25 de signalen afgegeven uitgaande van een snelheidsopnemer van de spil, welke signalen met de frequentie worden afgegeven overeenkomend met de rotatie van de spil en de turbine die ermee is verbonden. De comparator voert de vergelijking van de frequenties en eventueel van de fasen uit 30 tussen de signalen afgegeven door de snelheidsopnemer van de spil en de stuursignalen en uitgaande daarvan zendt hij een stuursignaal van een regelsysteem voor de toevoer van medium aan de turbine. Genoemd regelsysteem kan hetzij continue en progressief, hetzij geheel of geheel niet of 35 geheel en enigszins werken in overeenstemming met de gewenste fijnheid van de regeling.
De coëfficiënt van de oversnelheid of van de ondersnelheid, die kan worden toegepast door de inrichting volgens de uitvinding kan binnen wijde grenzen variëren: van enkele 40 delen van procenten van d^ aanvankelijke snelheid tot een aantal malen daarvan. In het geval waarbij de inrichting 790 83 25 • : 5 wordt gebruikt voor het besturen van een oversnelheid bij aanlopen van de wikkeling om breuken te vermijden kan hij in werking worden gesteld vanaf het aanlopen van de spoel-machine en kan hij ongeveer stoppen op het ogenblik van het 5 in aanraking komen van de wikkelondersteuning met de aan-drijfcilinder.
Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoor-beelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.
10 De fig. 1 en 2 tonen schematisch een spoelmachine met dubbele aandrijving, waarbij fig. 1 een aanzicht is in de richting van de pijl f en fig. 2 een eindaanzicht is.
De fig. 3 en 4 tonen het starten van de wikkelingen.
Fig. 5 toont een bekende uitvoering voor het verschaf- 15 fen van een oversnelheid bij het starten van een wikkeling.
Fig. 6 toont een principeschema van de inrichting volgens de uitvinding in één uitvoeringsvorm.
Fig. 7 toont grafisch de voordelen van de inrichting volgens de uitvinding.
20 Weergegeven is een toepassing van de inrichrting volgens de uitvinding voor het tegelijkertijd starten van een aantal naast elkaar op een spil van een spoelmachine geplaatste wikkelingen met het doel aan genoemde spil een oversnelheid te geven.
25 De spoelmachine met dubbele aandrijving weergegeven in de fig. 1 en 2 omvat: een spil 7, die hier 4 buisvormige ondersteuningen omvat voor wikkelingen 1, 2, 3, 4, welke spil axiaal wordt aangedreven door een met gasvormig medium werkende turbine 30 , een aandrijfcilinder 6 (alleen weergegeven in fig. 2) die met zijn omtrek in aanraking is eerst met de buizen 1, 2, 3, 4, vervolgens met de wikkelingen zoals 10 waarvan de rol is het fixeren van de omtrekssnelheid van genoemde 55 wikkelingen, een heen en weer gaande verdeelinrichting 8 voor draden voorzien van evenveel garengeleidingen als te wikkelen draden 81, 82, 83, 84, ► vaste triangulatiegeleidingen 51, 52, 53, 54 die in het 790 83 25 6 mediaalvlak van de baan van elke heen en weergaande geleiding zijn geplaatst.
Op dit type spoelmachine worden 4 wikkelingen tegelijkertijd gestart. De draden gaan door de triangulatiege- · 5 leidingen, het starten van de wikkelingen bij het begin heeft plaats door het tegelijkertijd verankeren van de draden op het uiteinde van de spil of op de eindbuis 4 met behulp van een pistool 9 (dat genoemde draden aandrijft en het afval afvoert). Na het verankeren glijden de draden die 1 o buiten het grijpgebied van de heen en weer gaande geleidingen worden ' gehouden, zijdelings onder invloed van krachten en plaatsen zich op hun betreffende wikkelzone ter hoogte van hun triangulatiegeleiding.
In de verankeringsstand volgen de draden -uitgaande van 15 de triangulatie bepaalde banen die op eenzelfde punt ter hoogte van het pistool 9 samenkomen. De banen zijn min of meer afwijkend ten opzichte van de normale baan naar de spil. Voor de het. meest afgeleide draden merkt men in de praktijk, als de deviatiehoek α groter is dan ongeveer 15° 20 na het verankeren een sterke ontspanning op, die een plotselinge verlaging ("casse-ravale") veroorzaakt op de afgeefrollen die bovenstrooms zijn geplaatst en de draad met constante snelheid afgeven. Dit zeer nadelige verschijnsel gaat direct gepaard aan de afwerking van de dra-25 den; dit is weergegeven in de fig. 3 en 4:
Ter hoogte van de overgangsfase van het starten, direct na het verankeren, komt het uiteinde M van de draad op de spil 7, verplaatst zich vanaf het verankeringspunt tot het midden (0, 01, 02) van de wikkelzone en beschrijft een 50 schroeflijn met variabele spoed die afneemt. De lengte van de aldus gewikkelde draad is groter dan die opgewikkeld zou zijn als de baan vast was gebleven en loodrecht op de spil.
Er heeft dus een winst aan opgewikkelde draad plaats welke winst direct proportioneel is met de aanvankelijke 35 deviatiehoek α .
In tegenstelling hiermede geeft tegelijkertijd het lopen van de afgeleide baan (PM, P2M, P1M) ten opzichte van de baan loodrecht op de spil (PO, P101, P202), een overmaat garen vrij (doorgang van de hypothenusa aan één zijde van 790 83 25.
* > 7 de rechthoekige driehoek). Deze overmaat draad is proportioneel met de deviatiehoek . Uit berekening blijkt, dat deze overmaat afgegeven draad, die een verlies is aan opgewikkelde draad, groter is dan de bovengenoemde winst.
5 Voor geringe deviatiehoeken, in de praktijk lager dan 15°, zoals α 2, blijft het verschil tussen verlies en winst gering en heeft geen gevolgen. Dit is evenzeer juist bij het doeleinde het de draad mogelijk te maken zich op de spil te wikkelen in plaats van op de aandrijfcilinder, 10 waarbij men steeds bij het starten een oversnelheid geeft aan de spil in de orde van 1% ten opzichte van de afgeef-snelheid van de draad, die in principe gelijk is aan de snelheid van de aandrijfcilinder. In tegenstelling hiermede wordt als de hoek α groot is (bijvoorbeeld cc 1 (fig. 4) 15 wordt het verschil tussen verlies en winst belangrijk en zelfs met de oversnelheid in de orde van 1¾ veroorzaakt het opgespoelde draadverlies een spanningsverhoging die breuk en schokken met zich brengt.
Dit verschijnsel kan worden geconstateerd bij alle dra-20 den. Zelfs voor de draden waarvan de elasticiteitsmoduul zeer gering is maken de geringe voorspanningen aangebracht door het pistool 9 het niet mogelijk een rek op te bouwen die voldoende is opdat de spanning niet daalt onder de kritische waarde van het schokken, welke spanning een functie 25 is van de titer van de draad en van de afgeefsnelheid.
Het is dus noodzakelijk een oversnelheid te geven aan de draden bij het aanlopen. Men kan een oversnelheid geven aan de spil in de orde van 1% door middel van een beginring 11, fig. 5. Dit is een deel van de aandrijfcilinder dat een 30 iets grotere diameter geeft aan het lichaam van genoemde cilinder 6. De ring blijft in aanraking met de buis 1 gedurende de gehele periode dat de draad de ruimte e aan het op vullen is. Als men de diameter van de beginring zodanig verhoogt dat een oversnelheid in de orde van 10 tot 15¾ is 35 bereikt, die met zekerheid het beginnen zonder plotselinge verlaging garandeert, ontmoet men moeilijkheden. In feite geeft de oversnelheid op goede wijze de gewenste overspanning, maar deze stijgt geleidelijk vanaf de ontstaande wikkeling (tot aan de aanraking tussen cilinder en wikke- 790 83 25 8 t ling), en brengt de overspanning met zich. Bij deze toenemende overspanning moet die die wordt veroorzaakt door de verplaatsing van de heen en weer gaande geleiding worden gevoegd. Het blijkt dan dat de eerste draadlagen zijn opge-5 wikkeld met een veel sterkere spanning en dat zij een band-vormeffect veroorzaken op de wikkelbuis. Deze bestaat in het algemeen uit soepel materiaal zoals karton of plastisch materiaal, hij ondergaat deformaties en scheurvorming en kan niet van de spil worden verwijderd als het wikkelen is 10 beëindigd. Bovendien veroorzaakt bij synthetische draden die gedeeltelijk moleculair zijn georiënteerd (gedeetelijk gestrekte draden ), het uitoefenen van belangrijke krachten een modificatie van de structuur van deze draden die blijkt uit gebreken tijdens latere behandeling zoals verven. Het 15 gebruiken van een beginring is dus niet mogelijk.
De inrichting volgens de uitvinding maakt het mogelijk dit probleem op te lossen.
Een niet beperkende logische elektronische oplossingsvorm is weergegeven in fig. 6.
20 In deze fig. zijn twee spoelmachines A en B van een identiek stel weergegeven, die werken met dezelfde parameters. Op elke spoelmachine is een aandrijfcilinder 6, een spil 7, een turbine 12 voor het aandrijven van de spil weergegeven en zijn 4 draden Fl, F2, F3, F4 in de veranker-25 de stand weergegeven. De aandrijfcilinders (motor/trommel synchroon) worden gevoed door een statische frequentieom-zetter 13. De frequentiesignalen komende vanaf de omzetter 13 worden nè filteren bij 18 doorgevoerd aan een vermenigvuldig- en deelinrichting voor de frequenties 14, waarop 50 men coëfficiënt K functie van de geometrie van de spoelmachine en de coëfficiënt K' functie van de gewenste over-snelheid evalueert. De inrichting 14 heeft een stuursignaal af voor de spillen 7 overeenkomstig de gewenste snelheid daarvoor. Het stuursignaal, dat hetzelfde is voor -alle 35 spillen 7 wordt gebracht in een comparator voor de fasen en frequenties 15, die eveneens een signaal ontvangt afkomstig van een opnemer van de snelheid van de spil 16, van welk signaal de frequentie overeenkomt met de rotatiesnelheid van de spil. Er is een comparator 15 per spil aanwezig. De.
790 83 25 9 comparator geeft een signaal af dat een systeem 17 voor het regelen van de toevoer van medium aan de turbine 12 bestuurt.
Volgens een niet beperkende uitvoeringsvorm omvat de 5 toevoer van de turbine een toevoerkringloop met hoge druk (bijvoorbeeld 9 bars) en een toevoerkringloop met lage druk (bijvoorbeeld 4 bars), die elk worden bestuurd door een elektrische afsluiter, waarbij de twee elektrische afsluiters geheel of niet werken en worden bestuurd door de 10 comparator 15.
Bij normale werking, dat wil zeggen als de buis of de wikkeling in aanraking zijn met de aandrijfcilinder, wordt de turbine via de kringloop met lage druk gevoerd. Deze toevoer alleen deelt buiten de aanraking met de aandrijf-15 cilinder aan de turbine een hoeksnelheid mede die zoals de omtrekssnelheid van de buis gedragen door de spil iets hoger is dan de nominale wikkelsnelheid. De aandrijfcilinder speelt nè aanraking dus de rol van rem voor de spil. Bij voorkeur is de toevoer bij lage druk voorzien van een 20 besparingssysteem voor medium volgenshe-fe Franse octrooi— schrift 2.3*38'.883· * welke besparingsinrichting als effect heeft dat de toevoerdruk progressief wordt verlaagd tot de waarde nul bereikt voor het einde van de wikkelcyclus.
Bij het starten van de wikkel liggen de aandrijfcilin-25 der en de buizen buiten aanraking waarbij de regelinrich-ting in werking komt en de comparator 15 het openen van de elektro-afsluiter van het circuit met hoge druk veroorzaakt. De rotatiesnelheid neemt zeer snel toe. Bij het passeren van de gewenste snelheid (berekende frequentie en de 30 frequentie op de spil zijn gelijk) veroorzaakt de bestu-ringsinrichting het sluiten van de elektro-afsluiter. Door traagheid blijft echter de snelheid enigszins stijgen en bereikt snel een stop, en daalt vervolgens. Als hij de gewenste waarde overschrijdt reageert de regelinrichting en 35 veroorzaakt het openen van de elektro-afsluiter van het circuit met lage druk. De snelheid neemt toe en bij het passeren van de stuursnelheid veroorzaakt de regelinrichting het sluiten van de elektro-afsluiter. Deze laatste opent en sluit zich permanent. De snelheid oscilleert 790 83 25 10 * in een vork kleiner dan l?ó ten opzichte van de stuurwaarde. Deze nauwkeurigheid is ruim voldoende voor deze toepassing. Voor andere toepassingen kan een veel grotere nauwkeurigheid vereist worden onder toepassing van een regelsysteem pj van de toevoer van de turbine omvattende meer dan twee elektrosluiters of een regelsysteem van het continue type.
Het stoppen van de regelinrichting wordt bestuurd uitgaande van een handbesturing of een automatische besturing die het in aanraking brengen van de buizen en de aandrijf-cilinder lost; het in aanraking brengen onderbreekt direct 10 na het grijpen van de draden door de heen en weer gaande geleiding.
Fig. 7 toont een grafiek en geeft de algemene vorm van de ontwikkeling van de wikkelsnelheid weer (dus de spanning -jij van de draad) die met de tijd proportioneel functioneel is respectievelijk met een startwerkwijze waarbij de gebruikelijke beginring wordt toegep-ast en met de werkwijze die de inrichting volgens de uitvinding in werking stelt. Het gaat hierbij om een hoge wikkelsnelheid, in de orde van 20 5.000 meter per minuut met aandrijfcilindersnelheden in de orde van 10.000 tot 12.000 omwentelingen per minuut en spilsnelheden in de orde van 17.000 tot 23.00Q toeren per minuut.
In de twee gevallen gaat het om een werkwijze voor het 25 wikkelen met het vormen van een grijpstuk bij welke werkwijze de draad na het verankeren eerst door zijn heen en weer gaande normale geleiding wordt gegrepen, vervolgens, uit deze geleiding treedt voor het vormen van het grijpstuk, en vervolgens opnieuw wordt gegrepen door deze gelei-jq ding nè het vormen van het grijpstuk.
De snelheidskromme volgens de werkwijze met een beginring Y1 is met getrokken lijnen weergegeven en de kromme van de werkwijze waarbij de inrichting volgens de uitvinding Y2 wordt gebruikt, is met stippellijnen weergegeven. A ^ geeft het verankeringspunt weer, B het grijpen van de draad door de normale heen en weer gaande geleiding, C het punt waarbij de draad bij heen en weer gaande geleiding heeft verlaten voor het vormen van het grijpstuk gedurende het interval CD; D is het punt waarop de draad weer wordt ge- 790 83 25 11 *· grepen door de normale heen en weer gaande geleiding, waarbij het vormen van het grijpstuk is beëindigd. De punten A, B, C, Dzijn gelijk voor de twee werkwijzen. Volgens de werkwijze met een beginring wordt de oversnelheid van de 5 spil 7 verkregen door middel van een beginring 11 (fig. 5) en het is noodzakelijk het deel e te vullen voordat aanraking wordt verkregen tussen de wikkeling en de aandrijf-cilinder. De aanraking heeft plaats op het punt e na een duur van het opwikkelen liggende in de orde van ongeveer 1 10 minuut. V0 is de snelheid van de draad op het moment van het verankeren, VI is de normale omtrekssnelheid van de aandrijfcilinder, V2 is de snelheid van de spil bij het verankeren (beginring), \I3 is de gemiddelde gewenste snelheid van de draad bij het normaal wikkelen rekening houdend 15 met het lopen ervan in de bewegende heen en weer gaande geleiding, V4 is de gewenste snelheid van de draad als de spil wordt aangedreven door de beginring en de draad loopt in de heen en weer gaande bewegende geleiding, V5 is de wikkelsnelheid op het ogenblik waarop de wikkel in aan-20 raking komt met de aandrijfcilinder, dat wil zeggen als de ruimte e gevuld is.
Onderzoek van de kromme Y1 toont aan dat de snelheid V5 veel groter is dan de snelheid V2. Als men aan V2 een waarde geeft in de orde van 10 è 15% boven de nominale snelheid 25 VI, zodat voldoende spanningen worden verkregen voor de vier draden op de verankering, dan neemt V5 een zeer hoge waarde aan. De lagen opgewikkelde draad tussen D en E met een sterke spanning veroorzaken een belangrijk bandvorm-effect wat het indrukken van de buisvormige ondersteuning 30 met zich brengt en het verwijderen van de spil nadelig beïnvloedt.
Volgens de uitvinding (kromme Y2) geeft men aan de spil tussen A en B een verhoogde snelheid V6 die aan de draad een eveneens verhoogde spanning geeft. Er heeft geen span-35 ningsverschuiving meer plaats voor de draden die het meest zijn afgeleid (F1 en F2) en het verankeren heeft op normale wijze plaats. Deze oversnelheid wordt verkregen door de druk van de toevoer van het medium van de turbine sterkte--verhogend, en vervolgens de toevoer te regelen door middel 40 van het circuit met lage druk. Vervolgens daalt, als 790 83 25 '· 12 ' ί de buis in aanraking is gekomen met de aandrijfcilinder (punt B'), de snelheid van het opwikkelen, het vormen van het grijpstuk wordt uitgevoerd, vervolgens neemtde snelheid de waarde V3 aan als de betreffende draad door de heen en 5 weer gaande beweging .wordt gegrepen. De verlaging van de snelheid tussen D en E en de verhoogde waarde van de spanning op punt E zijn opgeheven. De buisvormige wikkel-ondersteuningen ondergaan geen bandvormeffect weer en kunnen op normale wijze van de spil 7 worden verwijderd.
10 De regelinrichting volgens de uitvinding heeft een aantal voordelen:
Hij is universeel. In feite past hij zich aan aan een willekeurige geometrie van de spoelmachine door het op eenvoudige wijze evalueren van de parameters van de spoel-1^ machine (coëfficiënt K) op de vermenigvuldig- en deel-inrichting voor de frequentie 14.
Hij werkt met onverschillig welke golven afgegeven door de frequentieomzetter, met een eventuele verbinding met een filter aan de ingang van de vermenigvuldig- en deelin-20 richting van de frequenties.
Hij maakt het evalueren van willekeurig welke mate van overige snelheid of ondersnelheid mogelijk (coëfficiënt K').
Als éénmaal de waarde K' is geëvalueerd, volgt de in-25 richting automatisch de ver-anderingen in de snelheid van de aandrijfcilinder. De wisseling van de nominale gewenste snelheid van de draad vereist geen opnieuw evalueren van de nieuwe snelheden.
Hij maakt het regelen van een onbeperkt aantal spillen 30 en opwikkelmachines mogelijk die met dezelfde parameters werken.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is be-_ perkt tot het boven aangegeven en beschreven uitvoerings-voorbeeld.
35 In de beschreven toepassing, als reeds aangegeven, is het mogelijk varianten aan te brengen, in het bijzonder . wat betreft het regelsysteem voor het toevoeren van het medium aan de turbine, welk systeem eveneens van het continue type kan zijn.
790 8 3 23 13
De inrichting kan met pneumatische middelen in plaats van met elektronische middelen worden uitgevoerd.
Door bepaalde aanpassingen kan hij worden gebruikt bij andere toepassingen, bijvoorbeeld voor het verschaffenvan 5 een oversnelheid aan een wikkel die men buiten aanraking wil brengen met de aandrijfcilinder aan het einde van het opwikkelen net voor het indrukken.
Op algemene wijze kan de uitvinding worden toegepast bij het opwikkelen van draden van alle typen van elke sa-10 menstelling en van alle titers.
In het bijzonder is de uitvinding toepasbaar op het wikkelen van synthetische draden met grote snelheid van 5000 tot 7000 meter per minuut en meer en voor spoelmachines voorzien van spillen met grote lengte waarop men een aantal 15 wikkelingen naast elkaar vormt.
► 790 8 3 25

Claims (11)

1. Inrichting voor het regelen van de gewenste snelheid ("vitesse d'appel") van ten minste een spoelmachine met dubbele aandrijving voor het opwikkelén van textieldraden, welke spoelmachine ten minste één opneemspil bezit voor ten 5 minste één wikkelondersteuning, een aandrijfcilinder voor het langs de omtrek aandrijven van een wikkel en een met gasvormig medium werkende turbine die één geheel vormt met de spil voor het axiaal aandrijven ervan, welke regelin-richting inwerkt op de turbine uitgaande van de snelheid 10 van de aandrijfcilinder die als referentie wordt genomen en een variatie van de hoeveelheid in het toevoercircuit van de turbine bestuurt, als de wikkelbuis of de wikkel zelf buiten aanraking zijn met de aandrijfcilinder, met het kenmerk, dat de inrichting een combinatie omvat: 15 een impulsgever met een frequentie overeenkomstig, de hoeksnelheid van de aandrijfcilinder, een verwerkingseenheid die de pulsen van de gever ontvangt en zelf pulsen afgeeft met een stuurfrequentie voor de spil, overeenkomend met de gewenste snelheid nè het 20 evalueren van de twee 'coëf f iënten, zijnde een eerste coëfficiënt die een functie is van de geometrie van de spoelmachine (diameter van de aandrijfcilinder-diameter van de ondersteuning van de wikkeling) en een tweede coëfficiënt die de verhouding voorstelt tussen de gewenste 25 snelheid en de omtrekssnelheid van de aandrijfcilinder, een pulsgever met een frequentie overeenkomend met de hoeksnelheid van de spil, een frequentiecomparator die de pulsen ontvangt enerzijds van de verwerkingseenheid en anderzijds van de gever 50 verbonden met de spil, welke comparator de vergelijking uitvoert en uitgaande daarvan.een systeem bestuurt voor het regelen van de toevoer van medium aan de turbine.
2. Inrichting volgens conclusie 1 voor het regelen van de gewenste snelheid van een reeks spoelinrichtingen met i- 55 dentieke geometrie, en werken met dezelfde parameters, met het kenmerk , dat de inrichting een enkele verwerkings-eenheid omvat die een enkel stuursignaal afgeeft voor alle spoelmachines, een gever voor de frequentie van de spil en 790 83 25 \ een comparator voor de frequenties voor elke spil van elke spoelmachine.
3. Inrichting volgens één van de conclusies 1 en 2 waarbij de aandrijfcilinders elk worden aangedreven door 5 een synchroon motor, waarbij het samenstel van de motoren wordt gevoed uitgaande van dezelfde frequentie-omzetter, met het kenmerk, dat de frequentie tussen fasen van de spanning aan de uitgang van de omzetter de pulsgever vormt bij de frequentie overeenkomend met de hoeksnelheid van de -jO aandrijfcilinder.
4. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de frequentieomzetter een statische omzetter is,
5. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1 15 tot 3, met het kenmerk, dat de frequentieomzetter een roterende omzetter is.
6. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het regelsysteem voor het toevoeren van medium naar de turbine een continu-progressief 2o systeem is.
7. Inrichting volgens -één of meer van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het regelsysteem voor de toevoer van medium naar de turbine een systeem is van het type alles of niets of alles of een beetje.
8. Inrichting volgens één op meer van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de verwerkingseenheid wordt gevormd door een vermenigvuldig- en deelinrichting voor de frequenties welke inrichting onwillekeurig welke vormen van golven kan opnemen komende van de omzetter nè het eventueel 50 aanbrengen van een filter aan de ingang ervan.
9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat hij wordt gevormd door pneumatische middelen.
10. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1 55 tot 8, met het kenmerk, dat hij wordt gevormd door elektronische middelen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de comparator voor de frequenties een frequentie een fasecomparator is. 790 8 3 25
NL7908325A 1978-11-30 1979-11-14 Inrichting voor het regelen van een gewenste snelheid van ten minste een spoelmachine voor textieldraden. NL7908325A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7834300 1978-11-30
FR7834300A FR2442789A1 (fr) 1978-11-30 1978-11-30 Dispositif de controle de la vitesse d'appel d'un bobinoir

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7908325A true NL7908325A (nl) 1980-06-03

Family

ID=9215730

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7908325A NL7908325A (nl) 1978-11-30 1979-11-14 Inrichting voor het regelen van een gewenste snelheid van ten minste een spoelmachine voor textieldraden.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4307848A (nl)
JP (1) JPS55111367A (nl)
BE (1) BE880337A (nl)
CH (1) CH634279A5 (nl)
DE (1) DE2948356A1 (nl)
ES (1) ES486363A1 (nl)
FR (1) FR2442789A1 (nl)
GB (1) GB2037336B (nl)
IT (1) IT1126463B (nl)
LU (1) LU81940A1 (nl)
NL (1) NL7908325A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5871053U (ja) * 1981-11-04 1983-05-14 帝人株式会社 巻取制御装置
US4548366A (en) * 1982-05-17 1985-10-22 Rieter Machine Works, Ltd. Chuck drive system
US4566642A (en) * 1984-12-07 1986-01-28 Rieter Machine Works Ltd. Method and apparatus for monitoring chuck overspeed
DE3666029D1 (en) * 1985-03-28 1989-11-09 Teijin Seiki Co Ltd Monitor of abnormality in a yarn winding apparatus
US4715548A (en) * 1985-05-17 1987-12-29 Teijin Seiki Co., Ltd. Spindle drive type yarn winding apparatus
EP0244653B1 (en) * 1986-04-09 1994-07-13 Asahi Kasei Kogyo Kabushiki Kaisha Winder of synthetic yarn, cheese-like yarn package of synthetic yarn, and method for winding the same
JPS6327378A (ja) * 1986-07-16 1988-02-05 Teijin Seiki Co Ltd 巻取機の駆動方法
US5141169A (en) * 1990-08-06 1992-08-25 Teijin Seiki Co., Ltd. Method and apparatus for winding a yarn according to desired tension and winding speed
EP0580548A1 (de) * 1992-07-23 1994-01-26 Maschinenfabrik Rieter Ag Verfahren und Vorrichtung zum Aufspulen eines Fadens
FI101283B (fi) * 1996-10-29 1998-05-29 Valmet Corp Menetelmä paperirainan rullauksessa
WO1998033735A1 (en) 1997-02-05 1998-08-06 Plant Engineering Consultants, Inc. Precision winding method and apparatus
DE10134073C1 (de) * 2001-07-13 2003-02-06 Zimmer Ag Verfahren zum Aufspulen von Filamenten

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2950067A (en) * 1954-05-04 1960-08-23 Leesona Corp Winding machine
US3288383A (en) * 1964-06-17 1966-11-29 Karlsruhe Augsburg Iweka Automatic control arrangement for spooling drives
FR1568364A (nl) * 1968-04-03 1969-05-23
FR2054754A5 (en) * 1969-07-25 1971-05-07 Schlumberger Cie N Electrical control of textile bobbin wind-up
CH523843A (de) * 1971-03-04 1972-06-15 Barmag Barmer Maschf Spulvorrichtung mit Treibwalzenantrieb zum Aufwickeln endloser Fäden
GB1441821A (en) * 1973-03-20 1976-07-07 Barmag Barmer Maschf Winding machine
DE2458996A1 (de) * 1974-12-13 1976-06-16 Karlsruhe Augsburg Iweka Regelanordnung, insbesondere an spulenspinnmaschinen
JPS5192334A (ja) * 1975-02-03 1976-08-13 Boshomakitorikudosochi
CH605272A5 (nl) * 1975-08-08 1978-09-29 Barmag Barmer Maschf
FR2338883A1 (fr) * 1976-01-20 1977-08-19 Rhone Poulenc Textile Procede et dispositif de renvidage de fil textile

Also Published As

Publication number Publication date
JPS55111367A (en) 1980-08-27
FR2442789A1 (fr) 1980-06-27
FR2442789B1 (nl) 1981-12-18
IT7927771A0 (it) 1979-11-30
GB2037336B (en) 1983-01-12
BE880337A (fr) 1980-05-29
GB2037336A (en) 1980-07-09
LU81940A1 (fr) 1980-06-05
DE2948356A1 (de) 1980-06-12
ES486363A1 (es) 1980-05-16
IT1126463B (it) 1986-05-21
CH634279A5 (fr) 1983-01-31
US4307848A (en) 1981-12-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7908325A (nl) Inrichting voor het regelen van een gewenste snelheid van ten minste een spoelmachine voor textieldraden.
CN101509756B (zh) 纱线品质测量器以及绕线机
JPH07109047B2 (ja) 編み機用糸供給装置
EP0717001B1 (en) Process for carrying out a flexible and modulating winding cycle, and equipment suitable for the purpose
CN105366425B (zh) 纱线卷绕装置以及纤维机械
US1988060A (en) Apparatus for twisting yarn and winding on conical cross wound bobbins
JP2007137571A (ja) 繊維機械
JP2007153607A (ja) 繊維機械
CN103224167A (zh) 纱线卷绕机及纱线卷绕方法
CN1072152A (zh) 自动络筒机的卷取装置
JP4712549B2 (ja) ワインダー
JP4638584B2 (ja) スピンドルに締め付け装置を有するリング精紡機
JPH0372545B2 (nl)
CN101712422B (zh) 用于排空气动纱线存储装置的方法和执行该方法的纺织机
BE1025486B1 (nl) Buffermethode en systeem voor alternerend getwiste garens
JPS6183355A (ja) 織機の電動送り出し装置におけるキツクバツク制御方法およびその装置
JPH06200428A (ja) ワインダーに導入される糸状の巻取品を段付き精密チーズ巻にして一定速度で連続的に巻き取る方法とこの方法を実行するワインダー
CN106029540B (zh) 纱线卷绕装置、纤维机械以及卷装的形成方法
FR2797857A1 (fr) Dispositif d'equilibrage d'un capteur de forces de traction imposees a un fil
US4964581A (en) Bobbin winding method comprising variable-duration interventions for restoring yarn continuity, and devices for its implementation
US5056727A (en) Device for preventing yarn loop formation and for saving suctioned yarn on winding units
JP2002348042A (ja) 自動ワインダにおける毛羽抑制方法
JP2006188342A (ja) 自動ワインダにおける弾性糸の巻取方法
EP0316976B1 (en) High-productivity bobbin winding method, and devices for its implementation
DE3326217C2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed