NL7908252A - Werkwijze en inrichting voor het bepalen van de alcoholconcentratie van het bloed, door het meten van de alcoholconcentratie van de ademhalingslucht. - Google Patents

Description

ί 'Λ

Werkwijze en inrichting voer het bepalen van de alcoholconcentra-tie van het bloed, door het meten van de alcoholconcentratie van de ademhalingslucht.

5 De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting overeenkomstig de aanheffen van de conclusies 1 en 2.

De ademhaling dient voor de verzorging van het lichaam met de voor het leven noodzakelijke zuurstof. Deze moet regelma-Ό tig worden toegevoerd.

De uitvinding gaat op grondslag van de voorgaande onderkenning uit van het feit, dat het een proefpersoon niet mogelijk is gedurende een langer tijdvak slechts ondiep, praktisch alleen onder uitspoeling van de mondruimte en de bovenste ademwegen, 15 te ademen. Reeds na ongeveer 1 minuut verlangt de long een diepe ademtocht. De daarna uitgeademde ademhalingslucht is dan in de long in evenwicht gekomen met de alcohol in het bloed. Deze uitgeademde lucht geeft dus bij een meting bij een alcoholmeettoestel, het alcoholgehalte aan van het bloed.

20 Een bekende inrichting voor het bepalen van de alco holconcentratie van het bloed meet de alcohol in de ademhalingslucht op een door een tijdsturing vastgelegd tijdstip. Dit tijdstip wordt/cioBr^et verloop van een binnen de uitademingstijdruimte beginnend, vooraf te bepalen tijdsverloop. De doorvoer van de 25 ademhalingslucht mag hierbij binnen dit tijdsverloop niet dalen tot onder een vastgelegde minimum doorvoer, en moet daarbij altijd alleen in de richting van het uitademen stromen. Wanneer niet aan - - 8 2 5 2 » Ar 2 deze twee voorwaarden wordt voldaan, stelt een foutendetector de ongeldigheid vast van de meting. Het voorafbepaalde tijdsverloop moet verzekeren, dat de proefpersoon op het meettijdstip reeds de lucht uit de mondholte en de luchtpijp heeft geademend, en het 5 meettoestel dan de alcoholconcentratie meet van de ademhalings- lucht uit de longblaasjes van de long. Het aflopen van het vooraf-bepaalde tijdsverloop wordt bepaald door het tijdstip, waarop een minimum ademhalingsluchtvolume van bij voorkeur althans 15% van het totale ademhalingsluchtvolume, is uitgeademend. Een integrator 10 kan de doorvoer van de ademhalingslucht bij het in- en uitademen met de tijd integreren, en daaruit het aflopen vaststellen van het tijdsverloop na het minimum ademhalingsluchtvolume. Deze uitvoeringsvorm moet onafhankelijk zijn van de lichaamsbouw van de proefpersoon. De werkwijze is echter niet veilig tegen meetfouten, 15 bepaald door de proefpersoon, die een grote long heeft of niet gewillig is. Door een bewust oppervlakkige inademing kan een veel te klein ademhalingsvermogen worden voorgespiegeld. Het automatisch zich instellende minimum ademhalingsvolume kan bij de proefneming dan praktisch nog gemengde lucht zijn uit de long, de mondholte en 20 de keelruimte (Duits Offenlegungsschrift 2.Ï+28.352).

Een verdere bekende werkwijze en de inrichting daarvoor gaan er eveneens van uit, dat alleen dan de werkelijke alcoholconcentratie in de ademhalingslucht wordt geregistreerd, wanneer het gedeelte van de uitgeademde lucht op de alcoholwaarde 25 daarvan wordt onderzocht, welk gedeelte in de long en de longblaasjes in evenwicht is kunnen komen met de alcoholconcentratie van het bloed. Derhalve moet ook hierbij de heen en weer gaande lucht uit de mond- en keelruimte en de menglucht van de longblaasjeslucht meettechnisch worden gescheiden.

30 De werkwijze en ook de inrichting daarvoor lossen de opgave op door middel van een infrarood meettoestel, dat tijdens de proefneming onafgebroken de momentele alcoholconcentratie meet.

In een drempelwaardevergelijker wordt de verandering 35 met de tijd van de meetwaarde vast gesteld, hetgeen de maat vormt 7908252 P, f 3 voor de stijgingssnelheid van de alcoholconcentratie.

Het doorgeven van een meetwaarde aan de aanwijzer vindt pas plaats, wanneer de stijgingssnelheid onder een voorafbepaalde drempelwaarde komt. Deze eerste voorwaarde is het gevolg van het 5 feit, dat met het dalen van de stijgingssnelheid, het gedeelte heen en weer bewegende lucht uit de mond- en keelruimte steeds kleiner wordt, en zich $ij het onder de drempelwaarde komen dan alleen nog longblaasjeslucht zich bevindt in het meetkanaal van de inrichting. Als verdere voorwaarde voor het doorgeven van de meet-10 waarde moet de door een stromingsmeter bepaalde stromingssnelheid van de uitademingslucht tot aan het doorgeven van de meetwaarde gedurende een voorafbepaalde tijdruimte boven een voorafbepaalde waarde hebben gelegen. Deze verdere voorwaarde verzekert het voorziene aflopen van de meetwerkwijze. De meting van de alcoholcon-15 centratie vindt plaats door een in de ademhalingsluchtstroom geplaatst infrarood meettoestel met een korte aanspreektijd.

De bouw van het toestel is door de vereiste vervulling van de drie voorwaarden, te weten het vaststellen van de verandering met de tijd van het alcoholsignaal, de meting van de uitademingssnel-20 heid in vergelijking met een voorafbepaalde waarde, en de minimum aanhouding van deze waarde over een voorafbepaalde tijd, omvangrijk en ingewikkeld, waarbij deze bouw bovendien een aangepaste bewaking verlangt (Duitse Offenlungsschrift 2.610.578).

De opgave van de uitvinding is een werkwijze en een in-25 richting voor het bepalen van de alcoholconcentratie van het bloed door het meten van de alcoholconcentratie van de ademhalingslucht, waarmee ook bij onwilligen, die iets willen voorspiegelen, bijvoorbeeld door het oppervlakking ademen, het meetresultaat niet wordt beinvloed.

30 De oplossing van deze opgave, voor wat betreft de werkwijze vindt plaats overeenkomstig het onderscheidende kenmerk van de conclusie 1. Deze voordelige oplossing garandeert bij een voortschrijdende meting van het alcoholgehalte en het bereiken van de voorafbepaalde mate van uitademing, de onderscheiding van het 35 werkelijke bloedalcoholgehalte. Een voorspiegeling door een onwillige 7908252 Λ* fc k proefpersoon is niet mogelijk, omdat ook bij een bewust gehekelde ademhaling alleen in de mondruimte en de bovenste ademhalingswegen, de proefpersoon tussendoor diep moet door ademen voordat hij de voorgeschreven grenswaardehoeveelheid bereikt van het uitademen. Dit 5 laatste verlangt het lichaam. Zodoende registreert het voortdurend metende snelle alcoholmeettoestel de alcoholwaarde van de ademha-lingslucht uit de long, welke lucht zich in evenwicht bevindt met het bloedalcoholgehalte. Deze hoogste meetwaarde wordt via de houd-schakeling in het aanvijstoestel zichtbaar gemaakt. Zodoende wordt 10 in ieder geval tot aan de vervulling van de voorgeschreven grenswaardehoeveelheid van de uitademing, de bloedalcohol vastgesteld.

De kenmerken in het raam van de uitvinding, voor zover deze betrekking hebben op de inrichting, zijn te ontlenen aan het onderscheidende kenmerk van de conclusie 2. Voordelige verderde 15 uitvoeringen zijn beschreven in de conclusies 3-6,

De oplossing, zoals deze wordt gevormd door de inrichting, vervult de opgave in een eenvoudige uitvoering. Er zijn alleen als hoofdelementen nodig de voor de hand liggende alcoholmeter met aanwijzer, en een gashoeveelheidsmeter. Dit zijn bekende bouwelemen-20 ten, waarvan de werking en betrouwbaarheid van de meetwaarde bekend zijn. Beide geven in de samenvoeging daarvan een eenvoudig toestel, dat zich van de bekende toestellen met betrekking tot het registreren van de bloedalcoholwaarde naar de veilige zijde onderscheidt.

Vervolgens wordt een uitvoeringsvoorbeeld beschreven, 25 waarbij de figuur een inrichting voor het toepassen van de werkwijze toont. De inrichting bevat een uitademingsbuis 1, die star of buigzaam is, en waardoor de proefpersoon uitadement. Deze heeft door de neus ingeademend. Een terugslagklep 2 voorkomt het inademen door de uitademingsbuis 1.

30 Aan de uitademingsbuis 1 bevindt zich de taster 3 van een snel alcoholmeettoestel van een bekende soort, bijvoorbeeld optische soort. De door de taster 3 en het alcoholmeettoestel b afgestelde meetwaarde wordt toegevoerd aan een bekende houtschakeling 5· Vanuit deze houdschakeling worden stijgende meetwaarden, die het 35 gevolg zijn van hogere ademhalingsaclholwaarden, toegevoerd aan een 7908252 5 x ii aanvijstoestel 19. Lagere meetwaarden in vergelijking tot de tot dan hogere meetwaarden, worden vastgehouden in de houdschakeling 5» zodat het aanwijstoestel 19 altijd de tot dan hoogste alcoholvaarde aanwijst.

5 Met een gashoeveelheidsmeter 22, die hij dit voorbeeld bestaat uit een Karman-wervelteller met een wervelstaaf 6 en een als drukgever uitgevoerde taster 7 in of aan de uitademingsbuis 1, alsmede een teller 9» wordt de in het totaal gestroomd hebbende hoeveelheid uitademingslucht vastgesteld en aangewezen. De teller 9 t> doet een gele lamp 20 oplichten zolang de voorziene onderste grenswaarde van de hoeveelheid uitademingslucht, zes licter is een zinvolle hoeveelheid, nog niet is bereikt, en een groene lamp 21 wanneer de grenswaarde is bereikt of overschreden.

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen 15 kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

7908252

Claims (7)

1. Werkwijze voor het bepalen van de alcoholconcentra-tie van het bloed door het meten van de alcoholconcentratie van de ademhalingslucht met de taster van het alcoholmeettoestel in de uit- 5 ademingsbuis, met het kenmerk, dat de proefpersoon via de uitademings-buis (1) en een geopende terugslagklep (2) uitadement, waarbij een snel alcoholmeettoestel (¾) met de taster (3) voortdurend het alcoholgehalte meet en dit via een houdschakeling (5) verder voert naar een aanwijstoestel (19)» wanneer de meetwaarde ten opzichte van de 10 voorgaande is vergroot, waarbij gelijktijdig een taster (7) van een gashoeveelheidsmeter (22) de hoeveelheid uitademing vaststelt en dan een signaal van het bereiken van een voorafbepaalde grenswaardehoe-veelheid van de uitademing aanwijst, waardoor het onderzoek is beëindigd en de meetwaarde van het aanwijstoestel de bloedalcoholconcen- 15 tratie aanwijst.

2. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitademingsbuis (1) met de terugslagklep (2), de taster (3) draagt van het alcoholmeettoestel (b), vanwelke taster de meetwaarde via de houdschakeling (5) 2o in bet aanwijstoestel (19) wordt aangewezen, evenals de taster (7) van de gashoeveelheidsmeter (22), die het bereiken aanwijst van de voorafbepaalde grenswaardehoeveelheid van de uitademing bij een lamp (20).

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, 25 dat het alcoholmeettoestel (U) een bekend optisch toestel is. k. Inrichting volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat de gashoeveelheidsmeter (22), een Karman-wervelteller is met een wervelstaaf (6) en een drukgever als taster (7) aan de uitademingsbuis (1), alsmede een versterker (8) en een teller (9).

5. Inrichting volgens conclusie k, met het kenmerk, dat aan de teller (9) een gele lamp(20) als signaal tot aan het bereiken , en een groene lamp (21) als signaal na het bereiken van de voorafbepaalde grenswaardehoeveelheid van de uitademing, zijn aangesloten.

6. Inrichting volgens conclusie 2-5, met het kenmerk, 7908252 dat het aanwijstoestel (19) een druktoestel is.

7· Werkwijze in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven.

8. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving 5 beschreven en in de tekening weergegeven. 7908252