NL7907947A

NL7907947A - Pijpkleminrichting.

Info

Publication number: NL7907947A
Application number: NL7907947A
Authority: NL
Original assignee: Plastronics Inc
Priority date: 1978-10-30
Filing date: 1979-10-30
Publication date: 1980-05-02
Also published as: CA1120906A; FR2440512A1; IT1193247B; JPS6244148B2; AU5218079A; IT7926887A0; FR2440512B1; DE2943600C2; US4235412A; ZA795799B; SE7908900L; NZ191946A; BR7907109A; BE879735A; GB2036160B; AU532794B2; DE2943600A1; SE441691B; JPS5597593A; GB2036160A

Description

*5^ -*

Pijpkleminricht ing.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking on een pijpkleminrichting.

Kleine, lichte pijpkleminrichtingen zijn algemeen bekend, waarbij een vertegenvoordigend voorbeeld daarvan is geonen-5 baard in het Amerikaanse oetrooischrift 3.512,227.

Het is gevenst een vrije schuifbeveging van een pijp-kleminrichting langs de pijp te kunnen voorkomen wanneer de inrichting zich in de onen of niet-klemmende stand daarvan bevindt, waardoor het gekozen plaatsen van de inrichting langs de nijp mogelijk 10 is. Dit voorkomt verlies of het verkeerd plaatsen van de inrichting, en maakt het snel bedienen van de inrichting mogelijk indien het nodig is de nijp vast te klemmen.

Bij bekende constructies, doet het mechanisme, dat een vrije schuifbeveging van de inrichting langs de pijn voorkomt van-15 neer de inrichting zich in de niet-klemmende stand bevindt, dit door het verschaffen van vernauwingen in de pijn, welke vernauwingen de gewenste vrije fluïdumstroming belemmeren. Verder verzekeren bekende constructies niet, dat de pijp on juiste wijze in lijn ligt met het krimpmechanisme voor het zodoende voorkomen van fluxdumlekken in de 20 pijp, veroorzaakt door een onvolledig vastklemmen,

Het is een van de doeleinden van de uitvinding het verschuifbaar bevestigen mogelijk te maken van een kleminrichtine langs een pijn, wanneer de inrichting zich in de niet-klemmende stand bevindt, zonder zodoende de vrije fluïdumstroming te belemmeren.

25 Het is een ander doel van de uitvinding te verzekeren, 790 7 9 47 * r* 2 dat de pijp op juiste vijze in lijn ligt in de kleminrichting, vanneer het nodig is de pijp dicht te klemmen voor het zodoende voorkomen van ongevenste fluïdumlekken daardoorheen,

Voor het bereiken van deze en andere doeleinden, ver-5 schaft de uitvinding een kleminrichting voor een fluïdumgeleidende pijp, welke inrichting eerste, tweede en derde lichaamsdelen omvat, evenals schamiermiddelen voor het draaibaar verbinden van de lichaamsdelen voor een beweging tussen een uitgevouwen stand, waarin de lichaamsdelen in hoofdzaak in een zelfde vlak liggen, en een 10 bijelkaar gevouwen stand, waarin de eerste en tweede lichaamsdelen in het algemeen tegenover elkaar liggen, en het derde lichaamsdeel in het algemeen loodrecht daartussen ligt. Bevestigingsmiddelen zijn verschaft voor het verschuifbaar bevestigen van de inrichting aan de pijp, wanneer de lichaamsdelen zich in de uitgevouwen stand 15 bevinden, Krimpmiddelen zijn verschaft, zodat wanneer de lichaamsdelen zich in de bij elkaar gevouwen stand bevinden, een gedeelte van de pijp wordt vastgeklemd tot een vernauwde stand tussen de eerste en tweede lichaamsdelen voor het zodoende doeltreffend blokkeren van fluidumgeleiding door de pijn.

20 Bij éên uitvoeringsvorm, bevat de inrichting leimidde- len voor het in lijn plaatsen van de pijn met de krimpmiddelen wanneer alle lichaamsdelen vanuit de uitgevouwen stand naar de in elkaar gevouwen stand zijn bewogen. Deze uitvoeringsvorm zijn grendelmiddelen verschaft voor het gekozen grendelen van alle lichaams-25 delen in de bij elkaar gevouwen stand.

Bij de voorkeursuitvoeringsvorm bevatten de eerste en tweede lichaamsdelen elk binnen- en buitenranden, waarbij het derde lichaamsdeel eerste en tweede zijranden bevat, De scharniermiddelen bevatten een eerste, veerkrachtig kunststoflijf, dat draaibaar de 30 binnenrand van het eerste lichaamsdeel verbindt met de eerste zijrand van het derde lichaamsdeel, en een tweede veerkrachtig kunst-stoflijf, dat draaibaar de binnenrand van het tweede lichaamsdeel verbindt met de tweede zijrand van het derde lichaamsdeel. Bij deze uitvoeringsvorm bevat het derde lichaamsdeel een eerste gat 35 met een vaste:afmeting, welk gat vrij de pijp onneemt, waarbij het 790 7 9 47 *» * 3 eerste lichaamsdeel een opstaand schouder "bevat, die zich uit-strelct vanaf de "buitenrand en is voorzien van een tveede gat met een vaste afmeting, welke gat eveneens vrij de pijp opneemt. Wanneer de pijp door de eerste en tveede gaten vordt gestoken, wordt 5 een vrije schuifbeweging van de inrichting langs de nijp voorkomen vanneer de lichaamsdelen zich in de uitgevouven stand bevinden.

Bij de voorkeursuitvoeringsvorm bevatten verder de krimpmiddelen een pp onderlinge afstand liggend paar evenwijdige ruggen aan het tveede lichaamsdeel, en een enkele rug aan het eerste 10 lichaamsdeel voor samenpassing met het op onderlinge afstand liggende paar ruggen wanneer alle lichaamsdelen zich in de bij elkaar gevouwen stand bevinden. De leimiddelen bevatten een paar opstaande ribben, volgens een raaklijn langs het eerste gat in het derde lichaamsdeel, welke ribben een rechtlijnige verplaatsing voorkomen 15 van de nijn in de inrichting, wanneer deze zich in de uitgevouwen stand bevindt voor het zodoende verzekeren van een juiste in lijn ligging van de pijp tussen de krimnruggen.

Bij de voorkeursuitvoeringsvorm bevatten verder de grendelmiddelen een lip, die zich zijdelings naar buiten van de 20 buitenrand van het tweede lichaamsdeel uitstrekt, en een uitstekende rand, gevoimd aan de opstaande schouder, welke uitstekende rand met snapaangrijping kan samenwerken met de lip wanneer alle lichaamsdelen zijn bewogen vanuit de uitgevouwen stand naar de bij elkaar gevouwen stand. Bij deze uitvoeringsvorm bestaan de inrichting en 25 alle onderdelen daarvan uit kunststof.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht is van de pijpkleminrichting, weergegeven in de platte of uitgevouwen stand, 30 fig. 2 een doorsnede is van de inrichting volgens fig.

1, waarbij de doorgang is weergegeven van een f luïdumgeleidende pijn door de inrichting, fig. 3 een bovenaanzicht is van de inrichting volgens fig· 1* 35 fig. h een doorsnede is van de inrichting volgens fig,2, 790 7 9 47 • *

It velke inrichting is weergegeven in een gedeeltelijk samengevouwen stand, en fig, 5 een doorsnede van de inrichting volgens fig, 2, welke inrichting is weergegeven in de gegrendelde, volledig samen-5 gevouwen stand onder vastklemming van de pijn,

De pijpkleminrichting 10 is weergegeven in fig, 1, Hoewel de inrichting 10 kan worden toegepast in een grote verscheidenheid van omstandigheden, vindt de inrichting 10 wijd verbreide toepassing voor het afsluiten van de onderste afvoerslang van een 10 zak voor het opvangen van urine, De zak is gemaakt van latex en wordt gebruikt voor het legen van de 2ak na het registreren van de hoeveelheid opgevangen urine.

Onder het in het bijzonder verwijzen naar de constructie van de in fig. 1 weergegeven inrichting 10, zijn afzonderlijke, 15 eerste, tweede en derde lichaamsdelen 1 h, 16 en 18 alle draaibaar verbonden. Hoewel de lichaamsdelen 1¾, 16 en 18 verschillende manieren kunnen zijn geconstrueerd, zijn zij bij voorkeur gevormd van door spuitgieten gevormd polypropeen. Zoals is weergegeven in fig, 3, zijn een geheel daarmee vormende verstijvingsribbe 20 ge-20 vormd aan de eerste en tweede lichaamsdelen 1¾ en 16 voor aanvullende sterkte.

De eerste en tweede lichaamsdelen 1U en 16 bevatten binnen- en buitenranden 22 en 2h, waarbij het derde lichaamsdeel 18 tegenover elkaar liggende eerste en tweede zijranden 26 en 28 bevat, 25 De binnenrand 22 van het eerste lichaamsdeel 1¾ is door een schar-niet 30 verbonden met de eerste zijrand 26 van het derde lichaamsdeel 18, waarbij de binnenrand 22 van het tweede lichaamsdeel 16 op soortgelijke wijze door een scharnier 32 is verbonden met de tweede zijrand 28 van het derde lichaamsdeel 18, Hoewel de schar-30 nieren 30 en 32 op verschillende manieren kunnen zijn gevormd, verbindt bij de weergegeven uitvoeringsvorm een buigzaam kunst-stoflij# of -verbinding 3¾ de eerste en tweede lichaamsdelen 1¾ en 16 met het derde lichaamsdeel 18.

Dankzij deze tweevoudig verbonden constructie, zijn 35 de eerste en tweede lichaamsdelen 1^ en 16 beide onafhankelijk 79079 47 w- · 5 draait aar met betrekking tot het tussenliggende derde lichaamsdeel 18, De lichaamsdelen 1U, 16 en 18 zijn zodoende beveegbaar tussen een platte of uitgevouven stand, zoals is weergegeven in de fig, 1-3, en een samengevouven stand, zoals is weergegeven in fig. 5.

5 Zoals is te zien in fig. 5 liggen de eerste en tweede lichaamsdelen 1U en 16 in samengevouven stand in het algemeen tegenover elkaar, waarbij het derde lichaamsdeel 18 loodrecht daartussen ligt.

Bij toepassing als onderdeel van een stelsel voor het opvangen van urine, is het gewenst de inrichting 10 beweegbaar te 10 bevestigen aan de slang 12, zodat de inrichting 10 gemakkelijk toegankelijk is voor gebruik en niet onderhevig aan verkeerd olaat-sen of verlies. Hiervoor bevat het derde lichaamsdeel 18 een gat 36 met een vaste aftneting in het midden daarvan tussen de eerste en tweede zijranden 26 en 28, Het gat 36 neemt vrij de doorgang on ^ van de slang 12 teneinde geen vernauwingen op te wekken in de slang 12, welke vernauwingen de fluïdumdoorgang daardoorheen zouden belemmeren. Het eerste lichaamsdeel 1¾ bevat een onstaande schouder 38, die zich uitstrekt vanaf de buitenrand 2h en is voorzien van een gat h0 met een vaste afmeting, eveneens ingericht voor het vrij 2q opnemen van de doorgang van de slang 12.

Zoals is weergegeven in fig, 2, wordt de slang 12 gemakkelijk door de twee gaten 36 en Uo gestoken, wanneer de lichaamsdelen 1fc, 16 en 18 zich in de uitgevouwenstand bevinden. Als gevolg van de onderlinge plaatsing va n de gaten 36 en Uo, wordt verder een 2^ lichte bocht b2 gevormd in de slang 12 tussen de twee gaten 36 en ho, De bocht b2 voorkomt een vrije schuifbeweging van de uitgevouwen inrichting 10 langs de slang 12 zonder dat tegelijkertijd vernauwingen worden aangebraeht in de slang 12, welke vernauwingen de fluïdumdoorgang daardoorheen zouden belemmeren. Indien het olaatsen van de inrichting 10 langs de slang 12 gewenst is, kan een bedienaar gemakkelijk de inrichting 10 langs de slang 12 verschuiven naar de gewenste plaats.

Wanneer het nodig is de slang12 te krimpen voor het voorkomen van de doorgang van fluïdum daardoorheen, wordt de uit-^ gevouwen inrichting 10 in de samengevouwen stand daarvan genlaatst.

790 7 9 47 6

Zoals weergegeven in fig. 5 wordt hierbij een gedeelte van de slang 12 opgesloten tussen de eerste en tweede lichaamsdelen 1H en 16 tussen de twee gaten 36 en 1*0, De inrichting 10 bevat krimemiddelen bb voor het vastklemmen van het opgesloten gedeelte van de slang 12 5 voor het blokkeren van de doorgang van fluïdum daardoorheen.

Hoewel de krimpmiddelen bh on verschillende manieren kunnen zijn geconstrueerd, is bij de weergegeven uitvoeringsvorm (zoals het duidelijkst is te zien in fig. 5) een op onderlinge afstand liggend paar ruggen b6 en 1*8 aangebracht aan het tweede 10 lichaamsdeel 16, waarbij een enkele rug 1*7 op soortgelijke wijze is gevormd aan het eerste lichaamsdeel 1¾. Wanneer de lichaamsdelen 1¾, 16 en 18 worden bewogen naar hun samengevouwen stand, past de enkèle rug 1*7 samen met de paar ruggen 1*6 en 1*8 voor het zodoende vormen van een krimp in de slang 12 tussen het paar ruggen b6 en 15 1*8,

Opdat het gekrimpte gedeelte van de slang 12 doeltreffend de doorgang van fluïdum blokkeert door de slang 12,is het nodig, dat de gehele slang 12 op juiste wijze in lijn ligt met de krimpruggen 1*6,1*7 en 1*8, Het niet juist in lijn liggen kan een onvolledige 20 krimp en fluïdum lekken door de slang 12 tot gevolg hebben.

Overeenkomstig de uitvinding zijn leimiddelen 50 aangebracht voor het tot een juiste in lijn ligging met de krimpruggen b6, 1*7 en 1*8 dwingen van de slang 12, wanneer de lichaamdde-len 11+, 16 en 18 worden bewogen tussen de uitgevouwen en de samen-25 gevouwen stand. Hoewel de leimiddelen 50 op verschillende manieren kunnen zijn geconstrueerd, is bij de weergegeven uitvoeringsvorm een paar opstaand leiribben 52 volgens een raaklijn aan het gat 36 aangebraeht aan het derde lichaamsdeel 18, De leiribben 52 voorkomen een zijdelingse verplaatsing van de slang 12 tussen de twee 30 gaten 36 en 1*0 wanneer de lichaamsdelen ll*, 16 en 18 worden bewogen tussen de uitgevouwen ên de samengevouwen standen voor het zodoende verzekeren, dat de slang 12 op juiste wijze in lijn ligt met de krimpruggen 1*6, 1*7 en 1*8 wanneer de lichaamsdelen ll*, 16 en 18 de samengevouwenstand bereiken. Zoals het duidelijkst is te zien in fig, 3, passen de leiribben 52 samen met kanalen 53, gevormd tussen 790 7 9 47 de verstijvingsribben 20 aan het eerste lichaamsdeel 11*, vanneer de lichaamsdelen 1U, l6en 18 in de samengevouven stand zijn ge plaatst, τ

Grendelmiddelen 5^ zijn verschaft voor het in de sa-5 mengevouven stand grendelen van de inrichting 10. Meer in het bij zonder is de opstaande schouder 38 gemaakt van een veerkrachtig materiaal, zoals polypropeen, vaaruit de lichaamsdelen 1U, 16 en 18 zijn gevormd, vaarbij een uitstekende rand 56 is gevormd aan het bovenste einde 58 van de schouder 38, Het tveede lichaamsdeel 10 16 bevat een lip 60, die zich zijdelings naar buiten uitstrekt van de buitenrand 2k. Wanneer de lichaamsdelen 1*f, 16 en 18 vanuit de uitgevouven stand vorden bevogen naar de samengevouven stand, ligt de lip 60 aan tegen het binnengedeë&e 62 van de veerkrachtige schouder 38, vaarbij de lip uiteindelijk een snaoaangrijping vormt op 15 het onderlichaam van de uitstekende rand 56 vanneer de samengevouven stand is bereikt. Het met de hand verplaatsen van de veerkrachtige schouder 38 maakt de lip 60 vrij vanuit de snapaangrijping daarvan on de uitstekende rand 56, en maakt het terugkeren mogelijk van de lichaamsdelen 1U, 16 en 18 naar de uitgevouven stand.

2) Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen vorden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

79079 47

Claims

1, Kleminriehting voor een fluïdum geleidende pijp, gekenmerkt door eerste, tweede en derde lichaamsdelen, door schar-niermiddelen voor het draaibaar verbinden van de eerste, tweede 5 en derde lichaamsdelen voor een beweging tussen een uitgevouwen stand, waarin alle lichaamsdelen in hoofdzaak in een zelfde vlak liggen, en een samengevouwen stand, waarin de eerste en tweede lichaamsdelen in hoofdzaak tegenover elkaar liggen en het derde lichaamsdeel in het algemeen loodrecht daartussen ligt, door be-10 vestigingsmiddelen voor het beweegbaar bevestigen van de inrichting aan de pijp wanneer de lichaamsdelen zich in de uitgevouwen stand bevinden, en door krimpmiddelen voor het klemmen van een gedeelte van de pijp tot een vernauwde stand tussen de eerste en tweede lichaamsdelen, wanneer de eerste, tweede en derde lichaams-15 delen zich in de saaengevouwen stand bevinden voor het zodoende doeltreffend blokkeren van de fluïdumgeleiding door de pijp,

2, Inrichting volgens conclusie 1. gekenmerkt door leiraiddelen voor het in lijn plaatsen van de nijp met de krimomid-delen wanneer alle lichaamsdelen worden bewogen tussen de uitge- 33 vouwen stand en de samengevouwen stand.

3, Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door grendelmiddelen voor het gekozen grendelen van alle lichaamsdelen in een samengevouwen stand daarvan, 1*. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk. 25 dat de eerste en tweede lichaamsdelen beide een binnenrand en een buitenrand bevatten, waarbij het derde lichaamsdeel tegenover elkaar liggende eerste en tweede zijranden bevat, en de scharniermiddelen een eerste scharnier bevatten, dat draaibaar de binnenrand van het eerste lichaamsdeel verbindt met de eerste zijrand van het derde 33 lichaamsdeel, en een tweede scharnier, dat draaibaar de binnenrand van het tweede lichaamsdeel verbindt met de tweede zijrand van het derde lichaamsdeel.

5. Inrichting volgens conclusie met het kenmerk, dat de eerste en tweede scharnieren een veerkrachtig lijf bevatten, 5 6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk. 790 7 9 47 dat het veerkrachtige lijf bestaat uit kunststof,

7, Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het derde lichaamsdeel een eerste gat bevat met een vaste afmeting voor het vrij opnemen van de pijn, vaarbij het eerste 5 lichaamsdeel een opstaande schouder bevat, voorzien van een tweede gat met een vaste afmeting voor het vrij opnemen van de pijp, en de bevestigingsmiddelen de eerste en tweede gaten bevatten, door welke gaten de pijp wordt gestoken wanneer alle lichaamsdelen zich in de uitgevouwen stand bevinden. ^ 8, Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de krimpmiddelen een op onderlinge afstand liggend naar evenwijdige ruggen bevatten aan het tweede lichaamsdeel, evenals een enkele rug aan het eerste lichaamsdeel voor samenpassing met het op onderlinge afstand liggende paar ruggen wanneer alle lichaams-^5 delen zich in de samengevouwen stand bevinden.

9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de leimiddelen een paar opstaande leiribben bevatten volgens een raaklijn aan het eerste gat.

10. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, ® dat de grendelmiddelen een lip bevatten, die zich zijdelings naar buiten uitstrekt van het tweede lichaamsdeel, evenals een uitstekende rand, gevormd aan de onstaande schouder voor een snapaan-grijning on de lip wanneer alle lichaamsdelen worden bewogen vanuit de uitgevouwen stand naar de samengevouwen stand. ® 11. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste, tweede en derde lichaamsdelen bestaan uit kunststof,

12. Kleminrichting voor een fluïdumgeleidende nijp, gekenmerkt door een eerste lichaamsdeel, voorzien van een binnenrand en een buitenrand, van een opstaande schouder, die zich uit-strekt vanaf de buitenrand en een gat heeft met een vaste afmeting voor het vrij opnemen van de pijp, welke opstaande schouder een daaraan gevormde lip bevat, door een tweede lichaamsdeel, voorzien van een binnenrand en een buitenrand, evenals van een lip, die zich zijdelings naar buiten uitstrekt van de buitenrand van het tweede lichaamsdeel, door een derde lichaamsdeel, voorzien van eerste en 790 79 47 tweede zijranden, en van een gat met een vaste afmeting voor het vrij oonemen van de pijn, die in het midden is geplaatst tussen de zijranden, door een eerste veerkrachtig scharnier, dat draaibaar de "binnenrand van het eerste lichaamsdeel verbindt met de eerste 5 zijrand van het derde lichaamsdeel, door een tweede veerkrachtig scharnier, dat draaibaar de binnenrand van het tweede lichaamsdeel verbindt met de tweede zijrand van het derde lichaamsdeel, waarbij de eerste, tweede en derde lichaamsdelen draaibaar beweegbaar zijn langs de eerste en tweede veerkrachtige scharnieren tussen een t) uitgevouwen stand, waarin de eerste, tweede en derde lichaamsdelen in hoofdzaak in een zelfde vlak liggen en de pijp door de gaten in de eerste en derde lichaamsdelen gaat voor het zodoende beweegbaar bevestigen van de inrichting aan de pijp, en een samengevouwen stand, waarin de eerste en tweede lichaamsdelen in het algemeen 15 tegenover elkaar liggen met de lip en de uitstekende rand in snap-aangrijping, en het derde lichaamsdeel in het algemeen loodrecht daartussen ligt, waarbij een gedeelte van de pijp is opgesloten tussen de eerste en tweede lichaamsdelen tussen de gaten in de eerste en derde lichaamsdelen, en door krimumiddelen voor het klem-20 men van het opgesloten gedeelte van de pijp voor het zodoende doeltreffend blokkeren van fluïdumgeleiding door de pijp.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het derde lichaamsdeel een paar opstaand leiribben bevat, welke ribben volgens een raaklijn lopen aan het gat in het derde 5 lichaamsdeel. 1H, Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de krimpmiddelen een op onderlinge afstand liggend paar evenwijdige ruggen bevat aan het tweede lichaamsdeel, evenals een enkele rug aan heiteerste lichaamsdeel en saraenpassende met het paar ruggen 3D wanneer de eerste, tveede en derde lichaamsdelen zich in de samengevouwen stand bevinden.

15. Inrichting voD^ns conclusie 1U, met het kenmerk, dat de eerste, tweede en derde lichaamsdelen, evenals de onstaande schouder, bestaan uit kunststof, 35 16, Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven, 790 7 9 47