NL7907812A - Plafondverzorgingseenheid. - Google Patents

Description

A

«

Plafondverzorgingseenheid

De uitvinding heeft betrekking op een plafondverzorgings-eenheid in overeenstemming met de aanhef van conclusie 1.

De toestellen voor het bewaken van patiënten in operatie-ruimten zijn aan of op passende houdelementen aan verzorgingseenheid den aan het plafond bevestigd. Via deze zijn zij aan de gasleidingen en elektrische leidingen aangesloten. Het brede zwenkgebied en de hoogteverstelling maakt het aan het vakpersoneel mogelijk om de medische toestellen altijd in· de gunstigste stand te brengen. Plafond-verzorgingseenheden, plafondstatieven zijn in verscheidene uitvoe-1Q ringen bekend. Zij bestaan regelmatig uit een aan het plafond bevestigde houder waaraan om de vertikale as draaibaar en in de hoogte verstelbaar een draagarm scharnierendbevestigd is. De draagasm draagt l aan zijn andere einde een console of een opnemer waarop of waarmee het op de medische toestellen gehouden worden.

Bij een bekend plafondstatief voor het houden van in hun stand vastzetbare bewakingstoestellen voor patiënten heeft het verstellen in de hoogte van het toestellenplatform plaats via een motor-spilaandrijf. De aandrijf van de spil heeft plaats door een elektromotor. Daarbij beweegt een op de spil geschroefde moer en daarmee 2q een koppelingselement in overeenstemming met de draairichting van de spil omhoog of omlaag.

Het koppelingselement drukt daarbij op de krachthefboom van de draagarm en heft het draageinde daarvan omhoog. De mechanische kracht overdracht verlangt wegens de grote krachten overeenkomstig 2cj uitgevoerde bouwelementen en hun onderhoud (Duits octrooisehrift 2.061.662).

De mechanische krachtoverdracht wordt door bekende pneumatische inrichtingen vermeden. Bij pneumatische inrichtingen ontstaan echter, door de samendrukbaarheid van drukgassen, moeilijkheden bij 20 het remmen en het op gang komen. Er ontstaan als gevolg van de grote 79 07 8 1 2 2 * afrenibare massa’s van de medicinale toestellen, typische rukbewe-gingen en in de ruststand ontstaan schommelbewegingen bij wisselende belasting.

De uitvinding beoogt een plafondverzorgingseenheid welke de 5 nadelen van pneumatisch werkende hoogteverstelling niet bezit, maar die uit de heffase of de daalfase in elke gewenste stand onmiddellijk in een stabiele toestand gebracht kan worden.

De oplossing van dit doel heeft plaats volgens het kenmerk van conclusie 1.

10 Het gelukt pp eenvoudige, bedrijfszekere wijze door het ge bruik van een hydraulische inrichting met de niet samendrukbare vloeistof na elke beweging onmiddellijk tot een stabiele stand van de draagarm en daardoor van de te dragen bewakingstoestellen voor patiënten te komen. De inrichting met de combinatie van pneumatiek en 15 hydrauliek, waarover de kenmerken van de volgconclusies uitspreken, toont het eenvoudig samenwerken van bekende bouwelementen. De gegevens uit het voorbeeld geven de kleine afmetingen die in de totaliteit een uitkomst op het gebied van verzorgingseenheden aan het plafond mogelijk maken.

2Q . Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is in de tekening aangegeven en wordt in het volgende nader beschreven.

Figuur 1 is een schematisch zijaanzicht.

Figuur 2 is het schakelschema.

De plafondverzorgingseenheid bestaat uit een in de hoogte 25 zwenkbare draagarm 1 met twee hefbomen voor waarbij de draagarm draaibaar in de plafondhouder 2 gelagerd is. Daarbij is aan de langere last-arm 3 het opneemorgaan U bevestigd. Zijn korte krachtarm 5 wordt bewogen respectievelijk gesteund via een hydraulische balg 6. De lastarm 3 kan op bekende wijze een parallellogramarm zijn zodat het opneem-2o orgaan b bij de hoogteverstelling niet in zijn axiale ligging verandert. De hydraulische balg 6 is met zijn onder ste kopwand via de wip T met de kracht arm 5 verbonden. De bovenste kopwand drukt tegen de oplegging 8 van de plafondhouder 2. De hydraulische leiding 9 met een klep 10 verbindt het inwendige van de balg met het drukvat 11. In het 25 drukvat is de hydraulische vloeistof 12 van de hydraulische balg 6 af 7907812 < 3 aanwezig tot de hoogte 13. De overblijvende ruimte 1¼ is met drukgas gevuld waarbij het drukgas voor het heffen van de lastarm 3 uit de leiding 15 via de klep 16 toegevoerd wordt. Het dalen heeft plaats door het weg laten stromen van het drukgas via de klep 17.

5 De drukgelijkmaker 18 verzekert het stabiel in de hoogte verstellen en houden bij verschillende gewichtsbelastingen van het opneemorgaan k. De schakeling en de daaruit resulterende functie toont figuur 2. Beschouwd dienen te worden de functies 10 a. heffen en b. dalen.

De noodzakelijke verzorging voor drukgas heeft plaats uit de aansluiting 19 via de verdeler 20.

15 a. Heffen.

Met het op gang brengen door de schakelaar 21 "heffen” schakelt de klep 16 de leiding 15 vanaf de verdeler 20 naar de ruimte 1k van het drukvat 11 op doorlaten, gelijktijdig opent de klep 10 na doorsturen van het drukgas vanaf de verdeler 20 via de klep 22 en 20 de leiding 23 naar de aandrijf 2k, Het in de ruimte 1U binnendringende gas verdringt de hydraulische vloeistof 12 uit het drukvat 11 totin de hydraulische balg 6. De drukbalg verlengt zich daardoor volgens de langsas 25 en drukt de krachtarm 5 naar beneden bij overeenkomstig heffen van de lastarm 3. Voor het beëindigen van het heffen wordt de 25 schakelaar 21 "heffen" ontlast. Daardoor schakelen de kleppen 16 en 22 in de uitgangsstand terug. De klep 10 wordt daardoor gesloten.

De in de hydraulische balg 6 vastgehouden hydraulische vloeistof 12 verzekert door zijn onsamendrukbaarheid een stabiele stand van de draagarm 1.

30 Bepaald door de ontstane stroomweerstand bij het stromen van de hydraulische vloeistof 12 uit het drukvat 11 in de hydraulische balg 6 heeft zich in de ruimte ik een overdruk van het drukgas opgebouwd. Deze overdruk zou bij het opnieuw op gang brengen leiden tot rukachtige bewegingen van de draagarm 1. Voor het in evenwicht 35 brengen van de druk in de ruststand dient de drukgelijkmaker 18. Daartoe verbindt in de uitschakelstand de klep 16 de ruimte 1U met 7 S 0 7 S 1 2 h de drukgelijkmaker 18. De drukgelijkmaker bezit een op de rechter zijde 26 door de gasdruk van de ruimte 1U en op de linker zijde 27 door de druk van de hydraulische vloeistof 12 in de hydraulische balg 6 belaste stuurzuiger 28. Bij een drukverschil met hogere druk in ^ het drukvat 11 bevindt zich de stuurzuiger 28 in de linker eindstand, dat wil zeggen de zijde 27 ligt tegen de linker binnenzijde van het - huis. In deze stand van de stuurzuiger 28 is de verbindingsleiding 29 naar de klep 16 via de uitlaat 30 naar de omgeving open. Daardoor daalt de gasoverdruk in de ruimte 1U. Wanneer deze gasdruk onder de ,jQ druk in *de hydraulische vloeistof 12 daalt, dan schuift deze vanaf de hydraulische balg 6 de stuurzuiger 28 tegen de rechter binnenzijde van het huis. Daardoor sluit de stuurzuiger de doorgang voor het druk-gas naar buiten. Wegens de nu niet meer voor handen drukverschil tussen het drukgas en de drukvloeistof 12 komt het bij een opnieuw ^ openen van de klep 10, hetzij door heffen of door dalen van de draag-arm 1, niet tot rukachtige bewegingen.

b. Dalen.

Met het bedienen van de schakelaar 32 "dalen" opent de klep 17 via de leiding 33 de ruimte 11* ten opzichte van de omgeving en 20 gelijktijdig wordt op gelijke wijze als bij het "heffen" de klep 10 geopend. Het gewicht van de draagarm 1 verdringt door het uitzichzelf dalen van de lastarm 3 de hydraulische vloeistof 12 uit de hydraulische balg 6 en de hydraulische vloeistof stijgt weer in het drukvat 11. Het drukgas ontwijkt daarbij via de klep 17 in de omgeving.

Bij ontlasten van de schakelaar 32 "dalen" worden de kleppen 10 en 17 weer gesloten en het "dalen" wordt beëindigd. De draagarm 1 komt weer zoals bij het "heffen" stabiel tot rust.

Een plafondverzorgingseenheid volgens de uitvinding bereikt bij een belasting van ongeveer 100 kg een hefhoogte van ongeveer 2o 60° mm. De hydraulische balg heeft daarbij een doorsnede van 200 mm en bij een minimale hoogte van 90 mm een slag van 160 mm. Daarbij wordt ongeveer U,5 liter hydraulische vloeistof 12 verplaatst. De druk bedraagt 5 har.

7907812 - · - ·<>

Claims (3)

1. Plafondverzorgingseenheid, in het "bijzonder voor het vasthouden van pneumatisch in hun hoogte verstelbare en vasthoudbare bewakingstoestellen voor patiënten bij gelijktijdige aansluiting 5 van gasverzorgingsleidingen en elektrische leidingen met een draag-arm, gekenmerkt doordat de draagarm (l)door een via een drukvat (11) pneumatisch-hydraulisch door middel van drukgas en een hydraulische vloeistof (12) in zijn hoogte verstelbare, met de hydraulische vloeistof (12) gevulde hydraulische balg (6) beweegbaar en vasthoudbaar is.

2. Plafondverzorgingseenheid volgens conclusie 1, gekenmerkt door een klep (10), gestuurd via een schakelaar (21) "heffen" of een schakelaar (32) "dalen" en andere kleppen (16, 17, 22), in een hydraulische leiding (9) tussen de hydraulische balg (6) en het drukvat (11) opgesteld is. 15 3· Plafondverzorgingseenheid volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een drukgelijkmaker (18) met een axiaal verschuifbare, aan de linker zijde (27) door de druk in de hydraulische vloeistof (12) in de hydraulische balg (6) en aan de rechter-zijde (26) door de druk van het drukgas in de ruimte (1¾) belaste stuurzuiger (28) met 20 aanslag van de linkerzijde (27) in het huis een verbinding van de ruimte (1¾) via de klep (l6) opent. k. Plafondverzorgingseenheid volgens éên der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de klep (10) via de schakelaar (21) "heffen" of de schakelaar (32) "dalen" via een klep (22) bedienbaar 25 is.

5· Plafondverzorgingseenheid in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 7907812