NL7907536A

NL7907536A - Zifter.

Info

Publication number: NL7907536A
Application number: NL7907536A
Authority: NL
Original assignee: Hartmann Wibau Maschf
Priority date: 1978-10-26
Filing date: 1979-10-11
Publication date: 1980-04-29
Also published as: IT7926301A0; NL190751C; US4266673A; FR2439612A1; IT1124576B; NL190751B; FR2439612B1

Description

P & c W 5608-2 Red.

Zifter,

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en uitvoering van een zifter in een in wezen tussen 0,6 en 0,8 har (60 tot 80 kPa) werkende zuigluchttransportinstallatie, bestaande uit een reservoir met aangesloten telescopische afzuigleiding, daarachter opgestelde afschelders en een 5 zuigluchtopwekker voor de naar deeltjesgrootte geklasseerde scheiding van heel sterk slijtend vulpoeder, zoals het in het bijzonder wordt afgezogen uit verbrandingsovens ter vervaardiging van blokelectroden voor de aluminium smeltflux electrolyse na voltooiing der electroden.

Deze electroden vervaardiging wordt door LUEGER, Lexikon der Technik, 10 Roro-Uitgave, band hj, bladzijden l6k-l66 beschreven. In overeenstemming daarmede worden de voorgeperste blokelectroden in groene toestand in de diepte-oven ingebracht, in een vulpoeder ingebed en langzaam op 1300°C tot 1U00°C verhit en langzaam weer af gekoeld. Di-t proces strekt zich normalerwijze uit over een tijdsveroöp van enige weken.

15 Het vulpoeder is gebruikelijkerwijze gebaseerd op cokeskolen. In het belang van een eventueel stofarme inbedding en verkrijging van een optimale, een gelijkmatige ontgassing mogelijk makende granulometrie van het vulpoeder is het in het algemeen noodzakelijk uit het opnieuw toe te passen vulpoeder de fijnste stofdeeltjes uit te scheiden en deze in 20 deeltjesgroottefrakties af te zonderen.

Voor dit doel werd tot dusverre het vulpoeder uit de stationaire verbrandingsoven in een op een verrijdbare brugkraan opgestelde houder opgezogen, en deze aan het einde van de ovenhal gereden, daar gelost en in de stationaire zeefinstallatie het goed in de noodzakelijke deeltjes-25 groottefrakties afgezonderd.

Deze werkwijze is enerzijds zeer omslachtig, anderzijds laten het echter de ruimte-verhoudingen op de kraankap, de hoge bedrijfstemperatuur, de lage onderdruk en de grote omzetcijfers niet toe een zeeftnachine onmiddellijk in aanvulling op de kraaninstallatie te installeren.

30 Als vefdere werkwijze voor het scheiden van poedervormige stort goederen is het windziften bekend. Dit geschiedt gebruikelijkerwijze in het lage druk bereik. Daartoe zou na het afzuigen van het vulpoeder een afscheiding en uitsluizing uit het vacuum bereik noodzakelijk zijn. Met het oog op de reeds gegeven enge hoogteverhoudingen in de ovenhallen is 35 dit niet mogelijk.

Uitgaande van deze situatie is het een doelstelling van de onderhavige uitvinding het inrichten en uitvoeren van een windzifter in een zuigluchttransportinstallatie volgens de in de aanvang genoemde klassificatie te noemen, waarmede in het bereik van een lage onderdruk bij 790 75 36

• I

r* - 2 - schommelende drukken en temperaturen bevredigende resultaten verkregen worden, waarbij in het kader van deze probleemstelling ook een oplossing i genoemd dient te worden, die ook bij sterk en in zeer korte tijdsinter vallen schommelende bedrijfstoestanden snel op temperatuurschommelingen 5 reageren om de dynamische druk (stuwdruk) zowel in de zuigleiding alsook in de ziftspleten ondanks deze schommelingen van de statische druk en de temperatuur konstant te houden.

Ter oplossing van dit probleem stelt de uitvinding voor dat enerzijds een met instelbare ziftspleetdoorsnede uitgeruste zifter binnen 10 het reservoir voor het grove materiaal aan een deze houder in een bovenste en een onderste kamer scheidende tussenbodem, door deze voerend, en de beide kamers over ten minste één in de zifter gevormde spleet drukvereffenend verbindend aangebracht is, waarbij de afzuigleiding binnen de zifter eindigt, en dat anderzijds aanvullend een met de onderste kamer 15 drukzijdig verbonden ventilator ter opwekking van een ziftluchtstroom aanwezig is, die aan de zuigzijde met de bovenste kamer via een afscheider voor het fijne materiaal en een buisleiding verbonden is, waarbij deze verbindende buisleiding overigens op de naar de zuigluchtopwekker voerende buisleiding aangesloten is.

20 Deze opstelling van een zifter onmiddellijk binnen het reservoir aan een bij voorkeur schuin opgestelde, de houder in een bovenste en onderste kamer scheidende ’tussenbodem maakt de vorming mogelijk van een door de zifter van onderen naar boven leidende ziftluchtstroom, die in het bereik van de invoering in de zifter van de eigenlijke transportluchtstroom 25 volledig gescheiden is. De ziftluchthoeveelheid en de snelheid ervan in de ziftspleet wordt daarbij praktisch uitsluitend door de prestatie van de extra ventilator en door de instelling van de doorlaatdoorsnede door de ziftspleet bepaald.

De zware delen van het uit de afzuigleiding in de zifter uittre-30 dende stroom goed worden hierin bijvoorbeeld tegen een stootplaat omgebogen en vallen in de onderste kamer van de verzamelhouder terug, terwijl de fijnere delen door de ziftluchtstroom gedragen in wezen in de bovenste kamer uitvallen en door deze - bij schuine bodem - onder invloed van de zwaartekracht afgevoerd te worden.

35 Door de aanwezige verdere afscheider vindt een nazifting plaats en het uit de bovenste kamer uittredende en het uit de daarachter opgestelde afscheider vallende goed kunnen tezamen gevoerd of ook wel afzonderlijk gebunkerd worden.

Een verdere uitvoeringsvorm zorgt ervoor, dat in de de daarachter 790 7 5 36 - · . * - 3 - opgestelde afscheider voor het fijne materiaal en de ventilator verbindende buisleiding een temperatuur en druk omvattende meet- en regelinrichting inclusief een daarmee verbonden stuurinrichting voor de continue instelling van de ziftspleetdoorsnede via een instelring aanwezig is.

5 Als stuurinrichting zijn gebruikelijkerwijze stelmotoren aanwezig, die met de bij voorkeur kegelvormig uitgevoerde instelring verbonden zijn. Aangezien, zoals reeds vernield, het uit de bovenste kamer van de verzamelhouder en uit de eerste daarachter geschakelde afscheider voor het fijne materiaal opvallende goed tezamen geleid kan 10 worden, is ervoor gezorgd, dat in de ziftluchtkringloop tussen zifter en afscheider een extra afzethouder opgesteld is.

Aangezien de afscheiding van de grove delen een sterke slijtage veroorzaakt, is er voor gezorgd, dat voor de afscheiding ervan uit de transportluchtstroom een uitwisselbare stootplaat als bestanddeel van de 15 zifter aanwezig is.

Om beter met de schommelingen die resulteren uit in korte tijdsintervallen intredende schommelingen der bedrijfsomstandigheden rekening te kunnen houden, is ervoor gezorgd, dat ten minste in de de daarna opgestelde afscheider voor het fijne goed en de ventilator verbin-20 dende buisleiding een de stuurdruk omvattende meetinrichting met inbegrip ♦ van een verbonden stuurinrichting voor de continue instelling van de smoorklep aanwezig is.

De opstelling van deze verschildrukregeling tussen ventilator en daarna komende afscheider maakt het mogelijk de dynamische druk ondanks 25 snelle schommelingen van de statische druk en de temperatuur praktisch konstant te houden.

Een soortgelijke regeling kan ook in de de afscheider voor het fijne goed en de stofafscheider verbindende buisleiding zodanig aangebracht zijn, dat in de de erna komende afscheider voor het fijne goed en de stof-30 afscheider verbindende buisleiding een de stuwdruk omvattende meetinrichting met inbegrip van een verbonden stuurinrichting voor de continue instelling van een klep voor de aanzuiging van valse lucht aanwezig is.

Daarenboven verdient het aanbeveling de ventilator en de zuig-luchtopwekker met continu instelbare aandrijvingen uit te nisten.

35 Samengevat kan men eraan vasthouden, dat de aanwezige inrichting en uitvoering van een zifter in een zuigluchttransportinstallatie in volle omvang rekening houdt met de probleemstelling.

De zifter kan praktisch onafhankelijk van de zuiglucht, echter de telkens gegeven druk- en temperatuurverhoudingen in aanmerking nemende, 79075 36 'w r* r » r - 4 -.

op een optimale ziftprestatie ingesteld worden.

De uitvinding zal hieronder aan de hand van een in de figuren der bijgaande tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

5 Pig. 1 toont het stroomschema van een vulpoeder-afzuig -en ziftinstallatie, zoals zij op een brugkraan opgesteld kan worden;

Fig. 2 toont de zifter in doorsnede; en

Pig. 3 toont het stroomschema volgens fig. 1, echte r met verschildrukregelaars tussen ventilator en erna komende afscheider resp.

10 met een drukverschilregelaar tussen de eerste afscheider en erna komende extra afscheiders voor het fijne goed en de eigenlijke stofafscheider.

De in fig. 1 weergegeven vulpoederinstallatie bestaat uit een telescopische afzuigbuis 1, die in de zifter 2 uitmondt en hier door de verdeelschotel 18 begrensd is.

15 De zifter 2 is in de met een afsluitklep 4 uitgeruste grofgoed-verzamelhouder 3 aan een schuine tussenbodem 33, en wel door deze heenlopend opgesteld. De tussenbodem 33 deelt de verzamelhouder 3 in een bovenste kamer 31 en een onderste kamer 32. De bovenste kamer 31 is met de met een afsluitklep 6 uitgeruste afzethouder 5 verbonden, die op zijn 20 beurt weer op de afscheider 7 voor het fijne goed via de afsluitklep 8 aangesloten is.

• De ziftluchtkringloop voert vanaf de ventilator 11 tot in de onderste kamer 32 van de verzamelhouder 3, vandaar via de zifter 2 en de ziftspleetdoorsnede 21 tot in de bovenste kamer 31, in de verzamelhouder 5 25 en hier via leidingen 9, die met de afscheider 7 verbonden zijn, via de meet- en regelinrichting 10 terug naar de ventilator 11. De buisleiding 9 is daarbij extra met de naar de zuigluchtopwekker 16 voerende buisleiding 12 verbonden.

In de buisleiding 12 is overigens nog een stofafscheider 13 met 30 een door een afsluitklep 15 gekoppelde stofverzamelhouder 14 opgesteld.

Door fig. 2 wordt de uitvoering van de zifter 2 nader toegelicht.

Hierin is centrisch met de uittrede van de afzuigbuis een stoot-afscheider 17 opgesteld. Het hierom gebogen goed wordt via de met de uitlaat van de afzuigbuis 1 verbonden verdeelschotel in de onderste kamer 35 32 teruggevoerd.

In het bovenste bereik is de conisch uitgevoerde ziftspleetinstel-ring 19 aangebracht, die door de stelmotoren 20 in zijn positie ingesteld wordt.

Door fig. 3 worden de extra maatregelen voor sterk schommelend 790 7 5 36 * - 5 - bedrijf toegelicht. Om de dynamische druk in de telescopische afzuigbuis 1 konstant te houden, wordt in de buisleiding 12 een mengmeetschijf 41 of een meetdüse ingebouwd. De verschildruk tussen de totale druk en de statische druk wordt naar een regelaar 42 geleid, die een smoorklep 43 5 stuurt. Door deze smoorklep 43 wordt een grotere hoeveelheid valse lucht uit de atmosfeer aangezogen, wanneer de verschildruk de instelbare nominale waarde overschrijdt, terwijl de hoeveelheid valse lucht verminderd wordt, wanneer de verschildruk onder de nominale waarde blijft. Daardoor wordt de dynamische druk op de meetplaats konstant gehouden.

10 Om de dynamische druk in de ziftspleten 21 konstant te houden, wordt in de zifterkringloop in de leiding 9 een meetschijf 44 of meetdüse en daarna komend een smoorklep 46 met een regelaar 45 ingebouwd. In afhankelijkheid van de verschildruk aan de.meetschijf, die met de stuurdruk overeenkomt, wordt de smoorklep geregeld.

15 730 75 36

Claims

2. Inrichting en uitvoering volgens.conclusie 1, met het kenmerk, dat in de de erna komende afscheider (71 voor het fijne goed en de ventilator verbindende buisleiding (9) een temperatuur en drukomvattende meet- en regelinrichting (IQ) met inbegrip van een verbonden stuurinrichting (20) voor de continue instelling van de ziftspleetdoorsnede (21) via een instel-25 ring (19) aanwezig is.
3. Inrichting en uitvoering volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat in de ziftluchtkringloop tussen zifter (2) en afscheider (7) een extra afzethouder (5) opgesteld is.
4. Inrichting en uitvoering volgens conclusie 1-3, met het 30 kenmerk, dat voor de afscheiding ervan uit de transportluchtstroom een uitwisselbare stootplaat (17) als bestanddeel van de zifter (2) aanwezig is.
5. Inrichting en uitvoering volgens één der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste in de de erna komende afscheider (7) voor het fijne goed en de ventilator (11) verbindende buis- 35 leiding (9) een de stuwdruk omvattende meetinrichting (44) met inbegrip van een verbonden stuurinrichting (45) voor de continue instelling van de smoorklep (46) aanwezig is. 6. inrichting en uitvoering volgens één der voorafgaande conclusies, 7907536 - 7 - met het kenmerk, dat in de de erna komende afscheider (7) voor het fijne goed en de stofafscheider (13) verbindende buisleiding (12) een de stuw-druk omvattende meetinrichting (41) met inbegrip van een verbonden stuurinrichting (42) voor de continue instelling van een klep (43) voor 5 de aanzuiging van valse lucht aanwezig is.
7. Inrichting en uitvoering volgens conclusie 1 en 5, met het kenmerk, dat het toerental van de ventilator (11) continu instelbaar is.
8. Inrichting en uitvoering volgens conclusie 1 en 6, met het kenmerk, dat het toerental van de zuigluchtopwekker (16) continu 10 instelbaar is. 790 75 36