NL7907035A - Verankering van een bout door middel van een kleefmassa. - Google Patents

Description

«1· * ♦ 49 312/WV/WVR - 1 - ; Dr. h.c. Artur Fischer, Waldachtal / Tumlingen,

Bondsrepubliek Duitsland.

Verankering van een bout door middel van een kleefmassa.

De uitvinding heeft betrekking op de verankering van een bout in bij voorkeur betonconstructiedelen door het zetten van het verankeringsgedeelte van de bout in een met kleefmassa gevuld boorgat.

5 ; Er is een als schroefdraadbout uitgevoerd kleefanker bekend, waarmede de componenten van een uit een aantal componenten bestaande kleefmassa in het boorgat dooreen gemengd worden onder gebruikmaking van een boormachine. De inbrenging van de kleefmassa in het boorgat 10 kan bijvoorbeeld door een voor het scheiden van de componenten een aantal kamers hebbend kleefpatroon geschieden, dat door de schroefdraadbout in het boorgat stukgemaakt en vermalen wordt. Zeer grote invloed op de houdwaarde van de verankering heeft enerzijds de innige vermenging van de 15 componenten van de kleefmassa en anderzijds de gesteldheid van de boorgatwand. Bij het boren wordt namelijk boormeel in de poriën en uitgebroken gedeelten van het boorgat gepérst, dat bij het reinigen ,van het boorgat niet resp. slechts zeer moeilijk kan worden uitgeblazen. Dit boormeel 20 vormt derhalve een glijlaag tussen de verharde kleefmassa en de boorgatwand, waardoor de houdwaarde van de verankering aanzienlijk verminderd wordt. Ook de vermenging van de kleefmassa met een schroefdraadbout bereidt moeilijkheden, daar door de schroefdraadgangen van de schroefdraadbout 25 | een gedeelte van de kleefmassa bij een langer mengen uit het t ï boorgat getransporteerd wordt. Daardoor is het nagenoeg onmogelijk in de boorgatdiepte een voor de optimale reactie van de componenten voldoende dooreenmenging te verkrijgen.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten gron'd-30 slag een bout te verschaffen, waarmee de hierboven geschilderde nadelen kunnen worden vermeden.

7907035 <r _ 2 _ !--—-----—-- I · I Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, : | doordat het verankeringsgedeelte van de bout van uitwendige.

j ' ! ribben is voorzien, waarvan de uitwendige maat ongeveer met | de boorgatdiameter correspondeert, en waarvan er ten minste 5 i enige schuin op de langsrichting van de bout aangebracht zijn. | Door het gelijkmaken van de uitwendige maat | van de buitenribben aan de boorgatdiameter wordt bereikt, j dat de buitenkant van de uitwendige ribben de boorgatwand I vrij van boormeel schaaft, zodat een vastplakking van de ! 10 j kleefmassa aan het vaste beton kan plaatsvinden. Door de J buitenribben wordt verder bereikt, dat de bout tijdens de j verhardingsfase van de kleefmassa centraal in het boorgat ‘ gefixeerd is. Daardoor vervalt het vasthouden van de bout . tijdens de verharding van de kleefmassa, hetgeen ter ver-15 mijding van het wegzinken van de bout in het boorgat bij de : bekende kleefankers vereist is.

Door de aanbrenging van enige van de uitwendige : ribben schuin op de langsrichting van de bout ontstaat ; een zeer goede dooreenmenging van de kleefmassa enerzijds 20 en een goede vergrendelwerking na het verharden van de kleef- i massa tegen trek anderzijds. Daar de schuin lopende ribben van elkaar gescheiden zijn, is vermeden, dat de kleefmassa 1- uit het boorgat gétransporteerd wordt.

Volgens de uitvinding kan verder telkens het 25 einde van een schuin lopende rib met het begin van de volgende schuinlopende rib op dezelfde omtrekslijn liggen. Daardoor ontstaat over de gehele lengte van het verankerings-; gedeelte van de bout een verspringende schaafkant, die het boormeel over de gehele lengte van de boorgatwand afwrij ft.

30 De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van ; voorbeeld een uitvoeringsvorm van de verankering volgens de ; uitvinding is weergegeven. Hierin toont: ' fig. 1 een bout volgens de uitvinding met 35 ; een opgezet opneemdeel, waarin de voor het vervaardigen van het boorgat dienende boor grijpt, en 7907035 _ 3 - fig. 2 de bevestiging van een voorwerp na het verharden van de kleefmassa.

Voor de verankering wordt eerst in het constructie- of bouwdeel 1 een boorgat 2 voorbereid, waarvan 5 de diameter ongeveer met de uitwendige maat van de ribben 3 van de te verankeren bout 4 overeenkomt. Nadat het boorgat gevuld is met de componenten van de bijvoorbeeld in een een aantal kamers voor de componenten hebbende foelietube verpakte kleefmassa 5 geschiedt de vermenging van de 10 - componenten in het boorgat met de te verankeren bout 4.

'Voor de overbrenging van het draaimoment van de boormachine op de bout 4 dient een opneemdeel 6, dat met zijn iets nauwer wordende en daardoor klemmende opneemboring 7 over de uitwendige schroefdraad 8 van de bout 4 gestulpt is. De kopzijde 15 tegenovergesteld aan de opneemboring 7 van het opneemdeel heeft een opening 9, die van twee tegenovergesteld gelegen, in de langsrichting lopende gleuven 10 is voorzien. In deze gleuven grijpt een aan weerszijden buiten de boorschacht uitstekend boorblad 11 en vormt daarmede een het draaimoment 20 overbrengende verbinding tussen de boormachine en opneemdeel.

Door de schuin en in de langsrichting van de bout lopende ribben 3 wordt enerzijds het boormeel van de boorgatrand afgeschaafd en worden anderzijds de componenten van de kleefmassa met elkaar vermengd. Tegelijk wordt door 25 het indrukken van de bout 4 in het boorgat de kleefmassa van de bodem van het boorgat in de richting van de boorgat-mond geperst, zodat een volledig vullen van de holle ruimte tussen de boorgatwand en de buitenwand van de bout plaatsvindt. Door de aanbrenging van de ribben op zodanige wijze, 30 ; dat telkens het einde van een schuinlopende rib met het begin van de volgende schuinlopende rib op dezelfde omtreks-lijn ligt, ontstaat een zich over de gehele lengte van het verankeringsgedeelte 4a uitstrekkende en de boorgatwand zuiverende schaafkant. Door het verspringen van de ribben 35 3 wordt verhinderd,dat de kleefmassa uit het boorgat getransporteerd wordt.

7907035 * -r .

_ 4 i i j· De schuinstaande ribben hebben een zeer goede | vergrendelwerking en verlenen de bout derhalve na het 1 verharden van de kleefmassa een zeer hoge, spreiddrukvrije j i uittrekvastheid.

5 1 Na het bereiken van de juiste inzetdiepte van I de bout wordt het opneemdeel 6 van de bout 4 afgetrokken.

i Na het verharden.van de kleefmassa kan een voorwerp 12 aan l het constructiedeel 1 bevestigd worden door een moer 13 j op de uitwendige schroefdraad 8 van de bout 4 te draaien.

10 j 5 i Conclusies ] i.

i ! 7907035

Claims (2)

1. Verankering van een bout in bij voorkeur betonconstructiedelen door het zetten van het verankerings-gedeelte van de bout in een met kleefmassa gevuld boorgat, met het kenmerk, dat het verankeringsge-5 deelte van de bout van uitwendige ribben is voorzien, waarvan de uitwendige maat ongeveer met de boorgatdiameter correspondeert en waarvan er ten minste enige schuin op de ! langsrichting van de bout aangebracht zijn. 10

2. Verankering volgens conclusie l,met het kenmerk, dat telkens het einde van een schuin lopende uitwendige rib met het begin van de voleende schuinlopende rib op dezelfde omtrekslijn ligt. i i 907035 ·