NL7906707A - Werkwijze voor beheer op afstand van gegevensgeheugens en onderhoud op afstand in een centraal bestuurd telefoonschakelstelsel, in het bijzonder huistelefoon- stelsel met verbindingsverkeer. - Google Patents

Description

.- ΪΓ.Ο. 28.150 v Werkwijze voor beheer op afstand van gegevensgeheugens en onderhoud op afstand in een centraal bestuurd telefoonschakelstelsel, in het bijzonder huistelefoonstelsel met verbindingsverkeer.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het beheer op afstand van gegevensgeheugens en onderhoud op afstand in een centraal bestuurd telefoonschakelstelsel, in het bijzonder huis-telefoonstelsel met verbindingsverkeer, met een spreekwegkoppelnet-5 werk en met voor de uitwisseling van schakeltechnische, voor de ver-bindingsopbouw via het spreekwegkoppelnetwerk overgedragen informaties, adressen en besturingscommando's tussen voor verschillende functies, bijvoorbeeld voor het afvragen van voor kies- en/of verbindingsorganen aanwezige besturingsinrichtingen en verbindingstoestands- ‘ 10 individueel veranderbare en niet verbindingstoestandsindividueel veranderbare gegevensgeheugens, met voor de infonna.tie-uitwisseling dienende bundels van informatie-overdrachtslijnen, waarbij aan eind-inrichtingen en/of verbindingslijnoverdragers overdrachtsschakel-middelen zijn toegevoegd voor het zenden en ontvangen van MET-toon-15 frequenttekens en/of van wisselstroomtekens, bijvoorbeeld wissel-stroomimpulsen van 425 Hz.

In kleinere teleeommunicatiestelsels, bijvoorbeeld in telefoonstelsels komen binnen het stelsel relatief zelden fouten voor. Op grond hiervan is het niet rendabel voortdurend een onder-20 houdspersoon in elk van deze stelsels ter beschikking te houden. Hetzelfde geldt ook ten aanzien van het beheer van gegevens van debiet telefoonstelsel aangesloten abonneeposten. Om toch economisch te kunnen werken en desondanks zo snel mogelijk in het geval van een storing in het betreffende stelsel te kunnen zijn, is het bekend een 25 centrale onderhoudsbeheerspost in te richten, waarin in het geval van een fout of een storing van een stelsel overeenkomstige alarmen worden overgedragen. Telkens volgens soort van de gemelde storing wordt dan uit de centrale onderhoudsbeheerspost een onderhoudspersoon naar het gestoorde stelsel gestuurd, die volgens opleiding en erva-30 ring gericht voor het opheffen van deze storing kan worden ingezet.

Bij het werken op afstand is reeds algemeen bekend storings-gegevens, nummerstanden en toestandsmeldingen naar een centrale meet- en stuurpost over te dragen en naar behoefte deze gegevens ook gericht af te roepen. Bovendien worden van de centrale post af 55 besturings- en schakelbewerkingen ingeleid en de uitvoering daarvan 7906707 ί . * 2 f . gekwiteerd.

Een overdracht van zulke fout- en toestandsmeldingen naar een centrale post is echter slechts dan mogelijk, wanneer het stelsel vanwaaraf de melding moet worden overgedragen, op zichzelf 5 nog zodanig kan functioneren, dat de storingsmelding kan worden afgeleverd. Wanneer hijvoorbeeld het zendorgaan voor de meldingen zoals een abonnee op de sehakelpost is aangesloten om niet eigen meldlijnen voor de relatief zelden voorkomende storingen te moeten aanbrengen, dan verhindert een storing in één van de bij de verbin-10 ding naar de centrale onderhoudbeheerspost behorende inrichtingen reeds de overdracht van de storingsmelding, zodat het stelsel foutvrij . .schijnt. Ook een stroomuitval, bijvoorbeeld bij uitgevallen beveiliging binnen de schakelinrichtingen,verhindert een foutmelding.

Uit het Duitse Auslegeschrift 1.274*670 is een schakeling 15 bekend voor de automatische overdracht van in schakelinrichtingen optredende storingen met behulp van een in de storingsvrije toestand continu overgedragen wisselspanning door een onbediende,· lokaal gevoede sehakelpost naar een bediende sehakelpost via aan beide zijden vergrendelde verbindingslijnen zonder gelijkspanning. Een 20 toestandswijziging van de wisselspanning, bijvoorbeeld een achterwege blijven van de wisselspanning wordt als een geval van storing beschouwd. Deze schakeling heeft het nadeel, dat tussen de bediende en de onbediende sehakelpost een vergrendelde lijn aanwezig moet zijn. Bij kleinere stelsels met slechts weinig lijnen stelt de extra lijn 25 een aanzienlijke extra kostenverhoging voor. Bovendien is bij het achterwege blijven van de wisselspanning in de bediende sehakelpost niet duidelijk te constateren of het hier slechts gaat om een onderbreking van de storingsmeldlijn, waarbij de schakelinrichtingen nog foutvrij functioneren en ook de overige lijnen intakt zijn, of 50 dat een storing binnen de centrale is opgetreden, bijvoorbeeld een uitvallen van de centrale spanning, hetgeen op deze wijze moet worden gemeld.

De uitvinding heeft ten doel zowel de informatie-uitwisseling bij beheer op afstand van gegevensgeheugens als bij onderhoud op 35 afstand op eenvoudige wijze overeenkomstig de aanwezige zend- en ontvanginrichting van het systeem uit te voeren om op deze wijze extra transmissiemiddelen uit te sparen.

Dit doel wordt daardoor bereikt, dat door ihkiezen van een opdrachtskenteken vanaf een, een onderhoudshandeling respectieve-40 lijk een informatie-overdracht inleidende post en overdracht van dit 7906707 » 4 3 kenteken met behulp van ïtET-tekens naar een, onderhoudsinrich-tingen respectievelijk een op afstand beheerd gegevensgeheugen bevattend telefoonstelsel door dit stelsel schakelmiddelen ter beschikking worden gesteld, die zowel door middel van overeen-5 komstige wisselstroomimpulsen respectievelijk door middel van overeenkomstige omzetinrichtingen (modems) op de verbindingslijneinden opgewekte codetekens het onderzoek van de bevoegdheid van de inleidende post in het oorsprongstelsel, als door middel van een intern kenteken een opname van een daarna door deze inleidende 10 post door middel van MW-tekens overgedragen sleuteikenteken opnemen, waarna de informatie-uitwisseling van de inleidende post af met behulp van MFV-tekens en omgekeerd met wisselstroomimpulsen respectievelijk met behulp van door de omzetinrichtingen van de verbindingslijn opgewekte codetekens plaatsvindt.

15 Op deze wijze is niet slechts zekergesteld, dat slechts bevoegde posten een informatie-overdracht in het kader van beheer op afstand en onderhoud op afstand kunnen overdragen en hiervoor de bij de posten aanwezige zend- en ontvangmiddelen kunnen worden toegepast. Hierdoor wordt een extra hoeveelheid apparatuur vermeden 20 en zijn geen extra transmissielijnen respectievelijk zonder verbindingswegen voor de gegevensuitwisseling nodig.

Aan de hand van een systeemoverzicht in fig. 1 zal een huistelefoonstelsel met een uit meer trappen bestaand koppelveld en een centrale besturingsinrichting, alsmede met gegevensgeheugens 25 worden beschreven, waarin de werkwijze volgens de uitvinding wordt toegepast. Uit de systeembeschrijving zal blijken op welke wijze de benodigde signalen voor de besturing van de werkwijze worden opgewekt en overgedragen en op welke wijze de inrichtingen van het stelsel samenwerken.

30 In fig. 2 is een uittreksel van het stelsel getoond voor de toelichting van het beheer op afstand van gegevensgeheugens en het onderhoud op afstand.

TTit het getoonde stelseloverzicht van een centraal bestuurd huistelefoonstelsel blijkt, dat de abonneeposten N1 t/m Un van het 35 huisstelsel afhankelijk van de gekoze groepering tot abonneegroepen zijn samengevoegd en dat aan elke abonneegroep GTl/SK (lil) ook telkens een eigen groep van netlijnoverdragers AVSx, een groep kies-geheugens WSx, één of meer bedieningstelefoontoestellen BFx telkens volgens de grootte van de abonneegroep is toegevoegd. Het is natuur-40 lijk vanzelfsprekend, dat daarbij de overdrager, het kiesgeheugen of 7906707 % * 4 ' posten in de telkens andere groep mede kunnen helpen. Dit is groeperingsvereist en in het koppelnetwerk SK slechts aangegeven. Hiervoor wordt verwezen naar de als voorbeeld aangegeven tussenlijnen, welke met de cijfers 1 t/m 6 zijn aangegeven. Ten aanzien van 5 de groepering wordt nog opgemerkt, dat als voorbeeld de abonneegroe-pen GT1 en GTm zijn aangegeven. Elke abonneegroep kan daarbij weer in abonneegroepen zijn onderverdeeld. Als voorbeeld is in de figuur aangegeven, dat de groep GT1 uit abonneegroepen (G1.(l) t/m G1 (n) zou kunnen bestaan. Voor de als voorbeeld aangegeven abonneegroep 10 GTm zijn de ondergroepen duidelijkheidshalve niet getekend. Overeen-komstig de onderverdeling in abonneegroepen GT1 t/m GTm is ook het koppelnetwerk SK overeenkomstig onderverdeeld, waarbij uit de figuur slechts voor de abonneegroep GT1 deze onderverdeling blijkt en het overeenkomstige deel van het koppelnetwerk SK dan met N1 is 15 aangeduid. Het andere deel van het koppelnetwerk SK voor de andere abonneegroepen en voor de nog te noemen bijzondere inrichtingen is eenvoudigheidshalve niet verder onderverdeeld en derhalve met U aangeduid. Overeenkomstig de onderverdeling in abonneegroepen is het netwerkdeel N1 nogmaals onderverdeeld in een aantal koppelvelddelen ^ (1) t/m H1 (n). In dit verband wordt ge’wezen op de Duitse octrooiaanvrage 260 21 59*0· Het is duidelijk, dat het koppelnetwerk-deel H eveneens overeenkomstig aanwezige abonneeondergroepen verscheidene parallelle koppelvelddelen heeft respectievelijk kan hebben.

25 Aan elke abonneegroep, bijvoorbeeld de abonneegroep GT1, die uit verscheidene abonneeondergroepen kan bestaan, zijn zoals hierboven is vermeld, bepaalde gemeenschappelijke inrichtingen toegevoegd, zoals bijvoorbeeld een groep van netlijnoverdragers, waarvan slechts een met het verwijzingsteken AVSx is aangeduid, 30 voorts van bijvoorbeeld verscheidene kiesgeheugenorganen, waarvan één met het verwq.zings teken WSx is aangeduid en bijvoorbeeld van verscheidene bedieningstelefoontoestellen, waarvan één met de aanduiding BEx met het bijbehorende aanschakelorgaan YMSx is getoond. Elke andere abonneegroep heeft eveneens een aantal netlijnoverdra-35 gers, kiesgeheugenorganen en bedieningstelefoons met aanschakel-organen, waarbij het aantal afhankelijk is van de verkeerswaarde. Telkens volgens verkeerswaarde en naar behoefte is het eventueel niet noodzakelijk aan elke abonneegroep een eigen bedienings-telefoontoestel toe te voegen, aangezien de aan een abonneegroep 7906707 * *r * 5 toegevoegde bedieningstélefoontoestellen ook aan andere abonnee-groepen hulp kunnen bieden. De abonneeschakelingen van een abonneegroep, bijvoorbeeld GT1, kunnen via overeenkomstige aanscha-kellijnen met een deelbesturingsinriohting voor abonneeschakelingen 5 TSt worden verbonden. Aan deze abonneebesturingsinrichting TSt voor abonneeschakelingen zijn schakelmiddelen toegevoegd, die zoals nog zal worden beschreven, door cyclisch aftasten vanaf deze deel-besturingsinrichting (ÜSt vaststellen of de schakeltoestand van de abonneeschakeling die juist wordt afgevraagd, wel dan niet is gewij-10 zigd. Is een wijziging opgetreden en moet een schakelbewerking worden uitgevoerd, dan wordt via de aan de abonneegroep toegevoegde bundel van gegevensoverdrachtslijnen B1 een informatie-uitwisseling met de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 uitgevoerd. De bundel van informatie-overdraehtslijnen is voor de gecodeerde •J5 transmissie van informaties van elke soort aangebracht en zou ook volgens het PCM-principe kunnen worden bedreven, zoals bij een PCM-ringleidingstelsel.

In dit verband wordt opgemerkt, dat de tweede getoonde gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS2 slechts als vervangende 20 besturingsinrichting in het geval van een storing van de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 is gedacht, zodat hierna slechts de bewerkingen in verband met één van de beide gemeenschappelijke besturingsinrichtingen hier de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1, worden behandeld. Of de bundel gegevens-25 overdrachtslijnen B1 met de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 ten behoeve van een informatie-uitwisseling en commando-uitwisseling tussen de deelbesturingsinrichting TSt en de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 door activeren van overeenkomstige aders van de bundel van gegevensoverdrachtslijnen B1 in 30 het kader van een' aftastcyclus vanaf de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 via de toewijzing- en aanschakelinrichting An1 en de gegevensoverdrachtslijnen DS wordt verbonden, hangt af van de soort van de uit te voeren schakelbewerking en van zijn prioriteits-rangorde in het stelsel van de andere sehakelbewerkingen.

35 Ie. dezelfde abonneegroep GT1 worden aan alle netlijnoverdragers ATSx een gemeenschappelijke deelbesturingsinrichting voor netlijnoverdragers ASt toegevoegd. Ook bij deze deelbesturingsinrichting vindt bij aanwezigheid van toestandswijzigingen die volgens een ,,last-look"-principe worden vastgesteld, doordat ook hier de net-40 lijnoverdragers na elkaar door de gemeenschappelijke besturingsin- 7906707 * % 6

V

ZS1 worden afgetast, een informatieuitwisseling met de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 plaats. Eventueel is wanneer een . netlijnoverdrager van de groep GT1 voor de opbouw van een verbinding naar een abonnee van een andere abonneegroep wordt gebruikt, een 5 extra uitwisseling van informaties met de deelbesturingsinrichting van de abonneeschakelingen van de andere abonneegroep die bij deze abonnee behoort, noodzakelijk. Dit vindt bijvoorbeeld plaats door koppeling van de bundel van gegevensoverdrachtslijnen B1 via de toewijzings- en aanschakelinrichting An1 en de toewijzings- en 10 aanschakelinrichting Anm en via de bundel van gegevensoverdrachtslijnen Bm met de deelbesturingsinrichting TStm - wat in de figuur niet nader is getoond en slechts is aangegeven - onder invloed van de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1.

Uit de figuur blijkt voorts, dat de netlijnoverdrager AYSx voor 15 de opbouw van binnenkomende en uitgaande netlijnverbindingen toegang tot netlijnen, bijvoorbeeld ALx verschaft. Deze netlijnoverdrager AYSx kan via het koppelnetwerkdeel E1 (l), dat in het betreffende voorbeeld slechts uit twee trappen bestaat, echter uiteraard ook drie of meer trappen kan hebben, met elke bevoegde abonnee van het 20 stelsel en eventueel ook met een naar een onderstelsel leidend dwarsverbindingsorgaan QY kan worden verbonden.

Het getoonde kiesgeheugenorgaan WSx van de abonneegroep GT1 kan voor de opname van kiesinformaties via het koppelnetwerk SE met een abonneeschakeling, een netlijnoverdrager of dwarsverbin-25 dingsorgaan worden verbonden. Telkens volgens soort van de op te bouwen verbinding gaat het daarbij slechts om een aanschakeling via een uitgang 7 van het kiesgeheugenorgaan WSx, of echter om een in een lus opnemen van het kiesgeheugenorgaan WSx, zoals dit voor koppelvelden met omkeergroepering van de organen bekend is. Het 30 kiesgeheugenorgaan WSx heeft daarvoor twee met het koppelnetwerk verbonden uitgangen J en 8.

Het aanschakelorgaan YMSx van het bedieningstelefoontoestel BFx is eveneens met twee uitgangen 9 en 10 op het koppelnetwerk N1 (1) aangesloten. Op deze wijze kan het aanschakelorgaan YMSx van het 35 bedieningstelefoontoestel BFx zowel aan één zijde met een overdrager of een kiesorgaan worden verbonden^als in een verbinding worden ingelust.

Zowel aan de kiesgeheugenorganen WSx van elke abonneegroep - hier de abonneegroep GT1 - is een deelbesturingsinrichting WSt 40 toegevoegd, terwijl ook aan de aanschakelorganen, bijvoorbeeld YMSx, 7906707 # * 7 . een deelbesturingsinrichting VSt voor aanschakelorganen van de bedieningstelefoontoestellen is toegevoegd, welke deelbesturings-inrichtingen ook via de bundel ge gevens overdracht s1ijnen B1 en de toewij zings- en aanschakel inrichting An1 met de gemeenschappelijke 5 besturingsinrichting ZS1, alsmede via andere toewijzings- en aan-sehakelinrichtingen met andere bundels gegevensoverdrachtslijnen en deelbesturingsinrichtingen kannen worden verbonden.

Gaat het bij het koppelnetwerk SK om mechanisch bedienbare koppelpunten, dan zijn huisorganen HSz aanwezig, waaraan per 10 abonneegroep eveneens een abonneebesturingsinrichting voor huisorganen HSt, zoals in de tekening gestippeld is aangegeven, is toegevoegd. Gaat het zoals· in het betreffende voorbeeld is aangenomen, óm daarentegen/ieen koppelnetwerk SK met elektronische koppelpunten, bijvoorbeeld thyristoren, dan zijn houdorganen, bijvoorbeeld HS1, 15 ÏÏS2 voor de koppelnetwerkdelen 3ST1 (l) en N1 (n), alsmede HSn, HSS, HSx, HSy voor de koppelnetwerken K en BK aanwezig, die ook de functies van een huisorgaan ovememen. Het onderscheid met het huisorgaan is de andere soort van aanschakeling aan het koppelnetwerk.

Be houdorganen zijn in de groepen verdeeld. Aan de houdorganen HS1, 20 HS2 van de koppelnetwerken N1 (l), N1 (n) is een deelbesturingsin-richting HSt1 toegevoegd, via welke deze houdorgaien over de bundel gegevensoverdrachtslijnen B1 en de toewijzings- en aanschakelinrich-ting An1 met de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 respectievelijk over de informatielijn BS en één van de andere toewijzings-25 en aanschakelinrichtingen, bijvoorbeeld Anm, met andere bundels gegevensoverdrachtslijnen, bijvoorbeeld Bm voor de informatieuitwis-seling met andere deelbesturingsinrichtingen kunnen worden verbonden.

Be uitwisseling van de informatie is afhankelijk van zowel de af-tastcyclus als de waardering en de toegepaste prioriteiten voor 50 de afwikkeling van bewerkingen.

Hierboven zijn slechts de abonneegroepen met de bijbehorende netlijnoverdragers, kiesgeheugens en aanschakelorganen, alsmede houdorganen en de overeenkomstig toegevoegde bundels gegevensoverdrachtslijnen B1 t/m Bm voor abonneegroepen besproken. Behalve 55 deze bundels B1 t/m Bm voor abonneegroepen zijn echter ook bundels gegevensoverdrachtslijnen BSo en Bb voor groepen van bijzondere inrichtingen en bijzonder overdragers aanwezig, die hierna zullen worden behandeld.

Aldus is een bundel gegevensoverdrachtslijnen BSo voor een 40 groep bijzondere inrichtingen en overdragers aanwezig. Beze groep kan 7906707 * > 8 zoals hierna zal worden "beschreven, zijn samengesteld. Aan deze groep zijn er verscheidene conferentieverbindingsorganen, bijvoorbeeld KV, toegevoegd, waaraan een deelbestnringsinrichting KVSt is toegevoegd, die via de bundel gegevensoverdrachtslijnen BSo 5 en de toewijzings- en aanschakelinrichting AnS informaties uitwisselt met de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 respectievelijk via de informatielijn DS en één van de andere toewijzings- en aanschakelinrichtingen met een overeenkomstige andere deelbesturings-inrichting.

10 Yoorts zijn aan de groep van verscheidene bewakingsinriehtingen, bijvoorbeeld BB voor de verkeersbewaking en voor het onderzoek tijdens de verbindingsopbouw toegevoegd, waaraan de gemeenschappelijke deelbesturingsinrichting BBSt is toegevoegd, die eveneens informaties en commando’s via de bundel gegevensoverdrachtslijnen BSo uitwisselt. 15 Yoorts zijn aan de groep van bijzondere inrichtingen speciale bijzondere inrichtingen So waaraan een gemeenschappelijke deelbesturingsinrichting SoSt is toegevoegd, alsmede bijzondere geheugen-plaatsen MS voor multifrequentiecode (wanneer het stelsel zowel voor impulskeuze als voor kiezen met een multifrequentiecode moet 20 zijn uitgerust) toegevoegd, waaraan de deelbesturingsinrichting MSt is toegevoegd.

Bij het beschreven stelsel is verondersteld, dat de genoemde kiesgeheugens WSx voor impulskeuze en de kiesgeheugens MS voor keuze met de multifrequentiecode zijn aangebracht. Wanneer in het 25 stelsel slechts met de multifrequentoecode wordt gekozen, zijn de kiesgeheugenorganen, bijvoorbeeld WSx, dienovereenkomstig slechts voor de keuze met multifrequentoecode aangebracht en de geheugen-organen MS vervallen. Be geheugenorganen MS kunnen telkens naar behoefte voor het opnemen van kiestekens en eventueel voor de code-30 omzetting van de kiestekens worden aangeschakeld op abonnee- schakelingen, met lijnoverdragers, dwarsverbindingsorganen en dergelijke.

Yoorts kan aan deze bundels overdrachtslijnen BSo een groep van dwarsverbindingsorganen QV, of ook verscheidene groepen van 35 dwarsverbindingsorganen, bijvoorbeeld voor lijnbundels van verschillende richtingen, worden toegevoegd, waarbij aan elke groep dan een deelbesturingsinrichting wordt toegevoegd. Aan de dwarsverbindingsorganen QV is de deelbesturingsinrichting QSt toegevoegd. Yoorts kunnen ook verscheidene gegevensorganen B voor de gegevens-40 dialoog over het koppelnetwerk ΪΓ zijn aangebracht. Zulk een gegevens- 7906707 jr * 9 « orgaan kan in een verbinding worden ingelust. Aan deze gegevens- organen 3) is een deelbesturingsinrichting DSt toegevoegd.

Is voor de gegevensuitwisseling een verbinding naar het informatiestelsel noodzakelijk, dan zijn bijzondere gegevensorganen 5 DM nodig, die naar de overeenkomstige informatieverwerkingsinrich-tingen DVA een bijzondere uitgang voor directe verbinding hebben.

Daarbij kunnen op deze wijze de inrichtingen die voor de uitwisseling van informaties over het extra koppelnetwerk (.BK) zijn aangebracht, behalve over de overeenkomstige bundels gegevens overdracht s-10 lijnen ook direct . worden verbonden met inrichtingen en/of deelbesturingsinrichtingen van de abonneegroepen ter vereenvoudiging van de informatieuitwisseling en/of synchronisatie bij parallel-verb indingen .

De bundel van gegevensoverdrachtslijnen BSo kan via een 15 bijbehorende toewijzings- en aanschakelinrichting Ans zowel met de gemeenschappelijke besturingsinrichting ZS1 als via de informatielijn DS en één van de andere toewijzings- en aanschakelinrichtingen met andere deelbesturingsinrichtingen worden verbonden voor de informatie- en commandouitwisseling. De onderverdeling van het 20 koppelnetwerk tussen de abonneegroepen GTm en de groep bijzonder-inrichtingen is in de fig. duidelijkheidshalve niet getoond. Het is duidelijk, dat voor deze groep bijzondeie ‘richtingen eveneens een onderverdeling van het koppelnetwerk overeenkomstig het koppelnet-werkdeel ΪΓ1 (l) kan worden toegepast.

25 ïïit fig. 2 blijkt, op welke wijze randapparatuur via het koppelnetwerk met centrale gegevensgeheugens kunnen worden verbonden voor d.e uitwisseling van gegevensinformaties. Ter beveiliging tegen onbevoegd gebruik is een verbinding tussen een eindpost en een onderhoudsinrichting respectievelijk een op afstand beheerd gegevens-50 geheugen slechts mogelijk door inkiezen van een opdrachtskenteken, waarbij door dit opdracht skent eken dat met behulp van MW-tekens (multifrequentoecodeteken) wordt overgedragen, een onderzoek van de bevoegdheid van de inleidende post in het oorsprongstelsel wordt ingeleid door terugwaartse overdracht van overeenkomstige wisselstroom-55 impulsen respectievelijk door middel van door overeenkomstige omzetinrichtingen (modems) aan de verbindingslijneinden opgewekte codetekens. Slechts het opdrachtskenteken en de bevoegdheid zorgen ervoor, dat een onbevoegd gebruik van beheer op afstand en van onderhoud op afstand niet kan plaatsvinden. Om deze waarborg nog 40 te verhogen wordt in aansluiting op het onderzoek van het opdrachts- 7906707

$ V

10 kenteken en het onderzoek van de bevoegdheid een sleutelkenteken overgedragen.

In verband met de afstandsdiensten kunnen drie verschillende bedrijfsdiensten worden onderscheiden. De eerste bedrijfsvoorziening 5 is het meldstelsel voor storingsgegevens, waarbij een snelle automatische overdracht van· storingsmeldingen van het huisstelsel naar een centraal onderhoudscentrum wordt toegepast. Bij dit meldstelsel moeten ook gehele uitvallen automatisch worden gemeld. Voorwaarde bij het meldsysteem voor storingsgegevens is de automatische ver-10 bindings opbouw bij het optreden van een storing naar het onderhoudscentrum, bijvoorbeeld van een huisstelsel af via een netlijn en het openbare net naar een ander huisstelsel. Hiervoor zijn in een centraal geheugen de overeenkomstige, voor de verbindingsopbouw noodzakelijke gegevens geregistreerd en worden bij het optreden van 15 storingen af geroepen, die aan de hand van de optredende foutmeldingen door de gemeenschappelijke besturingsinrichting worden vastgesteld.

De overdracht van de..storingsgegevens vindt zoals uit fig. 2 blijkt, door de gemeenschappelijke besturingsinrichting van het huisstelsel waarin de storing is vastgesteld, plaats met multifrequentiecode-20 tekens MFV naar een voor het geheugen geschakelde centrale modem van het onderhoudscentrum, bijvoorbeeld naar een bladschrijver BS.

Van het onderhoudscentrum af, dat wil zeggen van de centrale modem ZM af worden kwiterings signal en in de vorm van wisselstroomim-pulsen overgedragen naar de besturingsinrichting die de storingen 25 meldt. In het huisstelsel is een meldorgaan voor storingsgegevens SMS met een eigen rekeninrichting aanwezig. In het onderhoudscentrum wordt als afstandsbedieningsinrichting een protocolinrichting, bijvoorbeeld de bladschrijver BS1 met een centrale modem ZM en een eigen rekeninrichting ANP toegepast. Ter vereenvoudiging van de 50 storingsmelding wordt het stelsel routinematig op storingen onderzocht, bijvoorbeeld toesteltelleroverloop, alarmen, zoekbewer-kingen naar organen zonder succes, besturingsuitval. Behalve deze routinematige test ten aanzien van bepaalde in een gemeenschappelijke besturingsinrichting van het huisstelsel geregistreerde storings-55 gevallen, is ook zoals hierboven reeds is vermeld de automatische verbindingsopbouw naar het onderhoudscentrum bij constateren van storingen ook bij totale uitval mogelijk op grond van het herkennen van informaties die bij de verwerking tijdens een verbindingsopbouw optreden. Elke storingsmelding wordt met een eindteken afgesloten, dat zowel in het oorsprongstelsel als in het onderhoudscentrum 7906707 - « * 11 waarborgt, dat de opgebouwde verbinding weer wordt verbroken.

De tweede bedrijfsdienst op afstand bestaat bijvoorbeeld in de uitvoering van de dikwijls voorkomende wijzigingsdiensten, bijvoorbeeld het veranderen van bij de randeindinrichtingen be-5 trokken gegevens en informaties, bijvoorbeeld bevoegdheden, de invoering en wijziging van naehtsehakelplaatsen, de herinvoering van abonneediensten enzovoort vanaf het onderhoudscentrum. Met deze afstandsdienst kunnen eenvoudige informatiegegevens 'Wijzigingen in het huis stelsel en wel in het overeenkomstige 10 gegevensgeheugen van de centrale besturingsinrichting vanaf het onderhoudscentrum door kiezen van geschikte kiestekens worden uitgevoerd. Ook hierbij moeten bijzondere gegevens-beschermingsmaat-regelen tegen onbevoegde of onopzettelijke wijzigingen en onopzettelijke afvragen van informatiegegevens worden getroffen. Bovendien f5 moet een controlemogelijkheid bij het uitvoeren van een afstandsdienst aanwezig zijn om foutieve invoeren of gegevensoverdraehts-fouten te kunnen constateren. Tot deze bedrijf sdienst op afstand behoren ook de afvraagdiensten waarmee bepaalde informatiegegevens kunnen worden gecontroleerd. Aldus moet bijvoorbeeld het aantal van 20 de uitgegeven centrale-bevoegdheden kunnen worden vastgesteld om bij de post behorende informaties te kunnen geven.

De gegevensuitwisseling tussen het onderhoudscentrum en de bevoegde abonneeposten van een huisstelsel vindt plaats door overdracht van multifrequentiecodetekens (MW-tekens) volgens een 25 Simplex-werkwijze met een terugwaartse signalering met wisselstroom-impulsen van 425 Hz uit het beheerscentrum op afstand. Deze over-drachtssoort is eveneens in fig. 2 weergegeven.

De verbindingsopbouw vindt bij het beheer op afstand met de hand plaats via de telefonistepost via een bevoegde abonneepost in 30 zowel in de uitgaande als in de komende richting. Ma de afgifte van een opdracht steken, dat met behulp van MFV-tekens wordt overgedragen, wordt een kengetal nagekozen, waardoor voor het beheer op afstand niet slechts besturingstechnische voorwaarden worden geschapen, zoals bijvoorbeeld de uitschakeling en vrijschakeling 35 van de noodzakelijke inrichtingen, het opheffen van de schrijfbe-scherming,maar ook wordt het onderzoek naar de bevoegdheid van de inleidende post in het oorsprongstelsel aangevraagd met behulp van een in terugwaartse richting overgedragen wisselstroom-impulstekens Bij beheer op afstand is het om het even of de verbinding 40 via een netlijn, een dwarsverbindingslijn of een bedrijfslijn 7906707

4 V

12 * tot stand komt, slechts is vooropgesteld, dat de MFV-tekens respectievelijk de wisselstroomimpulsen in de betreffende richting kun-hen worden overgedragen en in de ontvangende post : * worden verwerkt. De informatieuitwisseling vindt vanaf het huisstelsel plaats 5 volgens het Simplex-principe met MFV-tekens en met kwiterings-signalen als wisselstroomimpulsen. Deze gegevensuitwisseling kost overeen met de gegevensuitwisseling bij het meldstelsel voor storingen, slechts is de betreffende overdrachtsrichting omgekeerd, dat wil zeggen van de randeindpost naar de centrale. De mogelijke 10 overdrachtsfrequentie voor de gegevens bedraagt bijvoorbeeld 4 byte per seconde.

Een voorwaarde voor de beheersdiensten op afstand is, dat op de betreffende netlijnoverdrager of dwarsverbindingsorgaan een code-ontvanger kan worden aangeschakeld. Deze aanschakeling vindt 15 op bekende wijze plaats bij het inbeslagnemen van het orgaan respectievelijk telkens bij de overdracht van tekens. Een andere voorwaarde is, dat een schakelbescherming afhankelijk van geregistreerde informatiegegevens mogelijk is. In de afstandsbeheerspost moet een invoer— en indicatie-inrichting aanwezig zijn. Als invoer- en 20 indicatie-inrichting kan een abonneestation worden toegepast, dat voor de overdracht .van MFV-tekens kan worden toegepast en een overeenkomstig toetsenbord heeft. Ook moet het abonneestation bijvoorbeeld een 7-segments-indicator met 10 posities hebben, die de ingevoerde gegevens met behulp van een locake besturingsinrich-25 ting weergeeft. Behalve het normale toetsenbord moet het abonneestation voorts twee functietoetsen hebben, die bijvoorbeeld overeenkomen met de start- en wistoetsen van een bedieningstelefoontoestel. Aangezien voorts de multifrequentiecode slechts 16 tekens omvat, moeten bijvoorbeeld multifrequentiecodesignalen voor gegevens en 30 lange multifrequentiecodesignalen voor starten en wissen worden toegepast. Slechts in het geval van een halfduplexbedrijfswijze zijn bovendien de uitvoerinformaties aangegeven, die via het kanaal voor terugwaartse signalering worden ontvangen.

Bij afstandsbeheer vindt de uitgaande en inkomende verbindings-35 opbouw, zoals reeds hierboven is 'vermeld, via een telefonistepost of via een bevoegde abonneepost plaats. De inleiding van het afstandsbeheer vindt plaats na afgifte van een opdrachtskenteken door nakiezen van een bijzonder kengetal. Het vrijgeven van de afstandsbeheersdienst vindt plaats na bevoegdheidsonderzoek van de 40 inleidende post. Deze vrijgave kan ook afhankelijk worden gesteld 7906707 13 van de invoer van een gegevenssleutel bij afstandsbeheer, hetzij automatisch of door het onderhoudspersoneel. Deze gegevens sleutel is dan nogmaals een extra waarborg. Vanneer geenjkanaal voor terugwaartse gegevens aanwezig is, kan het afstandsbeheer slechts 5 worden afgevraagd en kunnen slechts antwoorden ja of neen in de vorm van positieve en negatieve kwiteringstonen worden toegepast.

Op deze wijze kunnen dus bijvoorbeeld slechts gericht afzonderlijke bevoegdheden van abonneeposten worden afgevraagd. Bij een aanwezig terugwaarts kanaal komen ook de uitvoergegevens overeen met die "O in het bedrijfsveld. Dit betekent, dat alle afvraagopdrachten ook vanaf het onderhoudscentrum kunnen worden ingevoerd.

Vorden wijzigingsopdrachten ingevoerd en is geen kanaal voor terugwaartse signalering aanwezig, dan betekent een positieve kwiteringstoon dat de opdracht kan worden uitgevoerd en een negatieve 15 kwiteringstoon dat de opdracht niet kan worden uitgevoerd. Een controle kan plaatsvinden, doordat elke wijzigingsopdracht automatisch tweemaal wordt uitgezonden om op deze wijze bij de gegevensoverdracht een controlemogelijkheid op fouten te hebben. Voorts wordt door het uitzenden van de kwiteringstoon een controle uitgevoerd 20 om fouten bij de wijziging op zichzelf te kunnen vaststellen. Is daarentegen een kanaal voor terugwaartse signalering aanwezig, dan* is geen automatische controle noodzakelijk, aangezien op grond van de uitgevoerde gegevens respectievelijk met behulp van extra afvraagopdrachten het resultaat direct kan worden gecontroleerd.

25 Het verbreken van de verbinding vindt plaats door een eigen bedrijfstechnische opdracht, dat wil zeggen door keuze in de inleidende abonneepost van het oorsprongstelsel. Om echter een voldoende zekerheid te hebben is ook uit veiligheidsgronden een verbreken op grond van een tijdbewaking noodzakelijk. Dit betekent, 30 dat bijvoorbeeld elke minuut wordt onderzocht of de verbinding van de inleidende post af nog is gehandhaafd respectievelijk binnen een bepaald tijdinterval nog andere informaties wel dan niet worden ingevoerd respectievelijk overgedragen. Is de verbindingsweg op grond van een storing bij reeds ingeleide verbreking vanaf de inleidende 35 post nog inbeslaggenomen of worden binnen een bepaalde tijfsperiode geen informaties meer overgedragen, dan vindt vanaf de afstandsbeheer spost de gedwongen verbreking plaats.

Alle ingevoerde wijzigingsopdrachten worden bovendien ter uitvoering in het onderhoudscentrum van de afstandsbeheersing 40 geprotocolleerd.

7906707 14

Wi j zigingsop><3raehten worden bijvoorbeeld voor alle soorten van de bevoegdheid, voor oproepdoorschakeladressen, oproepomleidings-adressen, verzamelaansluitposten en adressen met verkort kiezen gegeven. Bijvoorbeeld kunnen bevoegdheidsklassen in toewijzing aan 5 eigen of andere abonneeposten, nachtschakelposten, kwaliteits-tellers, abonneegegevens bijvoorbeeld voor oproepdoorschakeling, oproepomleiding, het behoren tot verzamelaansluitingen en geregistreerde verkorte oproepnummers worden afgevraagd.

Be derde bedrijfsdienst op afstand heeft betrekking op het 10 afstandsonderhoud, waarvan het hoofddoel gelegen is in de diagnose op afstand in de zin van een preventief en ook correctief onderhoud. Met afstandsonderhoud kunnen ook sporadisch optredende fouten in abonneeposten worden onderzocht. Voor het afstandsonderhoud is een . eenvoudige gegevensoverdracht met simplexbedrijf en met een lage 15 gegevensfrequentie ongeschikt, aangezien grotere gegevenshoeveel-heden tussen het onderhoudscentrum en het huisstelsel moeten worden overgedragen. Aldus moet bijvoorbeeld de inhoud van het informatie-gegevengeheugen kopieerbaar zijn en moeten gehele programma's in de centrale besturingsinrichting worden ingevoerd. Met het afstands-20 onderhoud moet ook een deel van de taken van het meldstelsel voor storingsgegevens en van het afstandsbeheer kunnen worden uitgevoerd.

De verbindingsopbouw bij het afstandsonderhoud vindt met de hand plaats via de telefonistepost of via een voorafbepaalde bevoegde abonnee, bijvoorbeeld een abonneepost die als onderzoekabonneepost 25 voor uitgaande en inkomende verbindingen kan dienen. Wanneer storingsmeldstelseldiensten door het afstandsonderhoud moeten kunnen worden uitgevoerd, is een halfautomatische verbindingsopbouw aan te bevelen, die door kengetalkeuze vanaf de abonnee of de telefonistepost kan worden ingeleid. Bij afstandsonderhoud kunnen de verbin-30 dingen zowel via netlijnen.als via dwarsverbindingslijnen worden opgebouwd. Voorwaarde voor de gegevensoverdracht bij het afstandsonderhoud is de aanwezigheid van de noodzakelijke modem voor het omzetten van codetekens en de mogelijkheid van het opheffen van de schrijf-beveiliging, alsmede de aanwezigheid van reservegeheugens voor het 35 opnemen van onderhoudsprogramma’s van het onderhoudscentrum. Bij onderhoudsbedrijf op afstand zijn voor de gegevensuitwisseling modems noodzakelijk om de hoeveelheid informatie die moet worden overgedragen zo groot mogelijk te kunnen maken. De noodzakelijke achrijfbeveiliging moet bestuurbaar zijn door de gemeenschappelijke 40 besturingsinrichting.

7906707 « «· 15 : Als afstandsbedieningsinrichting is een bladschrijver, een bedieningstelefoontoestel met toetskeuze en een extra geheugen, alsmede een modem met bijbehorende modembesturing noodzakelijk.

De verbindingsopbouw vindt zowel uitgaand als inkomend plaats 5 via de telefonistepost of een beveogde abonneepost, waarbij naar keuze van het opdrachtskenteken het afstandsonderhoud door nakiezen van een bijzonder kengetal wordt geactiveerd. De vrijgave van het afstandsonderhoud vindt plaats door invoeren van een gegevenssleutel door het onderhoudspersoneel of automatisch op grond van de verwer-10 king van het nakeuzekengetal en het onderzoek van de bevoegdheid van de inleidende abonneepost. Daarna kunnen de bedrijfstechnische opdrachten via het bedieningstelefoontoestel met toetskeuze met behulp van toetskeuze worden afgegeven. De ingekozen gegevens worden weergegeven in het bedieningstelefoontoestel met toetskeuze 15 in een signaalveld. De bedrijfstechnische opdrachten worden op een op zichzelf bekende wijze in dialoogverkeer afgewikkeld. In het onderhoudscentrum is een geschikte omzetinrichting voor het omzetten van dialooginvoer aanwezig.

Om de verbinding voor afstandsonderhoud te verbreken moet een 20 kenteken worden afgegeven door de, het afstandsonderhoud inleidende post. Bovendien wordt echter de verbinding uit veiligheidsoogpunt in tijd bewaakt. De tijdbewaking komt overeen met de tijdbewaking bij het beheer op afstand.

7906707

Claims (1)

1. ' V Sr _ COMQLÜSIE Werkwijze voor beheer op afstand van gegevensgeheugens en onderhoud op afstand in een centraal bestuurd telefoonschakelstel-sel, in het bijzonder huistelefoonstelsel met verbindingsverkeer, 5 met een spreekwegkoppelnetwerk en met voor de uitwisseling van schakeltechnische, voor de verbindingsopbouw via het spreekwegkoppelnetwerk overgedragen informaties, adressen- en besturings-commando's, tussen voor verschillende doelstellingen, bijvoorbeeld voor het af vragen van voor kies- en/of verb indings organen aanwezige 10 besturingsinrichtingen en verbindingstoestandsindividueel wijzigbare en niet-verbindingstoestandsindividueel wijzigbare gegevensgeheugens, met de voor de informatie-uitwisseling dienende bundels van gegevensoverdracht slijnen, waarbij aan de eindinrichtingen en/of verbindingslijnoverdragers overdrachtsschakelmiddelen zijn toegevoegd voor het 15 zenden en ontvangen van MFV-toonfrequentietekens en/of wisselstroom-tekens, bijvoorbeeld wisselstroomimpulsen van 425 Hz, m e t het kenmerk, dat door inkiezen van een opdrachtskenteken vanaf een, een onderhoud respectievelijk een gegevensoverdracht inleidende post en overdracht van dit kenteken met behulp van MFV-tekens naar 20 een, onderhoudsinrichtingen respectievelijk een op afstand beheerd gegevensgeheugen bevattend telefoonstelsel, door dit stelsel zowel door middel van overeenkomstige wisselstroomimpulsen respectievelijk door middel van door overeenkomstige omzetinrichtingen (modems) op de verbindingslijneinden opgewekte codetekens het onderzoek van de 25 bevoegdheid van de inleidende post in het oorsprongstelsel wordt ingeleid-, alsmede schakelmiddelen worden ter beschikking gesteld die door middel van een intern kenteken een opname van een daarna door de genoemde inleidende post door middel van MFV-tekens overgedragen sleutelkeateken opnemen, waarna de gegevensuitwisseling 50 door de inleidende post plaatsvindt door middel van MFV-tekens en omgekeerd met wisselstroomimpulsen respectievelijk door middel van door de omzetinrichtingen van de verbindingslijn opgewekte code-tekens. 7906707