NL7906267A - Koppelbrug voor kabelgootsystemen. - Google Patents

Koppelbrug voor kabelgootsystemen. Download PDF

Info

Publication number
NL7906267A
NL7906267A NL7906267A NL7906267A NL7906267A NL 7906267 A NL7906267 A NL 7906267A NL 7906267 A NL7906267 A NL 7906267A NL 7906267 A NL7906267 A NL 7906267A NL 7906267 A NL7906267 A NL 7906267A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bridge
cable
coupling
opening
coupling bridge
Prior art date
Application number
NL7906267A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL7906267A priority Critical patent/NL7906267A/nl
Priority to DE19803027693 priority patent/DE3027693A1/de
Priority to US06/172,786 priority patent/US4366341A/en
Priority to GB8026339A priority patent/GB2065385B/en
Priority to BE0/201709A priority patent/BE884808A/fr
Priority to JP11115380A priority patent/JPS5630273A/ja
Publication of NL7906267A publication Critical patent/NL7906267A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/06Joints for connecting lengths of protective tubing or channels, to each other or to casings, e.g. to distribution boxes; Ensuring electrical continuity in the joint
    • H02G3/0608Joints for connecting non cylindrical conduits, e.g. channels
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/28Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor in conduits or ducts pre-established in walls, ceilings or floors
    • H02G3/283Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor in conduits or ducts pre-established in walls, ceilings or floors in floors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)
  • Installation Of Indoor Wiring (AREA)

Description

» PHN 9545 1 N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Koppelbrug voor kabelgootsystemen"
De uitvinding· heeft betrekking op een koppel-brug die bestemd is als drager voor een elektrische ver-bindingskabel tussen twee dwars op elkaar staande kabel-gootsystemen, waarbij tenminste een uit één stuk bestaand 5 deel van de koppelbrug een U-vormige dwarsdoorsnede bezit, en een opening in althans het centrale deel van de U aanwezig is als doorgang voor de verbindingskabel, waarbij in gemonteerde toestand van de koppelbrug de opening geheel begrensd is.
IQ De uitvinding heeft voorts betrekking op een samenstel van een koppelbrug van de bovengenoemde soort met een stelsel van twee dwars op elkaar staande kabel-goo tsys temen.
Dwars, in het bijzonder loodrecht, op elkaar 15 staande kabelgootsystemen treft men bijvoorbeeld aan in de plafonds van sommige kantoorgebouwen. Een kabelgootsysteem kan daarbij een of meer elektrische kabels bevatten die bijvoorbeeld voor de elektrische voeding van verlichtings-armaturen dienst doen. Om een kabel van het ene kabelsysteem 2q door te verbinden met een kabel van een ander - daar dwars op staand - kabelgootsysteem wordt een verbindingskabel gebruikt die door een koppelbrug van de aangeduide soort kan lopen. Zulk een koppelbrug vormt een ongelijkvloerse verbinding van het ene kabelgootsysteem met het andere kabel-25 gootsysteem. Zulke ongelijkvloerse verbindingen zijn speciaal daar van belang waar sprake is van het elektrisch koppelen van met elkaar korresponderende kabelkanalen in het geval van kabelgootsystemen die zijn uitgerust met tenminste twee evenwijdige en gescheiden kabelkanalen. Te denken 30 valt hier‘aan kabelgootsystemen waarbij het ene kabelkanaal een op een spanning van bijvoorbeeld 220 Volt aangesloten kabel herbergt, terwijl het andere kabelkanaal een zwak-stroomkabel bevat. De 220 Volt's kabel dient dan bijvoor- 790 6 2 67 .* PHN 9545 2 beeld voor de voeding van een lichtbron, en de zwak-stroomkabel voor het via een relais in- en uitschakelen, of dimmen, van die lichtbron. Een volledige scheiding van de kanalen - en koppelbrugtrajekten - van die beide kabels 5 is dan noodzakelijk. Zulks om te vermijden dat een onder elektrische spanning staande defekte kabel kontakt gaat maken met een andere kabel.
Een bekende koppelbrug van de in de aanhef aangeduide soort is bijvoorbeeld beschreven in het Britse 10 octrooischrift 1.433*401. Een nadeel van die bekende koppelbrug is, dat de verbindingskabel daarbij - bij de montage - door de opening geregen dient te worden. Dat rijgen is een omslachtige werkwijze, die in het geval van een zeer stugge verbindingskabel soms zelfs onuitvoerbaar 15 kan zijn.
De uitvinding beoogt een koppelbrug van de aangeduide soort aan te geven waarbij het in de opening plaatsen van de verbindingskabel op een eenvoudige wijze - zonder rijgen — kan geschieden.
20 Een koppelbrug volgens de uitvinding bestemd als drager voor een elektrische verbindingskabel tussen twee dwars op elkaar staande kabelgootsystemen, waarbij tenminste een uit één stuk bestaand deel van de koppelbrug een U-vormige dwarsdoorsnede bezit, en een opening in 25 althans het centrale deel van de U aanwezig is als doorgang voor de verbindingskabel, waarbij in gemonteerde toestand van de koppelbrug de opening geheel begrensd is, is daardoor gekenmerkt, dat in de gemonteerde toestand van de koppelbrug zowel de omtrek van de opening slechts voor 30 een gedeelte begrensd is door het uit één stuk bestaande brugdeel als ook dat een ten opzichte van laatstgenoemd brugdeel beweegbaar hulporgaan van de koppelbrug voor de verdere begrenzing van de opening zorgdraagt, en bij afwezigheid van het hulporgaan de opening vrij is van een 35 in zich zelf gesloten begrenzing.
Een voordeel van.deze koppelbrug is dat daarbij het in de opening plaatsen van de verbindingskabel zeer . eenvoudig is. Daartoe wordt eerst het hulporgaan in de 790 62 67 * PHN 9545 3 stand gezet waarbij de opening vrij is van een in zich zelf gesloten begrenzing. Dat betekent, dat de opening dan niet geheel door materiaal begrensd is. Er kan ook gezegd worden dat die opening dan toegankelijk is vanuit 5 het vlak waarin die opening gelegen is. De mogelijkheid is daarmede geschapen voor het in de opening leggen van de verbindingskabel, door middel van een zijdelingse verplaatsing van die kabel ten opzichte van het brugdeel met U-vormige dwarsdoorsnede. De verbindingskabel behoeft 10 dan niet in de opening gebracht te worden door rijgen, dat wil zeggen niet door een verplaatsen van die verbindingskabel in het verlengde van zijn hartlijn. Een andere met de uitvinding te verwezenlijken werkwijze is om om een reeds gemonteerde verbindingskabel een koppelbrug te 15 plaatsen, bijvoorbeeld door kantelen van het brugdeel.
Pas nadat de verbindingskabel in de opening is geplaatst wordt het hulporgaan in een stand gebracht waarbij de verdere begrenzing van de opening wordt gerealiseerd.
20 De uitvinding berust dan ook op de gedachte om - ten behoeve van het inleggen van de verbindingskabel -de opening eerst van de zijkant toegankelijk te maken.
Pas na het inleggen van de verbindingskabel wordt dan die toegangsweg afgesloten.
25 Het hulporgaan kan bijvoorbeeld een deel van het kabelgootsysteem zijn, bijvoorbeeld een bovenrand van een kabelkanaal. Het hulporgaan kan ook als een apart brugstuk en/of als een dekselvormig afsluitorgaan uitgevoerd zijn.
30 De koppelbrug bestaat bijvoorbeeld uit een kombinatie van het hulporgaan en één brugdeel met U-vormige dwarsdoorsnede. De opening in dat ene brugdeel met U-vormige dwarsdoorsnede bevindt zich dan bijvoorbeeld deels in het centrale deel van de U en deels in een opstaand 35 gedeelte van die U, alwaar die opening ook uitmondt, dat wil zeggen zijn niet begrensde gedeelte heeft. In de gemonteerde toestand van het hulporgaan wordt dan een in het opstaande gedeelte van de U gelegen gedeelte van de 790 62 67 *5 · PHN 9545 4 opening door dat hulporgaan afgesloten.
Bij een voorkeursuitvoering van een koppel-brug volgens de uitvinding is het hulporgaan uitgevoerd als een tweede brugdeel met een U-vormige dwarsdoorsnede, 5 en zijn in de gemonteerde toestand van de koppelbrug de beide brugdelen met U-vormige dwarsdoorsnede praktisch in eikaars verlengde opgesteld en bevindt het tweede brugdeel zich aan de andere zijde van de opening.
Een voordeel van deze koppelbrug is dat daar-10 bij het aanbrengen van een elektrische koppeling van een eerste kabelgootsysteem met een tweede daar dwars opstaand kabelgootsysteem, dat zich aan weerszijden van het eerste kabelgootsysteem uitstrekt (in het navolgend te noemen: doorgaand kabelgootsysteem), zeer eenvoudig is. De opening 15 kan dan twee verbindingskabels bevatten waarvan de ene door het ene brugdeel en de andere door het andere brugdeel wordt gedragen. De ene verbindingskabel voert dan van het eerste kabelgootsysteem naar een eerste deel van het tweede kabelgootsysteem, en de andere verbindingskabel 2o voert van het eerste kabelgootsysteem naar een aan de andere kant van het eerste kabelgootsysteem gelegen tweede deel van het tweede kabelgootsysteem. Na het inleggen van de beide verbindingskabels kan desgewenst een dekselvormig orgaan de brugdelen althans aan de van de opening afgekeer-25 de zijde afsluiten.
Bij een verbetering van de bovengenoemde voorkeur suitvoering, van een koppelbrug volgens de uitvinding, is de lengte van het ene brugdeel tenminste gelijk aan tweemaal de lengte van het andere brugdeel.
3Q Ben voordeel van deze verbeterde versie is dat hiermede een eenvoudig en uitstekend koppelorgaan wordt verkregen voor het geval van doorgaande dwars op elkaar staande gootsystemen - die zoals in het begin van deze beschrijving is aangeduid - zijn uitgerust met twee even— 35 wijdige en gescheiden kabelkanalen. Het ene kabelkanaal bevat dan bijvoorbeeld een sterkstroomkabel en het andere kabelkanaal een zwakstroomkabel. Een kabelkanaal ka-n dan met een korresponderend kanaal van een ander - doorgaand 790 62 67 • ar PHN 9545 5 kabelgootsysteem worden gekoppeld op een zodanige wijze, dat het brugdeel met grote lengte eerst een niet korrespon-derend kabelkanaal kruist alvorens bij een korresponderend kanaal te komen, terwijl het brugdeel met de kleine lengte 5 een koppeling tot stand brengt met een naburig korrespon-derend kanaal. Voorts dient er aan te worden gedacht dat er voor een volledige koppeling in dat geval twee koppel-bruggen nodig zijn. Te weten één voor de verbindingen de sterkstroomkabels en één voor de verbinding van de zwak-10 stroomkabels.
Bij een volgende voorkeursuitvoering van een koppelbrug volgens de uitvinding is een van de opening - en tevens van de opstaande delen van de ü - afgekeerd uiteinde van het centrale deel van de U van het uit één 15 stuk bestaande brugdeel voorzien van een dwars op de lengterichting van dat brugdeel staand plaatvormig orgaan.
Een voordeel van deze voorkeursuitvoering is, dat het plaatvormige orgaan een afsluiting kan vormen van een kabelkanaal. Zulk een afsluiting kan gewenst zijn 20 om te vermijden dat bijvoorbeeld muizen of andere kleine dieren het kabelkanaal in hun route opnemen. Ter toelichting zij het volgende opgemerkt. Xn het geval van twee loodrecht op elkaar staande doorgaande kabelkanalen die op hetzelfde grondvlak zijn gemonteerd kan uiteraard 25 slechts één van die kanalen ononderbroken zijn. Het andere kanaal vertoont een onderbreking ter plaatse van het ononderbroken kanaal. Bij een koppelbrug volgens de laatstgenoemde voorkeursuitvoering kan het plaatvormige orgaan zulk een onderbroken kabelkanaal afsluiten. Toepassing van 30 aparte afsluitdelen, of een zeer nauwkeurige montage van het onderbroken kabelkanaal, zodat de afsluiting daarvan plaatsvindt door de buitenwand van het ononderbroken kabelkanaal, wordt daarmede vermeden.
De uitvinding strekt zich ook uit tot een samen-35 stel van een koppelbrug volgens de uitvinding en een stelsel van twee dwars op elkaar staande kabelgootsystemen, waarbij de koppelbrug een elektrische verbindingskabel tussen de beide kabelgootsystemen draagt, en althans één van die 790 62 67 « · 9 PHN 9545 6 kabelgootsystemen is uitgerust met tenminste twee gescheiden en praktisch evenwijdige kabelkanalen.
Een voordeel van dit samenstel is dat hierbij gangbare kabelsystemen op een eenvoudige wijze gekoppeld 5 zijn.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een tekening. Hierin toont: fig. 1 een perspektivisch beeld van een elektrische kabel en een brugdeel van een eerste koppel-brug volgens de uitvinding; fig. 2 een perspektivisch beeld van een dekselvormig hulporgaan van die eerste koppelbrug volgens de uitvinding; fig. 3 een perspektivisch beeld van de eerste 15 koppelbrug volgens de uitvinding, in gemonteerde t.bestand, alsmede een elektrische kabel; fig. 4a een perspektivisch beeld van een elektrische kabel en van een eerste brugdeel van een tweede koppelbrug volgens de uitvinding; 20 fig. 4b een perspektivisch beeld van een verdere elektrische kabel en van een tweede brugdeel van de tweede koppelbrug volgens de uitvinding; fig. 5 een perspektivisch beeld van een dekselvormig orgaan van de tweede koppelbrug volgens de uitvin-25 ding; fig. 6 een perspektivisch beeld van de tweede koppelbrug volgens de uitvinding, in gemonteerde toestand, alsmede twee elektrische kabels; fig. 7 een kombinatie van de figuren 4a en 4b, 30 alsmede een perspektivisch beeld van twee praktisch loodrecht op elkaar staande doorgaande kabelgootsystemen, elk voorzien van twee kabelkanalen; fig. 8 een kombinatie van figuur 6, alsmede een perspektivisch beeld van twee praktisch loodrecht op 35 elkaar staande doorgaande kabelgootsystemen, elk voorzien van twee kabelkanalen. Deze figuur 8 geeft daarmede een samenstel van de tweede koppelbrug en een stelsel van twee kabelgootsystemen, waarbij de koppelbrug twee ver- 790 6 2 67 - - * n* PHN 9545 7 bindingskabels herbergt die met elkaar korresponderende kabels van de kabelgootsystemen met elkaar verbindt.
In figuur 1 is 10 een uit één stuk bestaand brugdeel, van plaatstaal, met U-vormige dwarsdoorsnede.
5 11 is het centrale deel, ook wel te noemen: bodem, van dat ü-vormige brugdeel. Met 12 en 13 zijn opstaande wanden van het brugdeel 10 aangeduid. 14 is een opening die zich in het centrale deel 10, en tevens in de wand 13» uitstrekt. De opening 14 is vrij van een in zichzelf gesloten jq begrenzing. Met 15 is een elektrische verbindingskabel aangeduid die de opening 14 passeert. Der kabel 15 is in de opening 14 gebracht door middel van een zijdelingse verplaatsing - van die kabel - door het gedeelte van de opening dat zich in de wand 13 bevindt. j5 In fig. 2 is 20 een dekselvormig hulporgaan, met TJ-vormige dwarsdoorsnede en U-vormige langsdoorsnede, dat bestemd is om samen te werken met het brugdeel 10 uit fig. 1. Een zijwand draagt het verwijzingscijfer 21. De lengte en de hoogte h van het hulporgaan 20 zijn praktisch 20 gelijk aan die van de overeenkomstige afmetingen van het brugdeel 10. Slechts de breedte van het hulporgaan 20 is enigszins groter dan de breedte van het brugdeel 10, en wel zodanig dat het hulporgaan 20 na montage (zie fig. 3) klemmend past om het brugdeel 10.
25 Figuur 3 toont de gemonteerde koppelbrug. De zijwand 21 van het hulporgaan 20 sluit dan een deel van de zich in de opstaande wand 13 bevindende opening af. Daar de opening in deze gemonteerde toestand van de koppelbrug geheel door brugmateriaal begrensd is, kan de kabel 15 2Q niet meer zijdelings ontsnappen.
De wijze waarop deze koppelbrug (10, 20) wordt gebruikt om een koppeling tussen twee dwars op elkaar staande kabelgootsystemen te verwezenlijken is soortgelijk aan die welke in het navolgende beschreven wordt, bij de 35 tweede koppelbrug volgens de uitvinding. Zie daartoe in het bijzonder de figuren 7 en 8, alsmede de daarbij behorende tekst. Er zij echter reeds op gewezen, dat allereerst het brugdeel met de opening 14 op een kabel- 790 62 67 PHN 9545 8 kanaal wordt geplaatst, en wel ter plaatse van bij elkaar komende te koppelen kabelgootsystemen, waarvan dat kabel-kanaal deel uitmaakt. Daarna wordt de verbindingskabel 15 zijdelings in de opening 14 gebracht, en vervolgens wordt 5 het dekselvormige hulporgaan 20 gemonteerd. Het door het kokervormige gedeelte van de koppelbrug (10, 20) lopende gedeelte van de verbindingskabel voert dan naar een kabel-kanaal van het andere kabelgootsysteem.
In figuur 4a is getoond een eerste brugdeel 40 10 van een tweede koppelbrug volgens de uitvinding. Brugdeel 40 heeft een U-vormige dwarsdoorsnede. Een zich in dat brugdeel 40 bevindende elektrische verbindingskabel is met 41 aangeduid. Een opening 42 bevindt zich in het centrale deel van het brugdeel 4θ. Dit brugdeel is voorts voorzien 15 van een drietal omgezette randen (43 respektievelijk 44 en 45).
In figuur 4b is getoond een tweede brugdeel 46 van de tweede koppelbrug. Dit tweede brugdeel 46 is soortgelijk aan het eerste brugdeel, doch de lengte is verschil-20 lend,en er is geen met 42 vergelijkbare opening aanwezig.
De lengte van het eerste brugdeel is ruim tweemaal de lengte van het tweede brugdeel (17i5 cm respektievelijk 7,5 cm).
De lengte van het eerste brugdeel is dan ook groter dan 1,5 maal die van het tweede brugdeel. Een zich in het 25 tweede brugdeel bevindende elektrische verbindingskabel draagt het verwijzingscijfer 47»
Ten behoeve van de montage van deze koppelbrug worden de brugdelen 40 en 46 in eikaars verlengde geplaatst op een wijze zoals door de gekombineerde figuren 4a en 4b 30 is aangegeven. Deze brugdelen 4θ en 46 worden echter nog naar elkaar toe bewogen totdat de zijkanten van de opstaande U-vormige delen tegen elkaar liggen. 42 is dan de opening die - bij afwezigheid van het hulporgaan 46 en/of 50* zie fig. 5 - vrij is van een in zichzelf gesloten begrenzing.
35 Opgemerkt zij, dat het centrale deel van de U
van elk van de beide brugdelen 40 en 46, aan de van de opening 42 afgekeerde zijde, minder ver doorloopt dan de opstaande wanden van de U van die beide brugdelen. Het 790 6 2 67 " jr PHN 9545 9 doel daarvan is verdere doorgangsplaatsen voor de kabels, 41 respektievelijk 47» te verschaffen. Het centrale deel van de beide brugdelen 40 en 46 is voorts uitgerust met een dwars op de lengterichting van het betreffende brugdeel 5 staand plaatvormig orgaan 48, respektievelijk 49» en vel op een plaats die èn van de opening 42 - èn tevens van de opstaande delen van de tT - is afgekeerd. De plaatvormige organen 48 en 49 zullen na volledige montage dienen ter afsluiting van een kabelkanaal van een kabelgootsysteem.
10 In figuur 5 is 50 sen hol dekselvormig orgaan met U-vormige dwarsdoorsnede en U-vormige langsdoorsnede.
Dit orgaan 50 wordt op de kombinatie van de beide brugdelen 40 en 41 geschoven. Daardoor wordt een situatie verkregen zoals in figuur 6 is afgebeeld.
15 In figuur 7 is weer de brugdelenkombinatie van figuur 4a en 4b getoond, nu tezamen met twee dwars op elkaar staande, te koppelen, doorgaande kabelgootsystemen 70 en 71· Elk van die kabelgootsystemen is uitgerust met twee praktisch evenwijdige kabelkanalen 70a en 70b, respek-20 tievelijk 71a en 71b. De met a aangeduide kabelkanalen bevatten te koppelen sterkstroomkabels. De met b aangeduide kabelkanalen bevatten zwakstroomkabels. De in figuur 7 getoonde, in aanbouw zijnde, koppelbrug dient uitsluitend voor het koppelen van de sterkstroomkabels.
25 De verbindingskabels 41 en 47 zijn in de opening 42 terecht gekomen door een zijdelings verplaatsing van die kabels, in een opstelling zoals bijvoorbeeld weergegeven door fig. 4a met fig. 4b.
In figuur 8 is dezelfde situatie weergegeven 30 aLs in figuur 7» nu echter met een gekonteerd orgaan 50 (vergelijk ook figuur 6). De plaatvormige organen 48 en 49 geven een mechanische afsluiting van de een sterkstroomkabel bevattende kabelkanalen 71a van het onderbroken kabelgoot-systeem 71» dat zich aan weerszijden van het ononderbroken 35 kabelgootsysteem 70 uitstrekt. De koppelbrug (40, 46, 50) wordt met een beugel 80 vastgezet op de kabelgootsystemen.
Voor het koppelen van de kabelkanalen waarin zich de zwakstroomkabels bevinden kan een soortgelijke 790 62 67 .#* * PHN 95^5 10 koppelbrug -worden gebruikt. Deze dient dan - in figuur 8 gezien - rechts van de koppelbrug (40, 46, 50) te worden opgebouwd. Daarbij dienen echter de met de delen 40 en 46 korresponderende brugdelen te worden omgewisseld. Dan 5 kunnen de kabelkanalen 70b en 71b» die van zwakstroom-kabels zijn voorzien,gekoppeld worden.
Desgewenst worden de open gedeelten van de kabelgootsystemen met plaatvormige organen (niet getekend) afgedekt.
10 Er zij nog opgemerkt (zie figuur 7)> dat ook indien behalve de beide kabelgootsystemen 70 en 71 slechts het brugdeel 40 aanwezig geweest zou zijn een koppelbrug volgens de uitvinding was verkregen. Namelijk zal in dat geval de opening 42 volledig begrensd zijn door de kombi-15 natie van het materiaal van het brugdeel 40 en een dan als hulporgaan fungerende bovenrand 81 van het kabelkUnaal 70a. Het hulporgaan is dan geen dekselvormig orgaan. Een U-vormig deksel op alleen deel 40 kan daarbij echter desgewenst ook worden toegepast.
20 Met de beschreven koppelbruggen volgens de uitvinding is het inleggen van de verbindingskabels sterk vereenvoudigd, en wel doordat het rijgen van die kabels door de betreffende openingen nu achterwege blijft.
25 30 790 6 2 67 35

Claims (5)

1. Koppelbrug bestemd, als drager voor een elektrische verbindingskabel tussen twee dwars op elkaar staande kabel-gootsystemen, waarbij tenminste een uit één stuk bestaand 5 deel van de koppelbrug een U-vormigsdwarsdoorsnede bezit, en een opening in althans het centrale deel van de U aanwezig is als doorgang voor de verbindingskabel, waarbij in gemonteerde toestand van de koppelbrug de opening geheel begrensd is, met het kenmerk, dat in de gemonteerde toe-10 stand van de koppelbrug zowel de omtrek van de opening slechts voor een gedeelte begrensd is door het uit één stuk bestaande brugdeel als ook dat een ten opzichte van laatstgenoemd brugdeel beweegbaar hulporgaan van de koppelbrug voor de verdere begrenzing van de opening zorgdraagt, jg en bij afwezigheid van het hulporgaan de opening vrij is van een in zichzelf gesloten begrenzing.
2. Koppelbrug volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het hulporgaan is uitgevoerd als een tweede brugdeel met een U-vormige dwarsdoorsnede, en dat in de gemonteerde 2o toestand van de koppelbrug de beide brugdelen met U-vormige dwarsdoorsnede praktisch in eikaars verlengde staan opge-sfceld, en het tweede brugdeel zich aan de andere zijde van de opening bevindt.
3. Koppelbrug volgens conclusie 2, met het kenmerk, 25 dat de lengte van het ene brugdeel tenminste gelijk is aan tweemaal de lengte van het andere brugdeel.
4. Koppelbrug volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat een van de opening - en tevens van de opstaande delen van de U - afgekeerd uiteinde van het centrale 20 deel van het uit één stuk bestaande brugdeel is voorzien van een dwars op de lengterichting van dat brugdeel staand plaatvormig orgaan.
5. Samenstel van een koppelbrug volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met een stelsel van twee dwars op elkaar 25 staande kabeIgootsystemen, waarbij de koppelbrug een elektrische verbindingskabel tussen de beide kabelgoot-systemen draagt, en althans één van die kabelgootsystemen is uitgerust met tenminste twee gescheiden en praktisch evenwijdige kabelkanalen. 79062 67
NL7906267A 1979-08-17 1979-08-17 Koppelbrug voor kabelgootsystemen. NL7906267A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7906267A NL7906267A (nl) 1979-08-17 1979-08-17 Koppelbrug voor kabelgootsystemen.
DE19803027693 DE3027693A1 (de) 1979-08-17 1980-07-22 Verbindungsbruecke fuer kabelkanalsysteme
US06/172,786 US4366341A (en) 1979-08-17 1980-07-28 Bridge for connecting cable channel systems
GB8026339A GB2065385B (en) 1979-08-17 1980-08-13 Bridge for connecting cable channel systems
BE0/201709A BE884808A (fr) 1979-08-17 1980-08-14 Koppelbrug voor kabelgootsystemen
JP11115380A JPS5630273A (en) 1979-08-17 1980-08-14 Bridge for connecting cable channel system

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7906267 1979-08-17
NL7906267A NL7906267A (nl) 1979-08-17 1979-08-17 Koppelbrug voor kabelgootsystemen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906267A true NL7906267A (nl) 1981-02-19

Family

ID=19833696

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906267A NL7906267A (nl) 1979-08-17 1979-08-17 Koppelbrug voor kabelgootsystemen.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4366341A (nl)
JP (1) JPS5630273A (nl)
BE (1) BE884808A (nl)
DE (1) DE3027693A1 (nl)
GB (1) GB2065385B (nl)
NL (1) NL7906267A (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4682456A (en) * 1983-07-26 1987-07-28 Cyclops Corporation Cellular flooring system and method of using same
US5130494A (en) * 1990-01-10 1992-07-14 Herman Miller, Inc. Work space wire management system
US5287664A (en) * 1992-10-28 1994-02-22 Schiller Reuben W Metal stud interlocking conduit strap
DE69615335T2 (de) * 1996-04-10 2002-07-04 Panduit Corp Einsatzzwischenlage für Kabelrohr
AU709853B2 (en) * 1996-04-15 1999-09-09 Panduit Corp. Wiring duct divider insert
GB2312994A (en) * 1996-05-08 1997-11-12 T T H Ltd Cross-over for cable trunking
US6158180A (en) * 1997-08-19 2000-12-12 Office Specialty Inc. Mounting device for communications conduit connector
US5937131A (en) * 1997-11-17 1999-08-10 Adc Telecommunications, Inc. Optical cable exit trough
US6448495B1 (en) * 2001-01-12 2002-09-10 Fiber Management Solutions, Inc. Fiber optic cable raceway outlet with raceway cover, and method
US20020094184A1 (en) * 2001-01-12 2002-07-18 Michael Mattei Fiber optic cable raceway outlet and method
US7693386B2 (en) * 2005-05-31 2010-04-06 Panduit Corp. Parallel path cable routing system
US7825342B2 (en) * 2007-08-20 2010-11-02 Panduit Corp. Compact spillover fitting and method of use thereof
US8315069B2 (en) * 2008-12-04 2012-11-20 Panduit Corp. Spillover fitting for routing cables
US8183461B2 (en) * 2009-04-01 2012-05-22 Hubbell Incorporated Raceway bridge assembly
FR2979492B1 (fr) * 2011-08-30 2013-09-27 Airbus Operations Sas Ensemble comportant un guide de cables et un dispositif de derivation, et dispositif de derivation associe

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3742119A (en) * 1971-11-11 1973-06-26 Empire Prod Inc Terminal housing
US4051640A (en) * 1972-08-08 1977-10-04 Vincens Rene F Composite structures
US3903666A (en) * 1974-10-21 1975-09-09 Robertson Co H H Access arrangement for an electrical wiring distributing floor structure
US4163572A (en) * 1977-11-07 1979-08-07 Textron Inc. Transition fitting
US4194332A (en) * 1978-02-02 1980-03-25 H. H. Robertson Company Electrical wiring distribution system

Also Published As

Publication number Publication date
GB2065385B (en) 1983-03-30
GB2065385A (en) 1981-06-24
DE3027693A1 (de) 1981-03-26
BE884808A (fr) 1981-02-16
JPS5630273A (en) 1981-03-26
US4366341A (en) 1982-12-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906267A (nl) Koppelbrug voor kabelgootsystemen.
US4980808A (en) Lighting fixture
US6659628B2 (en) Enhancements for a suspension, coupling and alignment system and passage for electrical energy cables for fluorescent luminaires
US20030223231A1 (en) Selectively extendable modular lighting fixture, and method of making and assembly
DE69514683T2 (de) Hybridvervielfacherröhre mit ionenablenkung
DE59711340D1 (de) Konfokales mikroskop mit einem doppelobjektiv-system
DE19849101A1 (de) Stromschienensystem
DE69512410T2 (de) Partikel-optisches Gerät mit einem Sekundärelektrodendetektor
GB2175459A (en) Box for electrical wiring appliance
FR2668658B1 (fr) Prise courants faibles pour precablage de batiment.
ZA928007B (en) Modular element for an electrical power distribtion duct.
EP0161226A2 (en) Installation duct and mounting bracket therefor
EP2113716A1 (en) A light fitting to be recessed into a suspended power distribution track
US20030200712A1 (en) Corner and junction assemblies for service provision ducting and components therefor
EP0469179B1 (de) Modulares Leuchtensystem
AU615529B2 (en) Busbar system with holders and power busbar sections
DE4032622C2 (nl)
DE10115846A1 (de) Modulares Lichtsystem
US3624318A (en) Current supply arrangements for mobile load devices
NL1000906C2 (nl) Schakelsysteem met aansluitmodules.
FR2697313B1 (fr) Grille de support pour cables electriques aeriens.
DE3806241A1 (de) Installationseinrichtung fuer niedervolt-leuchten
US2863009A (en) Junction means for sectional duct
GB2278739A (en) Cable trunking
ATE350793T1 (de) Anschlussstück für kabelkanal und dergleichen

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed