NL1000906C2 - Schakelsysteem met aansluitmodules. - Google Patents
Schakelsysteem met aansluitmodules. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1000906C2 NL1000906C2 NL1000906A NL1000906A NL1000906C2 NL 1000906 C2 NL1000906 C2 NL 1000906C2 NL 1000906 A NL1000906 A NL 1000906A NL 1000906 A NL1000906 A NL 1000906A NL 1000906 C2 NL1000906 C2 NL 1000906C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- connection
- module
- connection module
- switching system
- housing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01H—ELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
- H01H11/00—Apparatus or processes specially adapted for the manufacture of electric switches
- H01H11/0006—Apparatus or processes specially adapted for the manufacture of electric switches for converting electric switches
- H01H11/0031—Apparatus or processes specially adapted for the manufacture of electric switches for converting electric switches for allowing different types or orientation of connections to contacts
-
- H—ELECTRICITY
- H01—ELECTRIC ELEMENTS
- H01H—ELECTRIC SWITCHES; RELAYS; SELECTORS; EMERGENCY PROTECTIVE DEVICES
- H01H33/00—High-tension or heavy-current switches with arc-extinguishing or arc-preventing means
- H01H33/02—Details
- H01H33/025—Terminal arrangements
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Switch Cases, Indication, And Locking (AREA)
- Connections Arranged To Contact A Plurality Of Conductors (AREA)
- Electronic Switches (AREA)
- Direct Current Feeding And Distribution (AREA)
- Keying Circuit Devices (AREA)
- Relay Circuits (AREA)
Description
Schakelsysteem met aansluitmodules.
De uitvinding heeft betrekking op een schakelsysteem, waarvan telkens een aantal schakelelementen zijn samengevoegd tot een schakel-5 module met een voorafbepaalde vermogeninvoerzijde en vermogenuitvoer-zijde.
Het is algemeen bekend dat een schakelsysteem is ondergebracht in een schakelkast, waarbij de schakelelementen van het schakelsysteem in schakelmodules zijn gegroepeerd. Dit wordt b.v. toegepast in een scha-10 kelkast voor de voeding van een installatie. De schakelelementen zijn in dit geval schakelcontacten die tenminste een vast en bewegend contact omvatten of patronen of een combinatie daarvan, echter is de uitvinding geschikt voor elk type schakelelement. Voor de drie-fasen-voeding worden b.v. de schakelcontacten voor de fasen R, S en T sa-15 mengevoegd tot een groep of schakelmodule, eventueel aangevuld met de nulleiding. In de schakelmodule worden de schakelaarcontacten met hun hoofdrichting, evenwijdig aan elkaar geplaatst, zodat in het algemeen de plaats van de invoer- en uitvoerzijde van de module bepaald is door de oriëntatie van de schakelaarcontacten en de plaats van de aansluit-20 klemmen daarvan. In het algemeen zullen daarom de inkomende leidingen en uitgaande leidingen in eikaars verlengde liggen en evenwijdig aan of in lijn met de hoofdrichting van de schakelaars verlopen.
Gebleken is dat er bij afnemers de behoefte bestaat aansluitingen te realiseren die niet in lijn liggen met de hoofdrichting van de 25 schakelaarcontacten, maar dat b.v. de invoer- en/of uitvoerkabels of -rails loodrecht op de genoemde hoofdrichting verlopen. Hierbij ligt de vermogeninvoer- en/of vermogenuitvoerzijde niet nabij de aansluit-klemmen van de schakelaarcontacten, terwijl het vlak daarvan ook niet loodrecht op de hoofdrichting van de schakelaarcontacten maar evenwij-30 dig daaraan kan verlopen. In dit geval moeten de kabels, die in het geval van grote stromen een grote diameter bezitten, bij de installatie tussen de vermogeninvoer- en/of vermogenuitvoerzijde en de aan-sluitklemmen van de schakelaarcontacten worden gebogen, opdat daarna de op het uiteinde van de kabels bevestigde kabelschoenen op de daar-35 voor bestemde aansluitklemmen van de schakelaarcontacten kunnen worden bevestigd. Er is hier sprake van aansluitingen onder 90°.
Het probleem daarbij is dat de installatie niet altijd even gemakkelijk kan plaatsvinden, terwijl bovendien bij dikke kabels door 10 0 0 9 0 6 2 de onvermijdelijke grote buigingsstralen van de bochten in de kabels veel ruimte verloren gaat. Het 90° verdraaid opstellen van de schakelmodule zou een oplossing kunnen betekenen. Echter brengt dit eveneens het nadeel van ruimteverlies in lengterichting van de schakelkast met 5 zich mee. Bovendien wordt de warmtehuishouding van de schakelmodule als gevolg van.het boven elkaar verlopen van de schakelcontacten ongunstig beïnvloed waardoor in de schakelmodule een lagere nominaal-stroom wordt toegelaten (het zogenaamde "deraten").
De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een schakelsysteem 10 van de in de aanhef genoemde soort, waarbij een flexibele keuze van de plaats en oriëntatie van de in- en/of uitvoerzijde mogelijk is en de installatie-werkzaamheden worden vereenvoudigd. Voorts wordt gestreefd naar het zo volledig mogelijk uitnutten van de beschikbare ruimte in de schakelkast en de nominaal-belasting van de schakelmodu-15 le.
Genoemde doelstellingen worden volgens de uitvinding bereikt, doordat aan een schakelmodule een verbindingsmodule is toegevoegd, die voorzien is van verbindingsgeleiders voor de verbinding van de schakelelementen van de bijbehorende schakelmodule naar de vermogen-20 invoerzijde en/of vermogenuitvoerzijde.
Hierdoor kunnen zowel aansluitingen die in lijn liggen met de hoofdrichting van de schakelelementen, als ook aansluitingen onder 90° worden verwezenlijkt. Doordat de schakelmodule is voorzien van verbindingsgeleiders, kan deze als adapter worden beschouwd, door 25 middel waarvan de gewenste verbinding tot stand kan worden gebracht, d.w.z. de normale aansluitingen op de schakelelementen via de adapter naar de gewenste plaats kunnen worden gebracht. Voor een zgn. 90° aansluiting zijn voor een drie-fasenvoeding slechts drie verbindingsgeleiders nodig.
30 De uitvinding heeft voor de fabrikant het voordeel, dat de produktielijn wordt vereenvoudigd doordat minder componenten nodig zijn. De voorraad kan worden verkleind doordat één schakelmodule met één verbindingsmodule in meerdere aansluitconfiguraties kan worden gebruikt en er dus niet voor iedere configuratie afzonderlijk een 35 aparte schakelmodule op voorraad behoeft te worden gehouden.
De uitvinding biedt voorts het voordeel van een eenvoudige assemblage omdat voor een bepaalde aansluitconfiguratie alleen de verbindingsmodule behoeft te worden aangepast.
1 0 0 G 9 0 6 3
Voor de gebruiker of installateur heeft de uitvinding het voordeel, dat de aansluiting is vergemakkelijkt door de vrijheid in aansluitrichting. Bovendien is de benodigde ruimte voor niet standaardaansluitrichtingen gereduceerd en behoeft men geen "derating" 5 toe te passen. Daarbij komt nog de verlaging van prijs door modulari-teit en daardoor de goedkopere produktie en voorraadhouding.
Opgemerkt wordt dat uit de Europese octrooiaanvrage EP-0 219 570 A1 een schakelaar bekend is, waarbij voor de aansluitklemmen daarvan, een afzonderlijk aansluitblok wordt toegepast om het aansluiten van 10 een kabel of de aansluitklem van de schakelaar vanaf twee richtingen te kunnen uitvoeren, d.w.z. van de boven- of onderzijde van de schakelaar te kunnen vastschroeven. De aansluitingen vinden echter nog steeds plaats in lijn met één hoofdrichting van de schakelaar.
De verbindingsgeleiders kunnen geïsoleerde kabels zijn, maar bij 1 5 voorkeur hebben de verbindingsgeleiders de vorm van elektrisch geleidende verbindingsstangen. Deze stangen kunnen rond of rechthoekig van doorsnede zijn en kunnen in de fabriek worden vervaardigd, waarbij een ver doorgevoerde standaardisatie kan worden toegepast. Deze standaardisatie is erop gericht de vorm van de geleiders zodanig te kiezen dat 20 met een minimum aantal standaardgeleiders kan worden volstaan. Afhankelijk van de wens van de afnemer kunnen de toe te passen geleiders worden gekozen en in de verbindingsmodule worden geplaatst. Bij de installatie behoeven nog slechts de kabels op de verbindings- en/of schakelmodule te worden aangesloten zonder dat buigen nodig is.
25 Daarbij is het van voordeel dat de verbindingsmodule een huis uit isolerend materiaal omvat en de verbindingsstangen op de bodem van het verbindingsmodulehuis onderling elektrisch geïsoleerd worden aangebracht .
Bij voorkeur is de bodem van het verbindingsmodulehuis voorzien 30 van een opstaand tussenschot uit isolerend materiaal, waardoor de bodem in twee gebieden wordt verdeeld, waarbij in het ene gebied de in hoofdzaak loodrecht op de hoofdrichting van de schakelelementen verlopende verbindingsgeleiders naar de daarbij behorende vermogen-invoer- of vermogenuitvoerzijde en in het andere gebied de verbin-35 dingsgeleiders naar de tegenoverliggende zijde kunnen worden aangebracht. Hierdoor wordt een symmetrie verkregen, waardoor voor beide zijden dezelfde verbindingsgeleiders kunnen worden gebruikt met als voordeel een nog verder doorgevoerde standaardisatie en vermindering ; V.
4 van het aantal verschillende verbindingsgeleiders in voorraad.
Teneinde een zo kompakt mogelijke en tegelijkertijd betrouwbare, onderling elektrisch isolerende opstelling van de verbindingsgeleiders te verkrijgen, is de bodem van het verbindingsmodulehuis voorzien van 5 een aantal opstaande tussenschotten uit isolerend materiaal voor het vormen van goten, waarin verbindingsgeleiders kunnen worden gelegd.
Bij een verdere uitvoeringsvorm is de schakelmodule aan de ver-mogeninvoer- en vermogenuitvoerzijde voorzien van aansluitmodules.
Hierdoor kan worden afgezien van de toepassing van kabelschoenen, 10 waardoor de aansluitpunten in met name de 90° op de hoofdrichting van de schakelcontacten staande zijde dichter bij elkaar kunnen worden geplaatst, zodat in een paneel van een schakelkast de zogenaamde vul-factor toeneemt met 40%. Anderzijds kan door toepassing van een bepaald type aansluitmodules een eenvoudige en snelle elektrische ver-15 binding tot stand worden gebracht via het inpluggen op bijvoorbeeld een railstelsel.
Bij een verdere uitwerking van de uitvinding bestaat ten minste één van de aansluitmodules uit een schroefaansluitmodule voor het klemmend verbinden van een verbindingsgeleider en corresponderende 20 kabelgeleider. Een voorkeursuitvoeringsvorm van de schroefaansluitmodule omvat een buitenhuis, waarbinnen een elektrisch geleidend binnenhuis verschuifbaar is opgenomen, waarbij de verschuivingsafstand groter is dan de dikte van de verbindingsgeleider en waarbij in het binnenhuis een door een in het buitenhuis in- en uitschroefbaar onder-25 steunde schroef, in dezelfde richting als het binnenhuis verschuifbare plaat is opgenomen voor het tussen de plaat en de daarnaar toegekeerde wand van het binnenhuis gelijktijdig inklemmen van een kabelgeleider.
Wanneer één of meer schakelelementen op een vermogenrail moeten worden aangesloten, is het voordelig dat de daarbij behorende aan-30 sluitmodules gevormd worden door een plugaansluitmodule voor de verbinding van het schakelelement of een verbindingsgeleider met de vermogenrail. De plugaansluitmodule kan daartoe een veercontact zijn dat om de rail grijpt, maar bij voorkeur is de plugaansluitmodule opgenomen in een op een wand van de verbindingsmodule inklikbaar huis uit 35 isolerend materiaal waarin zich mes- of schaarcontacten bevinden voor het tussen zich in klemmend opnemen van de vermogenrail.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin: 1000806 5
Fig. 1a-1f schematisch de mogelijke aansluitconfiguraties vein de verbindingsmodule volgens de uitvinding tonen;
Fig. 2 een zijaanzicht van een schakelsysteem volgens de uitvinding weergeeft; 5 Fig. 3 een onderaanzicht van de uitvoeringsvorm van fig. 2 illu streert;
Fig. 4 een zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding toont;
Fig. 5 een onderaanzicht van de uitvoeringsvorm van fig. 4 is; 10 Fig· 6 een nog verdere uitvoeringsvorm van het schakelsysteem volgens de uitvinding illustreert;
Fig. 7 een onderaanzicht van de uitvoeringsvorm van fig. 6 is;
Fig. 8 een uitvoeringsvorm van een plugaansluitmodule volgens de uitvinding weergeeft; 15 Fig. 9 een voorkeursuitvoeringsvorm van een plugaansluitmodule volgens de uitvinding toont;
Fig. 10 de uitvoeringsvorm van fig. 8 weergeeft met uiteengenomen onderdelen;
Fig. 11 een schroefaansluitmodule volgens de uitvinding toont.
20 Het schakelsysteem omvat schakelelementen, waarvan telkens een aantal, in het algemeen drie, zijn samengevoegd of gegroepeerd tot een schakelmodule. De schakelelementen kunnen b.v. schakelaarcontacten, patronen, een combinatie daarvan of andere elementen met een schakelf-unktie zijn.
25 De uitvinding zal hierna aan de hand van uitvoeringsvormen worden beschreven, welke schakelaarcontacten bevatten voor een drie-fasen-schakelsysteem. Een dergelijk systeem omvat de schakelaarcontacten voor de fasen R, S en T, waarvan de schakelaarcontacten duidelijkheidshalve niet in de figuren 1a-1f zijn afgebeeld. Hel zijn de aan- 30 sluitpunten R1, R2, S1, S2, Tl en T2 van de schakelaarcontacten van het drie-fasensysteem getoond. De schakelaarcontacten zijn gecombineerd tot een schakelmodule van drie stel schakelaarcontacten, waaraan een verbindingsmodule 1 is toegevoegd.
De hoofdrichtingen van de schakelaarcontacten in de figuren 1a-1f 35 zijn gericht van R1-R2 enz.. Wanneer zoals in fig. 1a de aansluitpun-ten L1a, L2a en L3a van de kabels in lijn met de hoofdrichting van de schakelaarcontacten moet worden uitgevoerd, ondervindt men in de praktijk weinig problemen. In de praktijk is echter gebleken, dat er bij <f ' - f v . , ' 6 afnemers van het schakelsysteem en bij de installatie behoefte bestaat naast de gebruikelijke aansluitingen die met de hoofdrichting van de schakelaarcontacten in lijn liggen, ook aansluitingen te realiseren, die niet in lijn liggen maar onder een hoek van b.v. 90° op de genoem-5 de hoofdrichting liggen. Voorbeelden hiervan zijn getoond in fig. 1b-1f.
In fig. 1b liggen de aan de onderzijde van de verbindingsmodule 1 getoonde aansluitpunten L1b, L2b en L3b in lijn met de hoofdrichting van de schakelaarcontacten. Deze aansluitpunten bevinden zich b.v. aan 10 de vermogen-invoerzijde. De vermogenuitvoerzijde ligt in dit geval aan de linkerzijde van de verbindingsmodule 1. De aansluitpunten Lla, L2a en L3a van deze vermogenuitvoerzijde zijn door middel van de schematisch en gestippeld getekende verbindingsgeleiders 2 met de respectieve aansluitpunten R1, SI, en T1 van de schakelaarcontacten verbonden. 15 In fig. 1c zijn de aansluitpunten L1a, L2a en L3a van b.v. de vermo-geninvoerzijde aan de bovenzijde van de verbindingsmodule 1 getoond en zijn verbonden met de aansluitklemmen R1, S1 en T1 van de schakelaarcontacten. De met de aansluitklemmen R2, S2 en T2 van de schakelaarcontacten verbonden aansluitpunten Llb, L2b en L3b van de vermogenuit-20 voerzijde zijn in fig. 1c aan de rechterzijde van de verbindingsmodule 1 aangebracht. De verbindingsgeleiders 2 tussen de aansluitklemmen R2, S2 en T2 van de schakelaarcontacten en de aansluitpunten L1b, L2b en L3b van de vermogen-uitvoerzijde aan de rechter zijde van de schakelmodule zijn gestippeld getekend. In fig. 1d zijn zowel de vermogenin-25 voerzijde als de vermogenuitvoerzijde over 90° ten opzichte van de hoofdrichting van de schakelaarcontacten gekozen. Ook hier zijn de verbindingsgeleiders 2 gestippeld getekend. Opgemerkt wordt dat de vermogeninvoerzijde de vermogenuitvoerzijde kan zijn en omgekeerd.
De verbindingsmodule 1 is te beschouwen als een adapter. Door de 30 toepassing daarvan is men bij het aansluiten van een schakelsysteem in een schakelkast vrij in de keuze van de aansluitrichtingen, zonder dat de aan te sluiten kabels van de diverse fasen moeten worden gebogen of het schakelsysteem moet worden gedraaid. Voorts wordt een ruimtebesparing verkregen, doordat men geen rekening behoeft te houden met de 35 grootte van de stralen in de bochten van de kabels. De verbindingsmodule is dus een zeer voordelige oplossing, waarmee zowel aansluitingen in lijn met een hoofdrichting van de schakelaarcontacten als ook aansluitingen onder 90° probleemloos mogelijk zijn. De schakelmodule 1 0 w o b !' 6 7 heeft voorts nog de eerder genoemde voordelen voor de producent en de gebruiker, alsmede bij de installatie en/of afnemer.
De nulleider is in de fig. 1a-1f niet aangegeven en het is duidelijk dat met deze nulleider meer configuraties mogelijk zijn en nog 5 meer wanneer de volgorde van de aansluitingen L1, L2 en L3 gewisseld mogen worden, zoals uit de figuren 1e en 1f blijkt.
In de fig. 2 en 3 is een uitvoeringsvorm van een onderdeel van een schakelsysteem volgens de uitvinding getoond. Dit onderdeel bestaat uit een schakelmodule 3, waarin de schakelaarcontacten 4, 5 en 10 6 voor de drie fasen zijn samengevoegd of gegroepeerd. De schakelaar contacten 4, 5 en 6 zijn met hun hoofdrichting evenwijdig aan elkaar aangebracht. De verbindingsgeleiders voor de verbinding van de zich aan één zijde van de schakelaarcontacten 4, 5 en 6 bevindende aan-sluitklemmen R2, S2, T2 naar de vermogenzijde 8 zijn aangegeven als 15 vooraf gevormde verbindingsstroken 9, 10 en 11. Het kunnen echter ook kabels of verbindingsgeleiders met een ronde doorsnede zijn. Deze verbindingsstroken 9, 10 en 11 zijn onderling bijvoorbeeld door lucht geïsoleerd aangebracht op de bodem van de verbindingsmodule 1 uit isolerend materiaal en op deze bodem vastgezet door schroeven 30. De 20 verbindingsmodule 1 heeft twee zijwanden 12 en 13 maar kan ook aan de resterende kanten een zijwand hebben. De bodem van de verbindingsmodule 1 is voorzien van een diagonaalsgewijs verlopend tussenschot 14 uit isolerend materiaal dat als één geheel met de verbindingsmodule 1 is gegoten. Dit tussenschot 14 verdeelt de bodem in twee gebieden. Het 25 tussenschot 14 is te beschouwen als een symmetrievlak van de verbindingsmodule 1. Door het invoeren van de symmetrie is bereikt, dat wanneer de vermogenzijde 7 niet aan de bovenzijde van de verbindingsmodule 1 in fig. 3 maar aan de rechter zijde gewenst is, verbindingsgeleiders van dezelfde vorm als de verbindingsgeleiders 9, 10 en 11 30 kunnen worden gebruikt voor de verbinding met de aansluitklemmen van de schakelaarcontacten aan de andere zijde daarvan. Hiertoe wordt verwezen naar fig. 5. Het aantal verschillende verbindingsgeleiders is daardoor verminderd, hetgeen produktietechnisch en voor de voorraad-houding van voordeel is.
35 Bij de uitvoeringsvorm van de fig. 2 en 3 zijn de bovenste aan sluitklemmen van de schakelaarcontacten 4, 5 en 6 via korte aansluit-stroken buiten de wand 12 van de verbindingsmodule 1 naar buiten gevoerd. Aan het uiteinde van deze korte aansluitstroken 15, 16 en 17 10 0 0 P 6 8 kunnen aansluitmodules 18, 19 worden aangebracht. De verbinding van de kabeluiteinden met de aansluitstroken 15 en 16 vindt plaats door middel van de schroefaansluitmodules 18 en 19. De verbinding van een kabel met de aansluitstrook 17 kan plaatsvinden door middel van een 5 kabelschoen en schroef. Uiteraard hebben de schroefaansluitmodules 18 en 19 de voorkeur boven deze kabelschoen- en schroefverbinding.
De vrije uiteinden van de verbindingsstroken 9, 10 en 11 zijn eveneens voorzien van aansluitmodules 20, 21 en 22. Doordat kabel-schoenen in het algemeen veel ruimte innemen, wordt door toepassing 10 van de aansluitmodules waarin de blootgelegde kabeleinden direct met de stroken kunnen worden verbonden, een aanzienlijke ruimtebesparing bereikt, omdat deze smalle zijde 8 van de aansluitmodule 1 niet breder gemaakt hoeft te worden.
Zou het gewenst zijn dat de vermogenzijde 8 aan de tegenover-15 liggende zijde van de schakelaarcontacten moet liggen, dan zal dezelfde verbindingsmodule 1 kunnen worden toegepast, waarbij de schakelmodule 1 dan 180° ten opzichte van de schakelaarcontacten kan worden verdraaid.
In de fig. 4 en 5 is een uitvoeringsvorm getoond, waarbij zowel 20 de vermogeninvoerzijde als de vermogenuitvoerzijde gericht is in een richting loodrecht op de hoofdrichting van de schakelaarcontacten 4, 5 en 6 van de schakelmodule 3. In fig. 5 zijn de verbindingsstroken 9, 10 en 11 voor de verbinding van de aansluitklemmen R2, S2 en T2 van de schakelaarcontacten 4, 5 en 6 met de aansluitmodules 20, 21 en 22 aan 25 de vermogeninvoer-zijde 8 van de verbindingsmodule 1 getoond. Voor de vermogenafvoerzijde 7 zijn de verbindingsstroken 23, 25, 26 op de bodem van de verbindingsmodule 1 aangebracht, waarvan de ene uiteinden verbonden zijn met de daarbij behorende aansluitklemmen R1, S1 en T1 van de schakelaarcontacten, terwijl de vrije uiteinden daarvan voor-30 zien zijn van de aansluitmodules 27, 28 en 29. De verbindingsstroken 9, 10 en 11 zijn door middel van schroeven 30 en de verbindingsstroken 23, 25 en 26 door middel van schroeven 31 op de bodem van de verbindingsmodule 1 vastgezet. De verbindingsstroken 9/26, 10/25 en 11/23 zijn gelijk aan elkaar en de laatstgenoemde zijn in plaats van door 35 lucht, met behulp van het tussenschot 14 elektrisch van elkaar geïsoleerd.
In de fig. 6 en 7 is een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding getoond. Ook hierbij zijn de schakelaarcontacten 4, 5 en 6 samen- ·* '·£ 9 gevoegd tot een schakelmodule 3, waaraan een verbindings-module 1 is toegevoegd. De bodem van deze verbindingsmodule 1 is voorzien van tussenschotten 32 t/m 36 waardoor de verbindingsstroken dichter bij elkaar geplaatst kunnen worden en het geheel kompakter blijft. Ook 5 hierbij is een symmetrie aangehouden, zodat het aantal verschillende verbindingsstroken tot een minimum is beperkt, nl. 3. De verbindingsstroken 23, 25 en 26 zijn aan één zijde verbonden met de aansluitklem-men R1, S1 en T1 van de schakelaarcontacten 4, 5 en 6 aan één zijde daarvan, terwijl de vrije uiteinde van deze verbindingsstroken zijn 10 voorzien van de aansluitmodules 27, 28 en 29. De stroken 23, 25 en 26 zijn aan de bodem van de verbindingsmodule 1 bevestigd door middel van schroeven 31. Door toepassing van de tussenschotten 32, 33 en 34 uit isolerend materiaal wordt behalve een kompaktere uitvoering bereikt, dat ook bij ruwe behandeling de verbindingsstroken nimmer contact met 15 elkaar kunnen maken, terwijl tevens bij assemblage de positie van de verbindingsstroken min of meer is vastgelegd.
De in de fig. 6 en 7 getoonde uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor de verbinding van de aansluitklemmen van de schakelaarcontacten aan één zijde met daarbij behorende rails. Hiertoe zijn 20 aansluitmodules 37, 38 en 39 toegepast, die op de wand 13 zijn geschoven en daarop bevestigd door b.v. een klikverbinding. De als plugaan-sluitmodule uitgevoerde modules 37, 38 en 39 nemen de rails klemmend op en verzorgen de elektrische verbinding van de rails met de aansluitklemmen R2, S2 en T2 van de schakelaarcontacten.
25 Fig. 8 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een plugaansluit- module 56. Deze module 56 omvat de contacten 57 en 58 voor het tussen zich in klemmend opnemen van een rail. De klemcontacten 57 en 58 gaan over in een lichaam 59 met de vlakke delen a, b en c. Het lichaam 59 is verbonden met de lip 61 waarin zich een gat 60 bevindt dat dient 30 voor de verbinding met een aansluitpunt van een daarbij behorende verbindingsstrook van de verbindingsmodule of een aansluitpunt van het daarbij behorende schakelaarcontact.
Deze plugaansluitmodule kan direct op de aansluitmodule worden aangebracht of bevestigd. Deze bevestiging kan echter ook plaatsvinden 35 door middel van een blok 62 uit isolerend materiaal, dat voorzien is van niet getoonde klikelementen die samenwerken met eveneens niet getoonde klikelementen van de verbindingsmodule. De vlakke delen a, b en c van het lichaam 59 passen in daartoe bestemde uitsparingen 63 in 10 f' r· o n a 10 het blok 62.
In fig. 9 is de plugaansluitmodule getoond met gedeeltelijk weggesneden huis en in fig. 10 met uiteengenomen onderdelen.
De plugaansluitmodule 37 omvat een huis 40 bij voorkeur uit iso-5 lerend materiaal. In het huis bevindt zich een metalen basisplaat 41, die voorzien is van een schijf 42. De basisplaat 41 is voorts voorzien van een strip 43, waarmee een aansluitklem van een schakelaarcontact kan worden verbonden. Door middel van een veerkrachtig orgaan 44 worden de mes- of schaarcontacten 45 en 46 in een voorafbepaalde stand 10 gehouden, waarbij de vrije uiteinden van de mescontacten 45 en 46 op een afstand liggen die kleiner is dan de dikte van de daartussen in te brengen rail. Wanneer de rail tussen de mescontacten 45 en 46 wordt gedrukt, liggen deze mescontacten 45 en 46 onder voorspanning tegen de rail aan. Het huis 40 van deze plugaansluitmodule is voorts voorzien 15 van een uitsparing 47 om dit huis op de wand van een verbindingsmodule te schuiven, in welke uitsparing niet getoonde klikorganen aanwezig zijn, die samenwerken met klikorganen op de wand van de verbindingsmodule 1 .
In fig. 11 is een aansluitmodule in de vorm van een schroefaan-20 sluitmodule getoond. Deze schroefaansluitmodule bestaat uit een metalen buitenhuis 48, waarbinnen een elektrisch geleidend binnenhuis 49 verschuifbaar is opgenomen. Het binnenhuis 49 kan in het buitenhuis 48 over een afstand worden geschoven, die groter is dan de dikte van de daarbij behorende verbindingsstrook, zodat de verbindingsstrook 52 25 past in de ruimte tussen twee tegenoverliggende wanden 53, 54 van het buiten- en binnenhuis. In het binnenhuis 49 bevindt zich een verschuifbare plaat 50. Door middel van de schroef 51 kan de plaat 50 in het binnenhuis 49 worden verschoven. Wanneer de verbindingsstrook tussen de wanden 53, 54 van het buiten- resp. binnenhuis is opgenomen 30 en een blootgelegde kabelgeleider 55 tussen de plaat 50 en de daartegenover liggende wand 54 van het binnenhuis 49 is aangebracht, worden door aanschroeven van de schroef 51 de verbindingsstrook en het kabelgeleidereinde gelijktijdig vastgeklemd, waarbij een uitstekende elektrisch verbinding tussen kabelgeleidereinde 55 en verbindings-35 strook 52 tot stand wordt gebracht, die weinig ruimte inneemt.
Claims (15)
1. Schakelsysteem, waarvan telkens een aantal schakelelementen zijn samengevoegd tot een schakelmodule met een voorafbepaalde ver-5 mogeninvoerzijde en vermogenuitvoerzijde, met het kenmerk, dat aan een schakelmodule een verbindingsmodule is toegevoegd, die voorzien is van verbindingsgeleiders voor de verbinding van de schakelelementen van de bijbehorende schakelmodule naar de vermogeninvoerzijde en/of vermogenuitvoerzi jde.
2. Schakelsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verbindingsgeleiders de vorm hebben van elektrisch geleidende verbindingsstukken.
3. Schakelsysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de verbindingsmodule een huis uit isolerend materiaal omvat en dat de 15 verbindingsstukken worden gevormd door rechthoekige verbindingsstroken die op de bodem van het verbindingsmodulehuis onderling geïsoleerd zijn aangebracht.
4. Schakelsysteem volgens een van de conclusies 1,2 of 3, met het kenmerk, dat de bodem van het verbindingsmodulehuis is voorzien van 20 een opstaand tussenschot, waardoor de bodem wordt verdeeld in twee gebieden, waarbij in het ene gebied de verbindingsgeleiders naar de ene vermogeninvoer- of vermogenuitvoerzijde en in het andere gebied de verbindingsgeleiders naar de tegenoverliggende zijde kunnen worden aangebracht.
5. Schakelsysteem volgens een van de conclusies 1,2,3 of 4, met het kenmerk, dat de bodem van het verbindingsmodulehuis is voorzien van opstaande tussenschotten uit isolerend materiaal voor het vormen van goten, waarin de verbindingsgeleiders kunnen worden gelegd.
6. Schakelsysteem volgens een van de conclusies 1 - 5, met het 30 kenmerk, dat de verbindingsmodule aan de vermogeninvoer- en/of vermogenuitvoerzi jde is voorzien van aansluitmodules.
7. Schakelaarsysteem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een of meer van de aansluitmodules een schroefaansluitmodule is voor het klemmend elektrisch verbinden van een verbindingsgeleider met een 35 corresponderende kabelgeleider.
8. Schakelsysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de schroefaansluitmodule een buitenhuis omvat, waarbinnen een elektrisch geleidend binnenhuis verschuifbaar is opgenomen, waarbij de verschui- 1 0 Γ Γ. f: rs 6 vingsafstand groter is dan de dikte van de verbindingsstrook en dat in het binnenhuis een door een in het buitenhuis in -en uitschroefbaar ondersteunde schroef, in dezelfde richting als het binnenhuis verschuifbare plaat is opgenomen voor het tussen de plaat en de daarnaar 5 toegekeerde wand van het binnenhuis gelijktijdig inklemmen van een kabelgeleider.
9. Schakelsysteem volgens een van de conclusies 6, 7 of 8 met het kenmerk, dat een of meer van de aansluitmodules een plugaansluitmodule is voor de verbinding van een schakelelement of verbindingsgeleider 10 met een vermogenrail.
10. Schakelsysteem volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de plugaansluitmodule een op een wand van de verbindingsmodule inklikbaar huis uit isolerend materiaal omvat, waarin contacten zijn aangebracht voor het tussen zich in klemmend opnemen van de vermogenrail.
11. Verbindingsmodule geschikt voor een schakelsysteem volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verbindingsmodule een huis uit isolerend materiaal omvat en dat de verbin-dingsgeleiders op de bodem van het verbindingsmodulehuis onderling geïsoleerd zijn aangebracht.
12. Verbindingsmodule volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de bodem van het verbindingsmodulehuis is voorzien van een opstaand tussenschot, waardoor de bodem wordt verdeeld in twee gebieden, waarbij in het ene gebied de verbindingsgeleiders naar de ene vermogen-invoer- of vermogenuitvoerzijde en in het andere gebied de verbin- 25 dingsgeleiders naar de tegenoverliggende zijde kunnen worden aangebracht .
13. Verbindingsmodule volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de bodem van het verbindingsmodulehuis is voorzien van opstaande tussenschotten uit isolerend materiaal voor het vormen van 30 goten, waarin de verbindingsgeleiders kunnen worden gelegd.
14. Schroefaansluitmodule geschikt voor een schakelsysteem volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schroefaansluitmodule een buitenhuis omvat, waarbinnen een elektrisch geleidend binnenhuis verschuifbaar is opgenomen, waarbij de verschui- 35 vingsafstand groter is dan de dikte van de verbindingsstrook en dat in het binnenhuis een door een in het buitenhuis in -en uitschroefbaar ondersteunde schroef, in dezelfde richting als het binnenhuis verschuifbare plaat is opgenomen voor het tussen de plaat en de daarnaar * · . / toegekeerde wand van het binnenhuis gelijktijdig inklemmen van een kabelgeleider.
15. Plugaansluitmodule geschikt voor een schakelsysteem volgens één van de voorafgaande conclusies, aet het kenaerk, dat de plugaan-5 sluitmodule een op een wand van de verbindingsmodule inklikbaar huis uit isolerend materiaal omvat, waarin contacten zijn aangebracht voor het tussen zich in klemmend opnemen van de vermogenrail. 10 0 0 9 o β
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1000906A NL1000906C2 (nl) | 1995-07-31 | 1995-07-31 | Schakelsysteem met aansluitmodules. |
ES96202024T ES2154781T3 (es) | 1995-07-31 | 1996-07-16 | Sistema de conmutacion con modulos terminales. |
DK96202024T DK0757367T3 (da) | 1995-07-31 | 1996-07-16 | Omskiftersystem med terminalmoduler |
EP19960202024 EP0757367B1 (en) | 1995-07-31 | 1996-07-16 | Switching system with terminal modules |
DE1996612043 DE69612043T2 (de) | 1995-07-31 | 1996-07-16 | Schaltsystem mit Anschlussklemmenmodulen |
AU60673/96A AU719989B2 (en) | 1995-07-31 | 1996-07-25 | Switching system with terminal modules |
NZ29908496A NZ299084A (en) | 1995-07-31 | 1996-07-29 | Switching system connection module added to switch module, connection module being provided with connecting conductors for connecting switch elements to power input and/or output side |
NO19963182A NO315015B1 (no) | 1995-07-31 | 1996-07-30 | Elektrisk omkopler med koplingsmoduler |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1000906A NL1000906C2 (nl) | 1995-07-31 | 1995-07-31 | Schakelsysteem met aansluitmodules. |
NL1000906 | 1995-07-31 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1000906C2 true NL1000906C2 (nl) | 1997-02-04 |
Family
ID=19761384
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1000906A NL1000906C2 (nl) | 1995-07-31 | 1995-07-31 | Schakelsysteem met aansluitmodules. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0757367B1 (nl) |
AU (1) | AU719989B2 (nl) |
DE (1) | DE69612043T2 (nl) |
DK (1) | DK0757367T3 (nl) |
ES (1) | ES2154781T3 (nl) |
NL (1) | NL1000906C2 (nl) |
NO (1) | NO315015B1 (nl) |
NZ (1) | NZ299084A (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2323480B (en) * | 1997-03-14 | 2002-03-20 | Schneider Ltd | An adapter arrangement for a circuit breaker |
JP3843675B2 (ja) * | 1999-12-13 | 2006-11-08 | 富士電機機器制御株式会社 | 多極開閉器の端子ユニット |
DE10043400A1 (de) * | 2000-09-04 | 2002-03-14 | Abb Low Vollage Power Ag Lenzb | Veredelter Kontaktfinger |
DE202008001002U1 (de) * | 2008-01-23 | 2008-05-21 | Schunk Bahn- Und Industrietechnik Gmbh | Verbindungsvorrichtung zur Bereitstellung elektrischer Anschlüsse |
DE102009037800A1 (de) * | 2009-08-18 | 2011-02-24 | Bircher Reglomat Ag | Rucksacksteckmodul für einen Schalter |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB529968A (en) * | 1939-06-14 | 1940-12-02 | Henleys Telegraph Works Co Ltd | Improvements relating to contacts suitable for electric distribution pillars and other apparatus |
FR2353946A1 (fr) * | 1976-06-03 | 1977-12-30 | Merlin Gerin | Piece de raccordement electrique |
EP0188258A1 (en) * | 1985-01-14 | 1986-07-23 | Aktieselskabet Laur. Knudsen Nordisk Elektricitets Selskab | A switch housing |
EP0219570A1 (de) * | 1985-10-24 | 1987-04-29 | Square D Company (Deutschland) Gmbh | Schaltgerät |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4156119A (en) * | 1978-05-10 | 1979-05-22 | Minnesota Mining And Manufacturing Company | Controlled feeder block |
-
1995
- 1995-07-31 NL NL1000906A patent/NL1000906C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1996
- 1996-07-16 DE DE1996612043 patent/DE69612043T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1996-07-16 DK DK96202024T patent/DK0757367T3/da active
- 1996-07-16 EP EP19960202024 patent/EP0757367B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1996-07-16 ES ES96202024T patent/ES2154781T3/es not_active Expired - Lifetime
- 1996-07-25 AU AU60673/96A patent/AU719989B2/en not_active Ceased
- 1996-07-29 NZ NZ29908496A patent/NZ299084A/en not_active IP Right Cessation
- 1996-07-30 NO NO19963182A patent/NO315015B1/no unknown
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB529968A (en) * | 1939-06-14 | 1940-12-02 | Henleys Telegraph Works Co Ltd | Improvements relating to contacts suitable for electric distribution pillars and other apparatus |
FR2353946A1 (fr) * | 1976-06-03 | 1977-12-30 | Merlin Gerin | Piece de raccordement electrique |
EP0188258A1 (en) * | 1985-01-14 | 1986-07-23 | Aktieselskabet Laur. Knudsen Nordisk Elektricitets Selskab | A switch housing |
EP0219570A1 (de) * | 1985-10-24 | 1987-04-29 | Square D Company (Deutschland) Gmbh | Schaltgerät |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2154781T3 (es) | 2001-04-16 |
EP0757367B1 (en) | 2001-03-14 |
DE69612043T2 (de) | 2001-07-19 |
NO315015B1 (no) | 2003-06-23 |
NO963182L (no) | 1997-02-03 |
NO963182D0 (no) | 1996-07-30 |
EP0757367A1 (en) | 1997-02-05 |
DE69612043D1 (de) | 2001-04-19 |
DK0757367T3 (da) | 2001-04-17 |
NZ299084A (en) | 1998-06-26 |
AU719989B2 (en) | 2000-05-18 |
AU6067396A (en) | 1997-02-06 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7557309B2 (en) | Data and power distribution system for an electrical busway | |
GB2034984A (en) | Bus bar for connecting electrical wiring devices | |
US7172332B2 (en) | Field bendable line voltage track lighting system | |
CA1316587C (en) | Device for holdng connector banks in telecommunication systems | |
US7566234B2 (en) | Connector apparatus with code means | |
US5525754A (en) | Prewired junction box | |
EP0027044B1 (en) | Coupler for telephone cords | |
US20080302567A1 (en) | Connection mechanism for coupling a power module to an electrical busway | |
CN114556719B (zh) | 用于连接到支撑轨的灯具或电气单元 | |
NL1000906C2 (nl) | Schakelsysteem met aansluitmodules. | |
CA2207367A1 (en) | Wire barrier for electrical panel board | |
US6881091B2 (en) | Electrical unit with a connector for a loop through conductor | |
GB1586190A (en) | Shrouded bus bar system | |
US5611710A (en) | Multi-pole plug insert | |
US11187389B2 (en) | LED track element for track lighting systems | |
GB2180414A (en) | An electrical plug with branching circuit | |
CN109728470B (zh) | 分接式插塞连接器 | |
GB2147152A (en) | Skirting board structure for the distribution of electric energy and other similar services in civil use premises | |
KR100912119B1 (ko) | 부스바 커넥터 및 상기 부스바 커넥터를 이용하는 분전반 | |
US20070290778A1 (en) | Combination of Two Electromagnetic Switching Devices | |
US2099020A (en) | Wiremold lumiline reflector | |
NL2022827B1 (nl) | Verlichtingsrail | |
NL8500250A (nl) | Kleminrichting voor het aansluiten zonder schroeven van elektrische geleiders in elektrische installatieapparaten, in het bijzonder contactdozen. | |
RU2256987C2 (ru) | Контактное устройство для разъемного соединения подвижного приборного блока с неподвижными контактными телами | |
EP0136109A2 (en) | Improvements in and relating to ceiling fixtures for providing electrical connection to light fittings or the like |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: HOLEC HOLLAND N.V. |
|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20040201 |