NL2022827B1 - Verlichtingsrail - Google Patents

Verlichtingsrail Download PDF

Info

Publication number
NL2022827B1
NL2022827B1 NL2022827A NL2022827A NL2022827B1 NL 2022827 B1 NL2022827 B1 NL 2022827B1 NL 2022827 A NL2022827 A NL 2022827A NL 2022827 A NL2022827 A NL 2022827A NL 2022827 B1 NL2022827 B1 NL 2022827B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
profile
conductors
lighting
lighting rail
extending
Prior art date
Application number
NL2022827A
Other languages
English (en)
Inventor
Rijksen Marius
Robert Johannes Van Banning Nicolaas
Original Assignee
Veko Lightsystems Int B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Veko Lightsystems Int B V filed Critical Veko Lightsystems Int B V
Priority to NL2022827A priority Critical patent/NL2022827B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2022827B1 publication Critical patent/NL2022827B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21SNON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
    • F21S4/00Lighting devices or systems using a string or strip of light sources
    • F21S4/20Lighting devices or systems using a string or strip of light sources with light sources held by or within elongate supports
    • F21S4/28Lighting devices or systems using a string or strip of light sources with light sources held by or within elongate supports rigid, e.g. LED bars
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V23/00Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices
    • F21V23/001Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being electrical wires or cables
    • F21V23/002Arrangements of cables or conductors inside a lighting device, e.g. means for guiding along parts of the housing or in a pivoting arm
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V23/00Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices
    • F21V23/06Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being coupling devices, e.g. connectors
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R25/00Coupling parts adapted for simultaneous co-operation with two or more identical counterparts, e.g. for distributing energy to two or more circuits
    • H01R25/14Rails or bus-bars constructed so that the counterparts can be connected thereto at any point along their length
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/005Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips for several lighting devices in an end-to-end arrangement, i.e. light tracks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21VFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F21V21/00Supporting, suspending, or attaching arrangements for lighting devices; Hand grips
    • F21V21/02Wall, ceiling, or floor bases; Fixing pendants or arms to the bases
    • F21V21/025Elongated bases having a U-shaped cross section
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F21LIGHTING
    • F21YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
    • F21Y2115/00Light-generating elements of semiconductor light sources
    • F21Y2115/10Light-emitting diodes [LED]
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01RELECTRICALLY-CONDUCTIVE CONNECTIONS; STRUCTURAL ASSOCIATIONS OF A PLURALITY OF MUTUALLY-INSULATED ELECTRICAL CONNECTING ELEMENTS; COUPLING DEVICES; CURRENT COLLECTORS
    • H01R25/00Coupling parts adapted for simultaneous co-operation with two or more identical counterparts, e.g. for distributing energy to two or more circuits
    • H01R25/14Rails or bus-bars constructed so that the counterparts can be connected thereto at any point along their length
    • H01R25/145Details, e.g. end pieces or joints

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een verlichtingsrail die is voorzien van een Iangwerpig profiel meteen hoofdzakelijk U-vormige doorsnede met een rugwand en twee zijwanden, zich in het inwendige van het profiel in de lengterichting onderling elektrisch geïsoleerd uitstrekkende elektrische geleiders, zich tenminste voor een deel in het inwendige van het profiel uitstrekkende, met de elektrische geleiders verbonden lichtbronnen, een in het inwendige van het profiel aangebrachte, van elektrisch isolerend materiaal vervaardigde, zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende langwerpige drager, met tenminste twee zich in de lengterichting van het profiel en vanaf het inwendige van het profiel uitstrekkende groeven en tenminste twee, elk in een groef aangebrachte elektrische geleiders. Door deze maatregelen kan het aantal geleiders worden beperkt. Voorts vervalt de afzonderlijke isolatie van elk van de geleiders, zodat het gewicht en de kosten van de verlichtingsrail afneemt ten opzichte van die volgens de stand van de techniek.

Description

Verlichtingsrail De onderhavige uitvinding betreft een verlichtingsrail. Een dergelijke verlichtingsrail is veelal onderdeel van een lijnverlichtingssysteem, dat is samengesteld uit zich onderling parallel uitstrekkende verlichtingsrails, die aan het plafond van de te verlichten ruimte worden gemonteerd en die zijn voorzien van lichtbronnen, zoals leds en de daarvoor benodigde elektronica. De lichtbronnen kunnen zich over de gehele lengte van elk van de rails uitstrekken, maar het is tevens mogelijk dat de lichtbronnen zich slechts over een deel van de lengte van de rail uitstrekken. Voor het voeden van de lichtbronnen wordt gebruik gemaakt van zich in de rails uitstrekkende geleiders. Voorts wordt veelal gebruik gemaakt van zich in de rails uitstrekkende geleiders. Deze besturingsgeleiders zijn verbonden met de elektronica, waardoor het mogelijk is de lichtbronnen op afstand in- en uit te schakelen en te dimmen, bijvoorbeeld door een centraal bedieningspaneel of door een toestel voor aanwezigheidsdetectie. In het bijzonder betreft de uitvinding een verlichtingsrail, omvattende een langwerpig profiel met een hoofdzakelijk U-vormige doorsnede met een rugwand en twee zijwanden, zich in het inwendige van het profiel in de lengterichting onderling elektrisch geïsoleerd uitstrekkende elektrische geleiders en zich tenminste voor een deel in het inwendige van het profiel uitstrekkende, met de geleiders verbonden lichtbronnen. Dergelijke verlichtingsrails zijn algemeen bekend. Hierbij zijn de geleiders geïmplementeerd als geïsoleerde kabels, mogelijkerwijs lintkabels of ais losse geïsoleerde geleiders. Lintkabels, waarbij een aantal geïsoleerde geleiders een vlakke kabel vormen, kunnen gemakkelijk kunnen worden geplaatst en met weinig handelingen worden aangesloten door toepassing van connectoren die reeds in de fabriek met de kabels zijn verbonden.
Het aantal geleiders in verlichtingsrails kan sterk uiteenlopen. In principe is het mogelijk dat slechts twee geleiders worden toegepast, namelijk een spanning voerende geleider, ook wel bekend als de ‘fase’ en een spanningsloze geleider, ook wel bekend als de ‘nul’. Deze minimale configuratie vereist wel een externe schakelaar voor het in- en uitschakelen van de verlichting. Vaak is - vanwege veiligheidsvoorschriften - tevens een aardgeleider aanwezig. In grote installaties, waarin de last over de drie fasen zo gelijkmatig mogelijk dient te worden verdeeld, zullen drie fasegeleiders aanwezig zijn, hetgeen in totaal vijf geleiders oplevert. In veel gevallen is noodverlichting in het lijnverlichtingssysteem geïntegreerd en zijn hiervoor drie onafhankelijke geleiders, te weten, fase, nul en aarde, aanwezig. Voor het besturen en dimmen van afzonderlijke groepen lichtbronnen, is veelal een extra paar geleiders aanwezig. Ten slotte komt het voor dat meer dan één stroomkring deel uitmaakt van eenzelfde lijnverlichtingssysteem. Aldus kan het aantal geleiders oplopen tot dertien. Om rekening te houden met al deze mogelijkheden wordt in de stand van de techniek meestal gebruik gemaakt van standaard lintkabels, die, om in zo veel mogelijk situaties te kunnen worden toegepast, een groter aantal geleiders heeft dan noodzakelijk is. Dit leidt tot hogere kosten en tot een groter gewicht van de installatie.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een verlichtingsrail, waarbij het aantal geleiders niet groter is dan noodzakelijk en die toch gemakkelijk en snel kunnen worden geïnstalleerd.
Dit doel wordt bereikt door een verlichtingsrail van de bovengenoemde soort, die is voorzien van een in het inwendige van het profiel aangebrachte, van elektrisch isolerend materiaal vervaardigde, zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende langwerpige drager, die tenminste twee zich in de lengterichting van het profiel en vanaf het inwendige van het profiel uitstrekkende groeven omvat, en tenminste twee, elk in een groef aangebrachte elektrische geleiders.
Door deze maatregelen kan het aantal geleiders worden beperkt tot het noodzakelijke. Voorts vervalt de afzonderlijke isolatie van elk van de geleiders, zodat het gewicht en de kosten van de verlichtingsrail afneemt ten opzichte van dat volgens de stand van de techniek.
Het heeft de voorkeur dat de drager tegen de rugwand is geplaatst, dat de groeven in de van de rugwand afgekeerde zijde van de drager zijn aangebracht en dat de lichtbronnen in de open zijde van het profiel zijn geplaatst. Doordat de drager tegenover de toegankelijke zijde van het profiel is geplaatst is de drager goed toegankelijk voor het maken van aansluitingen met de lichtbronnen.
Volgens de stand van de techniek zijn de profielen meestal van metaal, zoals aluminium vervaardigd. In een dergelijke situatie kunnen wordt de — van isolerend materiaal vervaardigde — drager in het geleidende profiel geplaatst. Het heeft echter de voorkeur dat het profiel van elektrisch isolerend materiaal is vervaardigd en dat de drager en het profiel één geheel vormen. In de praktijk impliceert deze uitvoeringsvorm dat het profiel van kunststof is vervaardigd, hetgeen wat minder gebruikelijk, maar zeer goed mogelijk is.
Het is mogelijk gebruik te maken van geïsoleerde geleiders, maar vanwege kosten en gewichtsbesparing, heeft het de voorkeur dat dat de geleiders blank zijn. Hierbij heeft ‘blank’ de betekenis van een niet geïsoleerde geleider. Dit heeft voorts het voordeel dat de geleiders gemakkelijk op willekeurige posities contact kunnen maken met starre geleiders voor het maken van een aansluiting met lichtbronnen op de wijze van een prikkabel.
Volgens een andere uitvoeringsvorm zijn de geleiders door middel van vormopsluiting in de richting dwars op de lengterichting van de profielen in de groeven bevestigd. Dit geeft een eenvoudige wijze van bevestiging, die het mogelijk maakt op een eenvoudige wijze slechts die geleiders aan te brengen die in de betreffende situatie noodzakelijk zijn.
Zoals reeds is toegelicht, kan het relevant zijn dat het aantal in de drager aangebrachte groeven groter is dan vier.
Om de logistiek eenvoudig te houden en om vergissingen te voorkomen, heeft het de voorkeur dat de doorsnede van de groeven dezelfde afmetingen hebben en dat de doorsnede van de geleiders dezelfde afmetingen hebben. Dit is echter geenszins noodzakelijk; het is zeer wel mogelijk dat bijvoorbeeld de geleiders die dienen voor het besturen en dimmen, een kleinere doorsnede hebben, daar deze minder stroom behoeven te geleiden dan de overige geleiders. Voorts wordt opgemerkt dat de geleiders veelal een ronde doorsnede hebben, hetgeen bij voorkeur geldt voor alle geleiders.
Een aantrekkelijke uitvoeringsvorm verschaft een verlichtingsrail, omvattende een in het inwendige van de verlichtingsrail bevestigd aansluitblok, waarbij het aansluitblok hoofdzakelijk van elektrisch isolerend materiaal is vervaardigd en is voorzien van een aantal vanuit het isolerende deel van het aansluitblok tot in de drager uitstekende, van elektrisch geleidend materiaal vervaardigde contactstroken, die zich elk aan tenminste één zijde van een elektrische geleider uitstrekken en van aansluitmiddelen voor het aansluiten van een lichtbron op een aantal geleiders. Deze uitvoeringsvorm maakt het mogelijk in één enkele handeling een verbinding te maken met alle geleiders in plaats van met de hand stuk voor stuk een verbinding te maken met elk van de geleiders. Bij voorkeur zijn de contactstroken elk voorzien van twee tongen die zich aan weerszijden van de elektrische geleider uitstrekken. Op deze wijze kan een duurzame verbinding met de geleiders worden gevormd.
Omdat de geleiders dicht bij elkaar in de drager zijn geplaatst, moet er zorg voor worden gedragen dat de contactstroken die met naburige geleiders zijn verbonden, niet onderling in contact komen. Om dit te voorkomen, zijn bij voorkeur de contactstroken voor verschillende geleiders in de lengterichting onderling versprongen in het aansluitblok gerangschikt. Om een duurzame verbinding te vormen is het van belang dat het aansiuitblok goed in het profiel is gefixeerd. Hiertoe is bij voorkeur het aansluitbiok voorzien van bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar in het profiel bevestigen van het aansluitblok. Volgens een constructief aantrekkelijke Uitvoeringsvorm is het profiel van de verlichtingsrail voorzien van zich in de lengterichting uitstrekkende richels en worden de bevestigingsmiddelen van het aansluitblok gevormd door klemveren die aangrijpen op de richels. De geleiders in de verlichtingsrail dienen niet alleen met de in de rail aangebrachte lichtbronnen te worden verbonden, maar ook met de geleiders van op de betreffende verlichtingsrail aansluitende verlichtingsrails. Dit is immers noodzakelijk voor het vormen van een lijnverlichtingssysteem. Hiertoe omvat volgens een voorkeursuitvoeringsvorm de verlichtingsrail een voor een deel, aansluitend op een kopeinde van het profiel, in het profiel bevestigd koppelblok voor het koppelen van in de verlichtingsrail aangebrachte geleiders met de geleiders van een op het kopeinde van de verlichtingsrail aansluitende tweede verlichtingsrail, waarbij het 5 koppelblok hoofdzakelijk van een elektrisch isolerend materiaal is vervaardigd en is voorzien van een aantal vanuit het isolerende deel van het aansluitblok tot in de drager van de verlichtingsrails uitstekende contactstroken, die zich elk aan tenminste één zijde van de geleiders uitstrekken voor het vormen van elektrisch contact met de geleiders en met de contactstroken die aangrijpen op overeenkomstige geleiders in de tweede verlichtingsrail. Daar het koppelblok zich uitstrekt over twee op elkaar aansluitende verlichtingsrails, is het van belang dat elk onderling verbonden paar contactstroken goed contact maakt met de geleiders in de betreffende verlichtingsrail.
Om een duurzame verbinding te vormen is het van belang dat het koppelblok goed in het profiel is gefixeerd. Hiertoe is bij voorkeur het koppelblok voorzien van bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar in het profiel bevestigen van het koppelblok. Daar het koppelblok zich uitstrekt over twee op elkaar aansluitende verlichtingsrails, is het van belang dat de bevestigingsmiddelen een goede bevestiging met beide op elkaar aansluitende verlichtingsrails verschaffen. Volgens een constructief aantrekkelijke Uitvoeringsvorm is het profiel van de verlichtingsrail voorzien van zich in de lengterichting uitstrekkende richels en worden de bevestigingsmiddelen van het koppelblok gevormd door klemveren die aangrijpen op de richels.
Vervolgens wordt de onderhavige uitvinding toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: Figuur 1: een doorsnede-aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een verlichtingsrail volgens de uitvinding; Figuur 2: een doorsnede-aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een verlichtingsrail volgens de uitvinding; Figuur 3: een doorsnede-aanzicht van een derde Uitvoeringsvorm van een verlichtingsrail volgens de uitvinding;
Figuur 4: een doorsnede-aanzicht van een verlichtingsrail, die is voorzien van een aansluitblok; Figuur 5: een perspectivisch aanzicht van een aansluitblok, zoals dat bij de uitvinding kan worden toegepast; Figuur 6: een doorsnede-aanzicht van een aansluitblok en een daarop aangesloten lichtbron; Figuur 7: een doorsnede-aanzicht van een vierde Uitvoeringsvorm van een verlichtingsrail volgens de uitvinding; en Figuur 8: een schematisch bovenaanzicht van een koppelblok ten gebruike bij de uitvinding.
Zoals aanvankelijk is beschreven, betreft de uitvinding een verlichtingsrail, zijnde een in een te verlichten ruimte te plaatsen rail, die van verlichtingselementen is voorzien.
In figuur 1 is een doorsnedeaanzicht van een dergelijke verlichtingsrail getoond.
Deze rail omvat een U-vormig profiel 1 dat in deze uitvoeringsvorm van een elektrisch isolerend materiaal, zoals kunststof of van een elektrische geleidend materiaal, zoals aluminium kan zijn vervaardigd.
In het open vlak van het profiel 1 is een lichtbron 2 geplaatst.
Deze lichtbron omvat een elektronicaschakeling, ook bekend als ‘driver’ en de eigenlijke lichtbron, thans veelal een aantal leds.
Voor het voeden van de lichtbron 2 wordt gebruik gemaakt van een aantal geleiders 3, die zijn aangebracht in een van elektrisch isolerend materiaal vervaardigde drager 4. De geleiders 3, die in het onderhavige geval niet van een isolerende laag zijn voorzien, zijn direct in de drager 4 aangebrachte groeven 5 geplaatst.
De groeven 5 met een doorsnede in de vorm van hoofdzakelijk een sleutelgat zorgen ervoor dat de geleiders 3 door vormopsluiting in de groeven 5 zijn opsloten in de richting dwars op hun lengterichting.
Het is mogelijk dat de geleiders 3 zijn aangebracht door deze door het smalle deel van de groef 5 heen te bewegen, hetgeen een zekere vervorming van de drager 4 vereist, maar het is eveneens mogelijk de geleiders 3 vanaf het begin of einde van de drager 4 in de lengterichting van de groef 5 in de groef 5 te schuiven.
De drager 4 is door middel van in zijwanden van het profiel 1 aangebrachte nokken 6 in het profiel gefixeerd.
Deze uitvoeringsvorm omvat elektrisch geleidende verbindingen tussen de zich in de lengterichting uitstrekkende geleiders 3 en de lichtbronnen 2, die in deze figuur niet zijn weergegeven en die in het vervolg zullen worden toegelicht.
Figuur 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij de drager 4 in het profiel 1 is geïntegreerd. Daar vereist is dat de drager 4 van isolerend materiaal is vervaardigd, dient bij deze uitvoeringsvorm ook het profiel 1 van isolerend materiaal te zijn vervaardigd. Voor het overige wijkt deze uitvoeringsvorm af van de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm door het feit dat slechts drie van de in de drager 4 aanwezige vijf groeven 5 zijn voorzien van een geleider 3. In figuur 3 is weer een andere uitvoeringvorm getoond, die voorzien is van 13 groeven 5, in elk waarvan een geleider 3 is aangebracht. Het aantal geleiders is afhankelijk van de situatie, zoals in de aanhef reeds is toegelicht. De uitvoering van het profiel is anders, doordat het van extra zijwanden is voorzien zoals is beschreven in een nog niet gepubliceerde eerder aanvrage van dezelfde aanvraagster. Voorts toont deze figuur een aansluitblok 7. Dit aansluitblok 7 is in het profiel 1 geplaatst en het dient voor het vormen van aansluitingen tussen de geleiders 3 en de lichtbron 2. Het aansluitblok 7 rust op twee in de binnenzijden van de binnenwanden van het profiel aangebrachte, zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende richels 8. Het aansluitblok 7 strekt zich slechts over een beperkte lengte uit en de verlichtingsrails, die elk immers een beperkte lengte hebben, zijn elk slechts voorzien van een beperkt aantal aansluitblokken. Zo is voor elk van de lichtbronnen een aansluitblok vereist, al wordt niet uitgesloten dat meer dan één lichtbron is aangesloten op een aansluitblok. Ook zijn aansluitblokken vereist voor elk van de wel in de verlichtingsrails geplaatste aanwezige aanwezigheidsdetectoren of andere elektronische schakelingen. Het zal duidelijk zijn dat verschillende aansluitblokken zijn ingericht voor het maken van verbindingen met verschillende geleiders, in afhankelijkheid van de aan te sluiten schakeling of lichtbron. Hiertoe kan gebruik worden gemaakt van losse draden, maar andere soorten aansluitingen zijn ook mogelijk.
Figuur 4 toont het met figuur 2 overeenkomende uitvoeringsvorm, waarbij een aansluitblok 7 is geplaatst. Het van isolerend materiaal vervaardigde aansluitblok 7 is voorzien van contactstroken 9 die van geleidend materiaal zoals messing zijn vervaardigd. Zij strekken zich vanaf het aansluitblok 7 naar boven uit tot in de drager 4, waarbij de contactstroken 9 in contact zijn gebracht met de betreffende geleider 3 op de wijze van een prikkabel. Het zal duidelijk zijn dat het materiaal van de drager 4, en — in de onderhavige uitvoeringsvorm — dat van het profiel 1 hiertoe moet zijn ingericht. Bij deze uitvoeringsvorm zijn de contactstroken 9 U-vormig en strekken de twee benen van de U zich aan weerszijden van de geleider 3 uit, hetgeen tot een goed contact leidt. Andere configuraties, zoals met een enkele strook, die zich slechts aan een enkele zijde van de geleider 3 uitstrekt, worden geenszins uitgesloten. De rangschikking van de contactstroken is zichtbaar in figuur 5, die een schematisch perspectivisch beeld het aansluitblok 7 toont. De geleiders 3 zijn in deze figuur weergegeven met stippellijnen. Daar elk van de geleiders 3 met het aansluitblok 7 is verbonden en de afstand tussen de geleiders 3 kleiner is dan de breedte van de contactstroken 9, zijn de contactstroken 9 in de lengterichting van de geleiders 3 onderling versprongen, waardoor zij niet in contact kunnen komen met naburige geleiders 3.
De contactstroken 9 dienen uiteraard te worden verbonden met de lichtbron 2 of met de andere elektronische schakelingen. Hiertoe wordt in de in figuur 6 weergegeven uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van geïsoleerde kabels 10 die verbonden zijn met de contactstroken 9 van het aansluitblok 7 en die aan hun vrije einde van een stekker 11 zijn voorzien, zoals is getoond in figuur 6. De lichtbron 2 of de elektronische schakeling is dan voorzien van een contrastekker 12, waarop de stekker 11 is gestoken. Ook is het omgekeerde mogelijk, waarbij de lichtbron 2 of de elektronische schakeling is verbonden met geïsoleerde kabels die van een stekker zijn voorzien en die zijn gestoken op een op het aansluitblok 9 geplaatste contrastekker. Voorts is het mogelijk de contactstroken in het aansluitblok zich tot aan de tegenoverliggende zijde van het contactblok uit te laten strekken, waarbij deze stekkers vormen die direct tot in op de lichtbron of de elektronische schakeling aanwezige contrastekkers is gestoken. Hiermede wordt een eenvoudige montage mogelijk gemaakt. Figuur 7 toont een minder schematische uitvoeringsvorm, waarbij de bevestiging van de lichtbron 2 meer in detail is weergegeven. Deze uitvoeringsvorm omvat een profiel 1 van de soort zoals is toegelicht aan de hand van figuur 2, dat wil zeggen met dubbele zijwanden, waarbij bovendien de drager 4 is het profiel is geïntegreerd. Het aansluitbiok is in deze tekening niet weergegeven. Wel toont deze figuur de bevestiging van de lichtbron 2, die in het onderhavige geval is voorzien van een plaat 15, aan de onderzijde waarvan leds 16 zijn geplaatst en aan de bovenzijde waarvan een voedingsschakeling 17 voor het voeden van de leds is geplaatst. De plaat 15 is aan weerszijden voorzien van klemarmen 18, die aangrijpen op een in de binnenzijde van de binnenwand van het profiel uitstrekkende richel 19. Voor het goed fixeren van de lichtbron 2 wordt gebruik gemaakt van een klem 20, die de klemarmen 18 van elkaar af dringt en daarmede de klemarmen tegen de richel 19 aan dringt. Voorts is aan de onderzijde van de plaat 15 een transparante verstrooier/lens 21 aangebracht, die bij voorkeur eveneens door een klemverbinding is verbonden of die zichzelf inklemmen in het profiel.
De verlichtingsrails zoals zojuist toegelicht, hebben alle een beperkte lengte. In de lengte op elkaar aansluitende rails dienen dan ook zowel mechanisch als elektrisch met elkaar te worden verbonden. De elektrische verbinding houdt in dat de zich in de lengterichting door de profielen heen uitstrekkende geleiders met elkaar moeten worden verbonden. Dit kan worden bereikt door de geleiders pas aan te brengen wanneer de verlichtingsrails zijn geïnstalleerd, maar het heeft de voorkeur de geleiders al in de profielen van de verlichtingsrail te plaatsen voordat deze op hun plaats worden gemonteerd. In dit laatste geval dienen de geleiders na de montage van de verlichtingsrails met elkaar te worden verbonden. Hiertoe wordt in deze Uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van een koppelblok 25, zoals dat in figuur 8 is afgebeeld. De constructie van het koppelblok 25 komt sterk overeen met die van het aansluitblok 7, met dit verstande dat het koppelblok 25 dubbel is uitgevoerd om de geleiders van beide verlichtingsrails aan te grijpen door contactstroken 9. Om de verbinding tot stand te brengen zijn de contactstroken 9 die aangrijpen op overeenkomstige geleiders van de beide verlichtingsrail met elkaar verbonden door geleiders 26 zoals met stippellijnen is weergegeven in figuur 8. Het is dan ook aantrekkelijk om deze contactstroken 9 en de verbindende geleiders uit één geheel te vervaardigen. Voorts is in deze figuur de positie van de profielen van de met elkaar te verbinden verlichtingsrails aangegeven met stippellijnen, waaruit blijkt dat het koppelblok zich over beide te verbinden verlichtingsrails uitstrekt.
De bovenstaande beschrijving van uitvoeringsvormen dient slechtst ter toelichting en illustratie; de beschermingsomvang wordt bepaald door de bijbehorende conclusies.

Claims (15)

Conclusies
1. Verlichtingsrail, omvattende: - een langwerpig profiel met een hoofdzakelijk U-vormige doorsnede met een rugwand en twee zijwanden; - zich in het inwendige van het profiel in de lengterichting onderling elektrisch geïsoleerd uitstrekkende elektrische geleiders; en - zich tenminste voor een deel in het inwendige van het profiel uitstrekkende, met de elektrische geleiders verbonden lichtbronnen, - gekenmerkt door - een in het inwendige van het profiel aangebrachte, van elektrisch isolerend materiaal vervaardigde, zich in de lengterichting van het profiel uitstrekkende langwerpige drager, die is voorzien van tenminste twee zich in de lengterichting van het profiel en vanaf het inwendige van het profiel uitstrekkende groeven; -tenminste twee, elk in een groef aangebrachte elektrische geleiders.
2. Verlichtingsrail volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de drager tegen de rugwand is geplaatst, dat de groeven in de van de rugwand afgekeerde zijde van de drager zijn aangebracht en dat de lichtbronnen in de open zijde van het profiel zijn geplaatst.
3. Verlichtingsrail volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het profiel van elektrisch isolerend materiaal is vervaardigd en dat de drager en het profiel één geheel vormen.
4. Verlichtingsrail volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleiders blank zijn.
5. Verlichtingsrail volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de geleiders door middel van vormopsluiting in de richting dwars op de lengterichting van de profielen in de groeven zijn bevestigd.
6. Verlichtingsrail volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aantal in de drager aangebrachte groeven groter is dan vier.
7. Verlichtingsrail volgens één van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk dat de doorsnede van de groeven dezelfde afmetingen hebben en dat de doorsnede van de geleiders dezelfde afmetingen hebben.
8 Verlichtingsrail volgens één van de voorafgaande conclusies, gekenmerkt door een in het inwendige van de verlichtingsrail bevestigd aansluitblok, waarbij het aansluitblok hoofdzakelijk van elektrisch isolerend materiaal is vervaardigd en is voorzien van een aantal vanuit het isolerende deel van het aansluitblok tot in de drager uitstekende, van elektrisch geleidend materiaal vervaardigde contactstroken, die zich elk aan tenminste één zijde van een elektrische geleider uitstrekken en van aansluitmiddelen voor het aansluiten van een lichtbron op een aantal geleiders.
9. Verlichtingsrail volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de contactstroken elk zijn voorzien van twee tongen die zich aan weerszijden van de elektrische geleider uitstrekken.
10. Verlichtingsrail volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de contactstroken voor verschillende geleiders in de lengterichting onderling versprongen in het aansluitblok zijn gerangschikt.
11. Verlichtingsrail volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat het aansluitblok is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar in het profiel bevestigen van het aansluitblok.
12. Verlichtingsrail volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het profiel van de verlichtingsrail is voorzien van zich in de lengterichting uitstrekkende richels en dat de bevestigingsmiddelen van het aansluitblok op de richels aangrijpende klemveren omvatten.
13. Verlichtingsrail volgens één van de voorafgaande conclusies, gekenmerkt door een voor een deel, aansluitend op een kopeinde van het profiel, in het profiel bevestigd koppelblok voor het koppelen van in de verlichtingsrail aangebrachte geleiders met de geleiders van een op het kopeinde van de verlichtingsrail aansluitende tweede verlichtingsrail, waarbij het koppelblok hoofdzakelijk van een elektrisch isolerend materiaal is vervaardigd en is voorzien van een aantal vanuit het isolerende deel van het koppelblok tot in de drager van de verlichtingsrails uitstekende contactstroken, die zich elk aan tenminste één zijde van de geleiders uitstrekken voor het vormen van elektrisch contact met de geleiders en met de contactstroken die aangrijpen op overeenkomstige geleiders in de tweede verlichtingsrail.
14. Verlichtingsrail volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het koppelblok is voorzien van bevestigingsmiddelen voor het losmaakbaar in het profiel bevestigen van het koppelblok.
15. Verlichtingsrail volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het profiel van de verlichtingsrails is voorzien van zich in de lengterichting uitstrekkende richels en dat de bevestigingsmiddelen van het koppelblok op de richels aangrijpende klemveren omvat.
NL2022827A 2019-03-28 2019-03-28 Verlichtingsrail NL2022827B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022827A NL2022827B1 (nl) 2019-03-28 2019-03-28 Verlichtingsrail

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022827A NL2022827B1 (nl) 2019-03-28 2019-03-28 Verlichtingsrail

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2022827B1 true NL2022827B1 (nl) 2020-10-02

Family

ID=67106093

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2022827A NL2022827B1 (nl) 2019-03-28 2019-03-28 Verlichtingsrail

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2022827B1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2024047570A1 (en) * 2022-09-01 2024-03-07 Bonfanti Gerolamo Angelo Lighting device, coupling apparatus and lighting system

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29709127U1 (de) * 1997-05-23 1998-11-26 Electro Terminal Gmbh Elektrische Steckvorrichtung
WO2001025682A1 (en) * 1999-10-04 2001-04-12 Hutchins J Marc Channel support system for elongated lighting system
WO2002029939A1 (de) * 2000-09-30 2002-04-11 Oechsler Aktiengesellschaft Elektrische stromschiene, deren verwendung und verfahren zu ihrer herstellung
GB2377093A (en) * 2001-06-29 2002-12-31 Universal Electric Corp Electrical bus system
EP2827051A1 (de) * 2013-07-15 2015-01-21 RIDI Leuchten GmbH Leuchte
EP3336420A1 (de) * 2016-12-15 2018-06-20 H4X e.U. Beleuchtungssystem

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE29709127U1 (de) * 1997-05-23 1998-11-26 Electro Terminal Gmbh Elektrische Steckvorrichtung
WO2001025682A1 (en) * 1999-10-04 2001-04-12 Hutchins J Marc Channel support system for elongated lighting system
WO2002029939A1 (de) * 2000-09-30 2002-04-11 Oechsler Aktiengesellschaft Elektrische stromschiene, deren verwendung und verfahren zu ihrer herstellung
GB2377093A (en) * 2001-06-29 2002-12-31 Universal Electric Corp Electrical bus system
EP2827051A1 (de) * 2013-07-15 2015-01-21 RIDI Leuchten GmbH Leuchte
EP3336420A1 (de) * 2016-12-15 2018-06-20 H4X e.U. Beleuchtungssystem

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2024047570A1 (en) * 2022-09-01 2024-03-07 Bonfanti Gerolamo Angelo Lighting device, coupling apparatus and lighting system

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9097411B2 (en) Multiple-mode integrated track fixture for high efficiency tubular lamps
US9964289B2 (en) LED light fixtures having plug-together light fixture modules
US10690298B2 (en) Apparatus, system and method for installing an LED-based track lighting system
US9803807B2 (en) Wiring rail platform based LED light fixture
EP2545322B1 (en) Wall mounted aisle, step and corridor light system
CN103493311B (zh) 光带系统及其转换器单元
US20190049077A1 (en) Flexible Power Distribution System
KR102090899B1 (ko) 레일고정부의 이동이 가능한 직선형 레일 등기구
NL2022827B1 (nl) Verlichtingsrail
HUP0301890A2 (hu) Áramelosztó sínrendszer
US20150109772A1 (en) Support rail for holding and supplying power to a plurality of lighting modules, and light strip system with such a support rail
FI101758B (fi) Sovitelma kosketinkiskon yhteydessä
KR200481900Y1 (ko) 레이스웨이 조명 시스템
FI106587B (fi) Sovitelma kosketinkiskon yhteydessä
EP2788675B1 (en) Linear luminaire system, with fitting light modules
EP3327343B1 (en) Lighting system
EP1955418B1 (en) Suspension device for suspending objects to be exposed to view
GB1586190A (en) Shrouded bus bar system
RU2698470C1 (ru) Усовершенствованный электрический соединитель
US10151466B2 (en) Laterally supported lights
JP4839859B2 (ja) 配線ダクト
EP3974716A1 (en) Interconnected wire trough and space lighting system
US11047553B2 (en) Low profile large area luminaire
NL1029308C2 (nl) Inrichting voor het geleiden van elektrische stroom.
DE202013000183U1 (de) Einbau-Stromschine