NL7906230A - Bekistingssteen. - Google Patents
Bekistingssteen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7906230A NL7906230A NL7906230A NL7906230A NL7906230A NL 7906230 A NL7906230 A NL 7906230A NL 7906230 A NL7906230 A NL 7906230A NL 7906230 A NL7906230 A NL 7906230A NL 7906230 A NL7906230 A NL 7906230A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- formwork
- stone
- connecting edges
- recess
- neighboring
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/02—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
- E04B2/42—Walls having cavities between, as well as in, the elements; Walls of elements each consisting of two or more parts, kept in distance by means of spacers, at least one of the parts having cavities
- E04B2/54—Walls having cavities between, as well as in, the elements; Walls of elements each consisting of two or more parts, kept in distance by means of spacers, at least one of the parts having cavities the walls being characterised by fillings in all cavities in order to form a wall construction
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/02—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
- E04B2002/0202—Details of connections
- E04B2002/0204—Non-undercut connections, e.g. tongue and groove connections
- E04B2002/023—Non-undercut connections, e.g. tongue and groove connections with rabbets, e.g. stepped
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/02—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
- E04B2002/0256—Special features of building elements
- E04B2002/0265—Building elements for making arcuate walls
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Revetment (AREA)
Description
7.0. T9Ö2
Fans Mutnm Neumünster 3ondsrepubli ek Duitsland Bekistingssteen
De uitvinding "betreft een "bekistingssteen met een voor het opnemen van verhardende massa bestemde holte, welke omsloten wordt door wanden, waarvan er tenminste twee aan tenminste telkens een van. de, naar een op ander hoogtenivean gelegen, naburige steen toe 5 gekeerde, randen zijn voorzien van een, tenminste êên wapeningsstaaf opnemende uitsparing.
Dergelijke bekistingsstenen hebben in de praktijk goed voldaan. Toepassing van dergelijke stenen maakt de eimee opgetrokken gebouwen goedkoper. De wapeningsstaven kunnen zonder moeite in de uitsparingen 10 worden gelegd en bij het storten van de verhardende specie omstort worden.
Slechts wanneer de wapeningsstaven ten opzichte van het steenlichaam op speciale wijze moeten worden gelegd, is gebleken dat het fixeren van de wapeningsstaven ten opzichte van het steenlichaam 15 bepaalde moeilijkheden meebrengt, omdat deze bij het storten van het beton in een zo laag mogelijke stand glijden, zodat verdeling van de wapeningsstaven over het dwarsprofiel van de uitsparing slechts met grote moeite mogelijk is.
Doel van de uitvinding is nu, een bekistingssteen van de in 20 de aanhef vermelde soort zodanig te verbeteren, dat de wapeningsstaven verschillende standen ten opzichte van het steenlichaam kunnen innemen. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de uitsparing een, de legering van de wapeningsstaven bevorderend dwarsprofiel heeft.
25 Met behulp van dergelijke uitsparingen kan de stand en ligging van de wapeningsstaven ten opzichte van het steenlichaam zodanig worden bepaald, dat de wapeningsstaaf de grootst mogelijke sterkte in het gehele muurverband oplevert. Gewaarborgd is aldus, dat de wapeningsstaven door het storten van het beton niet meer uit de ge-30 wenste stand wegglijden, doch in de ienmaal vastgelegde stand blijven, welke aan de berekening van de constructie ten grondslag is gelegd.
7906230 * ·* 2
Daarenboven kan het inpassen in de uitsparingen zodanig plaats vinden, dat de wapeningsstaven onder het zo veel mogelijk ontzien van hun wapeningsstructuur gelegd kunnen worden.
Een dergelijk voordeel wordt in het bijzonder bereikt bij 5 afbuigingen van de wapeningsstaven. Door juiste keuze en rangschikking van de uitsparingen kunnen de wapeningsstaven. in banen worden gelegd, welke uitsluiten, dat door het te nauw wegknikken structuurveranderingen optreden, welke de op de wapening berustende sterkte aanzienlijk kunnen verminderen.
10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm overeenkomstig de uit vinding hebben de uitsparingen een ongeveer golfvormig dwarsprofiel, terwijl de wapeningsstaven in. de golfdalen verlopen. Deze golflijn maakt het leggen van de wapeningsstaven mogelijk op een plaats, die betrekkelijk dicht bij de wanden van de bekistingssteen ligt.
15 Zij versterken op deze wijze de structuur van de bekistingssteen. Bovendien is de verdieping, waarin de wapeningsstaaf moet liggen, met betrekkelijk kleine straal uitgevoerd, zodat deze een verplaatsing van de wapeningsstaven in hun verdieping uitsluit. Desondanks verhindert het golflijnvormige dwarsprofiel het optreden van spannings-20 pieken, aangezien scherpe hoeken en punten vermeden worden. Haar gelang van de statische eisen kunnen op deze wijze de wapeningsstaven met zekerheid buiten de neutrale zone worden gelegd, waarin zij voor de sterkte van het muurverband geen bijdrage zouden leveren.
Ook wordt gewaarborgd, dat zij door het storten van het beton in 25 het inwendige van de bekistingssteen niet zodanig wegglijden, dat zij als gevolg daarvan in de neutrale zone zouden komen te liggen, doch veeleer in die stand in het bouwwerk worden geïntegreerd, waarvan bij de statische berekening wordt uitgegaan.
Daarenboven is gebleken, dat het stomp op elkaar aansluiten 30 van twee, in êên vlak naast elkaar gelegen bekistingsstenen een hoge mate van zorgvuldigheid vergde van degeen, die de stenen legt.
Daarbij konden de aansluitplaatsen ten opzichte van elkaar worden verplaatst, zodat de naast elkaar gelegen stenen van het muurverband niet strokend liggen. Hierdoor kwamen oneffenheden, in het bij der-35 gelijke bekistingsstenen gevormde samenstel voor, wanneer niet voldoende zorgvuldigheid betracht werd.
790 62 30 { i 3
Een verder, met de uitvinding "beoogd doel bestaat derhalve hierin, de bekistingssteen van de in de aanhef vermelde soort zodanig verder te verbeteren, dat met behulp daarvan een nauwkeurig uitgevoerde muur met vlakke oppervlakken kan worden vervaardigd.
5 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat aan een, op hetzelfde hoogteniveau gelegen, naburige steen tenminste twee ean-sluitranden grenzen, welke een, het op elkaar richten en met elkaar verbinden begunstigend profiel hebben.
De profielen van de aansluitranden zijn zodanig uitgevoerd, 10 dat de profielen van twee naast elkaar gelegen aansluitranden bij het samenvoegen van twee naast elkaar gelegen stenen dusdanig in elkaar grijpen, dat verplaatsing van die beide stenen ten opzichte van elkaar niet mogelijk is. Aldus wordt bereikt, dat de naast elkaar gelegen stenen nauwkeurig ten opzichte van elkaar gericht zijn.
15 Afwijkingen uit de strokende stand kunnen ook bij het in een reeks op elkaar aansluiten van een groot aantal stenen niet optreden.
Daarenboven is gebleken, dat de tot dusverrre gebruikte bekistingsstenen inwendige holten bevatten, die weliswaar goed konden worden opgevuld, doch waardoor bij hun vervaardigiig grote zorg-20 vuldigheid moest worden betracht.
Een verder, met de uitvinding beoogd doel bestaat derhalve hierin, een voor de vervaardiging gunstiger vorm voor de holte in de steen aan te geven. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat die holte een ongeveer cirkelvormig dwarsprofiel heeft.
25 Deze vorm voor de holte biedt het voordeel, dat de bekistings stenen volgens de uitvinding gemakkelijk en goedkoop kunnen worden vervaardigd. Daarenboven is de holte met cirkelvormig dwarsprofiel bijzonder gunstig met verhardende massa, bij voorbeeld met beton, op te vullen, zonder dat behoeft te worden gevreesd, dat holten in 30 het beton ontstaan. Tenslotte wordt door het cirkelvormige dwarsprofiel ook vermeden, dat in het steenlichaam scheuren optreden, welke bij de verwerking van die stenen tot vernieling van die stenen zouden kunnen leiden en een gevaar voor het muurverband zouden kunnen betekenen. Tenslotte heeft het cirkelvormige dwarsprofiel ook bij het 35 transport van de uitgevonden stenen voordelen, aangezien die stenen bij het stapelen goed geprononceerde ondersteuningsvlakken hebben.
790 62 30 ► Λ k
Tenslotte is het mogelijk, met hehulp van de cirkelvormige holten een praktisch monolythische "bouwconstructie, in het bijzonder muur op te trekken. In de onder elkaar geplaatste bekistingsstenen ontstaan door de van steen tot steen in een reeks op elkaar aanslui-5 tende holten buisachtige samenstellen, welke zich loodrecht door het gehele muurverband uitstrekken. Daarbij speelt het géén rol, of de afzonderlijke bekistingsstenen rechtstreeks of in verband op elkaar staan, aangezien de afstand van de middelpunten van naast elkaar gelegen holten steeds even groot is. Op deze wijze is verzekerd, dat 10 óp de cirkelvormige holte van de ondergelegen steen een cirkelvormige holte aansluit, welke uit twee halve holten is samengesteld, welke bij naast elkaar gelegen stenen behoren. Daarbij is er van uit te gaan, dat door het messing- en groefsysteem van de aansluitranden de beide holtehelften van naast elkaar gelegen stenen zé goed ten opzichte van 15 elkaar gericht liggen, dat de er door gevormde holte nauwkeurig strookt met die van de er onder gelegen bekistingssteen. Er ontstaan in de buis derhalve géén oneffenheden met scherpe randen op de tussen een aantal stenen gevormde ontmoetingsplaatsen. De in deze holte verhardende betonkolom heeft daardoor een volledig glad oppervlak, zodat 20 de over te brengen spanningen zonder moeilijkheden in gelijkmatig verlopende lijnen overgebracht kunnen worden.
Nadere bijzonderheden overeenkomstig de uitvinding zullen thans blijken uit de hieronder volgende, uitvoerige beschrijving van enkele, uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding in de 25 tekening weergegeven voorkeursuitvoeringsvormen overeenkomstig de uitvinding.
Fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een muursteen overeenkomstig de uitvinding volgens de lijn I-I in fig. 3; fig. 2 is een doorsnede van de muursteen volgens de snijlijn 30 II-II in fig. 1; fig. 3 is een aanzicht van één der kopvlakken van de steen; fig. k is een doorsnede van een speciaal voor het vormen van hoeken geschikte hoeksteen volgens de snijlijn IV-IV in fig. 5; fig. 5 is een doorsnede van die hoeksteen, volgens de snij-35 lijn V-V in fig. U; fig. 6 is een aanzicht van een langszijde van de hoeksteen; 790 6 2 30 * Μ 5 fig. 7 is een doorsnede ran de verbinding van een hoeksteen met een middensteen, volgens de snijlijn VII-7II in fig. 8; fig. 8 is een zijaanzicht van een hoekverband; • fig. 9 is een doorsnede van een gebogen middensteen volgens 5 de lijn IX-IX in fig. 10; fig. 10 is een zijaanzicht in pijlrichting X in fig. 9» en fig. 11 is . — onder elkaar
Een midden-bekistingssteen 1 bestaat in hoofdzaak uit twee 10 onderling ongeveer evenwijdig verlopende zijwanden 3, b en twee in hun hoofdrichting loodrecht daarop verlopende kopwanden 5, 6, welke tezamen met de zijwanden 3, ^ een holte 2 insluiten. De holte 2 heeft een in hoofdzaak cirkelvormig dwarsprofiel. De dwarsprofielen van de kopwanden 5» 6 zijn in hoofdzaak X-vormig, waarbij het ene van de 15 beide X-benen correspondeert met een de holte 2 begrenzende binnenwand, terwijl het andere been wordt gevormd door een buitenwand 61, welke een open holte 7» 8 begrenst. Telkens een van deze open holtes 7» 8 is aan weerszijden van de midden-bekistingssteen 1 gekeerd naar een overeenkomstige, open holte 7 van een andere midden-bekistings-20 steen. Telkens één van deze bekistingsstenen sluit in een muurverband aan weerszijden van de midden-bekistingssteen 1 hierop op een vlak .van het muurverband aan.
De beide kopwanden 5, 6 bevatten uitsparingen 9, 10. Deze strekken zich aan een bovenrand 62 van de bekistingssteen 1 uit in het 25 bereik van de kopwanden 5S 8. Het is ook mogelijk, de uitsparing 9» 10 aan een onderrand 63 van de kopwanden 3, U aan te brengen.
Het dwarsprofiel van de uitsparing 9» 10 is golfvormig.
De naar de kopwanden 5S 6 toe gekeerde onder begrenzing 6k ervan is golfvormig. De door de onderste begrenzing 6k gevormde golflijn heeft 30 twee betrekkelijk steil verlopende buitenbereiken 65, 66 welke elkaar telkens na het passeren van golfdalen 67, 68 op een gemeenschappelijke golfkam 69 ontmoeten. In plaats van het aanbrengen van een golfkam 69 is het ook mogelijk, tussen het buitenbereik 65 , 66 een aantal golfkarren en toe te passen, om een aantal naast elkaar gelegen golfdalen te 35 vormen.
Door de golfdalen 6j, 68, strekken zich wapeningsstaven 70, 71 790 62 30
Ψ A
6 uit. Deze doen dienst, om aan de muur een hoge mate van sterkte te verlenen. Naar gelang van de dimensionering van de wapenings-staven 70, 71» kan telkens êên of een aantal van de wapeningsstaven 70, 71 door êên van de golfdalen 67, 68 reiken.
5 Daarbij komt het niet .slechts aan op het geheel van de in het muurwerkverband over te brengen krachten, doch gaat het er ook om, waar deze in het muurverband optreden en hoe zij verdeeld zijn.
. Dienovereenkomstig dienen de wapeningsstaven 70, 71 over het dwarsprofiel van de uitsparing 9, 10 te worden verdeeld. De krachten worden 10 in verregaande mate gelijkmatig over de volle breedte van een be-kistingssteen verdeeld, wanneer een aantal onderling evenwijdig verlopende wa-Peningsstaven 70, 71 op een vlak van het muurverband door dit verband reiken. De plaatsing van een aantal onderling evenwijdig verlopende wapeningsstaven 70, 71 geschiedt bij voorkeur, doordat 15 een dienovereenkomstig aantal golfdalen 67» 68 naast elkaar in het dwarsprofiel van de uitsparing 9» 10 is toegepast.
Aan zijn beide, tegenoverelkaargelegen einden is de bekistings-steen van aansluitranden 72, 73 voorzien, welke dienst doen voor aansluiting van de steen op een er in het muurverband, op gelijke 20 hoogte naast gelegen steen. Deze aansluitranden 72, 73 verlopen in hoofdzaak verticaal en evenwijdig aan de zijwanden 3, 4. De aansluit-, randen 72, 73 zijn voorzien van profielen 7^·, 75, welke dienst doen, om naast elkaar in de muur gelegen stenen zodanig ten opzichte van, elkaar te richten, dat hun gemeenschappelijke zijwanden 3, ^ gladde 25 wanden vormen, welke zowel horizontaal als verticaal gericht zijn overeenkomstig de tekening, volgens welke de muur- moet worden opgetrokken. Deze profielen 7^, 75 zijn als messing- en groefverbinding gevormd. Als groef is een zich over de volle hoogte van de steen uitstrekkende verdieping 76 aangebracht, welke ten opzichte van de 30 aansluitranden 72, 73 achterwaarts verspringt en in het steenlichaam evenwijdig aan de aansluitranden 72, 73 verloopt. De messing wordt gevormd door het resterende deel van de aansluitranden 72, 73, welk deel dus ten opzichte van de verdieping 76 voorwaarts versprongen ligt in de richting naar een aan de bekistingssteen 1 grenzende, naburige 35 steen. De aansluitrand reikt, na samenvoeging van twee naast elkaar gelegen stenen, tot in de verdiepingen 76 van de naburige steen.
790 6 2 30 ♦ * 7
Door dit messing- en groef systeem wordt "bereikt, dat de bekistings-. stenen slechts op de beoogde wijze kunnen worden samengevoegd, d.w.z. dat verkeerde samenvoeging van naast elkaar gelegen steunen praktisch onmogelijk is en ook bij het storten van het beton de belendende stenen 5 niet van elkaar af gedrukt of in hun onderlinge stand ten opzichte van elkaar veranderd kunnen worden.
De verdiepingen 76, zijn aan elk van de beide zijden van de bekistingssteen 1 in dezelfde zin aangebracht ten opzichte van een denkbeeldige middellijn, welke evenwijdig aan de aansluitranden 72, 73 10 verloopt en deze in onderling even brede helften onderverdeelt. De als groef uitgevoerde helft van de betrokken aansluitranden 72, 73 verloopt, in bovenaanzicht op de kopwanden 5, 6, telkens rechts van die middellijn.
Voor het opvullen van de muur worden een aantal bekistings-15 stenen 1 naast elkaar op een vlak geplaatst. Zij worden zodanig ten opzichte van elkaar gericht, dat een bekistingssteen 1 met de als messing uitgevoerde delen van zijn aansluitranden 72, 73 in de er mee corresponderende, als groeven uitgevoerde verdiepingen J6 reiken.
Vervolgens worden de wapeningsstaven 70, 71 in de golfdalen 67, 68 20 van de uitsparingen 9, 10 gelegd. In deze golfdalen 67, 68 hebben de wapenings staven 70, 71 een betrekkelijk stabiele stand, waar zij ook na het storten van het beton, of andere verhardende, te storten massa, niet uit gedrukt worden. Vervolgens wordt het, de bekistings-stenen opvullende beton in de holten 2 gestort. Het beton stijgt 25 nu in die holten 2. Daarbij zijn die holten 2 op gelijke afstanden naast elkaar aangebracht, aangezien op de in de bekistingssteen 1 aangebrachte holten 2 aan weerszijden telkens een holte aansluit, die is samengesteld uit de open holten 7, 8 en, naar de bekistingssteen 1 toe gekeerde, open holten van de naburige stenen.
30 Het beton wordt door ζδ lang in de, met de bekistingsstenen 1 gevormde muur bijgevuld, tot het totaan de bovenrand 62 van de bovenste rij bekistingsstenen reikt. Daarbij cmgeeft het beton gelijkmatig de in de muur gelegde wapenings staven 70, 71.
Voor het vormen van hoeken wordt met de bekistingsstenen een 35 hoekverband in de muur gevormd. Hiertoe is voorzien in een hoekbe- kistingssteen 11, waarvan slechts éên kopwand 15 van een open holte 18 voorzien is. De andere kopwand vormt, met een zijwand 13, een naar 790 6 2 30 τ ·* 8 buiten gerichte hoek 77*
De tegenover de zijwand 13 gelegen zijwand ïb is voorzien van een uitsparing 20. Voor de zijwanden 13, 1^ en de kopwanden 15» 16 wordt een holte 12 omsloten, welke zich in verticale richting döör 5 de bekistingssteen 1 uitstrekt, en waarvan de wanden in hoofdzaak evenwijdig aan de wanden 13, 1^, 15, 16 van de bekistingssteen 1 verlopen. Het dwarsprofiel van de holte is eirkelvormig. Daarbij zijn de aan de beide kopwanden 15, 16 grenzende wanddelen van de holte 12 cirkelcilindrisch gewelfd. Haar gelang van de lengte van de hoek-10 bekistingssteen 11 kan tussen deze cirkelcilindrisch gevormde einddelen van de holte 12 een, in de langsrichting van de hoekbekistings-steen gestrekt middendeel 78 aangebracht zijn, opdat de lengte van de holte aangepast is aan de lengte van de. hoekbekistingssteen 11.
Behalve dat in de zijwand 1^ aangebrachte uitsparing 20 bevat 15 de kopwand 15 een uitsparing 19· Beide uitsparingen zijn aan de bovenranden 162 van de hoekbekistingssteen 11 aangebracht, doch kunnen ook - even goed - aan de onderrand 163 van die hoekbekistingssteen aangebracht zijn. In dat geval dienen de wapeningsstaven 70, 71 bij het optrekken van de wand eerst op een onderste laag bekistings-20 stenen te worden gelegd. Vervolgens wordt een verdere laag bekistings-stenen 1, 11 met de uitsparingen 9, 19, 19, 20 boven deze reeds gelegde wapeningsstaven 70, 71 gelegd.
De uitsparingen 19, 20 zijn, soortgelijk aan die van de midden-bekistingssteen, golfvormig uitgevoerd. De kopwand 15 is op soortge-25 lijke wijze als de kopwanden 5, 6 van profielen voor aansluiting van andere bekistingsstenen voorzien. In de zijwand 1U bevinden zich slechts groeven 79, 80, welke zich van boven tot onder over dé zijwand 1¼ uitstrekken en waarin het als messing gevormde deel van de aansluitranden 72, 73 reikt.
30 In fig. 7 is een hoekverbinding weergegeven. De wapenings staven 70, 71 zijn in de holten 12 van de hoekbekistingssteen 11 omgezet. Voor het geval voor de wapening van de muur kan worden volstaan met slechts êên wapeningsstaaf 70, kan deze hetzij slechts in de, aan de buitenste zijden resp. aan de kopwanden 13, 16, 3 35 grenzende golfdalen 67 of in de, aan de binnenwanden 1k, 1+ grenzende golfdalen 68 verlopen. Het is evenwel ook mogelijk, in het bereik 7906230 « 9 van de holte 12 om statische redenen bij toepassing van slechts een wapeningsstaaf 70 van de, aan de zijwanden 13 grenzende golfdalen over te gaan op de aan de binnenwanden 4 grenzende golfdalen 68.
Tenslotte kan de bekistingssteen ook nog in gebogen vorm 5 worden vervaardigd, zoals bij voorbeeld in fig. 9 weergegeven. Ook hierbij zijn de aansluitranden 72, 73 van profielen voor aansluiting van rechte of verdere gebogen bekistingsstenen 50 voorzien. De profielen zijn derhalve volgens dezelfde overwegingen als bij rechte bekistingsstenen gevormd, zowel wat betreft de profielvorm als wat 10 betreft de stand of ligging. Daarenboven is deze gebogen bekistings-steen ook van golfrormige uitsparingen 58, 59 voorzien, waarvan de vorm overeenkomt met die bij de overige bekistingsstenen 1, 11. Tenslotte is de gebogen bekistingssteen ook van een holte 52 voorzien, waarvan het dwarsprofiel cirkelvormig is. Deze holte wordt door 15 zijwanden 53, 5^ en kopwanden 55, 58 ingesloten.
Aan weerseinden van de gebogen bekistingssteen bevinden zich open holten 51 met half-cirkelvormig dwarsprofiel. Deze_holten zijn met overeenkomstige, open holten van de overige bekistingsstenen 1, 11 tot holten met cirkelrond dwarsprofiel te completeren. De gebogen 20 bekistingsstenen 50 doen in de eerste plaats dienst voor het bouwen van houders.
Alle bekistingsstenen 1, 11, 50 hebben gemeen, dat de profielen van de aansluitranden 72, 73 op verschillende wijze gevormd kunnen zijn. De messings en groeven kunnen bij voorbeeld ook op andere wijze, 25 dan door onderverdeling in tweeën van de aansluitranden 72, 73 worden aangebracht. In het bijzonder is het denkbaar, dat zich een messing in het midden van de aansluitranden 72, 73 uitstrekt en reikt in overeenkomstig gevormde groeven van de naburige steen, zodat verplaatsing van de stenen ten opzichte van elkaar onmogelijk worden 30 gemaakt.
Het is evenwel ook mogelijk, de onderverdeling van de aansluitranden 72, 73 niet in gelijke zin ten opzichte van een denkbeeldige middellijn uit te voeren, doch zodanig, dat de verdiepingen J6 telkens grenzen aan de zijwanden 3, 13, 14, 53, 5^+· Ia deze ver- 35 diepingen reiken overeenkomstig gevormde aansluitranden 63, 163 van de naburige stenen, zodat de beide stenen niet ten opzichte van 790 6 2 30 10 elkaar kunnen worden verplaatst. Nadelig is echter "bij deze oplossing, dat één einde van de stenen met hinnengelegen verdiepingen moet worden gevormd, terwijl het andere einde van de sternen aan de zijwanden 3, 13, 11*, 53, 5^ grenzende, buitengelegen verdiepingen 5 moet bevatten.
790 62 30
Claims (9)
1. Bekistingssteen met een voor het opnemen van verhardende, te storten massa bestemde holte, welke wordt omsloten door wanden, waarvan er tenminste twee aan tenminste telkens êên van de, naar een op ander hoogteniveau gelegen, naburige steen toe gekeerde, randen 5 voorzien zijn van een, tenminste één wapeningsstaaf opnemende uitsparing, met het kenmerk, dat de uitsparing (9, 10, 19, 20, 53, 59) een de legering van de wapenings staven (70, 71) begunstigend dwarsprofiel heeft.
2. Bekistingssteen volgens conclusie 1, met 'het kenmerk, dat de 10 uitsparing (9, 10, 19, 20, 58, 59) een ongeveer golfvormig dwarsprofiel heeft en de wapenings staven (70, 71) in golfdalen (70, 68) verlopen.
3. Bekistingssteen volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de uitsparing (9, 10, 19, 20, 58, 59) in zijn kopwand (5, 6; 15, 16; 15 55 , 56J een het leggen van de wapeningsstaven (70, 71) beïnvloedende ligging heeft. U. Bekistingssteen volgens conclusies 1-3* met het kenmerk, dat de holte (2, 12, 52) een ongeveer cirkelvormig dwarsprofiel heeft.
5· Bekistingssteen volgens conclusies 1 —2+, met het kenmerk, dat 20 aan een op hetzelfde hoogteniveau gelegen, naburige steen tenminste twee aansluitranden (72, 73) grenzen, welke een, het onderling richten en verbinden begunstigend profiel (7^·, 75) hebben.
6. Bekistingssteen volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het profiel (7^-, 75) ia de vorm van een messing-en-groef uitgevoerd 25 is.
7· Bekistingssteen volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat telkens een uit messing en groef bestaand profiel (7^, 75) aan elk van de vier aansluitranden (72, 73) gevormd is, welke paarsgewijs de aansluiting op de beide naburige stenen vormen.
8. Bekistingssteen volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de breedte van de groeven ongeveer correspondeert met de helft van de breedte van de aansluitranden (72, 73), terwijl de andere helft uitgevoerd is als messing, welke in de als verdieping (76) uitgevoerde groef van de naburige steen reikt. 790 62 30 «
9. Bekistingssteen volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de groeven van twee naar dezelfde, naburige stenen toe gekeerde aan-sluitranden (72, 73) aan dezelfde zijde liggen van denkbeeldige middellijnen, welke de aansluitranden (72, 73) in helften van onder- 5 ling gelijke breedte onderverdelen.
10. Bekistingssteen volgens conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de groeven van de, aan de naburige stenen grenzende aansluitranden (72, 73) aan de andere zijde van de denkbeeldige middellijn liggen, dan de groeven van de, aan de andere, naburige stenen grenzende 10 aansluitranden. / 790 62 30
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2921113 | 1979-05-25 | ||
DE19792921113 DE2921113A1 (de) | 1979-05-25 | 1979-05-25 | Schalungsstein |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7906230A true NL7906230A (nl) | 1980-11-27 |
Family
ID=6071607
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7906230A NL7906230A (nl) | 1979-05-25 | 1979-08-15 | Bekistingssteen. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0019900A1 (nl) |
DE (1) | DE2921113A1 (nl) |
NL (1) | NL7906230A (nl) |
Families Citing this family (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3236187C2 (de) * | 1982-09-30 | 1986-05-28 | Didier-Werke Ag, 6200 Wiesbaden | Mörtelloser Isolationswandaufbau |
CA2222004C (en) * | 1996-12-11 | 2001-08-07 | Tony J. Azar | Concrete building blocks |
US6226951B1 (en) | 1996-12-11 | 2001-05-08 | Azar Holdings Ltd. | Concrete building blocks |
FR2788071B1 (fr) * | 1998-12-31 | 2001-05-11 | Xin Liu | Element modulaire coffrant pour paroi de batiment |
FR2939816A1 (fr) * | 2008-12-16 | 2010-06-18 | Marie Ange Galardon | Agglos pour murs porteurs et leur methode de montage anti-sismique |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH257055A (de) * | 1945-04-03 | 1948-09-30 | Wuermli Walter | Aus Bauelementen zusammengesetzte Mauerwand und Verfahren zu deren Herstellung. |
CH309393A (de) * | 1952-12-13 | 1955-08-31 | Soehne Brosi | Schalungsstein. |
FR1122522A (fr) * | 1955-04-09 | 1956-09-10 | Pierre de coffrage en béton | |
CH354237A (de) * | 1957-02-01 | 1961-05-15 | Keller Johann | Zur Herstellung von verschalungslosem Betonmauerwerk dienender Baustein |
CH391242A (de) * | 1962-03-06 | 1965-04-30 | Baustoffwerk Trimmis Ag | Schalungsstein für Mauerwerk |
DE1989170U (de) * | 1968-02-16 | 1968-07-11 | Josef Hehn | Schalungshohlblockstein. |
DE1659120A1 (de) * | 1968-02-16 | 1971-12-23 | Josef Hehn | Schalungshohlblockstein |
FR2132597B1 (nl) * | 1971-04-08 | 1974-03-08 | Bihr Pouxeux Ets |
-
1979
- 1979-05-25 DE DE19792921113 patent/DE2921113A1/de not_active Ceased
- 1979-08-15 NL NL7906230A patent/NL7906230A/nl not_active Application Discontinuation
-
1980
- 1980-05-27 EP EP80102948A patent/EP0019900A1/de not_active Withdrawn
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0019900A1 (de) | 1980-12-10 |
DE2921113A1 (de) | 1980-12-04 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6378260B1 (en) | Concrete forming system with brace ties | |
US8800236B2 (en) | Construction block | |
KR0165553B1 (ko) | 콘크리이트용 플라스틱 형상물 | |
US4769961A (en) | Building block and structure made therefrom | |
US8973322B2 (en) | Masonry units and structures formed therefrom | |
CZ32394A3 (en) | Set of blocks for bricklaying | |
NL7906230A (nl) | Bekistingssteen. | |
NL1003858C2 (nl) | Vleugelvloerelement van beton. | |
NL8101210A (nl) | Vloersysteem. | |
US20140196392A1 (en) | Masonry units and structures formed therefrom | |
JPH0626138A (ja) | プレキャストコンクリート板 | |
CZ287055B6 (en) | Paving element in the form of square plate | |
JP2703274B2 (ja) | 吸音性構成部材およびその製造方法 | |
CA1083847A (en) | Load-bearing concrete members provided with moisture and damp proof insertions | |
US4040226A (en) | Building block with wave-shaped upper and lower support surfaces | |
JPH0248496Y2 (nl) | ||
JPH0868142A (ja) | プレキャストコンクリート板 | |
AU2003100278B4 (en) | Masonry construction element | |
JPH05187081A (ja) | 鉄筋コンクリート壁用プレキャストコンクリート板 | |
KR102628189B1 (ko) | 보강토 옹벽 축조용 블록 및 이의 축조방법 | |
JPS62118803U (nl) | ||
US20070012857A1 (en) | Pilaster form for an insulating concrete form building system | |
KR100222282B1 (ko) | 철근 콘크리트용 철근 격자매트 | |
JPH0235961Y2 (nl) | ||
JP3560942B2 (ja) | 鉄筋コンクリート体用鉄筋キット |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |