NL7906075A - Vorm voor het gieten van keramisch materiaal. - Google Patents

Description

* < VO 8202

Ideal-Standard GmbH.

Bonn, Bondsrepubliek Duitsland.

Vorm voor bet gieten van keramisch materiaal,

De uitvinding heeft betrekking op een vorm voor het gieten van keramisch materiaal in suspensie, en in het bijzonder, hoewel niet uitsluitend, voor het gieten van sanitairvoorwerpen uit glasporcelein.

Het is bekend een gat te vormen in een voorwerp gedurende het 5 _ gieten door het verschaffen van een metalen of pleisterpen of stang in een vorm, welke pen of stang een brug vormt over de vormholte tussen tegenover elkaar liggende wanden, en na het gieten wordt verwijderd afzonderlijk van of samen met een van de vormdelen voor het achterlaten van het gegoten gat in het voorwerp.

10 Overeenkomstig de uitvinding is een vorm verschaft voor het gieten van keramisch materiaal in suspensie, waarbij althans een gedeelte van de vorm is uitgevoerd voor het gieten van een hol gietgebied in het in de vorm gegoten voorwerp, welk gedeelte van de vorm is voorzien van een of meer uitsteeksels, waarbij het of elk uitsteeksel in de vorm is van 15 een pen, pin, insteekeinde of ribbe, is gemaakt uit een materiaal, waar aan de suspensie niet hecht, uitsteekt in de vormholte, zodat zijn vrije einde of rand in het gebied van de holte ligt, waar het holle gegoten gebied wordt gevormd in het voorwerp, en verwijderbaar is uit het voorwerp na het gieten daarvan voor het achterlaten van een gat of sleuf 20 in de wand van het holle gegoten gebied van het voorwerp.

Het of elk uitsteeksel kan stijf zijn, vooropgesteld, dat het vormontwerp het mogelijk maakt het of elk uitsteeksel te verwijderen in een richting, die nauwkeurig overeenkomt met de projectielijn van het gat of de sleuf, of kan buigzaam zijn.

25 Verder kan het of elk uitsteeksel evenwijdige zijden hebben, toelopend of een andere veranderlijke dwarsdoorsnede hebben, en in de vorm van een pen, pin of insteekeinde cirkelvormig in dwarsdoorsnede zijn cf een willekeurige andere dwarsdoorsnedegedaante hebben, vooropgesteld, dat het uit het voorwerp na het gieten kan worden verwijderd, 30 welk verwijderen kan worden vergemakkelijkt of mogelijk worden gemaakt, 7906075 .- 2 ...

doordat het uitsteeksel is gemaakt uit een veerkrachtig, "buigzaam materiaal. Indien het of elk uitsteeksel in de vorm is van een ribbe, die recht of gebogen kan zijn, wordt een overeenkomstig recht of gebogen sleuf gevormd in de'wand van het hol gegoten gebied van het voorwerp.

5 Het of elk uitsteeksel kan zijn bevestigd aan of in een deel van de vorm of los zijn aangebracht in of aan een deel van de vorm, waarbij het gescheiden kan zijn of verbonden met andere uitsteeksels. Bovendien kan het of elk uitsteeksel zodanig zijn uitgevoerd, dat het na het gieten kan worden verwijderd uit het voorwerp voor of na of 10 op hetzelfde moment als het aangrenzende vormgedeelte, d.w.z. het deel van de vorm dat de wand vormt van het hol gegoten gebied van het voorwerp.

De uitvinding is in het bijzonder toepasbaar bij het gieten van een in doorsnede kokeivormige, spoelwaterrand voor een waterclosetpot, 15 een bidet of een urinoir, zowel wanneer een dergelijke rand afzonderlijk wordt gegoten voor het naderhand samenvoegen met een afzonderlijk gegoten potgedeelte of wanneer een dergelijke rand uit een stuk wordt gegoten met de pot. In ieder geval moet dit spoelwaterrand in het gerede produkt een aantal kleine gaten of sleuven hebben op onderlinge af-2Q standen langs de onderzijde van de rand voor het naar beneden richten van spoelwater langs het binnenoppervlak van de pot bij gebruik van het watercloset. Tot nu toe zijn dergelijke gaten of sleuven m de rand gemaakt direkt na het gieten wanneer het voorwerp nog in de niet-gebakken toestand is. Volgens de gebruikelijke praktijk wordt dus een afzonderlijk 25 gegoten rand in een passend gevormde vorm gegoten voor het vormen van een hol gegoten, niet van openingen voorziene (afgezien van een uitlaat-opening voor het afvoeren van overmaat suspensie uit het hol gegoten gebied), in doorsnede kokervormige rand, waarna, wanneer de vorm is geopend, de gaten met de gewenste onderlinge afstanden langs de rand 30 worden geponst. Dit ponsen wordt gedaan door een machine, die alle gaten gelijktijdig maakt of de gaten worden afzonderlijk geponst door een bedienaar, die een mal gebruikt om te verzekeren, dat de gaten op de juiste plaats worden geponst.

Wanneer de spoelwat errand uit êên stuk wordt gegoten met de pot, 35' wordt deze rand weer op gebruikelijke wijze zonder opening gegoten 7906075 * 3 (afgezien van de afvoeropening voor de overmaat suspensie), . waarna wanneer de vorm zich in een stand "bevindt, waarin het watercloset rechtop staat, en het bovenste vormgedeelte en de binnenkernstukken zijn verwijderd, de bedienaar de gaten ponst in de rand door het van 5 onder de rand naar boven drukken van een buisvormige pons, en het zo danig draaien daarvan, dat deze het kleine gat uitboort, welke handeling opeenvolgend langs de rand wordt herhaald, weer onder gebruikmaking van een mal in de vorm van een ovale ring met daarlangs op onderlinge afstanden liggende gaten, waarbij als alternatief voor de buis-10 vormige pons gebruik kan worden gemaakt van een massieve, gepunte pons, die eenvoudig in de zachte randwand wordt gedrukt.

Deze bekende werkwijzen hebben verschillende nadelen. Ten eerste is het met een buisvormige pons moeilijk en met een massieve pons onmogelijk de gaten zuiver te maken, omdat de pons bij het binnengaan 15 het zachte gegoten materiaal enigszins naar binnen drukt rond de plaat, waar het gat wordt gevormd, waarbij met een massieve pons aan de binnenzijde van de spoelrand een getande rand overblijft rond het gat als gevolg van het door de gegoten wand breken van de pons. Hoewel deze getande ring of zelfs de vervormde gatopening onder de rand bij gebruik 20 niet kan worden gezien, beïnvloeden zij nadelig de spoeleigenschappen. Omdat de mal door de bedienaar wordt vastgehouden wanneer deze tevens het ponsen uitvoert, kan op de tweede plaats nauwkeurige plaatsing van de gaten veranderen en afhankelijk zijn van de geoefendheid en zorgvuldigheid van de bedienaar. Ten derde leidt de mal niet altijd de lijn van de pons, 25 zodat deze schuin ten opzichte van de juiste richting kan worden inge stoken, hetgeen weer nadelig de spoeleigenschappen beïnvloed. Ten vierde is het ponsen van de gaten in ieder geval een moeizaam werk, en derhalve tijdrovend, omdat de bedienaar in de pot moet reiken teneinde de gaten naar boven te ponsen, waarbij hij tegelijkertijd ervoor moet zorgen 30 het binnenoppervlak van de nog zachte pot niet te beschadigen.

Zelfs wanneer de gaten worden geponst door een machine in de afzonderlijk gegoten rand, is het ponsen een afzonderlijke handeling, en worden de gaten nog altijd niet zuiver gevormd.

Overeenkomstig de uitvinding worden de gaten in de spoelwaterrand 35 zuiver gevormd, en op nauwkeurig voorafbepaalde onderlinge afstanden 7906075 7 k en volgens een nauwkeurige rangschikking gedurende het gieten door het verschaffen van een aantal pinnen of pennen op of in het deel van de vorm, welk deel de onderwand vormt van de spoelrand. In de praktijk zijn de pennen voorzien aan of in kernstukken, die het hinnenoppervlak vormen 5 van de pot en de onderzijde van de rand, waarbij zij - naar hoven uitsteken in een mate, die groter is dan de wanddikte van de rand. Indien een of meer sleuven moeten worden gevormd in de rand naast of in plaats van de gaten, is een ribbe of zijn ribben aangebracht naast of in plaats van de pennen.

IQ Volgens een voorkeurskenmerk, zijn de pinnen, pennen, insteekein- den of ribben elk gemaakt uit een veerkrachtig buigzaam materiaal, zodat, wanneer het vormdeel, (bijvoorbeeld het kernstuk) waaraan of waarin de pennen of ribben zijn bevestigd, wordt verwijderd, de pennen of ribben enigszins kunnen buigen gedurende het verwijderen en zodoende J5; beschadiging voorkomen van de zijden en randen van elk gat of elke sleuf. Dit kenmerk maakt zelfs het verwijderen van de pennen mogelijk in een richting, die iets schuin staat ten-opzichte van de lijn van het gat zonder dat de beschadiging wordt veroorzaakt, en maakt het dus teyens mogelijk, dat een kernstuk een aantal onder enigszins verschil-20 lende hoeken uitstekende pennen heeft.

Volgens een ander voorkeurskenmerk, zijn de pinnen, pennen of insteekeinden gemaakt uit een veerkrachtig buigzaam materiaal, verwijderbaar aangebracht in het vormeeel, waarbij bijvoorbeeld een aantal pennen, met elkaar verbonden in een gemeenschappelijke steun of verbin-25 dings strook, door bijbehorende gaten in het vormdeel kan uit steken. In dit geval worden de pennen uit het voorwerp verwijderd en uit het vormdeel voordat dit van het voorwerp wordt gescheiden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : 3Q fig. 1 een zijaanzicht is in de onderhavige vorm voor het gieten van een waterclosetpot met een uit een stuk daarmee gevormde spoel-waterrand, fig. 2 een aanzicht is van het randvormdeel van de vorm volgens fig. 1, waarbij de binnenkern en een aantal afzonderlijke kernstukken 35 daarop is samengevoegd, 79 Ó 6 0 7 5 5 fig. 3 een van de zijkernstukken uit het samenstel volgens fig. 2 toont, fig. ^ een doorsnede is van het vormdeel gedurende het gieten, fig. 4a en details tonen van een andere uitvoeringsvorm, 5 fig. 5 een ruimtelijk aanzicht is van een vaterclosetpot, gegoten in de vorm volgens fig. 1, waarbij de kernstukken, voorafgaande aan het verwijderen zijn weergegeven, fig. 6 een detail toont van de pot volgens fig. 5, waarbij gaten in de spoelwaterrand zijn weergegeven, en ^ fig. T een doorsnede toont van een vorm voor het gieten van een afzonderlijke spoelvaterrand.

De in fig. 1 weergegeven vorm is voorzien van een gedaante voor het gieten van een wat er closetpot en een, uit êên stuk daarmede gevormde, in doorsnede kokervormige, spoelwaterrand, een potgedeelte en een uit 15 een stuk daarmede gevormde S- of P-vormige stankafsluiter. De vorm omvat twee zijdelen 10, waarvan er slechts êên is weergegeven, die in hoofdzaak symmetrisch zijn met betrekking tot een vertikaal scheidingsvlak, en die elk de helft van het uitwendige vormen van de closetpot, verder een onderste kern of leiblok 11, en een randvormdeel 12, dat past over 2Q de zijdelen 10, en dat een uit êên stuk daarmede gevormde kern 13 heeft, die neerwaarts uit steekt in de vormholte voor het vormen van het binnen— oppervlak van een deel van de pot, en vijf losse kernstukken 1¾, 15, 16, 17 en 18, die rond de kern 13 passen en het bovendeel vormen van de binnenzijde van de pot, en de onderwand van de in doorsnede kokervor-mige rand.

De losse kernstukken 14 - 18 zijn uitgevoerd om samen met de kern 13 de omtrekken te vormen van de binnenzijde van de pot, waarbij zij rusten in een ringvormige, getrapte uitsparing 19, zie fig. 2, in de kern 13» waarbij de kernstukken 1 h- - 18 gedurende het gieten worden vastge-3Q houden door bijbehorende veerbevestigingen 20 aan het randvormdeel 13, welke veerbevestigingen 20 eenvoudig schroefveren zijn, die zich uitstrekken door gaten 21 in het randvormdeel 13, met êên einde zijn bevestigd aan het betrokken kernstuk, en met het andere einde een kleine dwarsstaaf 22 dragen, die door het gat 21 wordt getrokken, en 35 gedraaid om te rusten over het gat 21 en zodoende de veer onder span- 7906075 4 β ning te houden. Deze soort yeerbeyestiging is gebruikelijk, en is slechts een manier yoor het vasthouden van de losse kernstukken ik - 18, waarbij andere manieren, zoals draadlussen en wiggen of schroefbouten kunnen worden gebruikt.

5 De kernstukken omvatten een langwerpig achterwandstuk 1¼ en vier onderrandstukken 15 -18, te‘weten het stuk 15, dat past boven op (met betrekking tot de opstaande stand van het gegoten voorwerp, zoals weergegeven in fig. 1} het acht erwandstuk 1 k zijn vastgehouden door de veer spanning, die werkzaam is op het stuk 1U, twee ruwweg segmentvor-10 mige zijstukken l6 en 18 en een ruwweg wigvormig voorste stuk 17. De vier onderrandstukken 15-18 hebben elk een aantal korte, buigzame, rubberen pennen 30, welke pennen naar boven uitsteken vanaf het oppervlak van het betrokken kernstuk, dat de onderwand vormt van de rand, welke pennen 30 in passende gaten zijn gestoken in de kernstukken, 15 hoewel bij andere uitvoeringsvormen, zij kunnen worden ingegoten wanneer de kernstukken worden gegoten. De pennen 30 aan de twee zijstukken 1Ö en 18 en het voorste stuk 17 zijn alle gelijk, waarbij in totaal bij deze uitvoeringsvorm 37 pennen aanwezig zijn op onderling regelmatige afstanden langs de rand, waarbij de vier pennen 30 aan het achterstuk 20 15' iets groter in diameter zijn dan de pennen 30 aan de kernstukken voor het verschaffen van dienovereenkomstige diameter grotere gaten in de spoelrand voor de grotere stroming van water aan de achterkant van de pot. Deze vier in diameter grotere pennen kunnen worden vervangen door een enkele ribbe, die zich over dezelfde lengte uitstrekt als de lijn met 25 vier pennen voor het vormen van een enkele sleuf in plaats van de vier gaten.

Bij de andere uitvoeringsvorm, weergegeven in fig. hA en ^B, zijn de pennen 30 niet gestoken of gegoten in de kernstukken , maar verwijderbaar aangebracht in bijbehorende gaten 50 in de kernstukken door het van onder 30 inbrengen via een ondersneden gedeelte 51 van het kernstuk. Op deze wijze kan een aantal pennen 30 met elkaar zijn verbonden aan een gemeenschappelijke voetstrook 52, waarbij de pennen en de voetstrook 52 een uit een stuk in een vorm gevormd buigzaam element omvatten.

Bij een bepaalde constructie steken alle pennen 30 buiten het giet-35 oppervlak van het kernstuk uit over ongeveer 18 mm., waarbij de pennen 7906075 7 met de kleinere diameter aan de kernstukken 16, IJ, 18 ongeveer 6,5 mm. in diameter zijn, en alle pennen zijn gemaakt uit rubber of een ander veerkrachtig buigzaam materiaal.

Voor het gieten wordt de vorm samengesteld en gevuld met suspen— 5 sie onder druk, waarna een giettijd kan verlopen gedurende welke het water uit de suspensie wordt geabsorbeerd door het pleister van de vormdelen. Voor deze gietfaze moet de vorm rechtop zijn geplaatst, zoals weergegeven in fig. 1, of omgekeerd.

Gedurende de giettijd, wordt de wanddikte van het gegoten voor-^ werp opgebouwd, waarna na een voor afbepaalde tijdsduur, de overmaat sus pensie uit de vorm wordt af gevoerd via een geschikte opening. De in doorsnede kokervormige rand 31 (zie fig. k of fig. Ua) wordt ook geleegd via een opening aan de achterkant van de rand, waardoor een gegoten randdikte overblijft van bijvoorbeeld 10-12 mm. Rond de rand 31 in de ^5 onderwand daarvan is suspensie natuurlijk niet gegoten op de plaatsen waar de pennen 30 zich bevinden. Zoals weergegeven in de fig. k en UA, steken de pennen 30 in de vormholte zodanig uit, dat de vrije einden daarvan binnen het hoog gegoten gebied in de kokervormige rand liggen.

Ra het afvoeren, wordt de vorm geopend en het voorwerp verwijderd, ^ hetgeen wordt gedaan in de rechtop staande stand van het voorwerp.

Eerst worden de veerbevestigingen 20 losgemaakt en wordt het randvorm-deel 12 met zijn uit êên stuk gevormde hoofdkern 13 afgetild, hetgeen de vijf losse kernstukken ik - 18, rustende langs de binnenzijde van de pot over laat, zoals weergegeven in fig. 5- In het geval, dat de pennen 30 zijn beyestigd in de kernstukken, zijn de handelingen dan als volgt : het achterwandkernstuk lU wordt naar het midden van de pot getrokken, waarbij het, wanneer het vrij is van het kernstuk 155 wordt uitgetild, waarna het kernstuk 15 onder een aangepaste hoek naar beneden wordt getrokken voor het uit de vier bijbehorende gaten in de rand trekken van -1 de vier m diameter grotere, rubberen pennen 30, waarbij, wanneer de pennen 30 vrij zijn van de gaten, het kernstuk 15 wordt uitgetild. Vervolgens wordt het voorste kernstuk 17 onder een juiste hoek naar beneden getrokken voor het uit de bijbehorende gaten trekken van de in diameter kleinere pennen 30, waarbij, wanneer de pennen 30 vrij zijn, het 35 .....

kernstuk 17 wordt uitgetild. In dit verband is het duidelijk, dat de 7906075 8 « zijvlakken 32 van het wigvormige kernstuk 71» en ie bijbehorende zijvlakken van het achterkernstuk 15' in lijn moeten liggen om zodoende deze stukken naar beneden te kunnen trekken voor het vrijmaken van de pennen 30 zonder de zijkernstukken 16 en 18' los te maken.

5 Tenslotte worden de twee zijkernstukken 16 en 18 op hun beurt verwijderd door het weer eerst naar benedentrekken van elk stuk voor het uit de gaten in de rand verwijderen van de pennen 30.

Dankzij het feit, dat de pennen 30 enigszins buigzaam zijn, is het niet nodig, dat alle pennen in elk kernstuk nauwkeurig evenwijdig ^ zijn of zelfs dat de verwijderrichting zeer nauwkeurig is gericht, omdat bij het verwijderen, de pennen 30 enigszins buigen zonder het zachte caolienmateriaal rond de gaten, te verstoren.

Wanneer alle kernstukken - 18 zijn verwijderd, kunnen de zij- vormdelen 10 worden gescheiden en het voorwerp worden verwijderd.

15 J In het andere geval, waarbij de pennen 30 verwijderbaar zijn aan gebracht in de kernstukken, zoals weergegeven in de fig. kA en Iffi-, bestaan de handelingen uit het eerst verwijderen van het stel pennen 30 door het verwijderen van elk stel aan zijn voet strook 52 naar beneden

in het ondersneden gedeelte 51 voor het zodoende verwijderen van de pen-2Q

nen 30 uit de wand van het hol gegoten gebied 31, en uit de gaten 51 m het kernstuk. Wanneer alle stellen pennen op deze wijze zijn verwijderd, kunnen de kernstukken op hun beurt op gebruikelijke wijze worden verwijderd. Hoewel stellen pennen zijn beschreven, is het duidelijk, dat het mogelijk. is alle pennen 30 aan één enkel element in de vorm van een 25 volledige ring aan te brengen.

Zoals weergegeven in fig. 6, is de kwaliteit van de gaten 33, gevormd in de rand 31, veel beter dan die van de gaten, gevormd met de tot nu toe gebruikte werkwijzen. De bovenste en onderste randen van elk gat zijn zuiver gevormd, waarbij de plaatsing en richting voor alle J ’ gaten gelijk is. In tegenstelling daarmede zijn twee gaten 35 in fig. 6 weergegeven, die zijn geponst met een massieve pons, waarbij de daaruit voortvloeiende getande randen zijn getoond. Door het vormen van de gaten overeenkomstig de uitvinding, is daaropvolgend geen enkele pons-bewer- king nodig voor deze gaten.

Een voordeel van het toepassen van de stellen pennen, verbonden 35 7906075 9 met een gemeenschappelijke voet strook is, dat een dergelijk element een zeer lange levensduur heeft, en kan worden gebruikt met opeenvolgende vormdelen, die moeten worden vervangen na een aantal malen gieten.

De in de fig. 1 - 6 weergegeven uitvoeringsvormen hebben betrek-5 king op een waterelosetpot met een rechte spoelwerking, waarbij de gaten in de spoelrand direkt naar beneden langs de zijden van de pot zijn gericht. Het is echter mogelijk hetzelfde beginsel van uitstekende pennen voor het maken van gaten te gebruiken voor het produceren van een werveling. In dit geval staan de pennen 30 alle schuin in dezelfde 10 richting, ruwweg onder dezelfde sehroeflijnhoek ten opzichte van een vertikale as. In dit geval zijn de kernstukken ontworpen voor verwijdering door het draaien daarvan wanneer de pennen worden verwijderd naar beneden uit de gaten in de rand.

Fig. 7 toont een tweede uitvoeringsvorm, waarbij de uitvinding is 15 toegepast voor een vorm voor het vormen van een afzonderlijke rand.

De vorm is ringvormig, en vormt het geheel van de in doorsnede kokervormige rand, en het achtergedeelte van de waterelosetpot, d.w.z. het gedeelte, waaraan de bril is gemonteerd, en bij dicht aan elkaar gekoppelde modellen, het gedeelte, waarop de waterbak rust. De vorm be-2o staat uit twee delen, te weten een bovenste deel 1+0 voor het vormen van de boven- en zijwanden van de kokerrand, en een onderste deel 1+1 voor het vormen van de onderwand van de kokerrand. Op onderlinge afstanden langs het randvormende gedeelte van het onderste deel 1+1 bevindt zich een aantal opstaande, rubberen pennen 1+3, welke pennen op 25 dezelfde wijze werkzaam zijn als de pennen 30 van de eerste uitvoerings vorm. Ha het gieten en afvoeren van de overmaat suspensie, waarbij de vorm willekeurig in een van de twee standen kan zijn geplaatst, wordt de vorm geopend door het plaatsen daarvan met de gegoten rand ondersteboven, waarna het onderste deel 1+1 dir.ekt naar boven wordt opgetild voor 30 het verwijderen van alle pennen 1+3 uit de gaten. Voor een spoelrand, ontworpen voor het verschaffen van een werveling, lopen de pennen weer schuin, waarbij het onderste deel 1+1 moet worden gedraaid tijdens het optillen daarvan. Wanneer de afzonderlijke rand zich nog in de niet-gebakken toestand bevindt, wordt deze op een potgedeelte geplaatst voor 35 het vormen van de gehele waterelosetpot.

7906075 10 *

Evenals "bij de andere uitvoeringsvorm, weergegeven in de fig. kA en te, is het mogelijk om in plaats van de afzonderlijke pennen te, weergegeven in fig. 7, een of meer stellen pennen te gebruiken, die met al zijn verbonden aan een gemeenschappelijke voet strook 52, 5 waarbij de pennen verwijderbaar zijn aangebracht in bijbehorende gaten in het onderste vormdeel te.

Hoewel de voorgaande uitvoeringsvormen betrekking hebben op water-elosetten met kokerranden, is het duidelijk, dat de uitvinding eveneens kan worden toegepast bij een vorm voor het gieten van een wille- 10. keurig voorwerp met een soortgelijke, van openingen voorziene spoel-rand, bijvoorbeeld urinoirs en bidets, waarbij de uitvinding zelfs niet is beperkt tot alleen vormen voor het gieten van dergelijke voorwerpen, maar kan worden toegepast voor elk geval, waarin een gat moet worden gevormd in een hol gegoten gebied, waar voorheen dat gat moest 15 worden geponst, vooropgesteld., dat de vorm op juiste wijze kan worden ontworpen voor het mogelijk maken van het verwijderen van de pen, pin, het insteekeinde of de ribbe, die het gat of de sleuf vormt.

7906075

Claims (12)

1. Vorm voor het gieten van keramisch, materiaal in suspensie, waarbij althans een gedeelte van de vorm is uitgevoerd voor het gieten van een hol gegoten gebied in het voorwerp, dat in de vorm is gegoten, met het kenmerk, dat het gedeelte (15, 16, 17', 18; 51S" ^1)'van de vorm, 5 welk gedeelte het hol gegoten gebied vormt, is voorzien van een of meer uitsteeksels (30;. 1ύ), waarbij het of elk uitsteeksel in de vorm is van een pen, een pin, een insteekeinde of een ribbe, is gemaakt uit een materiaal, waaraan de suspensie niet hecht, uitsteekt in de vorm-holte, zodat het vrije einde of de vrije rand daarvan in het gebied 10 ligt van de holte, waar het hol gegoten gebied wordt gevormd in het voorwerp, en na het gieten uit het voorwerp verwijderbaar is voor het achterlaten van een gat (33) of sleuf in de wand van het hol gegoten gebied van het voorwerp.

2. Vorm volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat althans een uitsteek- 15 sel is gemaakt uit veerkrachtig buigzaam materiaal.

3· Vorm volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat althans êên uitsteeksel is gemaakt uit een stijf materiaal. l·. Vorm volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat althanséen uitsteeksel evenwijdige zijden heeft.

5. Vorm volgens een der conclusies 1-3 met het kenmerk, dat al thans een uitsteeksel toeloopt of een andere veranderlijke dwarsdoorsnede heeft.

6. Vorm volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat althans êên uitsteeksel in de vorm is van een ribbe, die recht of gebogen 25 is.

7· Vorm volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat althans êên uitsteeksel is bevestigd aan of in een deel (15, 16, 17, 18) van de vorm.

3. Vorm volgens een der conclusies 1-6 met het kenmerk, dat althans 30 êên uitsteeksel verwijderbaar is aangebracht in of aan een deel (51) van de vorm.

9. Vorm volgens conclusie 8 met het kenmerk, dat een aantal uitsteeksels is verschaft, welke uitsteeksels met elkaar zijn verbonden. 7906075 *

10. Yorm volgens conclusie 1 voor het gieten van een waterclosetpot, een bidet, een urinoir of een ander sanitairvoorwerp, voorzien van een uit een stuk daarmede gegoten kokerrand voor het verdelen van'spoelwater, met het kenmerk, dat het gedeelte van de vorm, welk gedeelte is 5 uitgevoerd voor het gieten van de wand van de kokerrand, die in het gerede voorwerp moet zijn voorzien van openingen, is voorzien van een aantal uitsteeksels, waarbij elk uitsteeksel uitsteekt in het deel van de vormholte, welk deel de kokerrand vormt, zodat het vrije einde daarvan in het gebied ligt, waar het hol gegoten gebied wordt ge-10 vormd in de kokerrand, waarbij alle uitsteeksels verwijderbaar zijn uit het voorwerp na het gieten daarvan voor het achterlaten van een aantal gaten of sleuven in de wand van de kokerrand.

11. Yorm volgens conclusie 10'met het kenmerk, dat de uitsteeksels zijn voorzien in kernstukken (15S 16, 17, 18), uitgevoerd voor het gieten 15. van de binnenzijde van de pot en de onderwand van de kokerrand.

12. Yorm volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat de uitsteeksels in stellen met elkaar zijn verbonden en verbonden met een gemeenschappelijke voet (52), waarbij elk uitsteeksel zich verwijderbaar bevindt in een bijbehorend gat (50) in het kernstuk (51).

13. Yorm volgens conclusie 1 voor het gieten van een afzonderlijk gegoten kokerrand voor spoelwater, welke kokerrand moet worden samenge— voegd met een pot en dergelijke voor het vormen van een sanitairvoorwerp, zoals een waterclosetpot, een bidet of een urinoir, met het kenmerk, dat het gedeelte (1*1) van de vorm, welk gedeelte is uitgevoerd voor het gieten 25 van de wand van de kokerrand, welke wand in het gerede voorwerp moet zijn voorzien van openingen, is voorzien van een aantal uitsteeksels (1+3)9 waarbij elk uitsteeksel uitsteekt in de vormholte, zodat zijn vrije einde in het gebied ligt, waar het hol gegoten gebied wordt gevormd in de kokerrand, en alle uitsteeksels verwijderbaar zijn uit het voor-3Q werp na het gieten daarvan voor het achterlaten van een aantal gaten of sleuven in de wand van de kokerrand. 7906075