NL7905649A

NL7905649A - Implanteerbare hartgangmaker.

Info

Publication number: NL7905649A
Application number: NL7905649A
Authority: NL
Original assignee: Medtronic Inc
Priority date: 1978-07-20
Filing date: 1979-07-20
Publication date: 1980-01-22
Also published as: GB2026870B; JPS5521990A; FR2431296B1; DE2929498C2; IT1118131B; AU584310B2; GB2079610B; DE2929498A1; SE7906205L; AU3271384A; GB2026870A; FR2431296A1; FR2445659B1; DE2954642C2; SE445176B; AU536053B2; IT7949768A0; AU4898979A; GB2079610A; FR2445659A1

Description

; - ‘ * ^ f

Medtronic, Inc., te Minneapolis, Minnesota, Verenigde Staten van Amerika Implant; eerb are hart gangmak er

De uitvinding heeft betrekking op implanteerbars elektronische avtaraten, die on verschillende manieren bedreven kunnen worden voor het stimuleren van lichaamsweefsel of voor het bewaken van verschil-Isnde oondi.bi.93 vsn heb s-OOSTste-b ζβΧί cf van hsb Ixcns&ik.vseifsslj "fcijvcoi*— - beeld het hart van een natient.

Hartgar.gr.aker3 , zoals die welke beschreven zijn in het Amerikaanse octrooischrift 3.057.35ο, dienen cm een elektrische prikkel toe te dienen aan het hart, waardoor dit met een gewenst ritme in de orde van grootte van 72 slagen per minuut saaengetrokken wordt. Sen derge-*,q lijke hart;gangmaker kan in het menselijke lichaamgeinplanteerd worden en gedurende lange perioden in deze omgeving werken. De gangmakers worden in de borststreek of in de buikstreek van de patient geïmplanteerd met be-htilu Vutr chirurgische rrocedure ? ^ edur end e velhe sen incisie ^sn3,3.ht vcrit in decs strsslc en ds 5s.nmchcr ret si^n si^sn interns energiebron -,z binnen het lichaam van de patient aangebracht wordt. Deze gangmaker werkt asynchroon cm prikkels met een vast ritme toe te dienen, welk ritme niet automatisch veranderd wordt in overeenstemming met de behoeften van het lichaam, en blijkt doelmatig te zijn voor het verlichten van de sycmtcrsn v=m ssn conriste h&rtstilst eind. Ssn -asynchrone hart^ensnaksr hcsi*t overvol hst nc^slijhs mdsel ts concurrsrsn rnst de π rbwr 1 i,jhe5 fysiologische gangmaker gedurende episoden met normale sinusconditie.

Zr is een kunstmatige gangmaker van het vraagtype ontwikkeld, wanneer alleen de kunstmatige prikkels geproduceerd worden wanneer zij nodig zijn en vervolgens geëlimineerd kunnen worden, wanneer het hart ?.c terugkeert naar het sinusritme. Zen dergslijke vraaggangmaker is weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3*^73·7^ο· De vraasmanj-maker lost het bij de asynchrone gangmakers bestaande probleem on door zichzelf in aanwee*gheid van ventrieulaire aktiviteit (de H—golf van de hartkamer; uit te schakelen, maar aktief te worden en de gemiste hartslagen aan te •53 vullen in afwezigheid van de ventrieulaire aktiviteit.

==» r Λ " ' -rv / * U o V *'? s' μ ' > *$ ϊ 2

Een probleem bij deze bekende implanteerbare vraaggang-makers is dat het niet mogelijk. is om tijdelijk het ritme of een andere bedrijfsparameter, waarmede deze stimulerende pulsen opgewekt worden, te verhogen of te verlagen zonder een chirurgische ingreep. Een ander 5 probleem is dat het zeer moeilijk is de resterende levensduur van de batterij vast te stellen, het opsporen en corrigeren van een falende elektrode, en het vaststellen van een voldoende veiligheidsmarge van de R-golfgevoeligheid in een geïmplanteerde vraaggangmaker.

Sommige implanteerbare hartgangmakers hebben een ritmever-10 grotingsvermogen, maan controleren niet voldoende de levensvatbaarheid van de vraagfunctie. Andere apparaten zijn voorzien van een magnetische tongschakelaar, die de vraagversterker kan deaktiveren om de vraagfunctie te kunnen controleren, maar zij bezitten geen ritmevergrotingsvermogen.

Een andere verbetering sinds de verschijning van de ia-1^ planteerbare hartgangmaker volgens het hierboven genoemde Amerikaanse octrooischrift 3.057.356 is een inrichting, waarmede de gangmaker opnieuw geprogrammeerd kan worden, nadat hij geïmplanteerd is geworden. In het Amerikaanse octrooischrift 3.805.796 is een schakeling beschreven, waarmede het ritme van de gangmaker zonder ingreep van buiten veranderd kan worden 20 nadat hij geïmplanteerd is. Het ritme varieert als gevolg van het aantal keren waarmede een magnetisch bedienbare tongschakelaar gesloten wordt.

Deze inrichting werkt door het aantal keren dat de tongschakelaar gesloten wordt te tellen, en die telling op te slaan in een binaire teller. Elke trap van de teller is aangesloten om een weerstand in een keten van 25 in serie geschakelde weerstanden in te schakelen of kort te sluiten, welke keten een deel vormt van de RC-tijdconstanteschakeling, die het ritme van de gangmaker controleert.

Het concept van de gangmaker volgens het laatstgenoemde Amerikaanse octrooischrift is verbeterd door het in het Amerikaanse 30 octrooischrift i4.066.O86 beschreven apparaat, dat bestaat uit een programmeerbare hartgangmaker die reageert op de levering van hoogfrequente pulssalvo’s, terwijl een magnetisch veld in dichte nabijheid van een magnetisch bediende tongschakelaar in de gangmaker de tongschakelaar gesloten houdt. Hier is weer alleen het ritme programmeerbaar als gevolg 35 van het aantal geleverde hoogfrequente pulssalvo’s. Het gebruik van hoog- 7905649 * 3 i r frequentsignalen ca hart gangmakers te programmeren is vroeger beschreven in het Amerikaanse cctrooischrift 3.933.005. Zowel het ritste als de puis-fcresdte in de gangmaker volgens dit Amerikaanse octrcoischrift konden geprogrammeerd werden. Sr is evenwel geen gangmaker bekend} die in staat y is tot het programmeren van meer dan twee parameters of tot het naar vans programmeren van bepaalde kenmerken of proeven. Een dergelijke gangmaker sou een universaelprcgrsmeerbare gangmaker genoemd kunnen worden.

Een gebied waarin de technologie van hartgangmakers achtergebleven is bij de conventionele staat van de elektronische technologie n omvat het rebruik van digitale elektrische schakelingen. Een reden hier-voer is de grotere hoeveelheid energie, die nodig is om digitale schakelingen te bedrijven. Be meer recente vooruitgang van de technologie van complementaire retaalomydehalfgeleiderapparaten (CMOS), dis vervaardigd sijn op een hoge mate geïntegreerde circuits, samen met de verbeteringen 35 van batterijen voor hartgangmakers, is men evenwel begonnen digitale elektronische schakelingen te gebruiken in commerciële hartgangmakers.

De inherente voordelen van digitale schakelingen zijn hun nauwkeurigheid, en betrouwbaarheid. De digitale schakeling wordt gestuurd door een kristaloscillatcr, die een zeer stabiele frequentie gedurende lange tijd-23 perioden levert. Sr zijn voorstellen gedaan voor het gebruiken van digitale technieken in hartstimulators en gangmakers sinds tenminste ï9o6.

Zie bijvoorbeeld het artikel door Leo E. Walsh en Emil Moore, getiteld "Digital Diming Unit for Programming Biological Simulators" in The American Journal of Medical Electronics, eerste kwartaal, 1977, 2s biz. 2? tot en met 3^. Het eerste cctrooischrift waarin digitale technieken voorgastald warden, is het Amerikaanse cctrooischrift 3.557»79t*

Dit cctrooischrift beschrijft een oscillator, die een binaire teller stuurt. Wanneer de teller een zeker aantal telimpulsen registreert, wordt een signaal afgegeven, dat ervoor zorgt dat een stimulatorpuls gepro--}q duceerö wordt. Tegelijkertijd wordt de teller teruggesteld en begint weer de oscillator pulsen te tallen. Verder is in dit cctrooischrift het digitale vraagecncept beschreven, waarbij de teller teruggesteld wordt na hst waarnemen var. een natuurlijke hartslag, en hst digitale immur.i-—£, wSccnc 3 */32-rc.co^ c.— ou^Outi £ 3 37-j.t ? π cl 9 "biijd. ns. d.2 ΥΞ.Π —o "73.71 68Ώ. Π3τΐΊΙΊ12*Χΐ ^"ί-2 uo, n · * ^ ' - t : i f - .* V Lr ·*’ = \ ϊ τ hartslag, verhinderd vordt.

Zoals hierboven vermeld is zijn digitale programmerings-technieken beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.805.796 en 3.833.ΟΟ5. Het laatstgenoemde octrooischrift beschrijft verder een digita-5 le regelschakeling voor het regelen van het ritme van da stimuleringspul-sen door het verschaffen van een terugstelbare teller teneinde continu op te tellen tot een zekere vaarde, die vergeleken vordt met een in een opslagregister geprogrammeerde vaarde. Ook zijn voorzieningen aanwezig voor het verstellen van de breedte van de outputpuls door de veerstand 10 in het RC-circuit te schakelen, dat de pulsbreedte regelt.

Andere octrooischriften die digitale technieken beschrijven velke gebruikt kunnen worden in hartgangmakers, omvatten de Amerikaanse octrooischriften 3.631.86Ο; 3.857.399; 3.865.119; 3.870.050; fc.03fi.99i; fc.0fc3.3fc7; fc.0fc9.003; en fc.0fc9.00fc.

15 Ofschoon voorgesteld is dat verscheidene parameters, dat vil zeggen pulsbreedte en pulsritme, veranderd kunnen worden binnen een intern geïmplanteerde gangmaker, is het gewenst een apparaat te verschaffen, dat kan verken in verscheidene, en verschillende ritme- en/of sensor-modes . De bekende systemen kunnen door middel van digitale telschake-20 lingen een programmeerbaar voord opslaan, dat indicatief is voor de gewenste ritme of de gewenste pulsbreedte. In een intern geïmplanteerde inrichting, is de ruimte voor het opnemen van een aantal van deze tellers, met behulp waarvan een aantal van deze functies uitgevoerd zou kunnen worden, tamelijk beperkt, Verder zijn er problemen ten aanzien van de be-25 schikbare energie voor het bekrachtigen van deze tellers, evenals ten aanzien van de levensduur van zijn interne energiebron als resultaat van de belasting. Hst is bekend dat de ingewikkeldheid van de schakeling binnen een intern geïmplanteerde inrichting beperkt vordt door vele factoren, met inbegrip van de op de batterij uitgeoefende belasting en daar-30 door de verwachte levensduur van een batterij voordat een chirurgische ingreep nodig is om de energiebron van het apparaat, bijvoorbeeld een batterij te vervangen.

Een doel van de uitvinding is daarom het verhogen van de flexibiliteit en de aanpasbaarheid van een intern geïmplanteerde inrich-35 ting, waardoor een aantal processen met inbegrip van weefselstimulatie 7505849 5 en tsiemetrie uitgevoerd kan vorden.

Sen neer specifiek doel van de uitvinding is het verschaffen van een aanrasbars, voer vele doeleinden dienende implanteerbare gangmaker, die gsorcgraumeerd kan vonden voor of na de implantatie ten— 5 einde een ander stimulateeproces (of telemetrieproces) uit te vosren afhankelijk van de conditie van de patient.

Sen verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een intern geïmplanteerde elektrische inrichting, die een communicatieverbinding bezit voor het overdragen van signalen van en naar een sender up buiten het lichaam van de patient, vaardoor regelsignalen evergadragen kunnen vorden cm het door de interne inrichting uitgevearde urcces te veranderen, en gegevens betreffende veekeel (hart) akciviteit, evenals functies van de geïmplanteerde inrichting ontvangen kunnen vorder, van de interne inrichting.

In overeenstemming met decs en andere doeleinden van de uitvinding vordt hierin een implanteerbare elektrische inrichting, seals een hartgangmaker, beschreven, bestaande uit een regelinriehting in de vorm van een digitale computer, bijvoorbeeld een microprocessor, en een ^27121131211 Vaarin 33Π 3,3Htal YirsOTlilXsncLa ΌΖ*ΟΟβ33·5Π Οχ* "ΟΙ*Ο^Τ3^ΠιΠ2. ^ 3 13 ΟΟ™ 2>3 geslagen voor het produceren van stimuleringspulsen, dis uitgevoerd vorden door de microprocessor, vaardoor deze stimuleringspulsen geleverd kunnen vorden aan lichaamsveefsel. Gegevens die een deel vormen van het in het geheugen ongeslagen programma, bepaler, bijvoorbeeld de pulsbreadte van en da periode tussen ie stimuleringspulsen.

ος Volgens een verder kenmerk van de uitvinding vordt een * / verbinding verschaft tussen de intern geïmplanteerde elektrische inrichting en een ent erna zender, vaardoor gecodeerde regslsignalen gezonden kunnen vorder, naar de intern geïmplanteerde elektrischs inrichting, zodat doer C.3 ^ tï*2Y0Srd3 "D2*CC2S Υ32Γ2ηΧ·3χ*Χ O? .331*-3 T1· YI·lU* νΙΓ·.—· 20 maerd vordt. De verzonden regalsigr.alen vorden het door de microprocessor binnen het geheugen sfgstaste adres veranderen, vaardoor dan een nieuw proces te beginnen op het nieuve adres uitgevoerd vordt. Verder is het de CSXo^Xm^ Xliü Xs door 22 2211213712 #j22ld2r V21*2cnXsn Hl^n^X^Zl ast X2Π'31ΐρ-in.

OUT!"* Λ,.ΐν ""11171321 2271 nXs’Uli’ St2l 3 3 V3.3.rXcor 25 laze variaselaa seals pulsbrsedts of amplitude , duur tussen de stimulering^- 7 ϋ : - u > η - * V 'X* 'w' -- - \ 6 'Ï ΐ pillsen, en gevoeligheid van de versterker veranderd kunnen worden. Verder kunnen regelsignalen verzonden worden om da modus van de hartgangmaking te veranderen, alsmede de opgeslagen kiesbare modes met inbegrip van de ventriculaire vraaggangmaking, de asynchrone ventriculaire gangmaking, 5 de bivokale gangmaking, de atriale synchrone ventriculaire belemmerde gangmaking (ASVIP), de pulsbreedtespreiding als een functie van de spanning van de energiebron of batterij, de automatische drempelvolgende gangmaking waarbij de pulsbreedte van de gangmakende puls versteld wordt tot een minimum breedte, die hartprikkeling zal veroorzaken, en multi-]q hartplaatsgangmaking om arrhytmias te onderbreken. Verder kunnen in het geheugen een programma of programma's opgeslagen zijn voor het uitvoeren van een aantal telemetriefuncties, met inbegrip van het waarnemen van verschillende hartaktiviteitan, of andere lichaamsfuncties en gegevens betreffende de werkingen van de gangmaker, met inbegrip van het verschaf” fen van indicaties ten aanzien van de werkelijke pulsbreedte, pulsam-plitude, interpulsinterval, stroom en spanning van de energiebron, vochtgehalte binnen de geïmplanteerde inrichting, elektrode-iapedantie en zelf-testroutines voor de gangmaker.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding omvat de gang-20 maker een multiplexer, die geregeld wordt door de microprocessor voor het kiezen van een van een aantal inputs, waardoor signalen die indicatief zijn voor de aktiviteit van het hart van de patient, bijvoorbeeld de atriale en ventriculaire hartaktiviteit, andere lichaamscondities of condities zoals vocht binnen de gangmaker, naar keuze en per stuk geleverd 25 kunnen worden aan de microprocessor om hierdoor bewerkt te worden. Een geselecteerde output van de multiplexer wordt geleverd aan een A/D-omzet-ter en een schaalversterker, waardoor het analoge inputsignaal omgezet wordt in een digitaal signaal en in een vorm gebracht wordt om door de processor bewerkt te worden.

2o Volgens een verder kenmerk van de uitvinding omvat het geheugen een aantal blokken voor het respectievelijk ontvangen van een programma dat uitgevoerd moet worden door de microprocessor. In deze uitvoering omvat de multiplexer inputs voor het ontvangen van een digitaal gecodeerd signaal voor het uitvoeren van een adresverandering, waardoor 35 een startlokatie in een ander blok geadresseerd kan worden om de uitvoe— 1 fl f] η η ü Q ƒ 5 V v J ^ i * τ ring mogeiijk te maken van het programma binnen dat blok. Het is ds bedoeling dat het digitaal gecedeerde adressignaal gezonden wordt naar de multiplexer van de intern .geïmplanteerde gangmaker via een verbinding vanaf een externe zender, waardoor de geneesheer het door de micrcprc- - cesser uitrevcerde oregramna kan veranderen om een anders modus van da P ·" gangmaking voor een patient te verkrijgen, afhankelijk van ds conditie Volgens een verder kenmerk van de uitvinding levert de 31* ^2,Π ββΠ St^32.SS2. Y-3,22 fCl23*· 5-3^¾ -3* λ λ! V **»? 4η Vsvn o * iron ί^ν·*? 1ώ*··ί^.τ Λ ;Λ Ο u u-— _« WJ. dj »*-* Μ ucMIte J -..«Μ ·-· V -»»—»— —* ,J - - .1*0 \J üUi* weg·-*» < - Λ „ U Λ^..ς· · • ’J ~ 22Π ΧβΐΊΐΠ^ kdn. Ya31 d2 2.0Ό6Π Π-23,1* 22Π G^OS-Eld. ged2S2"Ce Υ2Π Π2"ί hart, bijvoorbeeld de hartkamer of atrium van de patient, of naar een ander lichaamsweefsel, naar een mechanische transductor voor het waarnemen van lishaamsaktivitait of naar een transductor binnen de gangmaker cm ds een of andere conditie van de gangmaker waar te nemen, bijvoorbeeld vocht.

Deer het selectief sluiten van sen van ds kiesschakelaars3 wordt die leiding bijvoorbeeld verbonden om lichaamsweefsel te stimuleren of cm een signaal te ontvangen dat indicatief is voor een te bewaken conditie. Het falen van een leiding kan ongeheven worden door rsservsleidimen te oa gebruiken, 21 a het waarnemen van hst falen van een leiding kan een tweede leiding geschakeld worden van de gangmaker naar het hart van de patient om de weefselstimulatie of bewaking voort te zetten. In een illustratieve Υ2.Π C12 111"ννΐΖ10,1Π^ 13 22Π Cl 2 3 O G. 21* 13 31Π2* 1CΓ1G1 ? ίΐ 0*3 ^GCIlS3 VOO!* het waarnemen en decoderen van digitale signalen, die ontleend worden aan het zaheugen van de gannmaker, teneinde regelsignalsn oo te wekken *- / en af te geven voor het sluiten van schakelaars, waardoor een bepaalde schakelaar van het aantal schakelaars en leidingen met de ransmaker re— koppel! wordt.

Volgens een verder kenmerk van da uitvinding is een auto-,n reset oscillator-circuit verschaft, dat ontworpen is om het adrssserings- νΛ^^,ι"·· -· r* c·"*· a-* 'i**1 λ c; cj Λ4,4 "Tja a ^ o *! 3 λ rs *a -«*3 »-ί indien een uitwendig ruissignaal tot gevolg heeft dan het adresregister '22Π 3121131112 θί* Υ21*1ΐ62!Γ3.2 1.2..-13,113 2;1Πι15ΤΙ A3jl2U£2n. Υ2.Π 3.2¾ 3Υ5Ϊ32ϋ adresseert, het proces nist*!hung up” zal zijn, maar in plaats hiervan - aerusgesteld zal word en na een te veren bepaald interval cm het proces Λ -η ·*3 V t /» - -? Λ fi .·, / 3 w ~ ~ - \ 8 ΐ ί veer te beginnen. Wanneer het adresseringsmechanisme normaal functioneert, levert de microprocessor periodiek een verhinderingssignaal aan het auto-reset oscillatorcircuit, vaardoor dit circuit verhinderd wordt een terug-stelsignaal te leveren aan de adresseringsinrichting.

^ De uitvinding wordt in de volgende beschrijving nader toe gelicht aan de hand van de tekeningen.

Figuur 1 toont de wijze waarop de programmeerbare gangmaker volgens de uitvinding geïmplanteerd is binnen een patient, en waarop signalen dasrheen en daarvandaan gezonden worden teneinde respee-tievelijk het door de geïmplanteerde gangmaker uitgevoerde programma te veranderen of aan te passen, en om signalen, die indicatief zijn voor hart-(of andere weefsel-) aktiviteit op een externe monitor weer te geven.

Figuur 2 is een blokschema van de intern geïmplanteerde gangmaker, zoals deze in figuur 1 is weergegeven.

Figuur 3A toont een circuitschema van de verbindingen tussen de gangmaker volgens figuur 2 en het hart van de patient teneinde een ventriculaire vraagmodus van gangmaking en waarneming uit te voeren.

Figuur 3B is een circuitschema van de verbindingen tussen de gangmaker volgens figuur 2 en het hart van de patient om een A-V-2q sequentiele gangmaking van het atrium en de hartkamer van een patient uit te voeren.

Figuur 3C is een circuitschema van de verbinding tussen de gangmaker volgens figuur 2 en het atrium en de hartkamer van de patient om een atriale, synchrone, ventriculair belemmerde gangmakingsmodus 2^ (ASVIP) uit te voeren.

Figuur UA is een tijdgrafiek van de aktivering van de schakelaars en elementen van het circuit volgens figuur 3A on een ventriculaire vraaggangaakingsmodus uit te voeren.

Figuur UB is een tijdgrafiek van de aktivering van de scha-2q kelaars en elementen van figuur 33 om een bivokale gangmakingsmodus uit te voeren.

Figuur Hc is een tijdgrafiekTan de aktivering van de schakelaars en elementen, van figuur 3C cm een ASVIP-modus uit te voeren.

Figuur 5 is een stroomdiagram van een van een aantal pro-25 gramma’s, dat opgeslagen is in het geheugen van de in figuur 2 weergege- 7805649 - ï 9 ven gangmaker, c~ een ventriculaïre vraaggangmakmgsmodus uit te voeren in overeenstemming net de tijdgrafiek van figuur AA.

Figuur 6 is een functioneel blokschema van een andere uitvoering van de gangmaker volgens de uitvinding, c De figuren TA en 73 zijn gedetailleerde circuitsohena’s van twee specifieke illustratieve uitvoeringen van de in figuur 6 weergegeven gangmaker.

Figuur 8 is een functioneel blokschema van de A/O-cnzstter, dz.3 —S Ι.Π C.3 iu3.Γ1 '-*.71uUÜ.2Τ' Υθ2.£>3Π3 cLs D βΠ T * in Figuur 9 is een grafiek, die de werking toont van de cp/af- te~"er als weergereven in figuur 3.

Figuur 10 is een gedetailleerd eircuitschsma van de in figuur 3 weergegeven A/D—cr.se o oer.

Gedetailleerde "beschrijving van de vocrkeursuitvoerinsen 15 zas.Jj--29" zia~A.S£»

Figuur 1 toont een gangmaker volgens de uitvinding, die in een verscheidenheid aan redes geprogrammeerd kan worden, opdat het ritme van het hart var. da patiënt, reu inbegrip van sijn atrium -0 sn zijn hartkamer 12 in een verscheidenheid aan redes gestuurd kan werden, de po elektrische aktiviteit -wan het atrium en de hartkamer (of ander iiehaams- ‘WS'-fssiLi "-Γ J.3.X* ~ Ξ XCI712H 3. TI V0**C.3n 0121 Clo ?3?l^O3,X*2^2S"tiS!ï!*S Vein 0.Θ «y V 3?» ^3 wijzigen of cm uit het lichaam van de patient vandaan gezonden te werden.

De ganmker 12 omvat een tegen lichaamsweefsel en vloeistoffen bestendig huis 13, een eerste leiding '7 die door een elektrode ρ.ς bevestigd is met het atrium -0, en een tweede leiding 19 die dcor een elektrode gekoppeld is met en bevestigd aan de hartkamer -'-2. Verder is •3~2* 10 5 ζΐ—s door 33Π xo met een speel cf antenne 1c, welke zich buiten het lichaam 14 van de patiënt bevindt om hocgfrequentsignalen te zenden naar de geïmplanteerde 5Q gangmaker 12. Verder is een monitor 63 weergegeven, die door een leiding 59 gekeuteld is met de zander 10. Seals in bijzonderheden verklaard zal worden kan de zander 10 geaktivaerd worden cm signalen te zenden via de 13 3ow2. 1o d-x ^3^77-7.3-9r2,^ *2^ via-3.r,iorÏ*ï^ diens werkor.cdus gewin zigd kan worden vanaf een modus naar een andere mo-5? dus; de reneeshesr kan aldus het tvme tansmakint ratelen, dat in overeen- >?-: Λ ,* λ / Λ, ƒ W .»'»* · <

V

10 ( \ k5 * stemming met een veranderde conditie van de patient aan het hart van de patient gegeven moet worden. Opgemerkt wordt dat op het tijdstip van de chirurgische implantatie van de gangmaker 12 binnen het lichaam een bepaalde gangmaking gewenst kan zijn. Na de implantatie kan de toestand 5 van de patient veranderen, op welk tijdstip een andere werking wenselijk kan zijn. Verder is het gewenst om uit het lichaam van de patient een aantal signalen te zenden, die indicatief zijn voor verschillende condities, welke waargenomen en door de spoel 16 en de zender 10 gezonden moeten worden om op de monitor 63 afgeheeld te worden. Verder kan de geimplan-1 o teerde gangmaker 12 een verdere output en leiding 25 omvatten, die gekoppeld is met een transductor 27; de transductor 27 kan van een mechanisch, type zijn voor hst waarnemen van een beweging van een orgaan in het lichaam. Verder kan de gangmaker 12 een andere output en leiding 21 bezitten, die gekoppeld is aan een magnetisch bedienbare tongschakelaar 23, die door de ^ geneesheer bekrachtigd kan worden door een extern magnetisch veld naast de schakelaar te brengen om de schakelaar 23 te sluiten teneinde een verandering in de werking van de gangmaker 12 te veroorzaken. De leiding 29 is illustratief voor een aantal leidingen, die gekoppeld kunnen worden met verschillende plaatsen van het hart van de patient om bijvoorbeeld een 20 stimulering te verschaffen, die een aritmia sou opheffen of om reserve-leidingen te verschaffen teneinde een defecte leiding 17 of 19 te vervangen .

Figuur 2 toont een functioneel blokschema van de gangmaker 12, die als zijn centrale controle-element een microprocessor 100 omvat, 25 en een multiplexer 106 voor het ontvangen van analoge data van een eerste input 138a, die via de eerste leiding 19 (zie figuur 11) gekoppeld is met de hartkamer k2 en een tweede input 138b, dia via de tweede leiding 17 gekoppeld is met het atrium Ho (zie figuur 1). Deze verschillende analoge (en digitale) inputs worden gekozen door de multiplexer 106 onder beheer-sing van de microprocessor 100 op een geselecteerde manier en bewerkt in overeenstemming met in het geheugen 102 opgeslagen processen of programma’s.

De microprocessor 100 is door een adreslijn 112 gekoppeld met het geheugen 102, waardoor adressen als opgeslagen en geinerementserd door een adresteller 107 geleverd worden om geselecteerde plaatsen binnen 35 het geheugen 102 te adresseren. De geadresseerde data worden uit het 7905349 \ 11 l f geheugen 102 via de datalijn ï10 gevoerd naar de microprocessor 100,

Verder zijn er additionele inputs 138c, d, e en f van de multiol-exer ICö. De microprocessor IOC levert regelsignalen via een inoutseleetlijn 120 aan de multiplexer 1C&, vaardccr een van de inputs 5 12Sa tot "32f gehesen vordt om via de leiding 118, een schaalversterker en analccg/digitaalomzetter 10-3 en de lijn 11^ aan de microprocessor 100 geleverd te vorder.. Zoals vesrgegeven in figuur 2 vordt de output- ST.anr.'n.·: van V van een enersiehren 12o via de ir.r.ut 138c gekeuteld met s - * d-β rvüd"ΙΌ?!3X9U 1 Go cn OU 03.33300.3 'vijze hst Y3,n d2 030té008iiST Ö2 .n v':siren als een functie van ensrgisbrenvariaties. Het is bijvoorbeeld wenselijk cm de gangmakingspulsbreedte te vergroten vanneer de voedingsspanning daalt om een puls met meer constante energie ta produceren, of cm het gangmakingsritne te vertragen vanneer de voedingsspanning daalt ΐβπ3ΐπϋ.3 sen β,βζώ. v-oovsnsciπξ v-^π cis ^3.n//01dk-2u *fcs .gev-sn οί 3sn modificatie via externe programmering. De reserve-inputs 133d en 138e hunnen ais voorbeeld ooi nekoceslï zijn met de hartkamer 12 en met het atrium «0 teneinde op overtollige vijze de aktiviteiten van deze -dalen van het kart vaar te nemen. Hst is de bedoeling dat da microprocessor kiest v^lk0 intuts ^33a, b, d en e de meest efficients vaameninr van de 2Q atriale en ventricuiaire signalen zal verschaffen, of het minste vermogen van de energiebron 12o zal vereisen, of het doelmatigst een hart-arrhvtmia zal verbleken» Verder kan de onnut 1"^3f door de i^idinz 21 verbonden zt.?n met de tongsekakelaar 23, vaardccr de geneesheer een externe magneet kan gebruiken om de schakelaar 23 te siuoten, vaardoo7* de microbe nrocessor ICO gestuurd vordt om het nrozramma als ongeslagen in hst geheugen 102 te "ijziger. of te veranderen. Bs multiplexer kiest of stuurt in volgorde een van de inputs 138a tot 13Sf via de leiding 113, die via een versterker en A/D-omzetter 108 en da geleider 11¾ verbonden is met d-e microprocessor 100. Multiplexing vordt gebruikt cm de voor het bewerken 3.0 van d-e aan de inputs 138a tot 138f geleverde analoge informatie vereiste *2 03Ζ.0.0303Γ2 3Π OZl cl £3 30,30 01.3d'2dO 3X*d3 VCO!T d.3ZS duncdis te reduceren. Zonder de multiplexer 105 sou elke input 133a tot 13-Sf zijn eigen individuele schaalversterker en A/D-omzetter 108 vereisen. Het gebruik van da multiplexer 1θ6 reduceert dus de op de energiebron 12c ui^d3ri3 'zb‘1.oooi3 en osduossud de in ds £λγ*orr.si.3r 12 oo os nsiusn *rt u \ -o. * ' * w > ** ’ •ï i 12 schakeling.

De microprocessor 100 levert via de leiding 116 een schaal-regelsignaal aan de schaalversterker en A/D-omzetter 108, waardoor de schaalfactor of versterking van de versterker binnen het blok 108 geregeld ^ wordt ter aanpassing aan de verschillende amplituden van aan de inputs 138a tot 138f van de multiplexer 106 geleverde signalen. In dit verband wordt opgemerkt dat de output van de energiebron 126 als voorbeeld in de orde van grootte van 1,3 tot 6 volt (oorspronkelijk) kan zijn, terwijl de aan het atrium H-0 en de hartkamer ontleende hartaktiviteitsignalen 50 als voorbeeld in de orde van grootte van 1 tot 20 millivolts kunnen zijn. De output van de versterker en A/D-omzetter 108 is een stel digitale signalen, die opgeslagen worden in de microprocessor 100 en met name in de registers van de microprocessor 100. In een voorkeursuitvoering van de uitvinding kan de microprocessor 100 ook uitgevoerd zijn door tegenwoor-5 3 dig beschikbare lage drempel CMOS-technologie, welke uitvoering een betrekkelijk geringe belasting vormt op de energiebron 126.

Een essentieel element van de gangmaker 12 is het geheugen 102, dat een niet-vluchtig gedeelte kan omvatten, dat wil zeggen het dode geheugen (ROM) 102a en een vluchtig gedeelte, dat wil zeggen het 2Q direkt toegankelijke geheugen (RAM) 102b. In de ROM of het niet vluchtige gedeelte 102a worden de basisstappen van elk van een verscheidenheid aan gangmakingsmodes (of andere processen) opgeslagen. Anderzijds wordt een verscheidenheid aan parameters of gehele programma’s opgeslagen in het RAM-gedeelte 102b, en zij kunnen op een later tijdstip gereprogram-25 meerd worden afhankelijk van da veranderende conditie van de patient, Het geheugen 102 kan geprogrammeerd worden op het tijdstip van de vervaardiging voor de implantatie in het lichaam 1¾ van de patient, of via een extern geheugenlaadscheidingsvlak 10^, dat gekoppeld is door een hoogfrequente of akoustische verbinding 105 set het geheugen 102. In een 2o illustratieve uitvoering van de uitvinding kan een verbinding zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.833.005 en U.066.086 gemakkelijk aangepast worden om gebruikt te worden als het scheifiingsvlak 10U. Met name wordt daarin een ontvangerfilter beschreven voor het waarnemen van salvo's hoogfrequsntpulsen, dia door een externe zender ver-35 zonden worden, welke salvo's gecodeerd zijn op een manier om een in het ? 0 fl 5 * k & i *15? V \J $ > f 13 geheugen '02 opgesiagen programma opnieuw te programmeren, of on sen in eer. gsheugsnpiaats van hat geheugen 102 opgesiagen parameter ts ver- *3

Nadat dus de gangmaker 12 geïmplanteerd is in het lichaam ~ ik γοϊ> £ a ent 5 kan de geneesheer wanneer haj een veranderen g m de toestand ran da patient waarneemt, het programma of specifieke variabelen van een in het HAM-gedeelte 102b opgesiagen programma reprogrameren teneinde het hart ran de patient in ni.jn veranderde conditie so goed megelijk ‘b’3* 3Γ; ♦ Oc^TÏK.'ST'I'I’b v'^ci.'b d.e.*b 22* ν3Γ*30Γ1β2.άβΠ3 C3iTCTn.3"h23Γ3 VBZ1 C.3 ^ΓΞ,Π ν;’- in making sign, seals de tuisereedta van de stimulsringspuls, hst ritme cf r?a ί2* tCl"£;^ 3 CÏ.3 ΌΜ2.3 5 C92?l.CiL3 t/’USS’Sn CS !ΐ_βνβ2*£π^ VSI2 Sec *3"U2.332.3215.2,2.

Sn C2 .13*33^13 V3C C3 Γ13,!*"EXlsivi bci'b 3 -% 3d.’UZ’9 TIC. 9 V3Ü3 d.3 VS,2.!TlÏ3ni!ing3“ apparatuur uitgsschakeld is en da pulsamplitude, Sik van dese parameters verdt bijvoorbeeld bepaald door een 3 bitveord, dat opgesiagen is in een 15 woordplaats van het HAM-gedeelte 102b van het geheugen 102, Wanneer het dus gewenst verdt cm da pulshreedta te veranderen, kas de geneesheer gemakkelijk via het seheidirusvlak IQh sn de leiding 10p in een bekende adressearbare woordplaats binnen het ?.AM-gedesite 102b een nieuw 3 bit-vcord invoeren, dat indicatief is voor de nieuwe puisbreedta waarmede 20 da gansmaker 12 moet gaan werken. Het is de bedoeling dat een nieuwe gangnakingsnodus ep soortgelijks wijss geprogrammeerd kan worden binnen het EAM-gsdssits *G2h door via het seheidingsvlsk 10k de stappen van het nieuwe proces in te voeren. Zen modusverandering kan ook tot stand gebracht worden door de startplaats van het gevensta programma uit het RAii-ge— os daalt a 402b binnen de adres teller 10? van de microoroeessor 100 in ta -- ✓ * voeren om de adressering te starten van hst volgende programma binnen hst RCM-gedeelta van het geheugen 102. Wanneer bijvoorbeeld de oorspronkelijke verknoduo ven de gangmaker 12 de ventriculaire vraaggangaaking is, en het wordt wenselijk om een A-Y-esquentieis gangmakingsmedus te beginnen, 30 dan voert de geneesheer het nieuwe 3tartadres van de A-V-secuentiele ganentkintsmedus in via nee scheiding3vlak 10k om een ander gedeelte van het ZCk-geöselte ‘C2a af te tasten, waardoor de microprocessor ICC de werking van -de volgende modus start,

Zoals in bijzonderheden hierna verklaard tal werden, wordt 35 hst cevenst ie enertie van elke aan het hart van de catient geleverde *** Λ f S f k , ij v w -- ' > -1¾

J

Ίί ί stimuleringspuls constant te houden, zelfs ofschoon het spanningsniveau van de energiebron 326, bijvoorbeeld een batterij, in het verloop van zijn levensduur afneemt. Zoals weergegeven in figuur 2 levert de multiplexer IGó periodiek, de batterijspanning V via de input 138c aan de s 5 microprocessor 100, die onder de beheersing van een in het geheugen 102 opgeslagen programma de gemeten spanning vergelijkt met verscheidene te in voren bepaalde spanningen, die opgeslagen zijn/het BOM-gedeelte 102a of het RAM-gedeelte 102b, waardoor een verstelling van de pulsbraedte van de stimuleringspuls gemaakt wordt om de energie-inhoud in hoofdzaak con-10 stant te houden, dat vil zeggen het gebied onder de kromme van de stimuleringspuls.

Verder is het de bedoeling dat het geheugen 102 geladen kan worden met een programma, dat in feite zelf-kiezend is, In andere woorden: een dargelijk programma zou kunnen reageren op de hartsignalen 15 als geleverd aan de inputs 138a en 138b om de conditie van het hart waar te nemen en cm een van een aantal programma's te kiezen afhankelijk van de waargenomen conditie. De onderscheidende kenmerken van de atriale P-golf en de ventriculaire B-golfinputsignalen zijn beschreven in de pu~ blikatie "Elactroeardial Electrograms and Pacemaker Sensing" door 2o P. Hoezler, V. de Caprio en S. Furman in Medical Instrumentation, deel 10, nummer U, juli - augustus 1976. De kriteria waarmede deze hartsignalen harkend en vergeleken moeten worden, zijn opgeslagen in het geheugen 102, en wanneer een verandering opgsmerkt wordt kan de microprocessor automatisch een andere wijze van gangmaking kiezen, die geschikt is voor 25 de veranderde condities van het hart van de patient zonder dat een externe interventie nodig is door een geneesheer via het externa geheugenlaad-scheidingsvlak 10¾.

In een anders manier van gangmaking is het de bedoeling dat het geheugen 102 van de gangmaker 12 geprogrammeerd kan worden om te 30 werken als een automatische drempelvolgende gangmaker, waardoor de energie van de aan de hartkamer h2 (of het atrium Ho) geleverde stimulerende pulsen incrementeel verminderd kan worden totdat de reactie verloren is gegaan, dat wil zeggen de stiaulatiepulsen hebben geen ventriculaire samentrekking mee? tot gevolg, die zou blijken door een binnen een vaar-35 neeaperiode waargenomen B-golf. In deze modus wordt wanneer de B-golf bin- / © 0 o o h ïs ί Γ 15 nen ds periode vordt vaargenomen, sen regeisignaal geproduceerd om het tsuisenerzieniveau ast een gegeven incrementeel bedrag ts verminderen.

Da nuiscreeite vordt ast name verminderd totdat geen door ds gangmaker veroorzaakte R-golf vordt vaargencman, op valk tijdstip hst programma de j. oulsbreedte verrrcot totdat ds R-golf veer verschijnt. Op deze saaier vordt de op ds energiebron 126 uitgaoefende belasting tot sen minimum bemerkt, doordat da pulsbreedts vordt versteld tot een niveau, dat juist voldoende is ooi de prikkeling van hst hart van de patient te veroorzaken.

Seals vaargegavan in figuur 2 vorden de regelcutputsigna-... den van de microorccasscr via leidingen, dia collectief door da referent:.e

i 'J ~ W

z"'"n 2*00·**x0frevsn. 3.2,21 V0Z*3 13^· en cLocr* ds ii.jn 132 aan corresponderende kiesschakelaars 130, die passende gangnakerpulsen via de leidingen 17 en 19 (of 29) leveren aan het atrium Uq en de hartkamer 12 van het hart van de patient in overeenstemming met de in het «_ geheugen 1C2 ongeslagen processen. Ds leiding 131a is gekoppeld mat een eerste of ventrieuiaire drijver (of versterker) IB^a, die cp zijn beurt gekoutaid is met zijn eigen stal bioolaire/unipolaire kiesschakelaars 13Ca. Opgemerkt vordt dat elk van de drijverversterkers 13^b, c en d ook voorzien is van een soortgelijk stel kiesschakelaars. De output van de drij-ver 13ώ’ο is bijvoorbeeld verbonden met kiesschakelaars 130b voor het sturen d.-j van het atrium van de patient via leidingen 17a, 17b en 17c. Ook vordt opgemerkt dat de drijvers 13ba - 13Ud spanningvsrhcging3schakelingen kun- Ο0ΐν0.Ί 20Π01. VCO532.3 2 321 VSI’CJJlclisl.221\!-a 02* V32*CL2*2. SVCllcLl ~*^Π0.3 30*13.“ kelir.g, sa het cutputspanningsniveau te verhogen tot het niveau, dat nodig ?!_ is cm het hartveefsel te stimuleren met een gegeven voedingsspanning. De kiesschakelaars 130 vorden behearsd door aan de microprocessor via de Z-2.,'12 I32 cmXe02i210 31 77:3,2.3Π 0,1 SeX^Cul^f* 0.3 C2JLt/22"U.7 V3.I1 cis 000*3“νβ XiTl ^V3^* 13ba te koppelen tussen bepaalde outputs van de outputs 19a, 19b en 19c.

In dit verband vordt opgemerkt dat de schakelaars 130 gekoppeld zijn via de ventrioulaire leiding “9, dia de vorm kan hebben van een coaxiale 2.02.0.2.217 ? 3.2.3 V0^*"bonC.012 0322 *3 2/3 3 2.3iCÓ>2?Cd.5 V2.3, C.3 3Π 203¾ 0312 λ *0-^ ^OflXs 'θΛ5 ιtn Ο0*£ ijl 3 ^ Ο ^ 2. ^ C ^ "**22 li β 31 3 , Τ5Ο« V32*132* 2.3 31* 30Π ^0Χ’0ΐ5.0!Γ 19¾ 3.3.22^021^ 3.^0 701201)120^ d. 2.3 1Π00 een plaat die gevormd is van de metalen houder of bus 13, vaarin de gar.g-maker 12 opgesloten is. In normaal bipolair bedrijf verbinden de kies- -> y ^ u ^ .¾ ί .λ t \ \ j ..

» ·* v'1 *' * · -s ι 16 schakelaars 130 de negatieve en positieve stimuleringspulsen via de geleiders 19a en 19c van de coaxiale leiding met de tipelektrode respectievelijk ringelektrode. Wanneer het wenselijk is om de gangmaking plaats te doen vinden in een standaardunipolaire modus, wordt een negatieve span-5 ning via de geleider 19a geleverd aan de tipelektrode en een positieve spanning via de geleider 19b aan de plaat, waarbij de ringelektrode niet aangesloten is.

Behalve dat de gangmaker in staat moet zijn pulsen te leveren in een bipolaire of een unipolaire modus, is het wenselijk een 10 voor fouten tolerante gangmaker ts verschaffen, waardoor wanneer gedetecteerd wordt dat er een foutieve leiding is tengevolge van een onjuiste verbinding van een elektrodeleiding met het hartweefsel of van het breken of beschadiging van een leiding, de microprocessor 100 reageert om passende regelsignalen via de lijn 132 te leveren aan de kiesschakelaars 130, 35 waardoor een andere combinatie van leidingen (of geleiders van leidingen) selectief gekoppeld worden om de gangmakenda pulsen te leveren aan de hartkamer k2. De kiesschakelaars 130 kunnen bijvoorbeeld ingericht zijn om de tip- en ringleidingen 19a en 19c met elkaar te verbinden. Ook kunnen de kiesschakelaars iko selectief gesloten worden om de hartpuls te 20 leveren tussen een van de tipleiding 19a of plaatleiding 19b en de ringleiding 19c, waardoor in het geval van een storing in een van de leidingen 19a of 19b dia andere leiding gemakkelijk in zijn plaats gebruikt kan worden en toch de puls leveren tussen twee plaatsen van het hart van de patient.

25 Het falen van een van de leidingen 17 of 19 kan gedetec teerd worden door verlies van prikkeling, dat wil zeggen het niet opmerken van een hartaktiviteitsignaal op de input 138b na het prikkelen van de hartkamer. Het meten van een hoge impedantie tussen de leidingen 19a en 19b van de coaxiale leiding 19 geeft ook het falen van de leiding aan 30 tengevolge van de vorming van littekenweefsel tussen de tipelektrode of ringelektrode en de hartkamer h2, of het breken van een van zijn leidingen 19. Na detectie van dit falen kiest da microprocessor 100 een ander van de in het geheugen 102 opgeslagen processen of programma’s om signalen te leveren aan een van de kiesschakelaars 130 teneinde een hernieuwde 35 verbinding van de leidingen 19a (of 29) te veroorzaken op de hierboven 7305649 <? < 17 2031!19r ·

Sen output van de microprocessor is ook gekoppeld met sen tveede of atrials stimulerende versterker 13½o, vaarvan de output gekanteld is met een verder stel kissschakslaars 130 cm via sen ccrrss— 5 ronderend stel leidingen 17 gekorreld te vordsn met het atrium ~0 van de patient, seals vsergegeven in figuur 1, Verder zijn reserve versterkers 13Uc en 13-i aanvesig, ais outputs ontvangen van de microprocessor 1C0 en gekoppeld zijn. met verdere stellen kiesscbakal-aars 130. Het is de be-£* o· fjtVv dooe s'j-iXsn lei 933 c heilvoli3,r3 130 doer rosorvslsidin^on srs— 10 koppel! kunnen vorden met het hart van de patiënt. De outputs van de versterkers Ijle en 13^1 somden bijvoorbeeld op overtollige vijs® gekoppeld iiiunor. ver dan eist do os-roXisnsr *»2 on ïiot sóri'un ko -/.¾ π Hst iicurt veo do patient. Wanneer een van de leidingen 10 of 17 breekt of de veerstand tussen sijn elektrode en het hart van de patient seer groot vordt, kam een re-15 3erveleiding ctgenorer. vorden in de schakeling tussen de microprocessor 1-00 en het hart door een passende aktivsring van het corresponderende stel kiesschakelaars 130, Om de imnedantie die door een van de leidinren IJ en 1? gebeden vordt, te meten vordt ongemerkt dat deze leiding gekanteld is met een onzouzeirenit, zoals beschreven tal verden aan de hand 20 var. figuur 3, met inbegrip van een laadcondensator en dat een indicatie van de laadtime van deze condensator een indicatie is van de door de bijbehorende leiding geboden impedantie. Ir. bedrijf vordt de outputconden-sator opgelaten en na het opladsn vordt het outputcircuit bekrachtigd cm een ontlading van da condensator te veroorzaken} vaardocr een stinulerirgs-25 OUlS vi.3, 5.9 3i1C2!*9IZde 191 d i ΓΙΟ r 6 X 9 T9 r X verdt 3.3,H X 3t OSrt * Het 13 5.9 bedo^linp da- de periode, die nodig is on de outputcondensator te laden vordt te starten, Het^e^n -n vo^dt door ΛΛη programma in het geheugen ·02, vaarbij het tellen doorgaat totdat hst op-gela-der. spanningsniveau in da outputeondensator een te voren bepaald 32 niveau bereikt. Het spanningsniveau van de condensator zal dus herhaaldelijk ge meter, vorden onder beheersing van de microprocessor ICO, en van-

J193r dit 211V5-911 O"* dl 113Ö V OV0II d’3 ν·3 1Γ01**9Π X'ΒΌ~ °X19 t9"/ir*dp , Z3.X

d.3 pcX'-’crXir p d o or ρ no * Hourssr d 9 X 3.1139 hi r ·ιι no mi de o onderis ui or h.9t t9 veron w30ciB,Xd3 ni vi m hoodt toroilit 5 dstn vordt 0.9 teXvcrliin:^ Xooindi11 cn ot dio 13lli::r verdt 3.X3 991 indio^t' 9 vslii 19 inoodmtio V2,z* do c;. r. λ ';~r i * - / '3 1 r "2 -y 'λ * v’ % i 4 18 leiding. Wanneer de leiding open is zal de impedantie van de leiding hoog zijn, waardoor de laadtijdperiode groter zal zijn, terwijl wanneer de leiding kortgesloten is de tijdperiode hetrekkelijk klein zal zijn. Eerste en tweede tijdlimieten worden dus vastgesteld om te bepalen of de leiding 5 kortgesloten is of zijn impedantie te hoog is corresponderende met een breuk in de leiding. In beide gevallen worden deze limieten, die de vorm hebben van tijdtellingen, gecontroleerd en wanneer zij overschreden worden, wordt een tweede reserveleiding gebruikt in de plaats van de defecte leiding.

•)0 De reservedrijvers 13¼ kunnen gebruikt worden om een sti mulering te verschaffen op een aantal verschillende plaatsen, bijvoorbeeld vijf, teneinde arrhytmia’s te verbreken die door de gangmaker 12 waargenomen zijn. De aanvallende drijvers 13^-c en d kunnen cok gebruikt worden om een polarisatiespanning op de leidingen 17 en 19 te ontladen na de gangmaking, of zij kunnen gebruikt worden om de outputcondensator snel op te laden voor gangmakers met hoog ritme. Arrhytmia’s kunnen gedetecteerd worden door ds vertraging te meten tussen de elektrische aktivi-teit van een eerste hartplaats, bijvoorbeeld het atrium, en de detectie van hartaktiviteit op een tweede hartplaats, bijvoorbeeld de hartkamer.

2o Wanneer de vertraging kleiner is dan een te voren bepaalde periode, bijvoorbeeld 100 tot 200 milliseconden, is er een indicatie van een mogelijke arrhytmia. Arrhytmia's worden hoofdzakelijk veroorzaakt door het optreden van een tweede concurrerende ectopische focus binnen het hart van een patient, die slaat in concurrentie met de primaire focus die typisch op-25 treedt in het atrium van de patient. De twee slagcentra corcurreren met elkaar om de arrhytmia te produceren, waardoor de aktiviteit van het hart erratisch wordt en het bloed niet op doelmatige wijze verpompt wordt.

In een illustratieve uitvoering van de uitvinding is het de bedoeling dat een aantal elektroden, die elk gekoppeld zijn met een versterker 13¼ en 30 een kiesschakelaar 130, gekoppeld wordt met een corresponderend aantal gekozen plaatsen van het hart van de patient. Sen van deze leidingen wordt gekozen om stimuleringspulsen te leveren aan het hart van de patiënt, terwijl de resterende leidingen gekoppeld worden om de resulterende hart-aktiviteiten op de resterende plaatsen waar ta nemen. Tijdvensters worden 35 tot stand gebracht door een in het geheugen 102 voor elk van de vier lei- / a 0 3 o * 9 J < 19 dingen ongeslagen pregranna, waarin hartaktiviteitssignalen ontvangen worden, en wanneer da signalen niet binnen de tijdvensters ontvangen worden, is er een indicatie van een nogelijke arrhytsia. Wanneer een gedetecteerd signaal tick niet binnen zijn venster bevindt, wordt een andere van het 2222-22 Χ^ΧΧ,Ι,ΓΙ^Θ^ θ’**! 2.9 3t22T2X2Z*2r]l£S"Dl2X;522 2β X 3V3222 j 32 2-3 ΐ*33™· y terende leidingen ontvangen de resulterende hartaktivitsitsignalen. Wanneer de waargenor.en signalen niet verschijnen binnen de tijdvensters na het kienen van de nieuwe stimulerende leiding, wordt een andere leiding gekozen. Wanneer de arrhytzda niet onder beheersing gebracht wordt door deze werking, levert het programma stiruleringspulsen aan alle leidingen tj * ** ^-a* ν,Λ·^ V^τ·»'* C2CL22* 052322*322£| 'C0*SI12c2Il · D9 "b!L j2"233*" O** den waarin da hartaktiviteitssignalen ontvangen roeten worden, worden vastgesteld op een manier als hieronder verklaard aan. de hand van de figu- ^92 92 p*

Uit de bovenstaande beschrijving zal het duidelijk zijn < ? 23 £S2v223Zl 20* 12 392 3232"0tion99X DZ. 2Χ2"θ9Χ3 3 3,2223.3 03.2*9 2.22202*522-3 23 5 waarmede een correctie of compensatie mogelijk is van een verscheidenheid aan factoren, zoals vssrneamnceilijkhaden, vcedingsbronspanningsvariaties tl-a-n »222 * 22^3 V22 23 22^ 2 32 02VC0222 329 222S"b2C2232 ♦ ?TöC33392 Cf* 220— „Λ grarena1s worden bijvoorbeeld geladen in het geheugen 102 voor het waar- ^£4^45-5-1 ^5 ?-i*0lVa2, ^3^3233922 02 *b9222J 9 2013 0*1032 2X3 23 1*9XX22^ van het id'd—signaal, de pulshraedte van de H-golf vanuit de hartkamer -2, ^9 -\22X2 522 9 V22 2 9 ^OXjfj -23 3COO*t23X2."’ '52922 V321 29 123"^ 392 "7Ό02— (2232X 2ZIX—31* j 920» V32*X91T* VD2?Xt *295 ^32921^32 102 ^ΟΌΙΓΟ -^22321293^2 031

Λ- parasitaire wisselstrccnruisbrcnnen te negeren of ooi parasitaire snier-32-213^ 32 *53 -^ te ;f*2Xt 30* 2Π» De αΓΌ01*X3X912 V521 332 29ν*^βΧ2 jlCS

3 wcVi.*·» *0 A‘»'Vca‘' 13 ί ** V f* a » -3^ ’T--»— ^ ^ ·—- — C2 -·** ir***·—'* — — ‘ — *-*-* *.*4*4»«.*. ^ -»·. ——yA} **.»>«, ...

/2Ο222Γ230*Χ jC22 **02*222 ^ 2 .^22 ^/9^301132292^29^2 ^.32 X9I'll22-2*92 32 d.23 C02-· ~·*»**^ .? s s*4'’ Vti't */0^*X *v(2Λ Qjy-j λ ·*ν ar» u; ?r —.

uit een eegtunt van vervaardiging is het niet langer nodig alk ’’hardware” 022*0*222 *23 *20X2^20Λ0*9Γ OOI ^D002291*X2 lZl3 jlO'OIOOd.SO-.OOlll t3 te 02 5"V2*^Il3X'22 > 229 **-.2 9X>2S’- */93012XX32 XOCO* V X5 2 2 2 V 2ΠΟΙΟΙ’*232 5 02 j7/C02*"b;a9XcL 922 ^/9222- dering van het inputfilter, de pulsbreedte of het pulsritme. Een verder voerdeel van ie gangmaker 12 volgens figuur 2 is dat hij het gebruik van ,__ % Λ** *Vti ^-·λμ·* na"' * ^-, .-1 0:2 V ** f, vn. ~ -r»_ a -ρ- ^»7 -·ν Λ :« ή * ^ Ά 20 pulsbreedtetimingeondensators binnen bekende, met "hardware" uitgevoerde gangmakers. Tegenwoordig gebruikte "hardware" gangmakers gebruiken een weerstand/condensatorlaadschema om de gewenste timingfuncties tot stand te brengen, zoals pulsbreedte, pulsritme en immuniteitstiming. De ervaring heeft geleerd dat condensators een belangrijke storingsbron in deze schakelingen kunnen zijn.

In deze uitvoering van de uitvinding kan de microprocessor 100 de vorm hebben van een processor zoals vervaardigd wordt door de RCA Corporation onder hun aanduiding "CDP 1802 COSMAC” microprocessor of ^ de "CDP 18oU COSMAC" microprocessor (bewerkend on-chip-geheugen).

Zoals hierboven verklaard is aan de hand van figuur 2, is elk van de drijvers 13^ verbonden met zijn eigen stel kiesschakelaars 130, waardoor een stimuleringspuls door een van de leidingen 17 of 19 geleverd wordt aan een corresponderend gedeelte van het hart van de pa-^ tient. Verder levert de multiplexer 106 een gekozen signaal, dat door de leidingen 19 en 17 ontleend wordt aan de hartkamer h2 en het atrium k0, aan de microprocessor 100, In figuur 3A is een illustratieve inrichting van de drijverversterkers 13^ en de kiesschakelaars 130 weergegeven cm de stimuleringspulsen via de leiding 19 te leveren aan de hartkamer k2 ten-2q einde een ventriculaire vraaggangmakingsaodus tot stand te brengen, waarvan de tijdintervallen in figuur UA zijn weergegeven. De referenties die gebruikt zijn om de elementen in figuur 3A aan te duiden, corresponderen met de in figuur 2 weergegeven referenties die soortgelijke elementen of blokken aanduiden. Een gangmakeroutputcircuit bestaat uit een output-gj. transistor Qy om de spanning op de condensator selectief te koppelen met de hartkamer b2 via de leiding 19* Een outputregelsignaal T^y van de microprocessor 100 is via de geleider 131a, de versterker 13^a, de weerstand Ry2 gekoppeld met de basis van de transistor Qy, waardoor deze geleidend wordt. Als resultaat wordt de te voren opgeladen condensator CTy 2Q naar massa ontladen, waardoor een stimuleringspuls aet een pulsbreedte, die correspondeert met die van het signaal T.-,., via de leiding 19 gele-verd wordt aan de hartkamer ^2. De kiesschakelaar 130a wordt gedurende een gekozen periode gesloten door het regelsignaal T^y, dat via de lijn 132 aangevoerd wordt om de condensator Cy opnieuw op te laden in het 25 interval tussen opeenvolgends regelsignalen T^y. Het regelsignaal T.^y 7 0 0 5 6 4 9 21 I f maakt dus selectief de transistor Q„ geleidend en niet-gsleidena, vaardcor v corresponderende series stinuleringspulsen via de leiding 19 geleverd vorden aan de hartkamer ^2, In de unipolaire gangrakingsmodus is de plaat of houder 13 "an ds gangmaker 12 verbonden r.at de andere kies van de 5 ‘J*

Zoals 'weergegeven in figuur 3A is de ventriculaire leiding cov v^hbcnden net de geleider 133a ret de mult id ener sn ret name ret sen schakelaar 10oa!, die gesloten verat als gevolg van het tijdvenster-signaai 2.., vaardcor een signaal dat indicatief is voor de ventriculaire ,Λ aktiviteit van net hart via het versterker- en A/I—circuit 106 geleverd I \J ~ verdt aan ie cd preprocessor ICO. Ce ventriculaire leiding 19 is via. de 3.32!* d.2 £0211313 cYt02!* Cl 321 G.2 V88TS’b-tU2iL-321 Hl 3Ώ. R2 80. d.8 VS2!*— i OC a** * -3^ «O ·*/* η1 n-3·* . P·? 1 Vi ja* 701*1?».

lijken van het functionele 'olokschsaa volgens figuur 2 en de schakeling ^ volgens figuur 3A (en de figuren 3B en 3C) vordt ongemerkt, dat er geen nauwkeurige overeenkomst is tussen de elementen van date figuren. Ofschoon aan gegeven is dat hen?, aide schakelaars , net natie de schakelaar ICoa* Λ81 C.33-* VO’Tll VU 22 231.-.1 "* 1-32231 :"J0? 2S ·2Χ* 88*1 72* SCUli 1^23S321 0.8 C2.2?·** -5^ % a ?· λ·» ·* νΛ': 5·Λ*ΐ5 1 .* / on -*'4 *2M*h«*· *3^ Λη Γ1 'i '»* ‘.4*. y Q v * w .. «· y *» ,* «4 '.* «fc— y < ^\ ·* *, ^ -*, w/·2-* '"ν'** ‘-y / O * - **5 9Q versterkers, bijvoorbeeld de ventriculaire senserverstarker 139 omvat, ter-vijl de muitiplener lOo volgens figuur 2 een gekozen input van een aantal analoge inputs levert aan een enkele versterker 108. Het is dus de bedoeling dat de verscheidene schakelfuncties, die als voorbeeld zijn 'weergegeven in figuur 2A 'en de figuren 33 en C) daarin op illustratieve 2=; vijze zijn veergsgeven en op verschillende dianieren uitgevoerd kunnen vorder.*, ie ruitiplensshakelaar 10oa! zou bijvoorbeeld uitgsvoerd kunnen ver-dan door eer. kiesschakelaar 130. Het verbindingspunt tussen de veerstanden R2 en ?.1 is rat massa gekoppeld via de condensator C2. Zoals blijkt aan de hemd van figuur -a is het gevenst de versterker 139 "et de rassa te V^^Cir ^32L12'’*8‘'~d'a Cl:a * 3.3¾ VlX Z£ ί *£oi 'boO0-*· *“”* ~£T ~ -f- *“ ” w.* J - ~ - - ~~ * ~ 2!*10d.8 j V 3, BH 21 21-3*v Π13ΐ2 737v8213’1/ VOldl2 213*1! V3n1y2rdlt.l2.BX2*-3 3 f. HB3.2, VB3.2!* 1l3 213.12-3Π» 'Jr***··* * * λ " * .e«i^ ^ ^ d· *5 * ^ £ λ δ·1!

Oi / aan een kies schakel aar 13 Ce , vaardcor het verbindingsp'cnt tussen de veerstanden ?.2 en 31 net rassa gekoppeld vordt gedurende de imuniteitsperic-sr de. Het uit de veerstanden ?. 1 en 32 en de condensators 21 en 22 bestaande tl· ' \ ί 22 circuit dient als een koppelcircuit tussen de ventriculaire sensorver-sterker 139 en het hart van de patient. Wanneer met name de multiplexschakelaar 1 106a gesloten is, waardoor de input van de ventriculaire sensorverster-ker 139 met massa gekoppeld is, is het gewenst een isolatie te verschaffen 5 tussen de massa en het hart van de patient, anders zou ernstige schade veroorzaakt kunnen worden aan het hart van de patiënt. Voor dit doel worden de weerstand R1 en de condensator C1 geschakeld tussen het massa en het hart. Verder functioneert de condensator C2 als een laagdoorlaatfilter voor ruis, die op de leiding 19 aanwezig kan zijn, en verzacht de slui-30 tende werking van de kiesschakelaar 130c. Hat is de bedoeling dat de ventriculaire sensorverstarker de vorm kan hebben van een bekende operationele versterker, en de weerstand R2 is met zijn input gekoppeld om zijn versterking op een bekende manier in te stellen.

In figuur kA is een tijdgrafiek weergegeven van de ventri-35 culaire vraaggangmakingsmodus corresponderende met de output/inputver-bindingen van figuur 3A, waardoor het systeem volgens figuur 2 in staat is om de hartkamer b2 van de patient in gang te houden. Op het tijdstip tg is zojuist een ventriculaire gangmakingspuls via de leiding 19 geleverd aan de hartkamer b2. Daarna wordt de RV-versterker 139 met massa ver-20 bonden door het sluiten van de kiesschakelaar 130c gedurende de immuni- teitsperiode vanaf tg tot tj. Ook gedurende de immuniteitsperiode wordt de condensator opnieuw opgeladen door het regelsignaal T ^ te leveren teneinde de kiesschakelaar 130a te sluiten, waardoor de ootentiaal V aan s de condensator C„ geleverd wordt en hem onnieuw onlaadt. De immuniteits-25 periode is in da orde van grootte van 325 milliseconden op het tijdstip waarop de gangmaker 12 in de patient geïmplanteerd wordt en de batterij of energiebron 126 nieuw is. Gedurende de immuniteitsperiode wordt de hart-aktivitait van de hartkamer ^2 niet waargenomen omdat verschillende ruisof uitwendige elektrische signalen aanwezig kunnen zijn binnen de hart-30 kamer i»2, die niet gedetecteerd mogen worden, Ha de immuniteitsperiode te beginnen op het tijdstip t^ wordt de kiesschakelaar 130c geopend en ös schakelaar 106a’ gesloten, waardoor wanneer het hart een R-golfsignaal produceert dat geleverd zou worden via de leiding 19, de geleider 138a, de ventriculaire versterker 139 en de gesloten schakelaar 106a’, reageert 35 de microprocessor 100 door de tijdcyclus terug te stellen tot tg. Het ƒ d U 0 C 4 y Z r 23 optreden van het R-golfsignaal uit de hartkamer -2 geeft aan, dat de hartactiviteit normaal is en dat hst niet venselijk is een concurrerend ventriculair stir.ulerir.gssignaal te leveren. Zolang dus hst hart van de patiënt een B-gclfsignaal produceert, zal de gangmaker 12 geen ventricu- iair canr.rakinrssirnaal crvekken. Wanneer evenwel na hst verstrijken van t * - de vaarnsemneriods vanaf t, tot t. seen B-gclfsignaal gedetecteerd is, aal de nierocrccesser 120 een tijdsignaal produceren, dat via de geleider Η 1 13!a, de versterker '3^a, da veerstand B„0 geleverd vordt aan de oasis van de transistor 5. vaardoor de transistor t seleidead genaakt vordt / 7 «Λ scdat ds condensator C„ sich snel ontlaadt door de hartbelasting {veergege- ' t ven door de veerstand B } vaardoor een ra,nmakir.S3"culs via de leidimen 19 sn 13 geleverd wordt aan de hartkaaer ^2. Gedurende de gangnakings- neriode vanaf t„ tot t_ is de ventricvdLaire versterker 139 net raassa ver-* 3 honden door de gesloten schakelaar 130c. Ongemerkt wordt dat da verschil- — ΧΒΠ'Χβ 'Z«CiT2*33"20nC.3!r5nC.S Χβ T·’^.X 5 X 2*-^ βX'3β ΎΒ,ΖΙ d.5 VSn*v2TiC\lX3#2.Z*3 4 >· puls tussen Ie tijdstippen tg en de isruniteitspericde tussen t^ en t« versteld of opnieuw* georograuneeri kan vonden door nieuwe acht hibvoorden 'η Viar· ra-nM.-ar 10P λ ' 5 -vni cic*rj*r*a^ - n y'T'i'»'· 2» **_#*# S V w i ’w' >· .k ^ k* } -JW #»— O —kk ·*» — "p rtiAk C- «

In figuur 5 is sen stroomdiagram weergegeven van ds stappen or, '/oor het ui ivo eren van da ventriculaire gangmaking in een vraagmedus, vaarvar. Ie tijdgrafiek is weergegeven in figuur <*A, tervijl de output- en n V -VV «. ν*.-·ι *·?·> ;»prj *?τ ---1 **? ^*·»1*** *5-' ^ -Ο ί I — — »J *·* O-tS- ' '•‘-‘•O·***’* -»Λ ·**- 12 coals weergegeven in figuur 2. In een illustratieve uitvoering van de uitvinding omvat de microprocessor 'CO een aantal wijzarregisters voor het #..- onslaan van wij cars of adressen naar voordelaatsea kinnen het HCM-sedeelta 102k '/er. het geheugen 102. In desa illustratieve uitvoering zijn kinnen /ί ^ »»»- -» ^ .-¾ -jv t 1-3 "7* -·** ^ -or ·5*·λ^- S'3**^3 m. n λ V002* O'DSX^t van ds ^?.r.^ 3:1771 1*3 vij ~-3Γ3 o? adrsssen: Q ' *» -»* Λ *j ar ? 'r t} / *2 — 1 ~ 1 *5 /τλ\ *7 Λ *. ““ -.«ίνν-Λ-Γ W f 1 ' = - ' i -5 - .·»’ > i-W ' 1 "3 / ^ ss -„ja '--.n ·* -"c '·*- -i01 -r - 1 j kl, 1 Λ , W-,υ w M J V ^ W .#<· V. V Η«·ν ·#« 1 #.,j U V· J O- / 3 ,'V’ - ï-'i’V’ 1 ^a·»· Λτ,·°' k. . — > J -k ^ — .J -i w - v - * /

#.« v1-»# ^ - «2 -> * htkk ώ k# Jk V w vkkk /C*iv -k. ï *.j U W4 ^ / ~ J

/ V · ». * - * · k * » / -?*# *.

_ - 25 - "-'“l* ' -^V - Ί» j* “% . '‘V

/ »» ·“ - * —' ( ^k.— -k^CJ - — *-* v—- > 1 *· 2b

Verder worden de vlaginputs voor de tongschakelaar (EF2) en de R-golf (EF1) aan de microprocessor geleverd, zoals verklaard zal worden aan de hand van de figuren TA en TB, De notatie voor de vlaginputs en de wijzers en tellers wordt gebruikt in de gehele hieronder vermelde 5 programmalijst. Zoals gebruikelijk is bij microprocessors omvat de microprocessor 100 de adresteller 10T, die een 1 incrementeert voor elke stap van het programma als dit uitgevoerd wordt onder de beheersing van de microprocessor 100 om de volgende plaats binnen het geheugen 102 aan te wijzen, waaruit informatie gelezen moet worden. De stappen die verklaard 3Q worden aan de hand van figuur 5 voor het tot stand brengen van een ven-triculaire gangmaking volgens de vraagmodus, werden uitgevoerd in een RCA COSMAC microprocessor door middel van de volgende machine-instructies: Geheugen- Symbolische Geheugen- Opmerkingen Stapplaats adres notaties inhoud 15 hexade- (hexade- c imaal_________cimaal)____ 00 0000 Ds00 200 ' Λ 01 LDI ?8 202 02 00 00 202 20 03 PHI, 3 B3 l 202 0¾ PLO, 3 A3 J Set LC=0 202 05 GL0, 3 83 R(3 )~7 D 20¾ 06 BNZ 3A Is LOGO 20¾ QT OUTPUT 3D No? Go to 20¾

25 OUTPUT

State Memory Adress 3D

08 LDI F8) YSS? SST 206

30 OUTPUT

State \ Table to i Address A0 09 QP AO \ R(A) = QP 206 35 OA PLO, A AA ƒ 2θ6 7905349 * r 25 OB LSI F8\ S2T 2 06 OC TP 's R(3)=T? 206 OD ?L0,2 AB J 20c 02 LDI 20d \ -. 0? 7? BO > 20d ),. ^ 10 ?L0, C ACj Sat ?.{C) 2Co = 7? \

' · t γ\τ ipQ I orA

t i J. i. I

12 T3 A3( 2Co 13 FLO, 0 AD* Set R(d) 208 * ' /

-TH

14 LDI ?3N 20b 15 VDD 3o / 206 >

iA or λ ΤΓ st!, ca* οι'ν'; pnA

15 ^ =7DD

17 S22, 2 22 Set X=2 2C3 13 IN? 68 H2AD A-B 203 1? 322, A 2A Set X=A 210 U OUT SO >i(Q?} -7 OUT 210 «λ ?Q + 1 IB INC B 1b] T? + 2 214 1C INC B 13 ; 21¼ ID LBA, C UC D, 21¼ VP + 1 0= 12 S22, 2 22 2 X 212

C. J

1? SM ?7 V? - TDD 212 20 3D? 33 If Dp=1 212

7? -== TDD

21 7P7BBCore- IB BRANCH to 21¼

tare 7PYDD

22 DEC 3 23^ Deoresent 3(3} 212, 21¼ 22 0 03! ovc 21^ 714 y DC rc ^ ρο pfr*; ριο Ο’ΰ Λ- -- -· -

, » * I

' *J .· ·ν “V o 2 6 ‘ 1 *· 25 LD I Τδ) 216 2β 03 03t 216 27 PLO, 3 A3j SET LC=3 216 28 STROBE A-D 62 (15) 218 5 29 LDA, D M(TR)~> D, 220 TR + 1 2A PLO, 1» Ah M(TR) ~>TC 220 2B DEC, k 2h TC - 1 238 2C GLO, h 3¾ 10 2D BNZ 3A TEST ÏC-0 22¾ 2E TEST 2 32 No.—> to test 22h LC = 2 2F DEC, 3 23 Yes, LC-1 232 30 BR 30 232 15 31 CHECK 0 05 232 (LC = 0) 32 GLO, 3 83 R{3) —^ D 226 33 XRI FB 226 3h 02 02 Is LC=2 226 20 35 BNZ 3A 226 36 DECT 2B LCS2 226

BRANCH

37 BN1 3C TEST R-Wave 228

INPUT

25 38 DSCTC 2B N R-Wave 228

INPUT BRAilCH

39 B2 35 TEST REED 230

SWITCH

3A DSCTC 2B YES to DEcrement TC 230 30 3B BR 30 No REED 230

SWITCH

3C STRT-1 01 BRANCH to STRT-1 3D SEX, A EA SST X=A, QP 23¾ 3E OUT 60 M(QP)---> OUT 23¾ 35 QP + 1 7905849 J ί 27 3? LDA ί»3 23β 2ίΟ PLO, 4 Ah Μ(ΤΡ) —ο> TC, T? + 1 236 U1 33 30 BRANCH ΤΟ 222 ko DECTC 23 DECREMENT TC 222 ✓ ί .τ\ /"ν **!T***JJ Λ ^ λ·> «£ ^ » λ: ?? 02 *2 ? ?:; 02 * y ” * Ü? ^ZJ jp AL T? SP 5.27 6θ Α5 PW.5.27 03

Ao 5? 2,87 oO

i- AT PW U.37 Go • y

«3 q-D 2 Bv dO

A9 PW 5,1;” 08

AA SP 17 oQ

A3 PW h7 10 20 AC SP 2,67 60 AD PW 3.67 12

ΑΞ SP 07 cO

AP PW 07 12 Ξ0 7? 75.2 52

5- BI 7h.3 hQ

E2 72,4 ^4 33 7h. O u-0 SU 73.6 3o 35 70,G 00

30 36 TDD

S? = 3-32 Psrird PW - Ρ"Γ.ϊ ϊ WilWli

Ir, fiou',;r 5 is 22:1 stroe:rli*=rt vasrgsgavan van de stappan, C.Z.S d.3 hierhCVSn ^ USdmcdreS verte^envCOrdZgens V3,3,rbl.J d.w COI*Z*wC“' 35 tenderende step rcor tijn instructies geïdentificeerd vcrdt onder het - n .> * > -. . ’ i.- . l-; .’ S* * > * 28 hoofd: "Staplokatie". Het programma begint met de startstap 200, en gaat dan naar de stap 202, waarin de door het register R(3) gevormde lusteller LC op nul ingesteld wordt zoals voorgeschreven door de op het geheugen-adres 0¼ opgeslagen instructie, zoals hierboven weergegeven. Zoals.veer-gegeven in figuur lA omvat de ventriculaire gangmaking volgens de vraagmodus een immuniteitstoestand corresponderende met de imauniteitsperiode, gedurende welke de ventriculaire versterker 139 met massa is verbonden, een detectieperiodetoestand gedurende welke de elektrische aktiviteit van de hartkamer wordt afgetast en gedetecteerd, en een pulsbreedtetoestand ge-^0 durende welke de ventriculaire stimuleringspuls geleverd wordt aan de hartkamer h2, Zoals zal blijken uit een verdere beschrijving van de stappen van het programma, schrijdt het programma voort in een lus door de stappen van figuur 5 drie keer, namelijk êên keer voor elk van de drie genoemde toestanden, waarbij de lusteller LC gedecrementeerd wordt na voltooiing ^ van elke lus om aan te geven, dat het proces naar de volgende toestand gegaan is.

De lusteller LC wordt initieel op nul ingesteld in de stap 20U. Het proces beweegt nu naar de stap 206, waarin de wijzers VP, QP, TP en TR, zoals hierboven gedefinieerd, geinitialiseerd worden naar hun 20 startpunten. VP bijvoorbeeld is, zoals hierboven gedefinieerd, de spannings-transitietabelwijzer. In de stap 206 wordt dus het register R(C) ingesteld op de eerste plaats binnen de transitiepunttabel, die de spanningen definieert waarmede de outputspanning V van de energiebron 126 vergeleken s moet worden. De wijzer QP die vijst naar de outputtoestandtabel als op-gcj geslagen in het register R(A), wijst naar die plaats binnen de outputtoestandtabel, die identificeert in walk van de toestanden als weergegeven in figuur de processor is, dat wil zeggen binnen de issiuniteits-periode, de detectie- of gedeeltelijke periode of de pulsbreedteperiode.

De outputtoestandtabel is hieronder als volgt weergegeven: 20 Q11 01 immuniteitstoestand Q21 02 detectietosstand Q31 OU pulsbreedtetoestand

Vervolgens beveelt de microprocessor 100 in de stap 208 de A/D-omzetter 108 een digitale indicatie uit te 'lezen van de energie-25 bronspanning 7 . In de stap 210 wordt de outputtoestand QP als opgeslagen 7905849 i r 29 binnen het rdsroproces sorregister 3(A) met 1 geincreaenteerd, dat vil zeggen er vordt naar da volgende outputtoestand bevogen. Op dit punt geelt -ius hat register ?.(a) aan, dat hat proces in da initiale inaunitaits-nericle is. Vervolgens vordt in de stars 212 de scanning 7 vergeleken met c de transitieouncscanning (V?}, vaarhssn gevessn vcrdt door de scannings-

-/ -W

*·· *5·«^ *».-** ·» ~ «» ί * «χ* λ "1 u ·* ?** ^ £07" ^ t? *^· ti *>* 1J f ^ I T«? »* ** y*i -*. .-s W. C~4C ^ Ά — «Jv.-» V > Ct Λ »AJ — — /- m-J-O — *i -A w Ü Vw.* JihÜAAi-w-- r^»3» .5 *« .«—. 1-t - r- » "Γ -^»«4»«·-- » ^ A-*}-&> V ¢,1 -.-^¾ w *n *» ?"· ΤΪΤ "** %3 ^ -Ξ 1 n tsW xvs*^ VdVO Λ T~ % Λ·4-

Xi. W M smf .» » -X / ^jj M- J -x· — -m £f —A Cl A A I.M x. V «2 i*· CuA — »» -.- ~J ^ V Λ m-A mm -I. W s«i «Ϊ.-Α V J -w Λ w w V A A w k/ 3 proces naar de stap 2*o; Indian niet dan beveegt hst proces naar da stap 2lU j vaarin da spanningstransiiiepunttebslvi.jser 7? net 1 ge increment e er d Τ’ Z23 ?*·- ”VO^ 0-.3,3,03 d-VcL-*!.! >6Π62.Π02 CL2 VO\'Z-BTlJ.-3 1 e?*>»>a Vïia^a ••a’1» ' ca ^ r'^ t^T'*'*t ί^ ^ n* w - “A 7aV/^i ?.-a^ , ksr> *»j*o*w«-3 üt* w*·*·^*^

— —I« — ta» * -·*. — »* J· * m V — uii.O —. V A* i* W * J -<**.♦ A. x/'-ï * —' *. -u— A. Q — ** 5 N».A * w— M— — J M — -- wT

G.^ ’ί* 'ν*'Γ3'y*·? Φρ 2 33^23 032'3 Γ O*5$2^d OiH 0.3 VOd-33710.3 ^**25 Od-iUUv·* g .¾^ 53-.-^^3 'd^*·*, *c ^ ίγ1 λφ d-3 2. j ’d3 dT-V 3 g2_ >

De vclgande vaarde van hst spanningstransitiapurxt vorit verkregen uit da spenningstransitiepunttabel, dia hieronder is veersegsvsn:

VI 33 179 * 5.2 V

72 A2 1c2 * t.S V

73 91 11*5 = k.u V

tt5, Q/\ Λ t? / -r 'wU ****** V / ^ w> vr=T ^7 Ί 1Λ 2- ^ k ’? / P 0-1 f i V -* J * O t 7c 00 = 0,0 7

HoO V 3 " .7 ^ G 1 - SOS-. '7 3 '7.7* Ί 3 Π V 713 C.2 7 3^· "3 C 0 2.3 ts 1 ' fl 3Π C.3 OG2.3” "*?i*v* js 3» ·’« **» >t> » :» cs~»V -«srad *h ^ * λ ^>7 Λ τ *** τ « '«ϋν a« * κΤ— - . J - __ ki » —· ^ fc X- x· - — ^Λ.» V MW ·/ m* «J Ö 'a. Vi Λ.» V M >A — ^ J w M-M W A V** W — m*t S ;*i >-v·· ;) " j ' ' "" 1 rr*/5-» %»·>ϊ -'t '· ; 7 >. 5.2 7 Ί?<1 800 ,us \ 3

/ J

122 -T? =3ς > 1.3 7 φ·50 1C-C ’’3 ι· ° --- . - „ j , x>o ^ i s Λ rrj/--3 w , ; ...a; y li.il 7 30 -33 1250/Us) T2'i ^7c ms·· 7 >. U.O 7 ;Tlt\ 4 - -,-. * ^ s fw3 .

/ ^ r*^rA — d" .·*. r> _' “”J -y 7/2. 3.3 7 — 00 ίx J ^ ^i.3 j / < *» — - w‘iu>3 *, ·—, ^ d - /„ <1 *? -ΟΟΓ-Λ **-*’ ° ·** *- l-_ *Γ y'4 30 ,: 'l c

Zoals te zien is in elke twee plaatsen wordt eerst een tijdsduur gegeven door de detectieperiode en dan de pulsbreedte voor een gegeven spanningstransitiepunt, dat vil zeggen een referentiewaarde vaar- mede de spanning V vergeleken moet worden. Zoals verklaard zal worden s ^ versteld dus het programma de pulsbreedte van de ventriculaire stimulerings-puls om een constante energie te behouden binnen de ventriculaire stimuleringspuls, en om de detectieperiode abrupt te vergroten wanneer de spanning V van de voedingsbron 122 verzwakt teneinde een ritmevertraging te verschaffen aan het einde van de batterijlevensduur,

In da stap 21k wordt het spanningstransitiepunt bewogen van V1 naar V2, bijvoorbeeld van 5,2 naar ’4,8 volt. Weer wordt de waarde van V vergeleken met het spanningstransitiepunt (VP) en wanneer hij gro-s ter is (ja), beweegt het programma naar de stap 216, waarin de waarde van de lusteller LC geladen wordt met de waarde n3", hetgeen aangeeft dat jtj de oscillator in de imauniteitsperiode is. Daarna wordt de A/D-omzetter 108 afgetast om de voedingsbronspanning V uit te lezen, In de stap 220 5 wordt de op de plaatsen TR opgeslagen waarde TR van de immuniteitsperio-de uitgelezen en opgeslagen in da tijdteller TC (register R (k)),

Daarna beweegt het proces naar de stap 222, waarin de in de 2q tijdteller (TC) opgeslagen waarde met 1 gedecrementeerd wordt en de timing van een periode geïnitieerd wordt om door de stap 222 te gaan, totdat de in ds tijdteller (TC) opgeslagen waarde tot nul afgeteld is, Vervolgens wordt in de stap 22b een beslissing gedaan of de waarde van de tijdteller TC gelijk is aan nul, dat wil zeggen of zijn tiaingfunctie voltooid is, gcj en indien niet dan beweegt het proces naar de stap 226, waarin een beslissing gedaan wordt om te bepalen of de lusteller LC gelijk is aan 2, hetgeen aangeeft of het proces in de detectietoestand is corresponderende met de RV detectieperiode, Indien niet, hetgeen op dit punt het geval is, dan lust het proces door de stappen 222, 22b, 226· totdat de initiële 20 telling (corresponderende met de immuniteitsperiode) als ingesteld in de tijdteller (TC) door de stap 222 gedecrementeerd is tot nul, als gedetecteerd door de stap 22k, waardoor aldus de immuniteitsperiode beëindigd is.

Op dit pur.t beweegt de stap 22¾ het proces naar de stap 232, waarin de lusteller LC met 1 gedecrementeerd wordt om daardoor aan te geven, dat het 3^ proces in de detectietoestand is, dat wil zeggen LC = 2, waardoor het 78 A ^ H Cl J w V V v 1 i t 31 procss terugkeert naar de stap 20k. Op dit punt is de lusteller LC niet gelijk aan nul en het proces beweegt naar de stap 23¾, waarin de output-toestandtabelwijcer Q? net 1 geincrementeerd wordt, waarna op dit tijdstip het proces naar de detectietcestar.d bewegen wordt. Vervolgens wordt q in de soap 23o de van de rijdsduurtabel verkregen waarden geplaatst in / Α-Λ ** ί·^'*Λΐ1 Λ·ϊ· Λ·η Λ-¾ '/*r~ +½¾ T Γ· a» / ΓΡΌ } tTA7»n r rrtüsT 1 ίΤΟ-' bAii Jc ^ — ·> w «t».*, «·., _ } wti V<b«* ^ ν·ιΟ V.MU. Vito bj .b ^ -b — / N\;i d J V i O M “*— •—-b.b»*.!*· *r Λ ar·.^ λ c*;ar?^ia ^ m ^ r» sa a pi rl a -* n 4 A c'/MMsy**?·. «ral f*. a J V b» — »b w <b/.«.I^MbbWw> bJ-« b» V*. **-b <b» _v.- .4^.0 *J êm -*· ^ -X *J Wbtülvii WM b/ ^ ,J \Jm W -AMbU Wb· V 'b* 3,1.^3333^221»

Daarna beweegt het proces via de snap 222 ca net 1 de in de ^ « ·» r*<-“ d”’ ^ 57» 3 i*3 2 ·"» 3 « -f" Λ *** O ·*> UI * ** ,<3-* -Λ « ^OV.-S '^’C' 10 - -- i; ** ^ *=> - -*—-* ^ “* “*i ·*"'"” “,-“ niet gelijk is aan nul zoals beslist dcor da soap 22l, dan gaat het pro» gircnr3 r^q,3,2* ds stiiïï 22o j xiicLicii in cis is’tsctis'coss'tsr.d) 1^332^122 }i-3i proces in dit geval is, beweegt kat proces naar de beslissingsstap 223 en- te bepalen of een η-golf naar de multiplexer «Co geveerd is. Wanneer , - binnen da tijdperiede van een enkele decrementtelpuls de R-golf niet gedetecteerd wordt, beweegt het proces terug om opnieuw zijn kringloop te beginnen, waarbij in de stap 222 de telling corresponderende met de detec—

~a^3£2?3^32Vl 33'*d VOÏ*C.iS Z O Z 1 3,1 C.3 il 322 lil ~ 3 211 IC 13 3,9,22 O SC 3X0 1^313133 CC'22*3 V01*2C 1CC2* 'ÜC 3lS3C 22^* 2^31112 33 2Γ 3 3Π R—|*θ2£* JSdstsCtSSid 'vO^TdC

cq door ie stap 223, beweegt het proces naar de stap 230 cm de status van de tcngschakelaar 23 te controleren, en indien desa epen is wordt het proces terurrestaid teals aarreduid in diuuur -A teneinde het tree es naar trt te doen terugkeren, dat vil neggen naar de stap 2C2 waarbij de lus- \J "" teller 10 teruggesteld wordt cp nul en hst proces opnieuw gestart wordt. n; De tcngschakelaar 23 is eer, magnet is oh bedienbare schakelaar binnen de —j '5Γ^ν2* 1^* N3 d.2 ^ 71^ 23ΓC2^ri.Π.C *1322 d.C d.3 2 C Π C =3 3123,2r32332* 23 ^ ν·^Χ",’Λ"·Λ s3 ^CCl* β5Π. ü>*— λ T9.3J2233ly 32 cX'w'b 2 1 32 jv ~ ,T»C 2 3 ΙΊ’ν 3 31* CL 3 £3,JZ tr^* Ί/Ι3 2* 12 te plaatsen, waardoor de tcr.gschakelaar 23 gesloten wordt om de asynchrone werkwijoe te starten. Wanneer de tcngschakelaar 23 gesloten wordt •sn hetgeen de wens te kennen geeft in de asynchrone modus te gaan werken, gaat «*'*'* j *»-,-.»* «?·* ««b /at'·** ^ sc*** gr τ»λ.·;·4 ς|^ -> CCC Q *1 ^T'a-v» os - ' * -ί-5* ti** “ ‘ r *λ " ϊλλ·λμ -fs.-a'n <“* gr n>d? tnAoov.n ·-» — ·» — V ·* -J U.- «»- *-* *^ — — -5 *-* — i*’'"* V»»bA b. -5-,^b-^^=wwV,W-^J.b4 is. Cp dete wijse wordt geen acht geslagen op de detectie van een ?.-golf 23 C2 Tü.^*2--L.kCr* "! 2 ^ * 22'j o"’II0X!TCCΠ ti V2I*333 3Cw2'dciT ^3^21^3^322121¾ 12331* w -.,.· - -- *» i Λ r Λ ::*; ", -j '** ^ » V ^ 32

Nadat de tweede detectieperiode verstreken is, dat wil zeggen wanneer de in de tijatelier CC opgeslagen telling afgeteld is tot nul zoals aangeduid door de stap 22¾, wordt het proces weer overgedragen aan de stap 232, waarin de lusteller LC met -1 gedecrementeerd wordt, waar-5 hij de daarin opgeslagen waarde gelijk is aan 1 hetgeen betekent dat het proces in zijn derde lus terecht komt en terugkeert naar de stap 20¾. Aangezien de lusteller 1C niet gelijk is aan nul gaat het proces naar de stap 23¾, waardoor de Ïfaarde QP van de outputtoestand met 1 geincremen-teerd wordt, hetgeen aangeeft dat het proces nu in de pulsbreedtetoestand •jq is. Vervolgens wordt inde stap 23ó de waarde van de tijdsduur geadresseerd en afgetast uit de tijdsduurtabel en opgeslagen in de tijdteller TC. De waarde van de tijdsduurtabelwijzer TP wordt geincrementeerd met 1 om te vijzen naar de volgende plaats in de tijdsduurtabel, zoals hierboven uiteengezet is. Op dit punt komt het proces in een serie kringlopen, waardoor de telling in de tijdteller TC gedecrementeerd wordt met 1 door de stap 222, en wanneer de telling niet gelijk is aan nul dan gaat het proces naar de stap 226 en omdat het niet in de detectieperiode is, keert het proces terug cm opnieuw in de stap 222 gedecrementeerd te worden. Het proces herhaalt zich totdat de waarde van de telling in de tijdteller TC tot 20 nul gedecrementeerd 13 zoals beslist wordt door de stap 22¾. Op dit tijdstip beweegt het proces weer naar de stap 232, waarin de lusteller LC weer met 1 gedecrementeerd wordt, waarbij de waarde nu nul is. Het proces beweegt naar de stap 20¾ en het proces begint wear helemaal opnieuw met het initial!seren van ds waarden van VP, QP, TP en TK door de stap 206, 25 In het bovenstaande is de wijze beschreven waarop de gang maker 12 het programma uitvoert voor de ventriculaire vraagmodus als opgeslagen in het geheugen 102, waarbij eerst naar de immunitaitsperiode bewogen wordt, dan naar de detectieperiode en tenslotte naar de gangïnakende of pulsbreedteperiode voordat opnieuw een cyclus begonnen wordt. Zoals 30 hierboven vermeld is, is de lengte van elke immuniteitsperiode en pulsbreedteperiode bepaald door de spanning van de voedingsbron 226, waar-bij da bovengenoemde perioden en mat name de pulsbreedteperiode toeneemt wanneer de spanning V daalt teneinde de energie-inhcud van de ventricu- s laire stimuleringspuls in hoofdzaak constant te houden, 35 Zoals hierboven verklaard is kan hst geheugen 102 gepro- *B Γ* A s» Λ -- -ΐ 1 WJ i 1 t» )*, ' / V V V V f ;7> i 33 granseerd vorden 25¾ alka van esn aantal varkaodes 0» het hart van da patient te prikkelen, va Ike warkncdus kiesbaar sijn afhankelijk van de toestand van de patient, seifs een verandering in da toestand na iaplan-tering van de gangmaker 12, Bijvoorbeeld seals weergegeven in figuur _ k-tn d3 Λ^ιζιιώϊϊΓ 12 ksdv^vsn voTd^r1 in 0011 A2V 3 ·1^.3^3.32.0 ‘bumnsticd'us ? waarbij stimularingsculsen naar elke hartkamer h2 en elk atrium k-0 53VC3'"I V0Vi3?l 3 Π2, ΟΟΐ12133—ΟΠύ321βΠΟ.0 i!tlÜIUni"b9iiS3 w'3JT-LCd.eil V-02'd't d.3 r :3'v2.W— iS^iv dJ hElT^kA’ClciV c·3d3C1A33!Td 3Π "13.ΠΤ13·3Γ 35Π ΤβΠ'νΙΓΙ3Ul.3,il’1 3 ί,,^ΙΊΕΕί.

**>·^ — -1^-z.2- ^ ¾ d.3 3^^''m' π5 ran d.3 k^'^'hk-ELn.sir of van. ks"v 3,'vaim» vcvd'v d3 Λ z a a -rro ok 3 31 ό 3iv,~ 03s~3k-d» as o woud an inouvvar’dindinrosn van da ~e n.anoaicon 12, Ü5 vaargsna'/an aijn. in figuur 2, vordsn. gakooan als vasrgsgaven in figuur 35» 2n ds firuran 32 an 1^3 voruo de harnkamsr ^-2 van da “a’ii ook 15 4 V a— ·» ^ £,i5.v·?2 2 q1r «λλι» start VVtl «! £> o 1? 03 r9 s Ve i ^ C1

i.i ^ 1«<wV Vq .^wh> Ά—1 <3 V 'wO j. — C. »X Wa / . CV

10 --‘Λ -λ rv~1 -t1 Λν,^ 2ο ^ a^Ai1» 1150 Ί_» «c aan massa nelegd door de levering van sea signaal 201 aan de kiesschake-laar 130e, waardoor ie input van de versterksr 139 net massa verbonden wordt redursr.de een eerste imnnit git soar i ode van trt tot t,. Ook gedu-r^rd,·0 osrsds ^ d3O'vS***'0r1,od3 vordd ds vsTCr1’ cuXExr® cudouccondon1· 3-S c»ti“ a^oa'n A $ 0 1» 7 73Ί 1» λ·1" v1j> o’^ö15· 31 g"’' 353 1 T5 'n-q'2? — ^-r -r-O—“------ - - - ·- r -- ---o ' -~Α ^ 1 w;5«-i>.-:J..<i„-. -rtif — / U / odi ki 333on.3ÜC0U3.Er 1303,5 VEErdoor d.3 ^o3din3"2ron3uumn2! Y 9,ung2vo3rd — v w ~ ^ 3 ’^r·3- .-¾ r\-1rï Ji ^ 1» 1·1 a ^ ss Qr3 ^ ^ 1v0v 0 Ó -3 ° Ί 'Ύ “1 1 -- 1’ 1 2 " “ revel- of tir.inosionaal t ,, dat ontleend wordt aan de nicrotrocesscr 3 4 ICO, aangeveerd om de sohakelaar iCca' te sluiten, waardoor een ventriou- laira B-golf, indien ?,anwesig, via de ventrieulaire versterker 139 en OK de muloiple:;ar 10£ geleverd wordt om de timingbewerkingan van de sicro-‘O,- “ processor 100 terug te stellen,

Wanneer op het tijdstip tp geen ventrieulaire B-golf ' gedetecteerd is, levert de gangmaker 12 een stimuleringspuls via de lei ding 17 aan het atrium kO van de patient. Met name wordt een pulsregel-simnaal ·?.., via de drijvervsrsterkar 13¾ en de weerstand ?._ geleverd aan de basis van de atriale outputtransistor 5,, waardoor de transistor Λ C' Ü3nf V9^i' sn, ‘/^.EVdDOi1 3 321 Ont^iEdiu^" VEI! d.3 E1bvi.3.2.-3 OU'j’TjUdcOn-1" i-i Γ1 -Λ 2< 2» iï'v '1 “· ^ ,'3·1ΛΛ·3''/5ί'.’1· "1 % ü2 -J3” w1 ^ ^ ^ tti -i’Q V1^U TS^I1

A

dit atrium gestimuleerd wordt. Te beginnen op het tijdstip tp wordt een timinnrerelsinnaal geleverd aan de kiessohakelaar 130c, waardoor de innut dï ^ ·Α1 “ 1 2 J" / '> «. 1- '91 3¼ i 1 elk signaal als gevolg van de stimulering van het atrium genegeerd wordt,

Te beginnen op hst tijdstip t^ wordt de atriale outputcondensator opnieuw geladen door de levering van het timingregelsignaal om de kiesschakelaar 130b te sluiten teneinde de voedingsbronspanning V„ aan de s 5 condensator te leveren, In de periode van t^ tot t^ wordt weer de aktiviteit van de hartkamer gedetecteerd en een timingregelsignaal door de microprocessor 100 geleverd om de schakelaar 1C6a’ te sluiten, waardoor de ventriculaire R-golf via de niet aan massa gelegde ventriculaire versterker 139 en de gesloten schakelaar 106a' te leveren aan de micropro-10 cessor 100. Wanneer de ventriculaire R-golf gedetecteerd wordt gedurende deze tweede deteetieperiode van t^ tot tj-, wordt de timingperiode teruggesteld tot t^. Waaneer geen R-golf verschijnt in de periode van tot t<-, wordt een timingpuls V.^. door de microprocessor 100 via de ventriculaire drijver 13^a en de weerstand R^2 geleverd om de ventriculaire out-15 puttraasistor geleidend te maken, waardoor de geladen condensator C^. met massa verbonden wordt en ontladen wordt, en via de leiding 19 sen stimuleringspuls geleverd wordt aan de hartkamer b2 van de patient, Typische waarden voor de perioden TA vanaf TQ tot T? en voor de periode T.^ van TQ tot T^ zijn hieronder gegeven: 20 TV(MS) TA(MS) 2000 1700 1000 750 850 700 850 Ó50 25 750 600 750 500 650 300 550 ^25 pa A-V-sequentiele werkwijze als weergegeven in figuur 30 kan als voorbeeld geprogrammeerd worden op een manier die gelijk is aan de in figuur 5 weergegeven manier, behalve dat de zes outputtoestanden en hun corresponderende tijdperioden als weergegeven in figuur ^3 ingesteld worden door tellerwaarden, die ontleend worden aan een corresponderende in het geheugen 102 opgeslagen tabel, Initieel worden dus typische waarden 35 voor TV en TA geprogrammeerd voor een bepaalde patient door bepaalde / 'd v o o 4 y i i 35 plaatsen binnen de corresponderende tabellen af te tasten, een voor elk van de nes perioden. nadat een telling in de tijdtslier ingevoerd is, vonden de cneer.volgende kringlopen uitgevaar! totdat da telling tot nul afgeteld is ca die periode te besluiten.

- 7*i **?.·**··»· ~ no ·*··? vaa'-'racf^/ia’' Ύ^ΤΙ sf5’'’ si ^ ^ ^^ i·-* V· ««V— H -» .» <3 -*·«· -»·*· .T ..W· gwjjw » -»»i · —*A — -» — y synchrone vantrioulair belemmerde gangmaker (ASVIP}, vaarbij zovel de ventriculaire als de atri&le aktivitsit van het hart van de patiënt gedetecteerd vcrdt cm de tiningpsriode terug te stellen. Desa verkmcdus vcrdt tyniseh tab ruikt bij jongere patiënten, vaarvan ie atria op normale manier - -.. 72^7^7701 22 lo fi.7 7 7 77.373 3,1. Of 2727 C.?3X*^C"v ICUOIOIOIO 3 2. J 2 a

Het is venselijk en het samentrekken van de atria te versnellen sn cm ymv ^ --*·» ·2**" 2,** *7» .3 7.3 ^2 201221.3722, Ξ!θΠ ^20.2υ:207 S 27C.3 aerials P-golf start een ti.ningeyclus; vanneer er evanvel een storing is in da geleiding van dit signaal naar da hartkamer van de patiënt, tal een stirulerin^s si anaal in elk geval geleverd vorien aan de hartkamer -’2.

* ^ - = o

Vja77^m-"n’» V07C.1l '72 llSw 72*b?12 Τ-3Π 33 3331-22772Vp301CÏ.3 2,7»2Γ33. g2 0ΐ731 — ken ooi de ventriculairs gangmaking ta synchroniseren, dia geschaad kan 2Ϊ,ΖΠ ~~3.Τ»’ι**ά 2 23Z1 OtpOO 27d.2 22*. 02* 32Π 2CC.273 21113 d.-3lT2C*C C27-.2 3.2.1.

geleid!ngssysteem. Zoals veergsgavsn in figuur begint de kringloop op on het tijdsein t., met de detectie van de atriale P-solf. Zoals voorgegeven

Cj g “ * - * . * ^ ju ^ i/ ^ ^ * r i * . ♦ * ► ^ / 1 Ξ*·'**·^ „»?j ·» 2 nnp a·**» .- λ r> "'JU 3*^3 7^ 7 ***** Λ ’ a*i **p 3vï— iï— * 1 , jï.U t“. tot t f Ov’a^al 3 de tvaede en derde timingg-ericdan tot het tijdstip t^}, vordt de atriale versterker aan rassa gelegd door een tiningcignaal dat de schakelaar 13«d sluit. fok levert in de initiale cencde de met aan massa *3lecds ventricularre detectieversterker 139 elk vmaf de hartkamer =-»2 afkomstig H“Uclfsi onsal vis de leiding 19 son een schakelaar iC*6s* , die g c t'cf ^n vcrdt deer een HV-rsgelsignsal. Indian gedurende ie initiale periode van

> 70 7 7 32Π p—702.2*52..733.3.2. V0jT3*v ^ VC7-'b 32 Π*n2CV2*LuS

v » — 4-v .?*3 ‘1 "* Λ'j 7 ^_-a ^v^0'2® n“’ ij ^ ,Α n g/-3si -J* +> ^ 'J l/'.rt V V ^ V/ . ƒ e» -u^· u- O — ^ ^ W, m 1 'CI^U*. '-> ^ V^W u>p ^ X*7 j^'3 .1,2,2 V3Z*37 Ί k 1 γv3'3C71-2^ "*i '?>Z C'd.E.'b C.-a S^Γ-3*' ^" ’ 130b rssloten is, en een timinrregeltuls 1..., vcrdt vis de drii ververst er-

.V i J

2v3jT 1 3 '53 2 y.ga-*-r — p ^ γ η2.2Zt3 -233 0,2 *33,31.2 a*1 0.3 V-Sn’bX'*''52.3* a OU77U7i’. 3,1031370Γ X ’’•Γ-'-5’^CLCC** γρ ‘b-2 '/02*2*1 κ^Λ2.202 7 γη?ι 2x*2C1’* 2,n ÜT3 ^7*b7Ό7"* 7^ 2021*227.3*202* 0Π71.3,2-0.7 '0.007 *13 77302323707 12227 V22. 72 2.22720λ 11227 .* -j »1 » d> ï *- 36 de hartkamer k2 van de patient. Ook wordt gedurende de tweede période {die zich ook uitstrekt in de perioden 3 en ^ tot het tijdstip t^), de ventriculaire versterker 139 aan massa gelegd door een schakelaar 130c, waarheen een massaventriculair signaal TC1 gezonden is, waardoor de hart-_ aktiviteit als zou verschijnen in de post-ventriculaire stimulerings-periods genegeerd wordt. In de vierde an vijfde perioden vanaf t^ tot wordt de atriale versterker 1^1 losgemaakt van massa, waardoor het atriale P-golfsignaal daardoor via een gesloten kiesschakelaar 106b' aangevoerd kan worden om het timngproces naar t^ terug te stellen. Vanaf tot ^ wordt een detectietiaingsignaal RA aangevoerd om de schakelaar 106b’ te sluiten. In normaal bedrijf is het de bedoeling dat een atriaal golf-signaal gedetecteerd kan worden gedurende de vierde en vijfde timingperio-den van t^ tot t^, waardoor de timingcyclus teruggesteld wordt naar 0. Wanneer evenwel geen P-golf gedetecteerd wordt, wordt de hartkamer opnieuw ^ gestimuleerd door de levering van een leverpuls T^. aan de basis van de ventriculaire outputtransistor waardoor een puls via de leiding 19 geleverd wordt aan de hartkamer H2 van de patient, zoals hierboven verklaard is.

De ASVIP-gangmakingsmethode kan als voorbeeld geprograa-20 meerd worden op een manier die gelijk is aan die volgens figuur 5, waarbij zes perioden of outputtcestanden op een soortgelijke wijze gedefinieerd zijn en waarbij elk van de zes tiaingperioden vastgesteld wordt door het adresseren van vaststelwijsers naar corresponderende tabellen, waardoor variërende waarden van de perioden gezonden worden in een tijdteller om 2^ gedecreaentesrd te worden als het proces uitgevoerd wordt door elk van de zes lussen heen.

Figuur 6 toont een alternatieve uitvoering van de aanpasbare programmeerbare gangmaker volgens de uitvinding, waarin soortgelijke elementen an circuits geïdentificeerd zijn met soortgelijke referenties als 2Q die in figuur 2, behalve dat zij in de 300 serie genummerd zijn. De microprocessor of CPU is bijvoorbeeld aangeduid door d.e referentie 300 en gekoppeld met een multiplexer 30o, waardoor een bepaalde input 338a, b, e of f in de vorm van een vlagsignaal via de lijn 318 geleverd wordt aan de microprocessor 300, De microprocessor adresseert selectief via de adres-25 lijn 312 een geheugen 302, dat als voorbeeld een aantal secties 302-1 tot / 9 ö o o - a 37 302-Id fccsit. Zeals weergegeven in figuur 6 kan kst geheugen 302 da rem hebber. van aen vluchtig geheugen, seals een direkt toegankelijk geheugen, of aan orogranreeerbaar dood gaheugen (PROM) of een wisbaar dood gehangen (2?C;·!). De geadresseerde data wordt uitgelezen uit hst geheugen 302 an ^ levert aan aen datalijn 3'C, die het geheugen 302, de microprocessor 300, een deccdeerier 3^2 en eer; A/D-cszstter 303 onderling verbindt. De A/u-ennatter 303 ast de sralo.ee vaarde van da voedingsspanning Y„ cm in een digitale vorm cm naar de microprocessor 300 gevoerd te worden via de <5 ·ζ " ti ** ·ί * **» O 7 ~ r,— η 7 ^ '* vj 1 3,^*0. ·η r·» .t^2.7 t* m 5 ZO33 5 Cl* -Γ* 3Π i ·" -^n -·ϊ^~ΖθΞ,Ζ3 VCZ*rZ V5173Ck3.3iZd ’ν0173 5Π VCCZ**· dat tij aan da mult it let: ar 30o geleverd vorder; de A/D-onsetter an het schsaloircuii, die gekoppeld cijn met de multiplexer 30c, zijn gelijk aan die welke hierboven beschreven cijn en zij zijn niet in figuur 6 veer- .'•a'ravor 300 ^ ·*.·. -*7·**,*··-^ g* »·> m T us η *»γτ q a^-r ^ 'Ή 3^0 ^ -Z^** —— * -- ^ — — — ** ' W».*A -s ->> — ,, — /-.«« d-**CC'd 5 o 3'V-ZZ* ~*0. 35X5X00.5 ^.S d 5 O Cd 517 XΠ5 7^5 303573-511 VOO 02 0*0 1 .✓ ^ QC'*ïi’ ^ <4j m* .¾-1^ « «* v * - — ^ a 5 * ^ Z. · D ^ d 3 2 ° 17 0.Λ X X ilO χ ^,2"b -χ ό 5 -51*3 de outcut var. de microprocessor 300 cm eer. van een aantal schakelaars 1 Ó03 Ιο 2.Γ 'ΛΛ0 *02.03 2°0 *^ Ίςχ5333 , 3Π dx3 O"33XC"Z3 "050X3 5Χ1ΐ5 3 C k 3. k 5 X 3,3 Z* vun. h-2'j ZZok 330 0x7η 2x020 zx*5nd5Z 13 ïibq oZck 3--0, c. 1 5 in^ssvsXo. vordo on door de cutout van de deccdeerder 3^2 en co zijn beurt cekcomeld is met een i— >J' — -** *“ bi·- r*.* -3 -*--**- - -*» o 1 rr % - s'wVa'·/ λ'*; Vi^AV-wa—^ Π-r* r?a?a rri τ ·» na / w ^ Λν-. w 4 V w ^ M* <w Arf. ^ j MJ· Ia.k bV * «ti w wC V ' » -? u.· shwU v » *y */5Z'5ü23 dzö ice1** r dz" irekoo^sZd kunnen vc^d^ri *7^33k7,XZ3333 ’ ^3 ν^,Π, 3.20 kil- Z V_t3 35 33)113 j 5ΓΧ 031 kS3 Υ31Ί305Γ2Π 'b3 _ ^. r"n ^ «.. ^ *· **.-% *> *»« *»··» * *» -¾ a-·-'·;? ·*>**^ ^ rh'^-.a’n ^ cf h f“ ΐ* a g *n r*n ·**·\* u*u w Λ ν W. -4, w ^- wxb; Jvt _wCiwCi«.i tf M _*Λ S'jddj w h; — vwia cl'^/b-k» 3,3 33 35.S32H 03- V5353i.2.Z5*ΐΖ5 3U3l^33 03 k'2*b kdUTk 0.3 r32Zk Of* 03 0,30.533 3^Z3Π 0*3Π 033 Z** 003.551 V2.3 52 33.3Χ2Πν » 53 VO0*d" 0.33 S:,an O-^Z53153a*35** svstaem verschaft veer het vereenden van data van of naar ds programmeer- . · -s * ^ * s’ 0η.3 2 *·Γ5Γ335..Ί35^ 3.53 V-21*32 ΖΟΟ'βη ΧΠ 0 1 έΓΧΌΖ1 0# «. Vrr? ί»*λ ·? >a an V -·^^ t>t· V arn* a**V ’p- v-j /5 e> >’ -? -^- ··.*/^ *0. v* * «r νΛ^ f s·.-! c? fi-ruur c vordt sen nutc-terugsteloscillatcrcircuit 3-^- verschaft cm sen étd.0'53O 2ZZ5Z* 0*Z^ 75 Z.3 10X017001700 3 33 017 320 331*11^ 35 S33ZZ2Π * 33 ^.0.10530Z^*Z* 23? λΌ17Χ3 X*5X0052H15IV" 2 2I’d VC027 5Zk5 C5V517k32 333,0 CHI d-2 V0ZX3I1C.2 ”ν00Ζ*ϋ— 0_ X X3 3 "* Π c* r»Y*- vi·^ t* -t·* '3^0 50,^^33 ** ·3 λ** 0 20^ *· ?2 c**·* -* * dr 3%o * m . -^3·*“» ^ o'1" * n - -* ,t*·^·, <r, ·*> ** c *** -~ λ a ^ λ *η·*5 f *7 Ir·*-* ^ 7*

ft L

38 hebben dat de adresteller 307 een zinloze of verkeerde plaats in het geheugen 302 adresseert. Als resultaat zou het proces "vastraken” in een zinloze plaats. Wanneer de adresteller door ruis een zinloze plaats zou adresseren, dan stelt het autoterugsteloscillatorcireuit 3^ op een regel-^ matige basis, bijvoorbeeld 0,5 seconde, het adres terug naar een initieel startadres van het programma dat uitgevoerd wordt. Wanneer de adresteller 307 normaal werkt, wordt een output verkregen van de datalijn 310 en via de leiding 3^6 aangevoerd om het circuit 3^^ terug te stellen, waardoor aldus zijn regelmatige terugstelcutputsignaal verhinderd wordt.

1q Volgens een verder kenmerk van de uitvinding omvat de multiplexer 306 een aanvullend stel inputs 339a tot 339d voor het ontvangen van een binair startadres, dat geplaatst wordt in de adresteller 307, waardoor elk van het aantal blokken 302-1 tot 302-16 gekozen en uit-gavoerd kan worden. Het is dus de bedoeling dat een aantal modes voor Ij het prikkelen van het hart opgeslagen kan worden in het geheugen 302, waarbij elke modus opgeslagen is in een afzonderlijk blok en zijn startpunt geadresseerd kan worden door een binair getal via de inputs 339a tot 339d en een externe verbinding 3M, die de vorm heeft van een RF (of akoestische) verbinding in te voeren, zoals hierboven beschreven is.

2q Verder kunnen zelf-controlerende routines of data-verzamelen de routines opgeslagen worden binnen aangewezen blokken van het geheugen 302. In figuur 3A is een indicatie weergegeven van de manier waarop een als voorbeeld dienende zelf-controlerende routine uitgevoerd zou kunnen worden om de voortgaande werkzaamheid van de ventriculaire deteetievar-sterker 139 te beproeven. Sen verdere kies schakelaar 130g kan gesloten worden als gevolg van een testsignaal T , dat opgewekt wordt door dit zelf-controlerende programma, dat in het geheugen 102 is opgeslagen, om een referentiesnanning V „ in de orde van grootte van 1 millivolt te Λ rex leveren aan de input van de ventriculaire detectieversterker 139· De ver-sterkte output wordt geleverd door de multiplexer 106 aan de microprocessor 300, waardoor de versterkte spanning vergeleken wordt met een referentiewaarde om te bepalen of de versterker 139 werkzaam is·, indien niet dan kunnen een verschiloutputcircuit en detectieversterker in het circuit opgenomen worden om de defecte detectieversterker te vervangen.

25 Volgens nog een andere werkwijze kan een programma cpge- ƒ U · 1 “*> A ·-: ƒ 'i.? 'J w v - 4

3Q

slagen worden in Isn van da blekken van hat geheugen 302 om een detectie en transmissie van data tot stand te brengen, die door leidingen met da geinplenteerde gangmaker gekoppeld sijn. Da leidingen hunnen bijvoorbeeld gekoppeld tijm met hnrtveefsel, ander weefsel cf trsnsductors os da Σ2Β, 5 pulsritme, pulsbreedta, de depolarisatietijd tussen het atrium an de hartkamer, en", te detecteren. De transmiss.!etijd van een depolarisatis-signual wordt als indicatie beschouwd van de conditie van het hart en aan venster vordt vastgesteld door een detect!eprogrnma in overeenstemming met aan normale cransrissishijd, Varnaer het ontvangen signaal buiten 1C da prenten van dit venster ligt, vordt een indicatie daarvan buiten de gangmaker genenden. In een datavcrianalmcdua is het de bedoeling dat de grendels, die bij de naar de h-artplaatsen, wisselplaatsen of transductcrs voerende leidingen beheren, een voor een gekoppeld worden door het selectief sluiten van de corresponderende kiesschakelaar 330, waardoor dia 15 data door de externe verbinding 3-^1 naar een externe bswakingsinrichting getonden werden.

Verier is sen input 333f aanwezig, dia gekoppeld is met de t cr.g3 ohak el aar 23 van hes type, dat door aan externe magneet gesloten vordt, cm da verhing van de in figuur π weergegeven gangmaker te veran-20 deren. Zet is de bedoeling dat aan opeenvc-lging van signalen opgewekt kan vorder: door het openen en sluiten van de schakelaar 23, waardoor de externe verbinding 2^1 data kan ontvangen van of sender, naar de gangmaker 12’; ie adres teller 3CT wordt bijvoorbeeld geladen mat aan nieuw adres om de startplaats te adresseren van het volgende gahaugenblok 302, vnar-25 door een variare werkvijte uitgeveerd wordt.

In figuur TA is een meer gedetailleerd schema weergegeven van de blokken wan een eerste specifieke uitvoering van het in het algemeen in figuur 6 weergegeven apparaat. De microprocessor 300 is als voorbeeld geïdentificeerd als de COSMAC-microprccassor, die vervaardigd 30 wordt deer Ihe Radio Corporation of America en beschreven is in de publi-katia met als titel 'Veer manual for the CD? 1-302 COSMIC Microprocessor De multiplexer 3C: beuit ear eerie van 1c inputs 0 tot 15 en kan da CDCvo7 multiplexer oijn, die door P.CA Vervaardigd verdt cm een output te leveren aan de A/D-cmnetter 2C3, waarvan een illustratieve uit-35 veering later beschreven tal worden aan de hand van de figuren 3, 9 en 10.

J «· ι»ο

Op zijn beurt is de A/D-omzetter 308 gekoppeld door de datalijn 310 met de microprocessor 300, en ook verbonden met een grendelcircuit 109, waardoor een van ds 16 inputs van de multiplexer 30ó gekozen wordt om analoge data te leveren aan de A/D-omzetter 308. De N-timinglijn 352 is wser-5 gegeven als een bundel van leidingen 352a tot d en is gekoppeld met de decodaerder 3^2, die bestaat uit een aantal poorten, welke door RCA vervaardigd worden onder de aanduiding CDk012, De outputs van twee van de poorten worden via de leidingen 356 gevoerd naar een omzetbe'velinput, waardoor da A/D-omzetter 308 data accepteert van de multiplexer 306, en IQ naar een drietoestandenoutput, waardoor ds A/D-omzetter 308 gestuurd wordt om de in een digitale vorm omgezette data te leveren aan de datalijn 310. Verder worden outputstroboscoopsignalen 1 en 2 ontleend aan de leidingen 35^a en b en respectievelijk geleverd aan grendelcircuits 3^2a en 3^2b, waardoor aan de dataleiding 310 geleverde data selectief aan Itj een van een aantal schakelaars geleverd kunnen worden, die zich bevinden in de blokken 330a respectievelijk 330b. Da blokken 330a en 330b omvatten elk vier halfgelaiderkiasschakalaars om outputsignalen te leveren aan bepaalde outputdrijfeireuits. Verder wordt in de in figuur TA weergegeven bepaalde uitvoering het gedetecteerde R-golfsignaal geleverd aan de 2Q EF1-input van de microprocessor 300, en de tongschakelaarinput wordt geleverd aan de 3?2-input van de microprocessor 300. In deze uitvoering werkt de microprocessor 300 als zijn eigen multiplexer om selectief toegang te verkrijgen tot en te werken mat signalen, die in de gewenste volgorde op deze inputs geplaatst worden. Verder levert de microprocessor 25 300 adressen via de adreslijn 312 aan het geheugen 302, waardoor data uitgelezen kunnen worden en gevoerd kunnen worden naar de datalijn 310.

In figuur 73 is een gedetailleerd schema weergegeven van een verdere tweede uitvoering van de gangmaker, die in het algemeen in figuur 6 is weergegeven, De elementen in figuur 73 zijn met hetzelfde 2q getal weergegeven als dezelfde elementen in figuur 6, behalve dat zij in de 500 serie zijn, De inputsignalen corresponderen met de R-golf, de P-golf en de tongschakelaaroutput worden geleverd aan de inputs 2?1, SF0 en EF2 van de microprocessor 500, die ook de vorm kan hebben van de door RCA vervaardigde CDP1302 microprocessor. In deze uitvoering voert de 25 microprocessor 500 multiplexfuncties uit, waardoor deze waarden een voor sen / & ! .; - r ' w -v* η· i - in één beverkt vorden. Desa inputs heb Den een analoge vcna en vereisen een O·***? Λ'}·'·* *· ** ·ί *w ^ •r-v^v»» ,*? ,·,-3 a λ·5 wAïn ** o * ?a"f Λη *τί VH '’Ή ί'· Ο 1»ί4 « ili V Μ Μ* .*. ^ϋο· — ' A.* >-* — w** V Ά — -' ο 5 «-** « ·Τ«^··,ν-3«Δ^·^* <μ*Λ AJ — -1 -1- ** *—.’* ττ.»Ρ streepii.jnen veergegevan rechthoek 503, De A/D-conzetter esrvat een sehavAlinr, die dcor ~GA vervaardigd vordt onder de aanduiding G D5Ct en — ont^rai""'t *nuuts v3o coe'*ut* onela versterkers pi 15 va^rheer een referen— tiasignaal gevoerd wordt dat door da Zener-dicden 513 geproduceerd vordt. Sen kleksipnaal vcrdt via de flip-flop 509 en sen ?ST 51? geveerd naar aan input van de ersottar pip. Her systaergeheugen 502 is verbonden net i,p v*r f. ^ λ p ~ *Vj ·λ^ι ”b-1 h-5^^ n^.*> ~y-^λ *3^ ^κ1ν0π. 5 cl-.5 -icci'* *^C V t»'***/p o ·-*r ' _* 1 ;-v»3a-^ t·** ^ ri :p ‘^T ΟΛΙ ** ’* 2. t 3D" * 3^23 < 22^ 2X" '"‘l"' O 77 3* C 3 3 3 o C -4 pQ.n ^ r.~/n*“~ £cr*-£lLλΊ v* 3, 3,2 21—2,1^1 5^- 3.3.21 23Π 5^2 j d.2.:- da verre kan heb can '/an een chip value vervaardigd vordt door HCA oncer da aanduiding 00·;5*~2. De decodeerder 5-2 veers deeoderingsfunctias uit op r* Ck <~v*v“ —««s'* ^ .-a,·*· '•t'T'i'e’n ~:Ύ2 '•««o r»* V ^ * -'C* 7¾^ *Γ—1 ** ^ Λ'Ρ -*-Ϊ-i“ -·ν» 0*213' ’ij 3 V^H CÜ3 3.2 3 3” S n2* Ί’^ΤΓ ^-»2 ΥΟΙ'ΊίϊΙΙ £37031^8 2133.12 3321 ^2ο·>» 3y -¾ * νίΛ'·» “ * vV 3 ^ 3 7-· V "** -i »*: / P, » vOwww ^ ^ 1-- J «..A .A w van hat grendeleircuit dat doer HCA vervaardigd verdt onder da -aanduiding CD^-öOc. De dacedssraer pk? kiest een grendeleircuit vaardcor een corresponderende kiesschakel aar binnen de stelsels 530a sn 530b vordt gaslctan. 23 De stelsels kiessoh-akelaars kunnen bestaan uit geïntegreerde schakelingen, cL' a dLC'**** ’/.η vr*.*1 b - “*31^ *ρ^3« in rs^^-v e-!-! 3» “i0co*T,2*

Zn 1 1.3 een xZZizs tT'3/^ 3ir2 v3321 m3^3Λτ3n van een veinig energie verbruikende A/D-orzaouer 306, die opgenenen is in de gnnguiker ais veergegeuen in figuur 7. Zoals veergegaven in figuur 3 _ - - - -- - - — τι ^ — ^~’ i _- - - - -- —. — "' ~r *; - - 7. - 't ,-3 - — - ^ .1 -> -i-- -,-- -- ·* .Tj'r n — ^ ·'- '..λ^γ3·^ doe* de *nuutl' *n *^0^ rer ^*/^*-.-1 aar een sch-alceiaar - S ^ ^07 de--1 verbon^-^n is net een "op" ex’ eerste positie teneinde da analoge spanning {7n} te laveren aan de input :'·/ } van een deer spanning gestuurde oscillator (7CC) 402} vaarvan de output geleverd vordt aan da input van een accuuula-tortall-er kQO, Zoals aangeduid door de inputs naar de teller kCO kan de - ^ -* ^ -» }f ·>?! . * \ Λ s 3.00,*T"'**^~»*Z^****1 "* : 5**5^ s 3*C- ΟΧ l! ~Z 11« C ' ‘V’7U j ti vi «.5ν3Γ3Π 3.0Γ* 25Π IHCUI *7-2^ J 011777/113.1.-372 ^ ί >. ^.5Π xlZo VOt*!- V7^7 53Π IrmilvZlrn -*! 3 3'3Ζ·'£.’"233Γ·1 3.2.Π d.9 !T2*r32.2lC-1’ 12ll ^08 371 7Π2ίί Π^ΧΓΓ^3 • - ï? ^ - *·;? ·»1«-ν * ... , .

£5 Cs -p. ** Λ *1 S Λ * ^ ^ > /» 1 '» Ί * * ’ “ X ;·] va -3 '·+Τ*2 “> l> λμ'.^ι»'» ^ /0 --n -» -* U» ··« V ^.n. VA v-.- ~ ^ -V ·~ ' J Avith-. . PU.» ^ AVw-^J p-, ClAW »-» «, ^.O w’^i* ,V, P. ,'. ' 'j - * J *- h2 rsferentiespanning via de geleider Uo6 geleverd wordt aan de input van de VCO b02, en tegelijkertijd wordt een "af” bevelsignaal via de poort U18 geleverd aan de "af"input van de accumulator hOO, die dan in een aftel» modus gaat werken. Tegelijkertijd wordt een output door de regellogiek cj ^08 geleverd aan de terugstelinput van de "N" outputteller bl2.

De A/D~omzetter 308 van figuur 8 werkt op de volgende manier. Sen onbekende spanning V wordt geleverd aan de VCO k02 via de λ schakelaar UoT gedurende een vaste tijdperiode T . Gedurende deze tijd- periods T telt de accumulator^ ellen bOO de cutout van de VCO k02 on. op *

De accuaulatorteller ^12 werkt op praktisch dezelfde wijze ais een analogs integrator, doordat de telling van de accumulators;aller i+00 lineair stijgt voor een gegeven spanningsniveau van V^.

De tijd T is afhankelijk van de klokfrequentie, die op naar de lijn M8 gevoerd wordt via de regellogiek 1*08 en de "n" teller Ij ^10. Bij het einde van de tijd wordt de schakelaar S1 in zijn tweede positie geplaatst om de input van de VCO 402 te verbinden met de referen-tiespanning E Samenvallende ast deze schakeling naar de referentie-spanning wordt de "A" accumulatorteller ^00 in de aftelmodus geplaatst. Gedurende deze aftelling wordt een schakeling gebruikt, dia onderzoekt 2q wanneer de accumulator!;elder !+00 naar een te voren bepaalde telling, bijvoorbeeld 0, afgateld heeft. De tijd die nodig is om de rsferentiespanning naar 0 terug te tellen, is evenredig met da gemiddelde waarde van de inputspanning νχ. Terwijl de accumulatorteller U00 terugtelt naar nul wordt de klokfrequentie geteld door de "N" outputteller U12, In de CLft 25 "N" teller U12 verzamelde tslpulsen zijn in digitale vorm en direkt even redig met de initiale onbekends spanning V^.. Dit resulteert in een span-ning-frequentis-omzatting.

Da basisvergelijkingen voor da werking van de A/D-omzetter 308 zijn als volgt: 30 V. ^0 Tgy % O) *DVS ’ 'ScO “raf Tx J2'

De vergelijkingen 1 en 2 geven de "op" en de "af" telling van de accu-mulatortelisr U00 als een functie van da onbekende spanning en de referen-tiespanning, en de lengte van de tijd dat deze spanning geleverd wordt 25 aan de VCO 402. De "op" telling en de "af"telling van ds teller bOO zijn f*\ λ v* ; /¾ i kj i : v>5 2.\ ·λ;.) y '*Λ * ; '.J w U3 galijk, aangssien da tsllar ^00 start vanaf 0 an terugkssrt naar 0 bij hst ainda van aan cyclus, Hat aan elkaar galijk aaksn van dasa tvsa vergelijkingen resulteert in de eliminering van da schaalfactor Χ,γ,φ van da scanningsgestuurde cscillatcr vit nat affect op de output van da A/D- cnnstting. Vergelijking 3, dis is geaccumuleerde telling H(X) van da cut-

P

putt all ar geeft sis aan functie van de klokfrequentie en de lengte van -:1e tijd, die nodig is cn da eceuciulatorteller naar nul terug te voeren, dat is ? , vor.it als volgt gereproduceerd: v'y' = " v ("} *’ ; -* * T * ^ · T X ^ ·* V«i>»

Vergelijking die de optaitijd, ö? , gssft als sen i sj functie van ia "n’1 taller au da klokfrequentie, is als volgt; (Uï

Vergelijking 5, di- aantocnt dat de telling :ï van da out-puttelier evenredig is net n en de onbekende spanning, gedeeld door de , _ refsrsntiescnnning, is als voi.ot: o

vüT

lïix) = n r~ (5) “'ref

Vergelijking 5 toont aan dat de digitale cutputtalling }!{;:) cnafhanka-lijk is van de Idckfrerientie ?„T.r, de strcboscoopfrequsnti-e, en net none van de VCl-schaalfector, Vanneer bijvoorbeeld onbekende spanning '!.r 2 volt sou tijn, don tcu da raferentiaspanning 2 volt rijn en de n-tellsr tb; aan bet einde van elke conversie nou de output tel?, er H een telling van 6b pulsen bstitten. Deze bepaalde karakteristiek van A/S-cazetter naakt Λ_ het rogelijk een versterking in serie te plaatsen net de schakelaar 31 d. / en de 710 -02 en in veten niet da outputtelling te beïnvloeden, self3 Indian dete versterking nou veranderen of ten verschillen van eenheid tot eenheid, vooropgesteld dat de versterking gedurende een conversiecyclus constant is. In andere voerden: aangecien teals veergegeven in figuur 3 „r> een enkele 710 bos gebruikt verdt oei zovel de analoge inputstanning 7'::} als da refaronti eetanning 2,^ te leveren s beïnvloedt de door de 7C0 kC7 geintreiueearde sokanlfactor de digitale output van de teller U12 niet. langetian verder batnelfde kloksignanl f „ gebruikt vordt om de eerste of accumul a s ert all «r -CO gedurende -de M af "periods fv te klokken en ooi de "ir'outputtellcr -12 gedurende dezelfde periode te klokken, beïnvloedt de -, ✓* »^s 1 τ .. ·

t V

kh frequentie van het kloksignaal f__„ de digitale output van de teller b“\2 niet, die indicatief is voor de amplitude van het analoge inputsignaal V(x). De klok die gebruikt wordt om het kloksignaal f_TT, te laveren, hoeft dus niet van de soort ast hoge nauwkeurigheid en betrekkelijk hoog 5 energieverbruik te zijn, maar kan geconfigureerd zijn om een ainimale belasting te vormen voor de voedingsbron, dat wil zeggen de batterij van de gangmaker.

Figuur 10 toont een gedetailleerd schema van de A/D-omzetter 308, die in het algemeen in figuur 8 is weergegeven, De input IQ wordt gevoerd naar een bilaterale schakelaar dia de vorm heeft van de schakelaar HOT, waarvan de output gevoerd wordt naar de VCG k02, die aanwezig is in een fasegrendelluscircuit, De VCO-output wordt op zijn beurt gevoerd naar de accuarulatortslier ^00, die bestaat uit vier op/aftellers CD4029A. De klokfrequentie F wordt met de stroboscooppuls via da ge-15 leiders ^18 respectievelijk ^20 gebruikt om de output naar da "N" output-teller U12 in de tijd te regelen. Een belangrijk gedeelte van da illustratieve uitvoering van de A/D-omzetter 308 is hst regelcircuit ^08 als weergegeven in figuur 8, dat hier voorzien is van een teller 309 in de vorm van een U-bitringteller. Deze teller ^09 dwingt de A/D-oaisetter 308 2Q in een en slechts een van vier nogelijke modes, corresponderende met zijn vier outputtoestanden 0, 1, 2 en 3. Deze vier werkaodes van de A/D-omzetter 308 als weergegeven in figuur 10, zijn: (l) wachten; (2) voorinstellen; (3) optellen; en (M aftellen,

De wachtmcdus is een rustaodus voor de A/D-oasatter 308, 2^ waarin de YC0 b02 uitgeschakeld is, de onbekende en referentiespanningen via de bilaterale schakelaar S1 van de YC0 1*02 ontkoppeld zijn, en het laatst omgezette digitale woord in de teller ^12 blijft als een digitaal, parallel 8-bitwoord, De omzetter 308 rust in deze vachtmodus totdat hij een stroboscooppuls ontvangt die hem naar de voorinstelmodus stuurt. In de 2q wachtmodus verbruikt de A/D-omzetter 308 zeer weinig energie,

De voorinstelmodus volgt de wachtmcdus en wordt gebruikt voor het voorinstellen van de accumulator, die bestaat uit de tellers ^QQa, iiOOb, en k00e, op een binair woord van 1 via een jam-input, De teller H12 wordt gedurende de vooreerst instslmodus teruggesteld. De maximum 25 tijd van de voorinstelmodus is de helft van een klokperiode, U5 *

Gedurende da "op^odus wordt da output 3 van da deler **09 bekrachtigd naar aan logischs 1, dia da accuruiatortellers X00a, 400b an UlOc dwingt c.t in da "opTr.edus ta tallen. Oedursnde desa modus stuu.ru da bilahsralc schakelaar SI da onbekends analoge input naar de input ran da — *,r·"^ ^ —~^*ν^ £*.·* ?'ρ?Ι -~ λ7 7 410 Ü3 7 d tiS ΟΙ~03Π ^-Sdlirondo 2*310 5 £.3 o^o?'e,*'ida “τ^ιοοΧγ^ a-3.η>2"3 7oord ".701*55 5 door do 2*52' or 02155,οΧΙοΙ'ΧΧοοοτιοιυζ13 naar d~ vcorgaprcgrauneerde telling ta tallen, hetgeen de output 9 van de 177-*-*-*·, „,p*7 -*** s 1 O30. C 73217 07 , 020712*3IXcl3 5523 210 dv 3 "2G75071 * *y r« ^ -n" * r>~> ^ ra ^ r* λ--· ,·ύή^Λ ηΓ.*= *a <a ►* ^ es Ο'Ό *'Ό + 0J “* u m 4 Ο ^7 * λ’λ * % r* -* .η ·* V ^ ^ 'ua-^iVan^ 5^5 555 optslti·ipericds bsrsikt is, aijn si.jn beide outputs 3 an 9 sen logische 1 en een bevel on de ringtallar te doen teilen wordt geleverd aan de pulsrekpoort **2?. “anneer de volgende kiokpuis een logische 1 bereikt dan wordt de ringtail er '*07 naar de volgende toestand gestuurd, die de .. - a -** i ’ ' - - ~ i.

' 0 —------ '*·’

Een attains dus wordt tot stand gebracht door de bekrachtiging van de output 7 van de ringtslier *09 naar een logische 1. Desa toestand /3·,·^-vr-* ^ s .n--»«'»*'; " r,** ^ >*— 7 ^ ^ 4C0 C'ü 3 5 "£-a 0C£ VOrdv 5* ^*-3 £* 3 2* 3 27515— S Ό'Ί227 IHZ 73* 27*571 Λ3.12 dli 3^3,22211720 ZOSÓTlTirX 3 O o 3 .1 5 1 3.7 07 502» GOhl "70715 13 *1/\ V ** vn V "♦λ .v ^ j ^ - a — ^ï*-' ":;tr a t ’'"'Μ'* ”7 n ^ ^ λ '7 m**» U 1 P 07 s»«*ijsavi -3¾¾ 5» — ..J' A — * 'y ** ** “*· *-»-««»» ·**— — Λ*^ -* ** ---·>»- — — -* — ·-* -Λ ->m Ό3—TXO" 0 372 ’’i 2 53 ", 3 2! UT.lXll. 17 'XT” 31.2.32* 3 ’-'CO5,} 50012 βΠ ^OCc ^3357IU.2*5 V02t5B22j 2=7027 ^572 7^" 05^221.3 7222'’)'",v,*j£ 0 3 ^5 2.12 53 Ii 530X327 t. 7P 4 1ϊ·ΞΖ2Ζ25:5Ζ* 0.3 3C3’iT.XlOL-3.500**· ώ7 ^ u»'*'*” λ " ti ;.» λ.^3,"·'‘' **5 "3 ** j rs *>· λ .λ»* 7 Λ: *»' ^ u "* "2 oQ7 a, ·- q.n 2'£;2 ~τ· t ** 0.3 37;5oUO V£2l -03 ΞΙί —3300*0 529 223.3,3' 3321 XOgXooh^ 1 3Π dvingO df3 O7.273h_X50* •35 koo naar .ciin va.obtrccdus via het rulsvannnetverk, dat hierboven bsschrsvan £.3« De VcX5coX"00 '79J3 X333 CVoXu.3 3*33· 1.X532ΧΠ X'25 χΌΧ5 5^5 d:3 C22551-330.3 inputsponnirg 7‘,x; gedigitaliseerd en in de outputteller **10 gehouden wordt 2050 '2L2 3 07* * ?X0' 2„C ”C^ 3X3 5' ^270077322 55 3θΐ72*30*ΛΓ2 » 3 3 3,/2-0100 355 32' 32 3 ?.Χθ Tv 0 32Λ 03O O7’3 O 122 V. 3 0X00.12*32?. 8 3Γ2 1C ^‘O X 3 30002. -3.3.X 017 2*702*0322 C'U C- 000317 3 ;2 00 VO Oil 317 Xn. 53 O f-I7 001 u'h 317 12 3 0_X 3 ’ iT" 0*7272**' 1 13 *·;.t n >* :*.λ3-n^ 3 '"* ** üf^/v’rhv* v»nsw-»·^ n>05 ^ 3 13 ^ ^5 0:i' -cv* .·«·V ^ n rt ^ .·» --5 a '.-.viV-r* n. nu -.2 --¾ *-* ·ρ 7* s 7 - " 5* -** .m -5 » λ üw m w ^ %«" ut7 a» * *3«^· --'-«* - -*- vw -- ~.**w». 5 --- ^w-i ...ώΐ.-...·.ν*Η 5122^ YCT^TZ YC 027 03 7"0*3iiXlI "3 027022 V5.22 C3 O ΙΟΟΓΓΌΙοΟΙ* 5 O X 7 VC O ITO 3 3/ d. 21022 baoöari.; · Veer XX5 doel >aa da schakolXojj die als Troorbaeld in fXjuTir 10 '*/ -·. ·. '3 -¾ j

I V

1+6 tweede plaats wordt zoals hierboven beschreven, de oscillator 1+02 alleen bekrachtigd om een output te leveren gedurende die tijdpenoden, waarin een analoog inputsignaal V(x) gedigitaliseerd moet worden; op alle andere tijdstippen is de VCO 1+02 niet bekrachtigd. De bekrachti» 5 ging van de VCO 1+02 wordt beheersd door het regelcircuit 1+08 en met name door de ringheller 1+09. In de derde plaats kan de A/D-omzettar 308 versteld worden door verschillende vaarden van "nt1 binnen de teller 1+10 op te nemen, waardoor da A/D-omzettar 308 in staat is tot het waarnemen van inputspanningen met variërende saplituden, In de verschillende uitvoeringen 50 van de gangmaker volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven, is het de bedoeling dat het wenselijk zou zijn de betrekkalijk grote spanning V van de batterij, evenals de betrekkelijk kleine scanningssignalen, die

O

verkregen worden van da hartkamer en het atrium van de patient, om te zetten» Zoals weergegeven in figuur 10 wordt de voorgekozen "op"tijdperiode ις T banaald door de waarde van !,n", als ingesteld in de 'V teller 1+10.

J ' op

De waarde van "n" kan in een illustratieve uitvoering van de uitvinding ingestald worden door een van het aantal outputs Ql+, Q5, Q6 en Q7 van de "n" teller 1+10 aan te sluiten. Het is de bedoeling dat een schakelcircuit (niet weergegeven) opgsnomen wordt tussen een van de outputs van de teller 20 1+10 en de 221-poort A9, waardoor da waarde van "a” geplaatst kan worden onder de beheersing van de microprocessor 300 als weergegeven in figuur IA. Verder zou een bekende programmeerbars teller in da plaats kunnen komen van de hier gebruikte teller 1+10, waardoor een passend binair woord daarin opgeslagen zou kunnen worden, dat gevarieerd wordt onder beheersing 25 van de microprocessor. De waarde van "n" zou dus gevarieerd kunnen worden afhankelijk van elk analoog inputsignaal omgezet zou moeten worden in digitale vorm. De waarde 'V1 wordt gevarieerd afhankelijk van de amplitude van de betreffende inputspanning V (x), waarbij grotere waarden van "n" gekozen worden voor kleinere amplituden. In de praktijk is het wenselijk 30 een telling te verkrijgen in da outputteller 1+12, die dichtbij zijn bekende capaciteit ligt, waardoor de maximum oplossing voor een inputsignaal met gegeven amplitude verzekerd wordt. Een enkele analoog/dxgitaalcmsetter 308 kan dus gebruikt worden voor verschillende inputsignalen met variërende amplitude, waardoor de nauwkeurigheid van het binaire outputsignaal 35 verzekerd wordt door de waarde van "n" te variëren.

/ & 0 o o 4 ΰ

Claims

1. In hat iiehaar t-s inplantsrsn slaktrisch apparaat, dafc via aar. aantal leidingen gekoppeld. is sat lichasasvaaf33I, gakarrnsrkt daar: 5 a) aan rshsuseninrichting, die tannins-?;2 ssrsl3 an tvaad-s cpsiaggadeelten basil, vaarbi.j in elk opslaggsdaslta asn ander program’s is opgeslogan; b} 22η ragslinrichting voor het selectief uitvcar-sn van •IIn von i» in do gehsvgonirriehtirg op-gaslagan programed s, vsiks ragsl-1; inrichting 33:: adr 333crirgsinricht ins 0orr-al on tcagang la varkrijgsn too lln van la asrsta sn 0*>*ai-3 ogsiaggedeelten; sn 0} ear inrie»htirg voor hat selectief varandaron van hat adra-j van da alraasarir.33inrichting, vaardccr 3an ander programs 53-adraaseerd vcrdi door le adrasssringsinrinhting en uitgavoard tiordt doer 15 ds rsgalinrichting.

2. Elektrisch apparaat volgens conclusie 1, net bad banner.:, dan da r eg-alinrich ting 33η riiercprscsssor onvat voor hat selectie? la-varan van adransan door da adraaseringsinrichting aan hat geheugen tan-ainda da uitvoering van 23.-1 gekooen pregrama 02 regelen,

3. Elektrisch apparaat volgens conclusie 2, nan hat ksmart, dat 3an tarugscslinrichting gekoppeld is net da ninroprocss3or veer hat perio-diat produceren van 2an cerugstelsignual teneinde da adresseringa-inrichting tot aan ta vorsn bepaald retouradres terug ta stallen, vasrdcor vooreer da adres sarir.gsinrianting par ongeluk een sinlosa plaats in is 55 geheugeninrierring adresseert, da uitvoering door d3 nicroproe23cor van ear gakonan pro grama tinner hat gshaugan gecontinueerd sal vorder- door het 12 veren bapraids retouradres 02 adresseren binnen hat geselecteerde pro grama.

4, Elektrisch apparaat volgons cone its i a 3, rat het henmarl:, 03 dat ds .nieroprceossor 33η inrichting envat dia gskoppeid is nat de t2rv.gr:eliuri :hting voor het periodiek trc-iuceran van 33η annularings-oeveloignaol dat aan de terugstalinrienting gslavsrd verdt on da verhing ven de tsrugstelinrichting te annuleren vannaar de adresoeringsinrichting cp de .juiste vijta verht. <; =. Elektrisch apparaat volgens conclusie 1, ret he; kentert' „ . , X ' •-v* - * - m't H8 dat aan multiplexinriehting aanwezig is, die tenminste eerste en tweede inputs bezit voor het ontvangen van een respectief inputsignaal, welke multiplexinriehting gekoppeld is met de regelinrichting voor het ontvangen van regelsignalen van de regelinrichting voor het selectief leveren van 5 het inputsignaal van een geselecteerde input aan de regelinrichting.

6. Elektrisch apparaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tenminste sommige inputsignalen naar de multiplexinriehting een analoog karakter hebben, en dat er een analoog/digitaaicmsettingsinrich-ting aanwezig is die gekoppeld is met een output van de multiplexinrich- 10 ting voor het ontvangen en omzetten van de geselecteerde analoge inputsignalen in een corresponderend digitaalsignaal, dat geleverd moet worden aan de regelinrichting.

7. Elektrisch apparaat volgens conclusie 6, gekenmerkt door een schaalinrichting voor het selectief variëren van de versterking 1-5 die uitgeoefend wordt op het geselecteerde inputsignaal, waardoor da aan de regelinrichting geleverde signalen in hoofdzaak dezelfde amplitude hebben,

8. Elektrisch apparaat volgens conclusie 5, gekenmerkt door een eerste leiding die de eerste input van de multiplexinriehting 20 verbindt met het ventriculaire gedeelte van het hart van de patient, en een tweede leiding die de tweede input van de multiplexinriehting verbindt met het atrium van het hart van de patient.

9. Elektrisch apparaat volgens conclusie 8, gekenmerkt door een bekrachtigingsinrichting voor het produceren en leveren van een 25 bekrachtigingssignaal aan de elementen van het geïmplanteerde elektrische apparaat, waarbij een derde input van de multiplexinriehting gekoppeld is met de bekrachtigingsinrichting voor het ontvangen van het bekrachtigingssignaal.

10. Elektrisch annaraat volgens conclusie 1, gekenmerkt 30 door een zich buiten het lichaam van de patient bevindende inrichting voor het verzenden van gecodeerde signalen teneinde het in de geheugeninrich-ting ongeslagen programma te veranderen,

11. Elektrisch apparaat volgens conclusie 5, ast het kenmerk, dat de multiplexinriehting een derde input omvat voor het ontvangen van 35 een adressignaal, dat indicatief is voor een startplaats van een van de / ^ vJ 0 0 4 hJ » 4 ssrsta sn tvesde cpslasgedssiten en zijn prcgrasssa, dat geleverd roet vorder, aan de adresseringsinrichting, waardoor de adresseriagsinrichting de startplaats adresseert van het programma als ongeslagen binnen het geselecteerde gedeelte van de eerste en tveeda gedeelten van de geheugen-ς inrichting.

12. Elektrisch apparaat volgens conclusie 11, gekenmerkt door een cntvancarinrichting, die gekoppeld is net de adresinptvt van de nultipl-eninrichting, en een tendinrichting buiten het lichaam van de patten: veer he: veroenden van gecedeerde signalen naar de ontvangerini'; richting, vaardeor hat adressignaal dat indicatief is voor de startplaats van het geselecteerde gedeelte binnen de geheugeninriehting geleverd vordt aan ie adresinput,

13. Elektrisch apparaat volgens conclusie 5, gekenmerkt door een magnetisch bediende schakelaar die gekoppeld is set sen derde <5 input van de nultiplarcinrichting, vaardoor de magnetisch eedienbare schakelaar bediend kan vonden oei hst adres van de adresssringsinrichting te veranderen teneinde een programma in een ander gedeelte van de gaheugen-inriehting te adresseren, lU, Elektrisch apparaat volgens conclusie 1, gekenmerkt oq door eerste en tvaede outputs, kiessckakslaars die respectievelijk gekoppeld rijn net eerste en tveeda leidingen, vaar bij een van da eerste en tveede kiessehakaiaars gesleten -wordt onder beheersing van de regel-inrichting tenei ode sin van da hiessehakelaars selectief te sluiten,

15. Elektrisch apparaat volgens conclusie 1, gekenmerkt 05 door eerste an tveede outputki esschckclorganen, dia respectievelijk gekoppeld zijn net eerste en tweede leidingorganen, en aan decodcrings-inrichting die de output ontvangt van ie geheugsr.inriohting en als gevolg daarvan een geheten outputki as s chakslorg aan sluit. 1o, Elektrisch apparaat volgens conclusie lp, gekenmerkt 32 door eerste en tvsede grendelergenen die respectievelijk gekoppeld sign net de eerste en tveada sckakelorgonen en als gevolg van de output "sn de dectderingoinrichting het geheten achakelcrgaan in gesloten toestand vergrendelt: '7. Elektrisch apparaat volgens conclusie 5, tokemerkt 35 deer een voedingsbronirriekting on een bekrachtigingsaignnal te leveren 5-ί , .... λ * aan de elementen van het apparaat, eerste en tweede kiesschakelorganen die reageren op regelsignalen van de regelinriohting om selectief gesloten te worden, een outputcircuit dat via een eerste leiding gekoppeld is met een gedeelte van het hart van de patiënt om selectief daaraan stimu-5 leringspulsan te leveren, waarbij het eerste kiesschakelorgaan reageert op een eerste regelsignaal van de regelinriohting oa het bekrachtigings-signaal te laveren aan bet outputcircuit en op een tweede regelsignaal van de regelinriohting oa een stiauleringspuls via de eerste leiding te leveren aan een lichaamsweefsel van de patient.

18. Elektrisch apparaat volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de eerste leiding verder gekoppeld is met een input van een wsefseldetectieversterker, waarbij de input van de detactieverst erker door een derde kiessehakelorgasn gekoppeld is en reageert op een derde regelsignaal van de regelinrichting om selectief de input van de 15 detecti«versterker aan massa te leggen, waarbij de detectievarsterker een output omvat die gekoppeld is met een vierde kiasschakelorgaan dat reageert op een vierde signaal van de regelinrichting om de output van de weefseldetectieversterker ta leveren aan de multiplexinrichting.

19. Elektrisch apparaat volgens conclusie 18, gekenmerkt 20 door een. decoderingsinrichting die gekoppeld is met de output van de geheugeninrichting oa output daarvan te ontvangen na de uitvoering door da regelinrichting van een programma binnen een gedeelte van de geheugeninrichting, waarbij de decoderingsinrichting r-eagaert op de gsheugenoutput om een eerste tijdsignaal te verschaffen dat geleverd moet worden aan het 25 eerste kiesschakelorgaan, een tweede tijdsignaal dat geleverd moet worden aan het tweede kiesschakelorgaan, een derde tijdsignaal dat geleverd moet worden aan het derde kiesschakelorgaan en een vierde tijdsignaal dat geleverd moet worden aan het vierde kiesschakelorgaan.

20. In het lichaam te implanteren hartgangmakerapparaat, 30 dat door een leidinginrichting gekoppeld is met het hart van een patient, waardoor aan dit harts stimuleringspulsen geleverd worden, gekenmerkt door: a) een geheugeninrichting met inbegrip van tenminste eerste en tweede opslaggedeelten, waarbij in elk opslaggedeelte een ander proces 35 voor hes stimuleren van het hars van de patient opgeslagen is; 7005543 ‘ 4 b) esn microprocessor voor hat selectief uitroeren van de in de geheugeninricht ir.g ongeslagen programed an bestaande uit een adresseriugsinrichting voor het adresseren van hac programma, dat ongeslagen is binnen een gekozen opslaggadeeite van de gehsugsninrichaingj j- q ? 2 2 O 3 O3 211 X2 2 2 3C 0-3.2CXCO23.020* d.i.2 sXlC .^SlvOOCCZd zi.jn door lai&inginrichtingea net eea aangavezan gedeelte van het hart var. de nazi-ent, vaardocr stinuleringspulssa daaraan geleverd >7orden en hartahtivizeizscignalen van dat gedeelte van het hart gedetacheerd verden, 3X1 4 . "1 S'»-*· λ’-·'·- ^ -1 '· A » S *»»ηί V;3b>}»h f'A " 'O,'- -.“5.' * j , O,* ^ - ->» ·α -*·*-· — **£*3.*»—*-*« — 1} - - -r. ~ ~ - * ~ — gsninrichting ontleende signalen, dis geproduceerd vorden door ie uitvea- >4·?·»“^ .-7·** ‘«a sίθ»*ο lü,I1^3n C.3 ~*20«- * /*-**·* ,nV X t» ^ V 3" *M Zscod^C*' Ti 33 202*200X20.5 -2 sn 65T5v2 C2..02 Xo 1 211^ vL.'_ O 2* C dit 0 3 z-T'Z CU XV3v 222*302 2333'lr,.i.C2XOC*2*23.Π "33 sl.Xll.il3n 3 31131.11-2.3 520312*311 d-3 3211 2'32*3Χ'3 4— — - -4-^.a-··* --j-^s 22Π 3 v2.01’lX32**10 ?33’ΐ1.3 1ΐ·3 1.2*/32*311 dOOXT 32 jH. X2»1 "csllC 1°BVd2 XoodOOO1* inrichting zu sen eerste gedeelte van het hart van de patiënt te stimuleren, 3Π 2211 13*Λ2·2.2 "*"22.2* 32'3-32. 012 1120 ^λα.^λ lC2 333COC&3Z.03**33311 03 31.11202II -32~ 2'22'221'J 2 222 0V32d3 ~,T.'\3T2 02'dO22*2Cd2 2222222 - 1120 33d3 03 C*0ΌS1"d2 Il^OO-* -c; _-**· -^ ·>»·? -* Zi * -*· - ^ 3 * ^a”*l ’.* üj» -·* *-» ” -·»-«- Q-7^ 4 wy < Λ ^ t* ^ 5 ijt -T i -»-.-» .)Λ'Λ Λ'"· *>o on door 23 oiorocrcccscor csverkx 03 verd-sn* £l J -- 2" , Zl002-300 2 21*2 3.1Γ2 7^3^^ 32Π3212il 2Τ20Ο21Γ23,P ΥθΙ.02Π3 COHCZ’1222 20 5 - v/v t·'r. 20 02* 221*0.3 20 ^/23022 rl2232 2Γ12;12Γ-01Ό 3020 3 d.2 2 sZlc d.OC^* 3 '.til •vtit ^ a ^ ' « y — 2 “* < ’i« r ttλ '-vn t--1 s ·*·;3 ’~tjη -η-'ί*: V.d^*0 Vv*2_ 2* 02b22r Pjj ’./ni' V t ^odo020 2.'T22?'02II2* 2*2S.-*OOOd 0*0 03 *02.0031.20 ,-, - ΥΰιΠ 0.2 73,'*·Ί’1:'ί2Γ'* Τ'4' 3;’ CO 330 d.22*d-3 ^*3=t2Xd2.' do2 ?033*X t!2 0000.1100020% •220 ?-^y-75*>*2 ΟΟλ2 VCO'dΛΓ Γ220 230 dood^ SCd;2O2d00 ?*.'30 Ο30222122 Θ3Π. 302022-^ 2.30^0^-02^23 V23 22 ^^22^2 2.3*ddo% 20 02θΙΐθ2θΖ 12 2.3Y3030 3.&Π 020 ^72202 S^2d23d"2 2*30 320 03.0d "/=5,0 23 02.^220^3 30 CO 230 Y2 3CiV2 C2JCO2332.32Oil.232.

03 OOC'd’CC 2030 ^ od t* _a' 30^02 00 20 VQOdCO 2 CO 220 Y222*d2 ll2 2S 300101320^220.0 30 teneinde sen tveeie gedetecteerd hart ah t i vit a it 3 3 ignaal via da tveede ™S- --,4- *»’--*» n?- **· g·· -¾ C* ^ -'a i ^ -.-•.«S ’ " Λ3 1!Λ 3I ^ t* f iT} vj 3 -jj v* 0 31 CO *C2% 20llO 02 VC^dao * CC·**' 23 ΠΙ" JOOCO'CC23s001

52· Z^·*ν*-2 2,^0 ^SOX 3 "~*3 -“333 O’* 20^^20 020 VOX-^SOS ΌΓ·^' *232 2 0-7 ^ m.‘“ -s— Va«*",t'‘V Ίί* -* t» s s-** 4 s ” a- 4-. - -·-· -«r-»- ,λ -> -> ?- '-‘s' 2 -* ej *-» - ~+ά·~ s c.-*t "<λ - Λ''* * - Λ··ϋ ·««-· ivV-e·.-» s". 4 .; -- ^ >* s s'-^ V" a r -sr*»V* js** ^7 /-··,·· vy ·- m· r»~*-r s -»- v »· ,.,1 ·»«» ./ *·-***- -Ά4 .I.C. / *44. 4. 4. .. . ^.-4 ,. O S 4.4.Ct4V-4·^ ^ — At-Λ». W V. - - ’ ·//* 4-.4- Ά - Λ J • J --^ É' t is, dat gekoppeld is met de input van de detectieversterker, waarbij de decoderingsinrichting reageert op de signalen van de geheugeninrichting voor het produceren van een vijfde tijdregelsignaal, en waarbij het vijfde kiesschakelorgaan reageert op de vijfde tijdregelsignalen voor 5 het annuleren van de werking van de detectieversterker.

23. Implanteerbaar hart gangmake rappar aat volgens conclusie 22, gekenmerkt door een inrichting voor het selectief veranderen van het adres van de adresseringsinrichting, waardoor de adresseringsinrichting een startplaats adresseert in een ander van de eerste en tweede opslag-10 gedeelten, waardoor een anders wijze van stimulering van het hart van de patient tot stand gebracht wordt. 2h, Implanteerbaar hart g angmakerapparaat volgens conclusie 20, gekenmerkt door een multiplexinrichting met een aantal inputs, met inbegrip van tenminste een eerste input die gekoppeld is met het tweede 15 schakelorgaan en een tweede input, die gekoppeld is met het tweede kies- schakeiorgaan, waarbij de multiplexinrichting reageert op de regelsignalen van de microprocessor voor het kiezen van een van het aantal inputs om bewerkt te worden door de microprocessor.

25. Implanteerbaar hartgangmakerapparaat volgens conclusie 20 20, gekenmerkt door een voedingsbron een derde schakelorgaan, en een out put circuit dat gekoppeld is met de eerste leidinginrichting voor het leveren van een stimuleringspuls via de eerste leidinginrichting aan het eerste gedeelte van het hart van de patient, waarbij de decoderingsinrichting reageert op signalen van de geheugeninrichting voor het pro-25 duceren van een derde tijdregelsignaal gedurende een derde tijdperiode, die vroeger plaatsvindt dan de eerste tijdperiode, waarbij het derde kiasorgaan reageert op het derde tijdregelsignaal van de decoderingsinrichting om het bekrachtigingssignaal te koppelen voor het bekrachtigen van het outputcircuit. 30 2ó. Implanteerbaar hartgangmakerapparaat volgens conclusie 25, gekenmerkt door een stuurversterker voor het leveren van het eerste tijdregelsignaal aan het outputcircuit, waardoor het gedurende derde tijdperiode bekrachtigde outputcircuit gedurende de eerste tijdperiode een stimuleringspuls via da eerste leidinginrichting levert aan het hart van 35 da patient. / ö 0 0 v ** c· ί

27· Sen in het iichaaa te inplantsren elektrisch stiauierirgs- *λ^· 71 λ 7, 2Π 'Ü.LTΟO 3 3 .2t' 37707 I'-'I't- C.002" · a) 221*3:3 an tweede ontputkiessoiakelorganen die z’-espec-tieveii.jk gekoppeld sijr. net eerste en tweede leidingirrirgen, waarbij 2- o-i-v , - % .4 ^ λ t r» ^ .¾ i ·** i» '»-5 .nV> -» * w 7 Vvn V"'"*»·'5 1 * <"* *“!;- r*"" 2 — p -» — **£ï 2 — w M «> Vft.— M ' *L-** —** -< w — --4^ — „ » ^ - I · b} een nnltipleninrichting ast inbegrip "an tenminste eerste en twee Ie i.rents sn reagerende op rsgalsigrelen roor het selectief _ » , , » >,* * , . ► _ *-»» ’ï*»* n."' *-'*--·* r "* ->-* i - n - * a ·->—\ sr·' Yt’t na ra s*·* tr ·" t» n^1 -*'* m-. y*. ^ n-r "*· — -- -· -- «· — ' - — J ·*— *- -t^ -- --* ' —**- --- - ' ~ -** -·*--—« .V.4 v-.« VL. -k · i-ifi ’« Λ -» al - *--*·* -»>% r - -* t* ^ *» ^ ,, ï t- ~ a*i'os * *2 -N ,—>γ“μλ » λτϊ ^*λ·^ .»7 π ---W** -'—«ü — '-'2> ~ ~ — — ώ -2.12·^ .* -~W — O"'* O"* > ? n 7 -* λ*^ :*3η3'- Τ’! Oiodng 03i O 977071 O 3’v 3 λ 2; * 3j 3 *713 003 CDSiaT" gaiailoan, vaarbi.j all·: Tan ia aarsca an tToada opslaggsdaalóan aan soaro- *>o7* -'» o·^ -y r. >· ? {** *·- * ** " a>'t* 35 n. r.'··^**^ c» τ*» a ο;**1 Λ2 ‘ j ^ 2T*ai^ ’ 'r PTC ^ 3 1} a3n oncricüong ioa ooözov~’aoi X3 icoü* 3001 3θηη·3θ i -‘'i‘eTyi Owi v "-''ü*' o o 0 2 r 2. '"i *-'on 01*0 ooar.o^a voom ioo on. 33η 33i*3D3 "» *»-·* - '\-·***. -**> -» O »* ♦•'Ί ^ -W , -«., '* s»?M t* ''Ï’ril'; * ?CVAn«^ •^r''**** ** :¾ H t* ·” 3 v va 33' ^ -"· van ia vt 3^.t * an Λ Λ V ': '•V.'iS^.a ^ y, ^ *7 Λ Ï'* u .·***ƒ *» Λ*ν^ (a ioö^ On 30 C*v3'r<i3 O 2 ^ a Λ ** Ó *3 C ^ '* Λ 3 2. -3 -!\-s ^ TCa TOOT* ]Τ 3 b OTCiOC -2^00 2.1* 33Π cv o '3'*i 5 o o in c *"*an 32 η ""2S 32"on ^3*^η2.3 y io 3 o o vo 2^0 no3i cn naac* isi γηλί,·>.·!ΐ" v:-n it'* "o Λν*ο 3 dj aan inricnoing toot haö ^siacoiaf voranioran van hei 2^ air23 van ia -air233sring-5i£-1-tin3, Taariocr ia aira-ssaringsinriahting 0 t" 1? '* r ’ *·’ ? * .¾ r. n .ν'Λ"τ* cnri ** * λ»*»^··"λ nr> ·*» · ο λ r3 ο Λ-ιί’ι 2 *?0λλ51 ^ c*i .-γ·^ W ·._, kJ, «.. y ^,-Μ J *. J —J. J ^.. η^ιΛ J. ** ·.» · W** ..4 ·ν « 't V '•w ν .4 V -> ^ Μ» ?liV W ^ ι3 jM'Msr-v·*· V >> -. >^.li ia t^o0"f*ο3"^·* ' -* v-702 7'* or^ ion soari-i 02 cm naó * V-b"' "s -« 3--* o.-»-» ·* a err — *O ? *7 ~ λ r»*>» λ'·".^ -η, ^.λ^ι·« ^ ..'14 ^ V ·** sJ ·** w* Λ Λ *ί V -A b 2 *** «Uijte * U -»-* ~*Α * V 2 a ^ Ο W 12 . Λ A .. ^1.0 *;ί. ^·4 W $ ao* Aooao .lac /oaran-5 ccno„u302 d.\ j mao non aomarai can oa ~A S'a'* ^’*'.*an’ .*''** '•''•t* ~ r 3 »1 '.a"··'·^ yal »” ~Λ·" -τλ^ aa'^i b^T^t, W«r *' S" c’'tV:’“,'“^’* t ’o* aaa or**cc*''rT^ rOr4 v ^ ^ * -'I 7* v-n 3 ^ ^ ar·" *·* *'t »Λ ^** s *"> ·" » -··* ·** n, :·> _i 1> *.- η λ -i^V^ «? A -+ ** λ '·* Λ 7 » ·» ·?“»* .*« λ··* *» * :·» **/ i *««·*» 1 -.·«-* .«<* .» ..»*Λ -» Ji-l; » A '> *·^ΛΑ m> .im ,j Ά\ * *m »* Si VM *.. *i*.* w ·** V -» *-» j-j · ^ _·. .. — V .> 2 _ . J w J.. J ., ·ν .*,^~ ** =*1..^ J -^ **!* s v>^ -* V kahwO^ **^y Λμ 2 / V V» »44 1 If j4 1 J, .w V -- ->»-> y * .y ·—·-'' ·— ,1 1 m * *· 7 t 2 ,ά " is - > -* ·* λ '"* V _a - V-v-» {4 λ a·» λ *5 »>**>-« tft ^ t· ^ λ», — ν'* * ·'-— -— - _** WWW w --— - - >-*- -*«w w* — .J -—*4 — -l.2^4.;) - -V OT icr3oac io_ 2.·?ο 2I1 onoi3τ^0 -.0 ia sinoianj vaaricor data aa.i i- ''arsioiirocl^ovao 1. j- '· ^ i » 5¾ geleverd worden.

29. Apparaat volgens conclusie 27, ast het kanmark, dat de regelinrichting een derde inrichting bevat voor het tot stand brengen van een eerste periode corresponderende raat de pulsbreedta van het 5 stimularingssignaal dat geleverd aoet worden aan het weefsel van de patiënt, en een derde inrichting voor het tot stand brengen van het interval tussen de serie stimuleringspulsen.

30. Apparaat volgens conclusie 29, geksnmerkt door een inrichting voor het opnieuw' programmeren van da gehsugeninrichting, waardoor IQ de vaarden van da pulsbreedte an het interval als ingesteld door de eerste en tvaade inrichtingen veranderd kunnen worden.

31. Apparaat volgens conclusie 27, gekenmerkt door een inrichting voor het opnieuw programmeren van het ia het eerste of tweede opslaggedselts opgeslagen programma, waardoor die gangmakingssodus van het weefsel van de patient veranderd wordt.

32. Apparaat volgens conclusie 27, met hst kenmerk, dat de eerste inrichting voor het tot stand brengen van de eerste gangmakings-modus van het weefsel van de patient een inrichting omvat voor het vaststellen 7an een eerste immuniteitsperiode, een tweede detectieperiode en 20 een derde pulsaringsperiode,

33. Apparaat volgens conclusie 32, gekenmerkt door een inrichting voor het veranderen van het eerste programma teneinde de lengten van de eerste, tweede en derde perioden van de eerste inrichting te veranderen . 25 3^. Apparaat volgens conclusie 33, met het kenmerk, dat in het tweede opslaggedaelte een programma is opgeslagen voor hst prikkelen van het weefsel van de patient in de tweede werksodus die verschilt van de eerste verkmodus, en een inrichting omvat voor het tot stand brengen van een eerste periode voor hst detecteren van een eerste signaal 30 uit een eerste weefsel en een eerste signaalperiode voor het detecteren van een tweede signaal uit een tweede ander waaise.1 van de patiënt.

35. Apparaat volgens conclusie 32, met het kenmerk, dat de tweede inrichting een inrichting omvat voor het tot stand brengen van een eerste periode corresponderende met de pulsbreedte van de stimulerings— 35 puls naar een eerste weefselgsdealte, een tweede rustperiode, en een 7 'R ^ < ft ·' -> v w J =h ij volgssde darda periods corrasponderands set da puisbrasdtc van san sti-nuleringsguis ztaar a an tvasde vsafsalgadaslt a van da patient, vaarbi.j da sdrssverandaringsinrichting aan verandering lean vereersuken van da startadrasplsats dia door da adr333 aringsinrickting geleverd vordt aan c de gahaugsninrichting, vaarioar aan startplaats in esn van da eerste en y tvaada gedeelten afgejast lean verdan on een uitvoering van has corraspcr.-dererde programs te veroorzaken. 3d. Apparaat veer hat omzetter. van analoge inputsignalen in oorrasc orderend a digitale output 3 i gn ai en > zakanzarht door: ... a; oen oecillatcrinriohting r.3t een input vcor het laveren van aan aerste outputsignaal, va&rvan de frequentis afhankelijk is van hef aan fijn input geleverde signaal; bieen referent ie-ir.richting voor het produceren van een reforenti a-s igna.il; e) een nee de input van de oscilla;orinrichting gekoppelde schakelinricutirg die geschakeld kan vorder. van es:: eerste positie, vaarin de schnkolinriohting de analoge inputsignalen aan de input van de oscilla-torinrichtiag, naar een tveeie positie, vaarin de schakelinrienting het referent! es i gr. aal levert aan de input van de osoiliatorinrichfing; on d) een eerste tallerinriehting die hef eerste outputsignaal ontvangt en in een eerste r.cdU3 varksaam ie on cp te tellen en in een tvesde medue on af te tellen in overeenstemming net de frequentie van het eerste cutputsigrutl on een tveede outputsignaal te versehaffen; 2} een tvasie tallerinriehting lie selectief het tveede cutputsigr.aal ontvangt teneinde een corresponderend derde digitaal output-signaal te verschaffer,; f} een klokinrichtint voer het produceren van een kicksig- g) 5en regelinrichting veer het ontvangen van een kiek-signaal teneinde esn regalsigntai te verschaffen na ontvangst van een geheten aer.tal estillaties van het kicks!gr.aal, vaarhij da schakelinrich-ting reageert tt hes regelsignaal on van zijn eerste naar rijn tvesde positie te schakelen, vaarbij de eerste t “Herinrichting reageert cp het regeloignaul c.n fijn verhing in de eerste modus te beëindigen, op velk tijdstip het eerste output si graal een eerste telling vertsgenveordigt die I * indicatief is voor het analoge inputsignaal, en om zijn tweede modus te starten teneinde de eerste telling af te tellen, waarbij de tweede teller-inrichting reageert op het regelsignaal om de telling te starten van de oscillaties van het kloksignaal en reageert op het tweede outputsignaal 5 van een tweede te voren bepaalde telling voor hst beëindigen van de telling van de oscillaties van het kloksignaal teneinde zijn derde digitale outputsignaal te produceren, dat indicatief is voor het analoge inputsignaal en onafhankelijk is van de frequentie van het kloksignaal,

37· Omzatapparaat volgens conclusie 36, met het kenmerk» 1. dat de regelinrichting een derde tellerinrichting omvat voor het tellen van 'Voscillaties van het kloksignaal en het daarna produceren van het regelsignaal, welke derde tellerinrichting een inrichting omvat voor het variabel instellen van de waarde van "n".

38. Omzatapparaat volgens conclusie 37, met het kenmerk, 15 dat de derde tellerinrichting een inrichting omvat voor het ontvangen en opslaan van een manifestatie van "n".

39· Omzatapparaat volgens conclusie 36, met het kenmerk, dat da regelinrichting een inrichting omvat die reageert op een stroboscoop-signaal dat indicatief is voor de aanwezigheid van om te zetten analoge 20 inputsignalen, en als gevolg daarvan de oscillatorinrichting aktiveert gedurende een tijdperiode corresponderende met de periode, die nodig is om de eerste teller te doen werken in zijn eerste en tweede modes, teneinde de analoge inputsignalen om te zetten in de corresponderende derde digitale outputsignalen,

25 ItO. Gazetapparaat volgens conclusie 39, met het kenmerk, dat de reagerende inrichting een ringteller omvat, die een eerste output bezit wellis indicatief is voor de periode waarin de oscillatorinrichting gedeaktiveerd is, een tweede output die indicatief is voor de eerste wark-modus van de eerste tellerinrichting, en een darde output, dis indicatief 30 is voor de tweede werkmodus van de eerste tellerinrichting. U1. Omzatapparaat volgens conclusie 36, met het kenmerk., dat de hierboven genoemde inrichtingen uitgevoerd zijn met behulp van CMOS-technolcgie. b2, Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de be™ 35 schrijving en weergegeven in de tekeningen, ^ up ,¼ ƒ ·;-λ· / ^ ν’ ν' V *3