NL7905244A

NL7905244A - Losmaakbare ritssluiting.

Info

Publication number: NL7905244A
Application number: NL7905244A
Authority: NL
Original assignee: Yoshida Kogyo Kk
Priority date: 1978-07-12
Filing date: 1979-07-05
Publication date: 1980-01-15
Also published as: FR2430739B1; HK33687A; DE2928033A1; IT7953404V0; BE877637A; CH641653A5; IT1119020B; AU4830179A; FR2430739A1; ES244746Y; JPS6222173Y2; IT7968423A0; BR7904474A; DE2928033C2; NL183799C; ES244746U; SG47285G; JPS5512817U; GB2028419A; CA1142330A

Description

V.

X

Yoshida Kogyo K.K., te Tokio, Japan Losmaakbare ritssluiting.

De uitvinding heeft betrekking op ritssluitingen en betreft meer in het bijzonder een ritssluiting van het losmaakbare type met een losmaakbaar eindstelsel.

Er zijn vele losmaakbare ritssluitingen voorgesteld die 5 zijn uitgerust met een losmaakbaar eindstelsel dat bestaat uit een losmaakbare pen die is bevestigd aan het ondereinde van een van de samenwerkende draagbanden, en een borgpen die is bevestigd aan het ondereinde van de andere draagband en een borgorgaan dat integraal is gevormd met de borgpen voor het ontvangen van de losmaakbare pen voor 10 het koppelen van de twee draagbanden. Het is bekende praktijk bij dergelijke ritssluitingen om de tegenover elkaar gelegen uiterste sluit-elementen te verankeren aan het losmaakbare eindstelsel met het oog op het voorkomen dat de sluitelementen van de draagbanden vallen.

Het is echter een onontkoombaar nadeel van een dergèlijke 15 ritssluiting, dat de pennen van het losmaakbare eindstelsel die res- pektievelijk zijn bevestigd aan de anden in de buurt van of in hoofdzaak integraal met de uiterste sluitelementen, de neiging hehhen om de ge-makkelijke koppeling en ontkoppeling van de uiterste sluitelementen te hinderen, indien een schuif naar en van het losmaakbare eindstelsel 20 beweegt voor het openen en sluiten van de ritssluiting.In sommige gevallen wordt de schuif geblokkeerd in een stand juist voor het losmaakbare eindstelsel. De startbeweging van de schuif in de richting voor het sluiten van de ritssluiting kan ook worden vertraagd, soms zelfs onmogelijk worden gemaakt. Dit probleem wordt nog erger indien het 25 losmaakbare eindstelsel en de sluitelementen beide zijn gemaakt van kunststof, omdat de uiterste sluitelementen onderhevig zijn aan vervorming door warmte en druk die wordt uitgeoefend gedurende het lassen van het losmaakbare eindstelsel aan de uiterste sluitelementen.

790 5 2 44 i' .

2 % ' ζ*

Het Amerikaanse octrooischrift 3.162.918 heeft betrekking op een enigszins succesvolle verbetering van een losmaakbare ritssluiting die een reeks van sluitelementen of een wikkelelement heeft dat een flexibele kunststof vinger heeft die integraal is gevormd met een lichaams-5 gedeelte van een losmaakbaar eindstelsel en zich uitstrekt lan^ de rand van de draagband door de •wikkel, •waarbij het verkregen eindstelsel een stevige doch relatief flexibele verbinding levert met het ondergedeelte van de sluitelementen. Een dergelijke opstelling vereist echter het gebruik van matrijzen die zeer nauwkeurig zijn bewerkt teneinde precies 10 te passen over de lussen van de sluitelementen, en het onderhouden van binnen kleine grenzen bestuurde matrijstemperatuur en matrijsdruk, hetgeen leidt tot een ingewikkeld en duur proces en verhoogd materiaalver-bruik.

Het is daarom een oogmerk van de uitvinding om een losmaak-15 bare ritssluiting te leveren, waarin een schuif wordt toegestaan om gemakkelijk naar en van een losmaakbaar eindstelsel te bewegen.

’ Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een losmaakbare ritssluiting die met uiterst gemak en tegen minimale kosten kan worden vervaardigd.

20 Volgens de uitvinding is dit bereikt met onderling samen werkende zijdelingse uitsteeksels van de sluitelementen van tegenover elkaar gelegen uiterste sluitelementen die zich bevinden in de buurt van een paar pennen van een losmaakbaar eindstelsel die worden afgesneden teneinde de uiterste sluitelementen toe te staan om van elkaar 25 te worden ontkoppeld indien een losmaakbare ritssluiting wordt ge sloten.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van een ritssluiting volgens de uitvinding is weergegeven.

30 In de tekening is op grote schaal een losmaakbare rits sluiting 10 weergegeven die bestaat uit een paar draagbanden 11 en 12 die elk op de inwendige langsrand een reeks van sluitelementen 13 en 1U dragen die zijn gevormd uit een continu kunststof filament tot een schroeflijnvormig wikkelstelsel dat een aantal slagen omvat die in lengte-35 richting van de band op een afstand van elkaar liggen. Elk van de slagen bezit een paar van op afstand van elkaar gelegen benen 15 en een 790 52 44 3 » ' , koppelkop 16 die zich uitstrekt tussen de henen 15, waarbij de koppelkop 16 een paar zijdelingse uitsteeksels 17 heeft die in de lengterichting van de reeks van sluitelementen 13 en 1U lopen voorbij de breedte van de benen 15, zodat de reeksen van sluitelementen met elkaar in ingrijping 5 kunnen worden gebracht terwijl de zijdelingse uitsteeksels van tegenover kaar gelegen koppelkoppen met elkaar samenwerken. Elk sluitelement 13 en 1¾ heeft verder een aantal verbindingsgedeelten 18 die zich elk uitstrekken tussen aangrenzende benen 15·

De tegenover elkaar gelegen reeksen van sluitelementen 13 10 en ih worden in en buiten onderlinge samenwerking gebracht door een (niet weergegeven) schuif voor het openen en sluiten van de ritssluiting 10 op bekende wijze.

Een losmaakbaar eindstelsel 20 omvat een losmaakbare pen 21 die is bevestigd aan het ondereinde van êên van de draagbanden 11, een 15 borgpen 22 die is bevestigd aan het ondereinde van de andere draagband 12, en een borg 23 die integraal is gevormd met de borgpen 22 voor het ontvangen van de losmaakbare pen 21. De losmaakbare pen 21 heeft een uitsteeksel 2h langs zijn hinnenlangsrand, welk uitsteeksel 2h in dwarsriehting loopt van de reeksen van sluitelementen 13 en 1^,De 20 borgpen 22 heeft een uitsparing 25 die dient voor het opnemen van het uitsteeksel 2ij.

Volgens de uitvinding wordt een paar van uiterste sluitelementen E.j en Eg integraal vastgelast met het losmaakbare eindstelsel 20 op een zodanige wijze, dat het eerste uiterste sluitelement E^ aan 25 zijn verbindingsgedeelte 18 wordt verenigd met de bovenrand van de borgpen 22, en het tweede uiterste sluitelement Eg wordt verenigd aan zijn benen 15 met de bovenrand van de losmaakbare pen 21. De gekoppelde zijdelingse uitsteeksels 17 van de koppelkoppen 16 van de tegenover elkaar gelegen uiterste sluitelementen E^ en Eg die zich bevinden in de 30 buurt van de pennen 21 en 22, worden af gesneden teneinde afgeplatte sluitvlakken 26 te vormen, waardoor aan de uiterste sluitelementen -E ^ en Eg wordt toegestaan om van elkaar te wordenontkoppeld indien de losmaakbare ritssluiting 10 wordt gesloten. De benen 15 en de koppelkop 16 van het uiterste sluitelement Eg worden gedeeltelijk afgesneden teneinde 35 een af gesneden plat oppervlak 27 te vormen, waardoor een groef 30 wordt begrensd die zich in dwarsriehting van de reeksen van sluitelementen 13 79052 44 *

J

en "I** uitstrekt. De groef 30 heeft tij voorkeur een lengte die groter is dan de afstand tussen de gekoppelde koppelkoppen.

Het vormen van het losmaakhare eindstelsel 20 en de van een groef voorziene uiterste sluitelementen E^ en Eg wordt teweeg getracht 5 door het eerste plaatsen van een strip 28 van-thermoplastisch materiaal op een oppervlak van de wanden 11 en 12, welke strip 28 ligt hoven een groep van de sluitelementen 13 en 1^. 'Vervolgens worden warmte en druk toegevoerd door een geschikte ultrasonore lasinstallatie of hoogfrequente verwarmingsmiddelen aan de strip 28 voor het gelijktijdig vast-10 lassen van de strip 28 aan de draagtanden 11 en 12 en de groep van sluitelementen 13 en 1^ en het vormen van de losmaakhare pen 21 en de torgpen 22 in de gewenste vorm. Gelijktijdig met het vormen van de pennen 21 en 22 wordt ook de'groef 30 gevormd in de uiterste sluitelementen E^ en Eg. Het uitsteeksel 2k, de uitsparing 25 en de groef 30 worden alle 15 gelijktijdig gevormd door een geschikte (niet weergegeven) drevel, zodat de groef 30 in verbinding staat met de uitsparing 25 die het uitsteeksel 2b ontvangt. De doosvormige -borg 23 wordt tenslotte met de torgpen 22 verenigd door vastlassen of door vertinden met een hechtmiddel.

Met de op deze wijze geconstrueerde ritssluiting 10 wordt 20 een schuif (niet weergegeven) getracht tegen de borg 23, en de losmaak bare pen 21 wordt gestoken door een geleidingskanaal in de schuif in de borg 23. Indien de schuif start in de beweging voor het sluiten vanaf het losmaakhare eindstelsel 20, begint het paar van uiterste sluitelementen E.j en Eg te beweging in wederzijds samenwerking met elkaar. In dit 25 geval beweegt het afgeplatte sluitvlak 26 van het eerste uiterste sluit- element E^ vrij door de weg van het af gesneden afgeplatte oppervlak 2J van het tweéde uiterste sluitelement Eg, zodat de schuif kan voortgaan met een gemakkelijke beweging in de richting voor het sluiten van de ritssluiting. De schuifbeweging wordt omgekeerd om het openen van 30 de ritssluiten te veroorzaken. Terwijl de schuif beweegt naar het los maakbare eindstelsel 21, staat, de groef 30 het aan de utierste sluitelementen E^r. en Eg toe om de beweging te starten zonder wederzijdse beïnvloeding .

Binnen het kader van de conclusies vallen ook uitvoeringsvormen 35 die niet in de tekening zijn weergegeven.

790 52 44

Claims

1. Losmaakbare ritssluiting met een schuif die in staat is tot het openen en sluiten van de ritssluiting, omvattende een paar van draagbanden die elk een reeks van sluitelementen dragen langs een langs-5 rand, waarbij elk van de sluitelementen een paar van op afstand van elkaar gelegen benen heeft die zijn ondersteund op een van de banden, en een koppelkop die zich uitstrekt tussen de benen, welke koppelkop een paar zijdelingse uitsteeksels heeft die zich in de lengterichting van de reeks van sluitelementen uitstrekken buiten de breedte van de benen, 10 zodat de reeksen van sluitelementen kunnen worden gekoppeld, met het kenmerk, dat een losmaakbaar eindstelsel een losmaakbare pen omvat, die is bevestigd aan het ondereinde van een van de draagbanden, een borgpen die is bevestigd aan het ondereinde van de andere draagband, en een borg die integraal is gevormd met de borgpen voor het ontvangen van de 15 Isomaakbare pen, waarbij de zijdelingse uitsteeksel van de uiterste sluitelementen die zich bevinden in de buurt van de pennen, zijn af gesneden can toe te staan dat de uiterste sluitelementen buiten samenwerking met elkaar zijn indien de ritssluiting wordt gesloten.

2. Ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 benen en de koppelkop van tenminste êên van de uiterste sluitelementen gedeeltelijk zijn afgesneden teneinde een groef te begrenzen die in dwarsrichting loopt van de reeksen van sluitelementen.

3. Ritssluiting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de groef een lengte heeft die groter is dan de afstand tussen de samenwerken- 25 de koppelkoppen. h. Ritssluiting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de losmaakbare pen een uitsteeksel heeft langs zijn binnenlangsrand, waarbij de borgpen een uitsparing heeft voor het opnemen van het uitsteeksel, welk uitsteeksel in dwarsrichting loopt van de reeksen van sluitelementen, 30 en dat de groef in verbinding staat met de uitsparing.

5. Losmaakbare ritssluiting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het losmaakbare eindstelsel en de sluitelementen uit kunststof zijn vervaardigd, en dat de losmaakbare pen en de borgpen integraal zijn met de uiterste sluitelementen.

6. Ritssluiting zoals weergegeven in de tekening en/of be sproken aan de hand daarvan. 79052 44