NL7905212A - Inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen hefbanden en dergelijke. - Google Patents

Inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen hefbanden en dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL7905212A
NL7905212A NL7905212A NL7905212A NL7905212A NL 7905212 A NL7905212 A NL 7905212A NL 7905212 A NL7905212 A NL 7905212A NL 7905212 A NL7905212 A NL 7905212A NL 7905212 A NL7905212 A NL 7905212A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lifting
rivet
chain link
chains
designed
Prior art date
Application number
NL7905212A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Thiele Fa August
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Thiele Fa August filed Critical Thiele Fa August
Publication of NL7905212A publication Critical patent/NL7905212A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G13/00Chains

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)
  • Emergency Lowering Means (AREA)

Description

, i a,
T
August Thiele, Firma volgens Duits recht, Iserlohn-Kalthof,
Bondsrepubliek Duitsland
Inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen, hefbanden en dergelijke.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen, in het bijzonder aan ophang-, hefwerktuig- en aanslagkettingen, alsmede aan hefbanden en dergelijke.
5 Bij het werken met kettingen, zoals deze bijvoorbeeld worden toegepast als ophangkettingen, als hefwerktuigkettingen en als aanslagkettingen, gaat het er evenals bij de toepassing van hefbanden voor het opheffen en bewegen van lasten, om ongelukken en beschadigingen door overbelasting te voorkomen. Dit kan weliswaar voor een gedeelte worden be-10 reikt door een aangepast ruime bemeting van de toegepaste kettingen of hefbanden, maar dit sluit echter niet uit, dat de betrokken kettingen en hefbanden op een foutieve en ondoelmatige wijze kunnen worden toegepast met een daardoor veroorzaakte overbelasting. Derhalve is er toe overgegaan, de bijvoorbeeld bij hefwerktuig- en aanslagkettingen samenwerkende kettin-15 gen en aanslagdelen zodanig uit te voeren, dat alleen kettingschalmen en aanslagdelen van een bepaalde genormaliseerde kwaliteitsklasse met elkaar kunnen worden verbonden, welke schalmen en delen zijn berekend voor een bepaald draagvermogen. Bovendien worden de tot een gemeenschappelijke kwaliteitsklasse behorende kettingen en aanslagdelen overeenkomstig gekenmerkt.
20 Hierdoor wordt weliswaar in beginsel een verbinding voorkomen tussen niet samenpassende kettingen en aanslagdelen, maar is ook hierdoor een overbelasting niet uitgesloten. Wanneer dit eenmaal heeft plaatsgehad zonder dat de betrokken ketting is gebroken, kan een eenmaal opgetreden, blijvende vervorming van de kettingschalmen, welke vervorming bij een volgende 7905212 2 i belasting gemakkelijk kan leiden tot een breuk, veelal zonder een nauwkeurig onderzoek slechts moeilijk worden vastgesteld. Wanneer een dergelijke overbelaste ketting verder wordt toegepast, is het veelal te laat een plotselinge breuk en de daarmee noodzakelijker wijze verbonden gevolgen, te 5 voorkomen.
Hetzelfde geldt voor de toepassing van hefbanden, waarbij een overbelasting eveneens veelal niet zonder een nauwkeurig onderzoek kan worden vastgesteld.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een in-10 richting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen, hefbanden en dergelijke te verschaffen, waarmee het mogelijk is een overbelasting van de schalmen van kettingen, zoals deze in het bijzonder worden toegepast in de vorm van rondstalen schalmen aan ophangkettingen, hefwerktuigkettin-gen en aanslagkettingen, evenals bij hefbanden en dergelijke, door eenvou-15 dige middelen zichtbaar te maken, voordat een breuk, een af schuiven of een scheuren plaatsvindt.
Deze opgave vindt zijn oplossing door althans een bevei-ligingselement, dat zodanig is» aangebracht aan een kettingschalm of een hefbandgedeelte, dat het bij een de beproevingskracht overschrijdende 20 belasting van de kettingschalm of de hefband, een vormverandering ondergaat of wordt afgeschoven.
De uitvinding gaat uit van de onderkenning, dat bij kettingen slechts kan worden gesproken van een overbelasting, wanneer een blijvende vervorming is opgetreden van een kettingschalm, dat wil zeggen 25 wanneer althans het beproevingskrachtgebied, dat althans het 2,5-voudige·. van het draagvermogen bedraagt is bereikt of overschreden. Bij een blijvende vervorming als gevolg van overbelasting van een kettingschalm, wordt de inwendige breedte tussen de twee tegenover elkaar liggende gedeelten of benen van de kettingschalm, kleiner, waarbij bij hefbanden een blijvende 30 verlenging optreedt, hetgeen in beide gevallen volgens de uitvinding wordt benut om de blijvende vervorming naar buiten duidelijk zichtbaar te maken.
Bij toepassing voor rondstalen kettingen is het onderhavige beveiligingselement uitgevoerd als lijfdeel, en aangebracht tussen tegenover elkaar liggende gedeelten van de kettingschalm onder het aan de 35 einden aanliggen tegen de gewelfde omtreksvlakken van de twee gedeelten 7905212
Jr -Λ 3 dwars op de trek- of lengterichting van de kettingschalm.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm ligt het lijfdeel met bij voorkeur in hoofdzaak wig- of boogvormig naar buiten open eindvlakken aan tegen de kettingschalm. Bij een andere voorkeursuitvoeringsvorm be-5 staat het lijf deel uit twee onderling evenwijdig aangebrachte en met el kaar verbonden, bij voorkeur gelijke lijfhelften, die aan elkaar kunnen zijn geplakt of worden saaengehouden door althans een klinknagel. Bij een klinknagelverbinding kan de klinknagel volgens een eerste'uitvoeringsvorm zijn uitgevoerd als kopbreeknagel of als een trekbreeknagel met een ncmi-10 nale breekplaats op de klinknagelschacht. Inplaats van een of meer dergelijke verbindingsnagels, kan de klinknagel volgens een gewijzigde uitvoeringsvorm echter ook zijn uitgevoerd als een uitzettingsnagel en met een kleine axiale speling zijn aangebracht in een door de lijfhelften zich uitstrekkende, aan de einden omgezette holle nagel, zodat de twee lijfhelf-15 ten bij een overbelasting van de kettingschalm ten opzichte van de holle nagel uit elkaar worden gedrongen, maar door de door de holle nagel zich uitstrekkende uitzettingsnagel niet van elkaar kunnen vallen.
Bij hefbanden kan de beveiliging tegen overbelasting zodanig zijn uitgevoerd, dat met de hefbaifleen in de richting van de belas-20 ting zich uitstrekkende overbelastingsband als beveiligingselement is verbonden, welke overbelastingsband een kleinere treksterkte heeft dan de hef-band. De overbelastingsband kan evenals de hefbard bestaan uit-een kunststof, bij voorkeur polyester vezels.
De onderhavige inrichting voor het beveiligen tegen over-25 belasting biedt bovendien de mogelijkheid van een aanvullend kenmerken en doen uitkomen van de daarmee voorziene of uitgeruste kettingschalmen en hefbanden, hetgeen kan geschieden door zowel een gekleurde afwerking van het beveiligingselement als door het aanbrengen van een aanwijzing voor het draagvermogen of een bepaalde genormaliseerde kwaliteitsklasse op de 30 voor het kenbaar maken van overbelastingen voorziene delen.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een onbelaste kettingschalm toont met de onderhavige inrichting, 35 fig. 1a een door overbelasting blijvend vervormde ketting- 79052 12 *- 3 1» schalm toont met een soortgelijke inrichting, fig. 2 een doorsnede is volgens.:de lijn II-II in fig. 1, fig. 2a een doorsnede is volgens de lijn Ila-IIa in fig. 1a, 5 fig. 3 een aan fig. 2 gelijke doorsnede is van een andere uitvoeringsvorm, fig. 3a een aan fig. 2a gelijke doorsnede is van ée uitvoeringsvorm volgens fig. 3 na overbelasting, fig. U een aan fig. 2 gelijke doorsnede is van een derde 10 uitvoeringsvorm, fig. Ua een aan fig. 2a gelijke doorsnede is van de uitvoeringsvorm volgens fig. U in overbelaste toestand, fig. 5 een aan fig. 2 gelijke doorsnede is van een verdere uitvoeringsvorm, 15 fig. 5a een aan fig. 2a gelijke doorsnede is van de uit voeringsvorm volgens fig. 5 in overbelaste toestand, de fig. 6,6a, 7» 7a en 8, 8a aan de fig. 2 en 2a gelijke doorsneden zijn van andere uitvoeringsvormen, fig. 9 een bovenaanzicht is van een hefband met de on-20 derhavige inrichting, en fig. 9a een zijaanzicht is van de in fig. 9 weergegeven hefband.
Bij de in de fig. 1-5 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting, 25 bestaat het beveiligingselement 1 uit twee bij voorkeur gelijke lijfhelften 1a, 1b, die met bij voorkeur in hoofdzaak wigvormig naar buiten ópen eind-zijden 2a, 2b, die echter ook licht concaaf of convex gewelfd kunnen zijn, evenwijdig aan elkaar aanliggen tegen de twee tegenover elkaar liggende, cilindrische lengtegedeelten h,5 van een ovale kettingschalm 3, bijvoor-30 beeld een rondstalen ketting, zoals deze in het bijzonder wordt toegepast voor ophang-, hefwerktuig- en aanslagkettingen, en door een klinknagel 6 bij elkaar worden gehouden. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 bestaat de klinknagel 6 uit een kopbreeknagel, bij de uitvoeringsvorm volgens fig.
3 uit een uitzettingsnagel en bij de uitvoeringsvorm volgens fig. b uit een 35 trekbreeknagel met een nominale breekplaats 7 op de nagelschacht 8.
790 5 2 12 -¾ 5
Terwijl bij de uitvoeringsvormen volgens de fig. 2-b slechts een enkele verbindingsnagel 6 is voorzien, zijn bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 de twee lijfhelften 1a, 1b bovendien met elkaar verbonden door een holle nagel 9» die aan de twee einden 9a, 9b in hoofdzaak 5 flensvormig is omgezet, en waardoorheen een uitzettingsnagel 6 zich uitstrekt met een kleine axiale speling.
Bij de inrichting volgens fig. 2 worden de twee lijfhelften 1a, 1b door de kopbreeknagel 6 en de twee onbeschadigde, verbrede eind-gedeelten 6a, 6b daarvan, die flensvormig over de twee lijf delen 1a, 1b 10 aangrijpen, zodanig onderling evenwijdig in aanligging tegen de cilindrische gedeelten b9 5 van de kettingschalm 3 gehouden, waarbij zij een zodanige totale dikte h hebben, dat zij niets buiten de kettingschalm 3 uitsteken. Dit geldt op dezelfde wijze voor de uitvoeringsvormen volgens de fig. 3-8.
15 Bij de in fig. 1a weergegeven, vervormde kettinschalm 3' zijn de twee beengedeelten V, 5’ van de kettingschalm 3' door overbelasting zodanig naar binnen gedrukt^ dat de binnenmaatse afstand tussen de twee gedeelten b', 5T is verkleind vanaf de waarde b in fig. 1 tot de waarde b 8» in fig. 1a. Door de verkleining van de afstand tot de waarde b zijn de 20 twee lijfhelften 1a, 1b langs de wigvormige eindzijden 2a, 2b daarvan zodanig uit elkaar gedrukt, dat de breekkop 6a van de kopbreeknagel 6, van de nagelschacht 8 is afgesprongen. Bovendien is de buitenmaat h vergroot tot de vaarde h , zodat de twee lijfhelften 1a, 7b zijdelings buiten de vervormde kettingschalm 3' uitsteken. Dit is ook het geval bij de uitvoerings-25 voorbeelden volgens de fig. 3a-8a. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3a is de uitzettingsnagel 6 verlengd. Als aanwijzing voor overbelasting zijn dan de grendelde lijfhelften 1a, 1b te zien, die nog bij elkaar worden gehouden door de verlengde uitzettingsnagel 6.
Fig. ba. toont veer een overbelaste kettingschalm 3'. Ook 30 hierbij wordt door vergroting van de afmeting h tot de waarde h , de trek-breeknagel 6 op de weergegeven nominale breekplaats 7 verbroken, zodat de twee lijfhelften 1a, 1b kunnen loskomen van de vervormde kettingschalm 3'.
Bij overbelasting van het in de fig. 5 en 5a weergegeven uit voe rings voorbeeld, wordt de omzetting aan de twee einden 9a, 9b van de 35 holle nagel 9 gestrekt. Zodoende treedt ook een verlenging op van de uit- 790 5 2 12 6
i- S
zettingsnagel 6 tot de waarde h . De uitzettingsnagel 6 belemmert echter a het uit elkaar vallen van de lijfhelften 1a, 1b.
Bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 6 en 7 zijn de twee lijfhelften 1a, 1h door het tussenvoegen van een plakstrook 1c of door 5 een passend plakmiddel 1d (fig. 7) vast met elkaar verbonden, waarbij zij met hun wigvormig naar buiten gerichte eindzijden 2a, 2b aanliggen tegen de twee gedeelten U,5 van de kettingschalm 3 om bij een vervorming daarvan overeenkomstig de fig. 6a en 7a uit elkaar te springen.
Inplaats van een verbinding bij het monteren van de twee 10 lijfhelften 1a, 1b, kan het beveiligingselement 1, in het bijzonder bij een uitvoering uit een brosbreekbare kunststof, in verwarmde toestand worden ingegoten of tussen de twee gedeelten U,5 van de kettingschalm 3 worden gedrukt, zoals is weergegeven in fig. 8. Het lijfvormige beveiligingselement 1 ligt met zijn in hoofdzaak cirkelboogvormig gewelfde eindzijden 2a, 2b 15 aan tegen de in hoofdzaak cilindrische omtrekvlakken van de beengedeelten l+,5, zodat bij een overbelasting van een kettingschalm 3, overeenkomstig fig. 8 de, de vervormde beengedeelten V, 5' omgrijpende, zijdelingse uitsteeksels aan de twee eindzijden 2a, 2b, wegspringen en zodoende de ver-vrming van de kettingschalm 3 zichtbaar maken.
20 ' Bij de in de fig. 9 en 9a weergegeven beveiliging tegen overbelasting voor een hefband 10, kan bij het gebruikelijke vastnaaien van de inhanglus 11 in het uitwendige naaigebied 12 een smalle overbelastings-band 13, die eventueel een nominale breekplaats ^ kan hebben, als beveiligingselement 1 mede worden vastgenaaid. De overbelastingsband 13 bestaat 25 bij voorkeur, evenals de hefband 10, uit een kunststof, en is bij voorkeur een polyesterband met een kleinere uitzetting dan de hefband. De overbelastingsband 13 kan bij het naaien van de lus van de hefband 10 met twee naai-sels 12a, 12b aan het bovenste en aan het onderste einde mede worden vastgenaaid, en eventueel aanvullend worden geplakt. Door de grotere uitzetting 30 van de hefband 10 wordt de overbelastingsband 13 bij een overbelasting zo danig belast, dat hij als gevolg van zijn kleinere uitzetting bij een bepaalde kracht op de nominale breekplaats 1¾ voortijdig scheurt, en zodoende de overbelasting aangeeft van de hefband 10.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kun-35 nen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
7905212

Claims (10)

1. Inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen, in het bijzonder ophang-, hefwerktuig- en aanslagkettingen, 5 alsmede aan hefbanden en dergelijke, gekenmerkt door althans een beveili-gingselement (1), dat zodanig is aangebracht aan een kettingschalm (3) of hefbandgedeelte (10), dat het bij een de beproevingskracht overschrijdende belasting van de kettingschalm of de hefband, een vormverandering ondergaat of wordt afgeschoven.
2. Inrichting volgens conclusie 1 voor rondstalen kettin gen en dergelijke, met het kenmerk, dat het beveiligingselement (1) is uitgevoerd als lijfdeel en aangebracht tussen tegenover elkaar liggende gedeelten (U,5) van de kettingschalm (3) onder het aan de einden daarvan aanliggen tegen de gewelfde omtreksvlakken van de twee gedeelten dwars op de trek- of lengterichting van de kettingschalm.
3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat het lijf deel met bij voorkeur in hoofdzaak wig- of boog-vormig naar buiten open eindzijden (2a,2b) aanligt tegen de kettingschalm (3). h. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, 20 dat het lijfdeel bestaat uit twee onderling evenwijdig aangebrachte en naast elkaar verbonden, bij voorkeur gelijke lijfhelften (la,1b).
5. Inrichting volgens conclusie 1-U, met het kenmerk, dat de lijfhelften (1a, 1b) aan elkaar zijn geplakt.
6. Inrichting volgens de conclusies 1-U, met het kenmerk, 25 dat de lijfhelften (la,1b) door althans één klinknagel (6) bij elkaar worden gehouden.
7· Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de klinknagel (6) is uitgevoerd als kopbreeknagel. 8.Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de 30 klinknagel (6) is uitgevoerd als een trekbreeknagel met een nominale breek-plaats (7) op de nagelschacht (8).
9. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de klinknagel (6) is üitgevoerd als uitzettinspnagel, en met een kleine axiale speling is aangebracht in een door de lijfhelften (la,1b) zich 35 uitstrekkende, aan de einden omgezette holle nagels (9). 790 5 2 12 > κ
10. Inrichting volgens conclusie 1 voor hefbanden en dergelijke, met het kenmerk, dat met de hefband (10) een in de richting van de belasting zich uit strekkende overbelastingsband (13) is verbonden als beveiligingselement (1), dat een kleinere treksterkte heeft dan de hefband.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de overbelastingsband (13) evenals de hefband (10) bestaat uit kunststof, bijvoorkeur polyestervezels.
12. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. / 790 5 2 12
NL7905212A 1978-09-25 1979-07-04 Inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen hefbanden en dergelijke. NL7905212A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19782841686 DE2841686A1 (de) 1978-09-25 1978-09-25 Anordnung zur ueberlastsicherung an ketten, hebebaendern u.dgl.
DE2841686 1978-09-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905212A true NL7905212A (nl) 1980-03-27

Family

ID=6050388

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905212A NL7905212A (nl) 1978-09-25 1979-07-04 Inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen hefbanden en dergelijke.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE878727A (nl)
DE (1) DE2841686A1 (nl)
FR (1) FR2436916A1 (nl)
NL (1) NL7905212A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19914017C2 (de) * 1999-03-19 2001-07-26 Rud Ketten Rieger & Dietz Kette aus Rundstahlgliedern
IT1311354B1 (it) * 1999-11-12 2002-03-12 Osculati & C S P A Forniture N Elemento marcatore per catene, in particolare catene d'ancora.
DE10036014C2 (de) * 2000-07-25 2003-10-23 Thiele Gmbh & Co Kg Sicherheitsbauteil aus Stahl für die Hebe-, Zurr-, Förder- oder Gewinnungstechnik
DE102004017022A1 (de) * 2004-04-02 2005-10-20 Heinz Driesen Einsatz in einem Kettenglied
AU2007234465B2 (en) 2006-11-15 2012-08-02 Joy Global Underground Mining Llc Chain Link Anti-Knuckle Insert
DE102012107592A1 (de) * 2012-08-20 2014-02-20 Thiele Gmbh & Co. Kg Gliederkette

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE629455C (de) * 1936-05-02 Ver Stahlwerke Akt Ges Stahlgusskette
DE1046913B (de) * 1956-09-29 1958-12-18 Helmut Schlote Vorrichtung zur Kennzeichnung der UEberbeanspruchung eines Lastaufnahmemittels
GB897116A (en) * 1960-09-28 1962-05-23 Campbell Chain Co Sling member
US3077178A (en) * 1961-02-27 1963-02-12 Mckay Co Device for sustaining loads having a deformable indicating element
FR1389943A (fr) * 1964-04-08 1965-02-19 Rétractomètre routier
DE2055253C3 (de) * 1970-11-03 1979-02-01 Rud-Kettenfabrik Rieger & Dietz Gmbh U. Co, 7080 Aalen Verzurr- oder Anschlagkette
DE2260301C3 (de) * 1972-12-06 1981-06-11 RUD-Kettenfabrik Rieger & Dietz GmbH und Co, 7080 Aalen Anordnung zur Überlastkontrolle von Verzurr- und/oder Anschlagketten
SE399950B (sv) * 1975-04-10 1978-03-06 Bergvik & Ala Ab Med stolpe forstyvad kettinglenk
US4018085A (en) * 1975-11-14 1977-04-19 The United States Of America As Represented By The Administrator Of The National Aeronautics And Space Administration Amplifying ribbon extensometer
GB1522242A (en) * 1977-01-27 1978-08-23 Lord K Crack motion detectors

Also Published As

Publication number Publication date
DE2841686A1 (de) 1980-04-03
FR2436916A1 (fr) 1980-04-18
FR2436916B1 (nl) 1985-03-22
BE878727A (fr) 1979-12-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20060100052A1 (en) Belt device
NL7905212A (nl) Inrichting voor het beveiligen tegen overbelasting aan kettingen hefbanden en dergelijke.
NL7903267A (nl) Bevestigingselement met een ankerbout en een spreidwig.
US5463799A (en) Fastener for connecting materials with weakened portion
HU221931B1 (hu) Láncszerű tartószerkezet tömlők, kábelek és hasonlók rögzített és mozgatható csatlakozópont közötti vezetésére
JPH01226457A (ja) 安全ベルト装置の力制限器
US20100306974A1 (en) Safety Double Connector
US2524649A (en) Wire clamp
CN104394941A (zh) 能量吸收器
JP2017511452A (ja) 取り付け装置
US4145874A (en) Shackle for chains, especially for sling chains
US3852822A (en) Hard hat crown support band attachment
AU676286B2 (en) Connector for conveyor belts
EP1118509A3 (de) Gassack-Modul, dessen Aktivierung, belastet mit einem mit konzentrischen Nieten befestigtem Gewebematerialstück
GB2571948A (en) Energy absorber device
US4530534A (en) Connection means, particularly for a suspended load
US3385627A (en) Toggles in linked connection at the end of a chain or the like
US4264097A (en) Suspension chain head
US6874206B2 (en) Component for regulating or modifying the effective length of a round steel chain
US222125A (en) Improvement in metal couplings for ropes
CA1085595A (en) Locking assembly
US2512491A (en) Load binder
US3974640A (en) Coupling link
US2166777A (en) Safety belt
US4137704A (en) Coupling shackle

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed