NL7903956A

NL7903956A - Inrichting voor het uitsnijden en transporteren van een blok kuilvoer.

Info

Publication number: NL7903956A
Application number: NL7903956A
Authority: NL
Original assignee: Trioliet Mullos
Priority date: 1979-05-18
Filing date: 1979-05-18
Publication date: 1980-11-20
Also published as: ES492070A0; DE2928950C2; GB2054359A; NL169021B; BE880398A; GB2054359B; DK149705B; CH644489A5; NL169021C; SE8003389L; AU5837180A; FR2456464B1; AU534377B2; DK149705C; IE49594B1; IT8067780A0; JPS5629921A; DE2928950A1; US4341354A; CA1143342A

Description

N/29.023-Jb/hf - *

Trioliet-Mullos Silo Nederland B.V. te Losser.

Inrichting voor het uitsnijden en transporteren van een blok kuilvoer.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het uitsnijden en transporteren van een blok kuilvoer, voorzien van een gestel, dat aan een trekker bevestigbaar is en dat een althans ongeveer horizontale dwarsbalk omvat, 5 waaraan een aantal evenwijdige tanden zijn bevestigd en waarop een opstaand gestelgedeelte aansluit, dat, nabij het boveneinde, een althans ongeveer horizontale geleiding draagt, waarlangs een aandrijfhuis heen en weer beweegbaar is geleid, waarbij het opstaande gestelgedeelte voorts 10 onder deze geleiding een aandrukframe draagt, dat zich nabij de baan van het zaag- of snijorgaan uitstrekt en dat door middel van een bedieningsorgaan ten opzichte van het gestel verstelbaar is.

In een bekende uitvoering van een dergelijke 15 inrichting is het aandrukframe stijf uitgevoerd en ligt dit in een althans ongeveer horizontaal vlak. Dit aandrukframe is door middel van het bedieningsorgaan ten opzichte van het opstaande gestelgedeelte op en neer verplaatsbaar.

Daar het bovenoppervlak van het kuilvoer in het algemeen 20 een vrij onregelmatig, in belangrijke mate van een plat vlak afwijkend verloop bezit, komt het aandrukframe in de werkstand slechts zeer plaatselijk met het bovenoppervlak van het kuilvoer in aandrukkende aanraking. Dit heeft tot gevolg, dat tijdens het in werking zijn van het zaag- of 25 snijorgaan, kuilvoermateriaal door het zaag- of snijorgaan op bepaalde gedeelten van de baan ongehinderd mee omhoog genomen kan worden, waardoor een afbrokkelen van het boven- 7903956 f < 2 oppervlak van het kuilvoer plaatsvindt. Voorts zal het aandrukframe ook tijdens het transport van uitgesneden blokken kuilvoer door de inrichting slechts op enkele plaatsen op het bovenoppervlak van het kuilvoer drukken, 5 zodat het gevaar bestaat, dat de kuilvoerblokken in hun geheel losraken, of plaatselijk materiaal verliezen.

De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te voeren, dat de genoemde bezwaren op doeltreffende wijze worden 10 opgeheven.

Hiertoe wordt de inrichting volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het aandrukframe is samengesteld uit een aantal door middel van het bedieningsorgaan ten opzichte van elkaar verstelbare aandrukframedelen.

15 Volgens de uitvinding wordt geen star aandruk frame meer benut, doch is dit onderverdeeld in een aantal ten opzichte van elkaar verstelbare delen. Hierdoor kan het aandrukframe zich veel beter aan het bovenoppervlak van het kuilvoer aanpassen.

20 Door dit samengestelde aandrukframe wordt in de eerste plaats op doeltreffende wijze tegengegaan, dat door het zaag- of snijorgaan kuilvoermateriaal mee omhoog wordt genomen, daar in bedrijf in de onmiddellijke nabijheid van dit zaag- of snijorgaan een van de aandrukframedelen het 25 kuilvoer aandrukt. Ook tijdens het transport van uitgesneden kuilvoerblokken voorkomt het gedeelde aandrukframe een losraken of afbrokkelen van de blokken kuilvoer.

Bij voorkeur bestaat het aandrukframe uit twee althans ongeveer eikaars spiegelbeeld vormende, aandruk-30 framedelen, die aan het, van het gestel afgekeerde, uiteinde door middel van een elastisch vervormbaar tussenstuk met elkaar zijn verbonden.

Hierbij kan het elastisch vervormbaar tussenstuk uit een of meer strippen verenstaal of dergelijk materiaal 35 bestaan, die in de onbelaste ruststand althans in hoofdzaak horizontaal verlopen.

7903956

i V

3

Voorts kan elk aandrukframedeel een buitenste been omvatten, dat aan het, van het gestel afgekeerde, uiteinde een in de dwarsrichting verlopende eindarm draagt, waarbij deze eindarmen van de beide aandrukframedelen naar 5 elkaar toe zijn gericht en door het elastisch vervormbaar tussenstuk met elkaar zijn verbonden.

De eindarm van elk van de aandrukframedelen kan een althans ongeveer loodrecht hierop staand kort been dragen, waarbij een cardankoppeling het uiteinde van dit 10 korte been verbindt met een bedieningsarm, die zich althans ongeveer uitstrekt in een vlak, dat loodrecht op de dwarsbalk staat, en die met het bedieningsorgaan is gekoppeld.

Volgens een eerste uitvoering is een wagen langs het opstaande gestelgedeelte geleid en door het bedienings-15 orgaan op en neer verstelbaar, terwijl de bedieningsarm van elk van de beide aandrukframedelen is bevestigd aan een scharnierend door de wagen ondersteunde verstelarm, die door het bedieningsorgaan verzwenkbaar is.

Bij voorkeur grijpt hierbij op elke bedienings-20 arm in de nabijheid van de cardankoppeling een terugbreng- veer aan, waarvan het andere einde met de wagen is verbonden.

Als alternatief kan de bedieningsarm van elk van de beide aandrukframedelen aan zijn van de cardankoppeling afgekeerde zijde scharnierend zijn verbonden met een kruk-25 mechanisme, dat een, om een althans ongeveer horizontale, evenwijdig aan de dwarsbalk verlopende as verdraaibaar kettingwiel of dergelijke omvat, waarover een ketting of dergelijke is gevoerd, die enerzijds is verbonden met het uiteinde van een op het gestel aangrijpende veer, terwijl 30 het andere uiteinde van de ketting of dergelijke door een, door het gestel gedragen, cilinder-zuigersamenstel verplaatsbaar is, waarbij een draagarm enerzijds verdraaibaar om een, evenwijdig aan de as van het kettingwiel verlopende, as door het gestel is ondersteund en anderzijds schar-35 nierend met de bedieningsarm is verbonden, waarbij het krukmechanisme en deze draagarm voor elk van de beide aan- 7903956 -ί ♦ 4 drukframedelen zodanig zijn gedimensioneerd, dat bij verdraaiing van het' kettingwiel of dergelijke, de cardankop-peling een althans ongeveer verticale, nagenoeg rechte, baan beschrijft.

5 Als een verder alternatief kan de bedieningsarm van elk van de beide aandrukframedelen aan zijn van de cardankoppeling afgekeerde zijde scharnierend zijn verbonden met een krukmechanisme, dat een, om een althans ongeveer horizontale, evenwijdig aan de dwarsbalk verlopende 10 as verdraaibaar kettingwiel of dergelijke omvat, terwijl een cilinder-zuigersamenstel door het gestel is ondersteund en een keerrol draagt, die in een vlak ligt, dat althans ongeveer loodrecht op de vlakken door de ketting-wielen staat, waarbij een ketting of dergelijke over het 15 ene kettingwiel, het keerwiel en het andere kettingwiel is geleid, terwijl de uiteinden van de ketting elk met een op het gestel aangrijpende veer zijn verbonden.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden 20 van het aandrukframe volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van een eerste uitvoering van het aandrukframe volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een vooraanzicht van het aandrukframe volgens fig. 1.

25 Fig. 3 is een doorsnede volgens het vlak III - III in fig. I op grotere schaal.

Fig. 4 is een bij fig. 3 behorend bovenaanzicht.

Fig. 5 is een aanzicht volgens de pijlen V - V in fig. 2 op grotere schaal.

30 Fig. 6 is een aanzicht volgens de pijlen VI - VI

in fig. 1 op grotere schaal.

Fig. 7 is een zijaanzicht van een gewijzigde uitvoering van het bedieningsorgaan van het aandrukframe volgens de uitvinding.

35 Fig. 8 is een perspectivisch aanzicht van nog een andere uitvoering van het bedieningsorgaan van het 7903956 I · 5 aandrukframe volgens de uitvinding.

In de fig. 1 - 6 is een eerste uitvoerings-voorbeeld weergegeven van het aandrukframe volgens de uitvinding van een inrichting voor het uitsnijden en transpor-5 teren van een blok kuilvoer.

Deze inrichting is voorzien van een gestel 1, dat slechts zeer ten dele in de tekening is weergegeven, en dat aan een trekker bevestigbaar is. Het gestel 1 omvat een althans ongeveer horizontale dwarsbalk 2, waaraan een 10 aantal evenwijdige tanden 2’ (fig. 5) zijn bevestigd en waarop een opstaand gestelgedeelte 3 aansluit. Dit opstaande gestelgedeelte 3 draagt nabij het boveneinde een althans ongeveer horizontale geleiding (niet weergegeven) , waarlangs een aandrijfhuis (niet weergegeven) heen 15 en weer verplaatsbaar is. In dit aandrijfhuis is op bekende wijze een zaag- of snijorgaan op en neer verstelbaar geleid.

Het opstaande gestelgedeelte 3 draagt voorts onder deze geleiding een aandrukframe, dat in zijn geheel 20 met het verwijzingscijfer 4 is weergegeven en dat zich binnenwaarts van de baan van het zaag- of snijorgaan uitstrekt .

Volgens de uitvinding is het aandrukframe 4 samengesteld uit een aantal (in het weergegeven uitvoe-25 ringsvoorbeeld twee) door middel van een bedieningsorgaan, dat in het volgende nog uitvoerig zal worden toegelicht, ten opzichte van elkaar verstelbare, aandrukframedelen 4' en 4". Deze aandrukframedelen 4’ en 4" vormen in het uitvoeringsvoorbeeld, zoals in het bijzonder uit fig. 1 30 blijkt, eikaars spiegelbeeld en zijn aan het van het gestel 1 afgekeerde uiteinde door middel van een elastisch vervormbaar tussenstuk 5 met elkaar verbonden.

In het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig.

1-6 bestaat dit tussenstuk 5 uit twee strippen 51, 35 welke uit verenstaal zijn vervaardigd.

Elk aandrukframedeel 4', 4" omvat een lang 7903956 f * 6 buitenste been 6, dat aan het van het gestel afgekeerde uiteinde een veel kortere, in de dwarsrichting verlopende, eindarm 7 draagt. Deze eindarmen 7 van de beide aandruk-framedelen 4', 4" zijn naar elkaar toe gericht en zijn 5 door de strippen 5' met elkaar verbonden.

Hierbij is de ene strip 5' aan een uiteinde vast verbonden met de eindarm 7 van het aandrukframedeel 4', terwijl zijn andere uiteinde door middel van een beugel 8 verschuifbaar ten opzichte van de eindarm 7 van het aan-10 drukframedeel 4" is geleid. De andere strip 5' is daarentegen aan een uiteinde vast met de eindarm 7 van het aandrukf rame 4" verbonden, terwijl zijn andere uiteinde door middel van een beugel 8 verschuifbaar ten opzichte van de eindarm 7 van het aandrukframedeel 4' is geleid.

15 Als alternatief is het ook mogelijk, een of meer elastische strippen nabij hun uiteinden scharnierend met de eindarmen 7 van de aandrukframedelen 4', 4" te verbinden.

De eindarm 7 van elk van de beide aandrukframe-20 delen 4', 4" draagt voorts een kort been 9, dat ongeveer loodrecht op de eindarm 7 staat. Een cardankoppeling 10 verbindt het uiteinde van het korte been 9 met een bedie-ningsarm 11, die zich uitstrekt in een vlak, dat loodrecht op de dwarsbalk 2 staat, en die op in het volgende nog 25 nader beschreven wijze met het bedieningsorgaan is gekoppeld.

Ter versterking draagt het buitenste been 6 van elk van de aandrukframedelen 4', 4" een dwarsarm 12, welke is vastgelast aan het bijbehorende korte been 9 op geringe 30 afstand van diens uiteinde, waaraan de cardankoppeling 10 is bevestigd.

Verder draagt het buitenste been 6 van elk van de beide aandrukframedelen 4*, 4" nog een verdere dwarsarm 13, die tot onder de bedieningsarm 11 doorloopt.

35 Zoals in het bijzonder uit fig. 5 blijkt, helt de bedieningsarm 11 omlaag in de richting naar de cardankoppeling 10 toe, zodat wordt bereikt, dat de bedienings- 7903956 f » 7 . arm IX zelf vrij van het bovenoppervlak van het kuilvoer blijft.

Het buitenste been 6 van elk van de beide aan-drukframedelen 4', 4" verloopt althans ongeveer loodrecht 5 op de dwarsbalk 2 en is voorts aan de, van de eindarm 7 afgekeerde, zijde van een vrij uiteinde voorzien.

In de uitvoering volgens de fig. 1 - 6 is een wagen 14 langs het opstaande gestelgedeelte 3 geleid, terwijl de bedieningsarm 11 van elk van de beide aandruk-10 framedelen 4', 4" is vastgelast aan een, bij 15 scharnierend door de wagen 14 ondersteunde verstelarm 16, welke bestaat uit twee met elkaar verbonden platen 16’.

Aan weerszijden is voorts een hydraulisch be-dienbaar cilinder-zuigersamenstel 17 enerzijds scharnierend 15 met de verstelarm 16 verbonden en voorts in ingrijping met een, door de wagen 14 ondersteunde, stoel 18.

Zoals uit fig. 1 blijkt, omvat het opstaande gestelgedeelte 3 twee opstaande ü-profielen, waarin rollen 19 op en neer verplaatsbaar zijn, die zijn gelegerd in de 20 wagen 14.

Voorts draagt het gestel 1 een horizontale ligger 20, waarop centraal een hydraulisch bedienbaar cilinder-zuigersamenstel 21 is ondersteund, dat op de wagen 14 aangrijpt, en de op en neer gaande verstelling 25 van de wagen 14 verzorgt. Hiertoe draagt de wagen 14 twee schuin omlaag verlopende convergerende stangen 22, welke aan de onderzijde zijn verbonden met een bedieningsplaat 23, waarop de zuiger van het cilinder-zuigersamenstel 21 aangrijpt.

30 In de uitvoering volgens de fig. 1-6 kan het aandrukframe 4 derhalve in de eerste plaats door middel van de wagen 14 ten opzichte van het opstaande gestelgedeelte 3 op en neer worden verplaatst. Voorts kunnen de beide aandrukframedelen 4', 4" door het bedienen van de 35 cilinder-zuigersamenstellen 17 via de zwenkarmen 16 en de hiermede verbonden bedieningsarmen 11 worden verzwenkt, 7903956 ψ 8 waarbij verder de toegepaste cardankoppeling 10 elke gewenste stand van het buitenste been 6 met de daaraan verbonden amen 7, 12 en 13 toelaat.

Ook de strippen 5' zijn uiteraard voor het vrij 5 ten opzichte van elkaar bewegen van de aandrukframedelen 4' en 4" van de grootste betekenis en laten door de, in het voorgaande beschreven, verschuifmogelijkheid niet slechts ieder gewenst gebogen of getordeerd verloop van deze strippen 5' toe, doch maken tevens een aanzienlijke 10 verandering van de afstand tussen de uiteinden van de eindarmen 7 mogelijk. Op deze wijze wordt op doeltreffende wijze bereikt, dat de aandrukframedelen 4’ en 4", alsmede de onderste strip 5' met het bovenoppervlak van het kuil-voer over grote gebieden in aandrukkende aanraking komen.

15 Indien het aandrukframe 4 naar de ruststand moet worden verplaatst, wordt het cilinder-zuigersamenstel 21 zodanig bediend, dat zijn zuigerstang omhoog wordt bewogen. Hierna verzorgen terugbrengveren 24, die op de bedieningsarmen 11, in de nabijheid van de cardankoppelingen 20 10 aangrijpen en waarvan het andere uiteinde met de wagen 14 is verbonden, dat de bedieningsarmen 11 en de cilinder-zuiger samenstellen 17 naar de uitgangsstand terugkeren. Hierbij komen de dwarsarmen 13 van de aandrukframedelen 4", 4" tegen de onderkant van de bedieningsarmen 11 te 25 rusten.

In de in de fig. 1 t/m 6 weergegeveven uitvoering worden drie cilinder-zuigersamenstellen, namelijk het ’ cilinder-zuigersamenstel 21 voor het bedienen van de wagen 14 en twee cilinder-zuigersamenstellen 17 voor het 30 bedienen van de beide bedieningsarmen 11 van de aandrukframedelen 4' en 4" toegepast.

In fig. 7 is een gewijzigde uitvoering van de bediening van het aandrukframe 4 weergegeven, waarbij met twee cilinder-zuigersamenstellen 25 kan worden volstaan.

35 Hierbij is de bedieningsarm 11 van elk der beide aandrukframedelen 4', 4" aan zijn van de cardankoppeling 790 3 9 56 r » 9 10 afgekeerde zijde verbonden met een krukmechanisme 26, dat een, om een althans ongeveer horizontale, evenwijdig aan de dwarsbalk 2 verlopende, as verdraaibaar ketting-wiel 27 of dergelijke omvat, waarover een ketting 28 of 5 dergelijke is gevoerd. Elk van de beide kettingen 28 of dergelijke is enerzijds verbonden met het uiteinde van een veer 29, waarvan het andere uiteinde op het gestel 1 aangrijpt. Het andere uiteinde van de kettingen 28 of dergelijke kan door de, door het gestel 1 gedragen, cilinder-10 zuigersamenstellen 25 worden verplaatst. Hierbij is aan weerszijden een draagarm 30 enerzijds, verdraaibaar om een evenwijdig aan de as van het kettingwiel 27 of dergelijke verlopende as, door het gestel 1 ondersteund en anderzijds scharnierend met de bedieningsarm 11 verbonden. De kruk-15 mechanismen 26 en de draagarmen 30 zijn zodanig gedimensioneerd, dat bij verdraaiing van de kettingwielen 27 of dergelijke, de cardankoppelingen 10 althans ongeveer verticale, nagenoeg rechte banen beschrijven.

Tenslotte is nog een verdere vereenvoudiging 20 mogelijk, waarvan een detail in fig. 8 is weergegeven en waarbij met slechts één cilinder-zuigersamenstel 31 kan worden volstaan.

Hierbij is de bedieningsarm 11 van elk van de beide aandrukframedelen 4', 4" aan zijn van de cardan-25 koppeling 10 afgekeerde zijde verbonden met een krukmechanisme 26, dat een, om een althans ongeveer horizontale, evenwijdig aan de dwarsbalk 2 verlopende as verdraaibaar, kettingwiel 27 of dergelijke omvat.

Het cilinder-zuigersamenstel 31 is centraal door 30 het gestel 1 ondersteund en draagt een keerwiel 32, dat in een vlak ligt, dat althans ongeveer loodrecht op de vlakken door de kettingwielen 27 of dergelijke staat.

Een ketting 33 of dergelijke is over het ene kettingwiel 27 of dergelijke, het keerwiel 32 en het andere kettingwiel 35 27 of dergelijke geleid, terwijl de beide uiteinden van de ketting 28 of dergelijke elk met een veer 34 zijn verbon- 7903956 10 * « den, die anderzijds op het gestel 1 aangrijpt.

Op deze wijze wordt bereikt, dat bij een bediening van het cilinder-zuigersamenstel 31 eerst de beide aandrukframedelen 4', 4" worden verplaatst, terwijl, 5 nadat één van deze aandrukframedelen op het bovenoppervlak van het kuilvoer tot aandrukkende aanligging is gekomen, het andere aandrukframedeel nog verder kan worden versteld.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschil-10 lende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gevarieerd.

7903956

Claims

1. Inrichting voor het uitsnijden en transporteren van een blok kuilvoer, voorzien van een gestel, dat aan een trekker bevestigbaar is en dat een althans ongeveer horizontale dwarsbalk omvat, waaraan een aantal 5 evenwijdige tanden zijn bevestigd en waarop een opstaand gestelgedeelte aansluit, dat, nabij het boveneinde, een althans ongeveer horizontale geleiding draagt, waarlangs een aandrijfhuis heen en weer beweegbaar is, waarin een zaag-of snijorgaan op en neer verplaatsbaar is geleid, waarbij 10 het opstaande gestelgedeelte voorts onder deze geleiding een aandrukframe draagt, dat zich nabij de baan van het zaag- of snijorgaan uitstrekt en dat door middel van een bedieningsorgaan ten opzichte van het gestel verstelbaar is, met het kenmerk, dat het aandrukframe is samen- 15 gesteld uit een aantal door middel van het bedieningsorgaan ten opzichte van elkaar verstelbare aandrukframedelen..

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het aandrukframe bestaat uit twee althans ongeveer eikaars spiegelbeeld vormende, aandruk- 20 framedelen, die aan het, van het gestel afgekeerde, uiteinde door middel van een elastisch vervormbaar tussenstuk met elkaar zijn verbonden.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het elastisch vervormbaar tussen- 25 stuk uit een of meer strippen verenstaal of dergelijk materiaal bestaat, die in de onbelaste ruststand althans in hoofdzaak horizontaal verlopen.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat elk aandrukframedeel een 30 buitenste been omvat, dat aan het, van het gestel afgekeerde, uiteinde een in de dwarsrichting verlopende eindarm draagt, waarbij deze eindarmen van de beide aandrukframe- 790 3 9 56 • « delen naar elkaar toe zijn gericht en door het elastisch vervormbaar tussenstuk met elkaar zijn verbonden.

5. Inrichting volgens conclusie 4, me t het kenmerk, dat de eindarm van elk: van de aandruk- 5 framedelen een althans ongeveer loodrecht hierop staand kort been draagt, waarbij een cardankoppeling het uiteinde van dit korte been verbindt met een bedieningsarm, die zich althans ongeveer uitstrekt in een vlak, dat loodrecht op de dwarsbalk staat, en die met het bedieningsorgaan is ge-10 koppeld.

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het buitenste been van elk van de aandrukframedelen een dwarsarm draagt, welke verbonden is met het althans ongeveer loodrecht op de bijbehorende 15 eindarm staande korte been.

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat het buitenste been van elk van de beide aandrukframedelen nog een verdere dwarsarm draagt, die tot onder de bedieningsarm doorloopt.

8. Inrichting volgens één der., conclusies. 4-7, met het kenmerk, dat het buitenste been van elk van de beide aandrukframedelen zich althans ongeveer loodrecht op de dwarsbalk uitstrekt.

9. Inrichting volgens één der conclusies 3-8, 25 met het kenmerk, dat de strip of strippen nabij hun uiteinden scharnierend met de eindarm van de aandrukframedelen zijn verbonden.

10. Inrichting volgens ëên der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat als elastisch vervormbaar 30 tussenstuk twee strippen zijn toegepast, waarbij de ene strip aan een uiteinde vast met de eindarm van het ene aandrukframedeel is verbonden, terwijl zijn andere uiteinde verschuifbaar ten opzichte van de eindarm van het andere aandrukframedeel is geleid, en waarbij de andere strip aan 35 een uiteinde vast met de eindarm van het andere aandruk- 790 3 9 56 -k · framedeel is verbonden, terwijl zijn andere uiteinde verschuifbaar ten opzichte van de eindarm van het eerste aan-drukframedeel is geleid.

11. Inrichting volgens één der conclusies 5 5-10, met het kenmerk, dat een wagen laigs het opstaande gestelgedeelte is geleid en door het bedienings-orgaan op en neer verstelbaar is, terwijl de bedieningsarm van elk van de beide aandrukframedelen is bevestigd aan een scharnierend door de wagen ondersteunde verstelarm, die 10 door het bedieningsorgaan verzwenkbaar is.

12. Inrichting volgens conclusie 11, me t het kenmerk, dat op elke bedieningsarm in de nabijheid van de cardankoppeling een terugbrengveer aangrijpt, waarvan het andere einde met de wagen is verbonden.

13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het opstaande gestelgedeelte twee ü-profielen omvat, waarin rollen op en neer verplaatsbaar zijn, die zijn gelegerd in zijplaten van de wagen, terwijl het gestel een cilinder-zuigersamenstel draagt, 20 dat op de wagen aangrijpt en dat de op en neer-verstelling van de wagen verzorgt.

14. Inrichting volgens conclusie 13, me t het kenmerk, dat de wagen twee schuin omlaag verlopende, convergerende stangen draagt, welke aan de onder- 25 zijde zijn verbonden met een bedieningsplaat, waarop het cilinder-zuigersamenstel aangrijpt.

15. Inrichting volgens ëën der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de bedieningsarm van elk van de beide aandrukframedelen verstelbaar is door 30 een cilinder-zuigersamenstel, dat scharnierend met de verstelarm is verbonden en dat op de wagen aangrijpt.

16. Inrichting volgens één der conclusies 11-15, met het kenmerk, dat elke verstelarm uit twee op een afstand van elkaar verlopende en met elkaar ver- 35 bonden platen is samengesteld. 790 3 9 56 * «

17. Inrichting volgens één der conclusies 5-10, met het kenmerk, dat de bedieningsarm van elk van de beide aandrukframedelen aan zi.jn van de cardan-koppeling afgekeerde zijde scharnierend is verbonden met een 5 krukmechanisme, dat een, om een althans ongeveer horizontale, evenwijdig aan de dwarsbalk verlopende, as verdraaibaar kettingwiel of dergelijke omvat, waarover een ketting of dergelijke is gevoerd, die enerzijds is verbonden met het uiteinde van een op het gestel aangrijpende veer, terwijl 10 het andere uiteinde van de ketting of dergelijke door een, door het gestel gedragen, cilinder-zuigersamenstel verplaatsbaar is, waarbij een draagarm enerzijds verdraaibaar om een, evenwijdig aan de as van het kettingwiel verlopende as door het gestel is ondersteund en anderzijds scharnierend met de 15 bedieningsarm is verbonden, waarbij het krukmechanisme en deze draagarm voor elk van de beide aandrukframedelen zodanig zijn gedimensioneerd, dat bij verdraaiing van het kettingwiel of dergelijke, de cardankoppeling een althans ongeveer verticale, nagenoeg rechte baan beschrijft.

18. Inrichting volgens één der conclusies 5-10, met het kenmerk, dat· de bediéningsarm van elk van de beide aandrukframedelen aan zijn van de cardankoppeling afgekeerde zijde scharnierend is verbonden met een krukmechanisme, dat een, om een althans ongeveer hori-25 zontale, evenwijdig aan de dwarsbalk verlopende as verdraaibaar kettingwiel of dergelijke omvat, terwijl een cilinder-zuigersamenstel door het gestel is ondersteund en een keer-rol draagt, die in een vlak ligt, dat althans ongeveer loodrecht op de vlakken door de kettingwielen staat, waarbij 30 een ketting of dergelijke over het ene kettingwiel, het keer-wiel en het andere kettingwiel is geleid, terwijl de uiteinden van de ketting elk met een op het gestel aangrijpende veer zijn verbonden.

19. Aandrukframe, samengesteld uit een aan-35 tal ten opzichte van elkaar verstelbare aandrukframedelen 7903956 -, * 15 en ingericht voor toepassing bij een inrichting volgens ëên der voorgaande conclusies. 7903956