NL7902473A - Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7902473A NL7902473A NL7902473A NL7902473A NL7902473A NL 7902473 A NL7902473 A NL 7902473A NL 7902473 A NL7902473 A NL 7902473A NL 7902473 A NL7902473 A NL 7902473A NL 7902473 A NL7902473 A NL 7902473A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sealing ring
- ring
- support
- mandrel
- groove chamber
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25B—TOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
- B25B27/00—Hand tools, specially adapted for fitting together or separating parts or objects whether or not involving some deformation, not otherwise provided for
- B25B27/0028—Tools for removing or installing seals
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23P—METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; COMBINED OPERATIONS; UNIVERSAL MACHINE TOOLS
- B23P19/00—Machines for simply fitting together or separating metal parts or objects, or metal and non-metal parts, whether or not involving some deformation; Tools or devices therefor so far as not provided for in other classes
- B23P19/04—Machines for simply fitting together or separating metal parts or objects, or metal and non-metal parts, whether or not involving some deformation; Tools or devices therefor so far as not provided for in other classes for assembling or disassembling parts
- B23P19/08—Machines for placing washers, circlips, or the like on bolts or other members
- B23P19/084—Machines for placing washers, circlips, or the like on bolts or other members for placing resilient or flexible rings, e.g. O-rings, circlips
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/49—Method of mechanical manufacture
- Y10T29/49826—Assembling or joining
- Y10T29/49863—Assembling or joining with prestressing of part
- Y10T29/4987—Elastic joining of parts
- Y10T29/49872—Confining elastic part in socket
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/53—Means to assemble or disassemble
- Y10T29/53657—Means to assemble or disassemble to apply or remove a resilient article [e.g., tube, sleeve, etc.]
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/53—Means to assemble or disassemble
- Y10T29/53796—Puller or pusher means, contained force multiplying operator
- Y10T29/5383—Puller or pusher means, contained force multiplying operator having fluid operator
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Sealing Devices (AREA)
- Shaping Of Tube Ends By Bending Or Straightening (AREA)
- Gasket Seals (AREA)
- Automatic Assembly (AREA)
- Spinning Or Twisting Of Yarns (AREA)
Description
.-W
— 1 —
78.5128/vcLY/MtC
Aanvraagster: WAYIH B.Y. te Zwolle,
Titel : Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring.
Boor Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd:
Be Heer W.E.T.C. OLBERAAH te Hardenberg.
Be uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en in-richthg voor het aanbrengen van een afdichtring in een al dan niet gelijktijdig gevormde ringvormige groefkamer in een mofeinde van een buisdeel.
5 Het is algemeen bekend om in een ringvormige groef kamer in een mofeinde van een buisdeel een afdichtring aan te brengen, welke zorgdraagt voor een onberispelijke afdichting tussen een in een dergelijke mofeinde te brengen indringend buisdeel en genoemd mofeinde, In de praktijk geschiedt dit aanbrengen van de afdichtring 10 in het open veld, waarbij men de afdichtring voor het met de hand aanbrengen van een glijmiddellaag voorziet om het inschuiven van een indringend buisdeel te vergemakkelijken.
Beze wijze van inbrengen van een afdichtring in een mofeinde levert veel moeilijkheden op. Zo komt het vaak voor dat de 15 afdichtring niet gelijkmatig van een glijmiddellaag voorzien wordt, waardoor de mogelijkheid bestaat dat tijdens het indringen van het indringend buisdeel, genoemde afdichtring uit de groef gedrukt wordt, wat zich eerst later uit in een onbevredigende afdichting.
Een ander bezwaar is, dat in bepaalde gevallen de af-20 dichting niet op onberispelijke wijze in de ringvormige groefkamer geplaatst wordt.
Men heeft wel getracht om deze bezwaren te ondervangen door reeds direct na de vervaardiging van het mofeinde met buisdeel, de afdichtring in de ringvormige groefkamer aan te brengen, maar ^ 790 2 4 73 — 2 - « 4 hierbij ondervindt men het bezwaar dat in bepaalde gevallen de afdichting uit de groefkamer valt waardoor bij het tot stand brengen van buisverbindingen grote moeilijkheden optreden. Ook het inbrengen van de afdichtring gaat gepaard met vele moeilijkheden, 5 Haast de bovengenoemde mogelijkheden, kan men ook de afdichtring aanbrengen in een mofeinde, waarbij dan de afdichtring tevens als vormlichaam voor het vormen van een ringvormige groef-' kamer dient. Deze werkwijze heeft het bezwaar dat men gebruik moet . maken van een afdichtring met een speciaal in de ring aangebracht 10 stijf deel om een uitgangsbuisdeel over de ring te kunnen schuiven, waarna men tenslotte een naast de afdichtring gelegen eindgedeelte van de mof terug moet krimpen op een doorn, na verwijdering van een vasthoudorgaan. Deze werkwijze is niet geschikt voor het aanbrengen van een afdichtring Ja een mofeinde dat reeds op andere wijze van een 15 groefkamer voorzien is.
Er bestaat derhalve grote belangstelling voor een werk-· wijze voor het aanbrengen van een afdichtring in een al dan niet gelijktijdig gevormde ringvormige groefkamer in een mofeinde van een buisdeel, waarbij men kan werken met een normale afdichtring van 20 elastisch materiaal, zonder toepassing van speciale stijve inlegge-deelten voor een dergelijke afdichtring, en waarbij een onberispelijke plaatsing van de afdichtring in een gevormde ringvormige groef-· kamer gewaarborgd is.
Dit oogmerk wordt volgens de uitviid ing bereikt, door-25 dat een werkwijze voor het aanbrengen-van een afdichtring in een al dan niét gelijktijdig gevormde groefkamer in een mofeinde van een buisdeel, gekenmerkt is doordat men de afdichtring naar binnen instulpt onder verkleining van zijn buitendiameter, de in deze toestanc. gehouden ingestulpte ring in het mofeinde schuift en vervolgens de 30 instulping opheft onder opnemen en achterlaten van de afdichtring in een groefkamer.
Op deze wijze kan men gebruik maken van een afdichtring uit normaal elastisch materiaal, welke men zonder beschadiging van de afdichtring in het mofeinde kan sohuiven waarna de ring op 35 eenvoudige wijze in de groefkamer opgenomen wordt en hierin achterblijft . Door na het instulpen de ring in deze ingestulpte toestand H 790 2 4 73 - 3 - in het mofeinde te schuiven, is men er zeker van dat de ring altijd op dezelfde -wijze in het mofeinde geschoven wordt en derhalve een automatisering van het aanbrengen van de afdichtring in een ringvormige groefkamer mogelijk is.
5 Bij voorkeur stulpt men de afdichtring in onder onder steunen van de "binnenzijde van de afdichtring ter weerszijden van de instulping.
Op deze wijze verkrijgt de afdichtring een hartvormige dwarsdoorsnede, en een zodanige kleine buitenomtrek dat de genoemde 10 afdichtring in deze toestand gemakkelijk op de plaats gebracht kan worden waar zich een groefkamer in een mofeinde van een buisdeel bevindt .
Set is aan te bevelen om de afdichtring nog inwendig te ondersteunen op een derde punt tussen instulping en het er tegen-15 over gelegen ringdeel.
Met bijzonder voordeel wordt de ondersteuning ter weerszijden van de instulping uitgevoerd door opgeruwde vlakken, welke draaibaar uitgevoerd zijn. Hiermee kan men na het instulpen van de afdichtring, door draaiing van de ondersteuningen ter weerszijden 20 van de instulping, het ingestulpte deel nog verder naar binnen trekken. Een juiste straktrekking van de ring over de genoemde ondersteuningen wordt dan gewaarborgd bij gebruik van een derde onderst euning.
Zeer doelmatig, drukt men tegenoverelkaar gelegen delei 25 van de instulping, bij voorkeur naast de ondersteuning gelegen delen van de instulping, tegen elkaar onder vermindering van de totale dikte van de tegen elkaar gelegen delen. Op deze wijze wordt derhalve een zeer goede handhaving van de ring in de ingestulpte toestand gewaarborgd en kunnen nimmer moeilijkheden optreden bij het in het mof-30 einde schuiven van de ingestulpte ring.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring in een al dan niet gelijktijdig gevormde ringvormige groefkamer in een mofeinde van een buisdeel, omvattende een afdïchtringvasthoudorgaan.
55 j~_Een dergelijke inrichting is bekend, waarbij het af dicht- i » 790 2 4 7 3 -4- V % ring-vasthoudorgaan bestaat uit een doorn en een huls welke over de doorn geschoven kan worden.
Deze inrichting heeft het bezwaar dat een mofeinde dat over de afdichtring geschoven is eerst komt aan te liggen tegen het 5 afdichtring-vasthoudorgaan waarna vervolgens dit gedeelte van het mofeinde op de doorn gekrompen moet worden. Vooral dit laatste vereist bijzondere maatregelen, zoals het toepassen van een onderdruk.
De uitvinding beoogt nu een inrichting van het bovengenoemde type te verschaffen die deze nadelen niet vertoont.
10 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de inrichting een afdichtringinstulpingsorgaan omvat en vasthoud-middelen om een afdichtring in zijn gestulpte stand te houden en middelen om de vasthoudmiddelen vanuit een werkzame stand in een onwerkzame stand en omgekeerd te brengen.
15 Met behulp van een dergelijke inrichting, kan men de af dichtring een zodanige kleinere omtrek geven dat deze zonder bezwaar in een mofeinde geschoven kan worden tot de plaats waar zich een ringvormige groefkamer bevindt, waarna vervolgens de afdichtring weer in zijn oude toestand kan terugkeren onder opnemen in de groefkamer.
20 Met bijzonder voordeel omvat het vasthoudergaan tenminste twee steunvlakken en bij voorkeur drie steunvlakken waarvan tenminste twee uit draaibare assen bestaan, waartussen zich het instulpings-orgaan kan bewegen.
Bijzonder voordelig zijn elk der draaibare assen voorzien 25 van een vlakke zijde, welke vlakke zijden tegenover elkaar geplaatst kunnen worden voor het doorlaten van het instulpingsorgaan, terwijl bij voorkeur de oppervlakken van de draaibare assen opgeruwd zijn om bij draaiing een op assen rustende afdichtring mee te kunnen nemen.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van 50 een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding toont; Ο\ 790 2 4 73 • « - 5 - fig. 2 een doorsnede van een afdichtring-en van een ondersteuningsring-draagorgaan; fig. 3 een afdichiring voor zijn instulping; fig. 4 een afdichtring direct na de instulping door 5 een instulpingsorgaan; fig. 5 de wijze vai verwijdering van een instulpingsorgaan; en fig. 6 een ingestulpte afdichtring in haar toestand waarmee zij in een mofeinde geschoven wordt; 10 fig· 7 een gereed mofeinde met afdichtring en steun- ring.
In fig. 1 is zeer schematisch een inrichting volgens de uitvinding weergegeven voer het aanbrengen van een afdichtring 4 in een groefkamer 3 van een mofeinde 2 van een kunststofbuisdeel 1.
15 In het getoonde geval is de ringvormige groefkamer 3 reeds tevoren in het mofeinde 2 aangebracht. Om het buisdeel 1 vast te kunnen houden, is de inrichting voorzien van buisvasthoudorgaan 15» dat bevestigd is aan een gestel 16 van de inrichting.
De inrichting omvat voorts een afdichtring- vasthoud-20 orgaan , omvattende een draaibare as 5 ®n een draaibare as 6 alsmede een vaststaand gebogen mantelgedeelte 7* Set gebogen mantelge-deelte 7» alsmede de assen 5 en 6 zijn voorzien van flenzen 8. De draaibare assen 5 en 6 zijn elk voorzien van vlakke zijden 9» welke tegenoverelkaar geplaatst kunnen worden, zoals weergegeven in fig. 4· 25 Bij de stand van de draaibare assen 5 en 6 als weerge geven in fig. 6 liggen de vlakke zijden 9> het verst van elkaar verwijderd, doch deze vlakke zijden 9 verlopen wel evenwijdig aan elkaar.
Zoals men ziet, is de buitenomtrek gevormd door de gebogen mantel 7 en de buitenomtrek van de assen 5 en 6 kleiner dan de 30 binnenomtrek van de afdichtring in onvervormde toestand.
De inrichting volgens de uitvinding omvat bovendien een instulpingsorgaan 10. Dit instulpingsorgaan 10 omvat een verticaal gedeelte 10 en een haaks daarop verlopend gedeelte 10a, dat evei-wijdig loopt aan de as van de vasthoudinrichting 15 voor het vast-55 houden van het buisdeel 1.
~ In fig. 2 ziet men duidelijk, dat door middel van het \ 790 2 4 73 V -ί - 6 - gedeelte 10a de afdichtring 4 tussen de tegenoverelkaar liggende vlakken 9 van de draaibare assen 5 en 6 naar binnen gedrukt kan worden tot de afdichtring aanligt tegen de binnenzijde van de mantel 7*
Tijdens dit naar binnen drukken, kan een opening 12 5 blijven bestaan tussen de wandgedeelten 13 en 13’ van de instulping van de afdichtring.
Daarna worden de van geruwde oppervlakken voordene aöse:i 5 en 6 gedraaid, zodat de vlakke zijden 9 verder van elkaar komen te, .liggen. Hierdoor worden de gedeelten 13 en 13' van het ingestulpte gedeelte 10 tegen elkaar gedrukt, waardoor ter plaatse van het gedeelte 14* de afstand tussen de draaibare assen 5 en 6 kleiner is dan tweemaal de dikte vaa de afdichtring 4 in de niet samengedrukte toestand.
Om het axiaal verlopende deel 10a van het instulporgaan 10 te kunnen verwijderen, kan de arm 10 een scharnierende beweging 15 ondergaan, waardoor het instulporgaan de stand verkrijgt welke weer gegeven is met de verwijzingscijfers 10' en 10a' in fig. 5·
Voor het uitvoeren van de scharnierende beweging van het instulporgaan 10 is een scharnier 28 aanwezig tussen stift 27 en geleiding en een wrijvingsplaat 34 aangebracht in de geleiding 20 van de stift 27.
Voor het aanvoeren van afdichtringen 4 kan de inrichting; voorzien zijn van een band zonder einde 18 die aangedreven wordt door middel van een aandrijforganisme 19· Een op de band 18 geplaatste ring 4 valt in de toevoerkoker 20, waardoor de afdichtring 4 geplaats t 25 kan worden op de ondersteuning 21. Een doorn 40, kan door middel van een tandheugel 37 voortuitbewogen worden, waardoor het afdichtring-ondersteuningssamenstel, omvattende de draaibare assen 5en 6 en het gebogen mantelgedeelte 7, de afdichtring 4 opnemen.
Vervolgens wordt door middel van instulporgaan 10 en de 30 assen 5 en 6 de afdichtring 4 de stand gegeven zoals weergegeven in fig. 6.
De doorn beweegt zich vervolgens zover in het mofeinde 2, tot de afdichtring 4 zich tegenover de groefkamer 3 bevindt.
De assen 5 en 6 draaien dan weer terug waardoor de af-35 dichtring 4 zijn oorspronkelijke stand herneemt, zoals weergegeven in fig. 3. Daardoor wordt de afdichtring 4 ongenomen in de groefkamer 3 Λ 780 2 4 73 * m - 7 - en "blijft daar achter.
Om een afdichtring met eventueel daarop aangebracht glijmiddel 20 goed mogelijk tegen inwerking van stof te beschermen, wordt met bijzonder voordeel een ondersteuningsring 36 aangebracht 5 onder de afdichtring 4 onder afsluiten van de groefvormkamer met de daarin aangebrachte afdichtring. Bij het inschuiven van een indringend buisdeel, zal dan de ondersteuningsring 36 in het mofeinde verder-geschoven worden in de richting van het buisdeel 1.
Yoor het aanbrengen van deze ondersteuningsring 36 kan 10 een band zonder einde 25 aanwezig zijn die aangedreven wordt door | een aandrijving 36.
Bij draaiing van de band zonder einde 25, zal een ondersteuningsring 36 terechtkomen in de geleiding 24 en vandaar op onder·-steuning 22.
15 Om deze ondersteuningsring 36 eveneens in het mofeinde 2 te kunnen brengen, is de doorn 40 voorzien van een eerste doornge-deelte 30 met een stnitrand , waarop de ondersteuningsring 36 geschoven wordt. Na het op het doorngedeelte 30 schuiven van ondersteuningsring 36, worden door een kegelvormig deel 26 regelmatig over 20 de omtrek verdeelde konisch verlopende uitzetbare delen 29 naar buite n uitgezet tot deze met hun grootste omtrek tenminste overeenkomen met de omtrek van het doorngedeelte 30 en doelmatig tot een buitenomtrek overeenkomende met die van een ondersteuningsring 36.
Tussen de naar buiten uitzetbare delen 29 en het afdicht-25 ring-ondersteuningssamenstel 6, 5* 7» bevindt zich een tweede doorngedeelte 23, waarvan de diameter gelijk of kleiner is dan de binnen-diameter van de ondersteuningsring 36.
Nadat een ondersteuningsring 36 door de geleiding 24 op ondersteuning 22 terechtgekomen is, die door middel van geschikte 30 mechanismen op de juiste hoogte geplaatst wordt, schuift men de doorr 40 naar links in de tekening waardoor de ondersteuningsring 36 opgenomen wordt op de eerste doorngedeelte 30 tot de ondersteuninsring 56 stuit tegen de stuitrand 31« "Vervolgens wordt dan in de tweede fase via geleiding 20 35 de afdichtring 4 aangebracht op ondersteuningssamenstel 5» 6, 7* _Bij het inschuiven in het mof einde 2, zal nu na het bereiken i van de gewenste stand, de instulping van de afdichtring 4 790 2473 — 8 — y * ...... ........................... ...........- I II — ........ ...........' overeenkomstig fig, 6 opgeheven worden op het tijdstip dat de af-dichtring 4 tegenover de ringvormige groefkamer 3 ligt, waardoor de afdichtring opgenomen kan worden in de groefkamer 3·
Bij het verder bewegen van de doorn 40, zal het tweede 5 doorngedeelte 30 onder de ring 4 door bewegen, waarna vervolgens de ring 4 terechtkomt op de konisch verlopende gedeelten 29» die er voor zorgdragen dat de ondersteuningsring 36 gemakkelijk onder de' afdichtring 4 schuift.
Ha het bereiken van de uiteindelijke toestand, d.w.z.
10 plaatsing van de ondersteuningsring 36 onder de afdichtring 4» "beweegt men de doorn 40 weer uit het mofeinde door middel van tandheugel 37·
In fig. 2 is zeer duidelijk weergegeven op welke wijze gewaarborgd is dat de gedeelten 29 op de juiste wijze de afdicht-15 ring 4 comprimeren, zodat deze ring gemakkelijk over de ondersteunings-ring 36 kan schuiven.
Opgemerkt wordt, dat het instulporgaan 10 met het daaromheen gevouwen rubber ongehinderd de vlakke zijden 9 kan passeren, doch nadat het gedeelte 10a in de onderste stand is gekomen, ver-20 draait men de assen 5 en 6, waardoor de afdichtring 4 verder naar binnen getrokken wordt en het rubber van de afdichtring tussen de twee assen geklemd komt te zitten en anderzijds de ring aan de buitenzijde strakgetrokken wordt.
Om op het juiste tijdstip de instulping van de afdicht” 25 ring te bewerkstelligen is de inrichting voorzien van op zichzelf bekende regelmiddelen.
Hoewel in heb bovenstaande steeds gesproken is over het aanbrengen van een afdichtring in een reeds gevormde ringvormige groefkamer, zal het duidelijk zijn dat men ook de afdichtring kan 30 gebruiken als middel voor het vormen van de ringvormige groefkamer.
In dat geval moet ervoor zorggedragen worden dat de afdichtring voldoende druk op de mofwand kan uitoefenen om de groef te vormen.
Uit het bovenstaande zal het duielijk zijn dat men volgens de uitvinding de afdichtring tijdens het inbrengen nauwkeurig 35 in een vlak kan houden dat loodrecht op de as van buisdeel 1 staat.
(j'i 7 9 0 2 4 7 3 " \ - 9 - « 4*
In fig. 1 zijn voorts mofpositioneermiddelen weergegeven. Beze omvatten een cilinder 32 die de aanslag 35 naar voren schuift, zodat de mof 2 die te ver naar voren geschoven is nu de juiste stand verkrijgt. Be klemmen 15 zetten de huis 1 vast waarna 5 cilinder 32 teruggetrokken wordt en aanslag 35 naar beneden verdwijrt.
Be opening van de sof 2 is dan vrij. Vanzelfsprekend kan men de mof op vele andere manieren positioneren.
Eet tweede doorngedeelte dient voor het opnemen van de uitzetkonus 26 voor het uitzetten van de konisch verlopende 10 uitzethare gedeelten 29.
In fig. 8 en 9 is een uitvoeringsvorm weergegeven waarbij de assen 5 en 6 niet draaibaar uitgevoerd zijn maar naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn door middel van stangen 41, welke beweegbaar zijn door scharnierend bevestigde strippen 42 die beweeg-15 baar verbonden zijn met bewegingsstang 43·
Fig. 10 en 11 (welke laatste een doorsnede toont van het deel van de inrichting als weergegeven in fig. 10) is een af-dichtringuitdrukorgaan 44 in de de vorm van een staaf weergegeven. Be staaf 44 is draaibaar om as 20 45f terwijl een duwstang 46 aanwezig is om de staaf 44 te doen zwaai ui.
Boor de zwaaibeweging van staaf 44 kan men een afdichting 4» die gedeeltelijk ingestulpt zou blijven na vrijgeven van de afdichtring 4 door de assen 5 en 6, volledig uitdrukken en in de groefkamer 3 doen bewegen. Bit is vooral van belang wanneer men werkt met een afdicht-25 ring die een iets grotere buitenomtrek bezit dan de binnenomtrek van de bodem van de groefkamer 3·
Met bijzonder voordeel kan de mof 2 en de doorn zodanig excentrisch ten opzichte van elkaar plaatsen dat de ring reeds door ondersteuningsmantel 7 in de groefkamer 3 terechtkomt.
30 Bij de inrichting volgens de uitvinding zet men met voordeel eerst de afdichtring 4 vast en schuift vervolgens de onder-steunïngsring 36 in de gewenste stand op de doorn. Men plaatst dan eerst de afdichtring in de groefkamer 3 en plaatst hier vervolgens ondersteuningsring 36 onder.
35 Voor het toevoerei van de afdichtringen 4 aan de inricl:- pting kan men ook gebruik maken van een verticaal valkanaal 45 boven 0 1 780 2 4 73 - 10 - geplaatst boven de band zonder einde 18 of direct boven toevoerkoker 20. Om onderling vasthechten van de afdichtringen 4 te voorkomen wordt met voordeel het vulkanaal 48 voorzien van twee schuinstaande vertakkingen 49 voor toevoer van afdichtringen.
5 De transportband 25 is bij voorkeur gootvormig uitgevoerd wat een aanvoer van de ondersteuningsringen in de juiste stand waarborgt .
Men kan de in te brengen afdichtringen 4 met voordeel voorzien van een glijmiddel 59 dat opgebracht wordt door glijmiddel-10 opbrengorgaan. De afdichtring 4 omvat doelmatig twee lippen 4a en 4b.
In figuur 9 is een deel van een inrichting weergegeven waarbij het instulpingsorgaan 10 uitgevoerd is als een stang die scharnierend kan bewegen om het draaipunt 51· Toorts kan men het stang-vormige instulpingsorgaan in langsrichting verplaatsen door het schar -15 nierdraaipuntmechanisme in langssleuf 50 te verplaatsen. Met behulp van bedieningsgreep 52 kan men stangvormige instulpingsorgaan 10 naar buiten draaien in de stand 10” en vervolgens na plaatsen van de afdichtring 4 op assen 5 en 6 (die nu niet draaibaar behoeven te zijn) de afdichtring instulpen tot deze strakgetrokken is over assen 5 en 6 20 en mantelgedeelte 7· Het instulpingsorgaan 10 dient nu tijdens het inbrengen van de ring 4 en de groef 5 als vasthoudorgaan voor de ring, Bij het bereiken van de juiste stand tegenover groefkamer 5 wordt het instulpingsorgaan 10 naar rechts getrokken door het naar rechts bewegen van scharniermechanisme in langssleuf 50· De afdichtring 4 25 wordt dan vrijgegeven en wordt in de groef 5 opgenomen. Yoor de bewegingen van het instulpingsorgaan 10 is in tweede doorngedeelte 23 een langwerpige uitsparing 53 aangebracht.
Fig. 10 toont het aanzicht van de inrichting volgens fig. $.
9 I 7902473
Li
Claims (21)
1. Werkwijze voor het aanbrengen ran een afdichtring in een al dan niet gelijktijdig gevormde ringvormige groefkamer, in een mofeindt van een buisdeel, met het kenmerk, dat men de af did .t-ring (4) naar binnen instulpt onder verkleining van zijn buitendiame-5 ter, de in deze toestand gehouden ingestulpte ring in het mofeinde (2] schuift, en vervolgens de instulping opheft onder opnemen en achterlaten van deiing in een groef kamer (3)· •2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat men de afdichtring tijdens het in het mofeinde schuiven in een i
10 Stand in hoofdzaak loodrecht op de as van het huisdeel houdt» |3» Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, jcfefc men de afdichtring (4) instulpt onder ondersteunen van de binnenzijde van de afdichtring ter weerszijden (5, 6) van een instulping. ! |4. Werkwijze volgens conclusie 1-3, m e t het kenmerk, 15 dat de afdichting tenminste op een derde punt (7) gelegen tegenover de i instulping ondersteund wordt.
5. Werkwijze volgens conclusie 1 tot 3, m e t het ken merk, dat men tegenoverelkaar gelegen delen (13, 13’) van de in-ptulping, tegen elkaar drukt onder vermindering van de totale dikte van 20 de tegen elkaar gelegen delen.
6. Werkwijze volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de ondersteuning ter weerszijden van de instulping uitgevoerd wordt Ö.oor al dan niet opgeruwde vlakken (5, 6). jf. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, 25 dat men de vlakken 5, 6 draait onder straktrekken van de afdichting pver de ondersteuningen. jj. Werkwijze volgens conclusie 1 tot 4, ui e t het kenmerk, dat men na het terugvormen van de ingestulpte afdicht-jring een ondersteuningsring (36) onder de afdichtring (4) schuift. 30 j. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men de afdichtring voor het instulpen van een glijmiddel voorziet. ]I0. Werkwijze volgens conclusie 1-8, met het ken- dr e r k, dsfc men de afdichtring in de groef kamer (3) drukt. o 7902473 t -12 -
11. Werkwijze volgens conclusie 1-10, met het ken merk, dat men de afdichtring tegenover de instulping in de groef drukt en vervolgens de instulping opheft.
12. Werkwijze volgens conclusie 1-11, met het ken- 5 merk, dat men voor of tijdens het aanbrengen van een ondersteunin faring (J6) in de mofdtbinnenomtrek van de afdichtring (4) op een diameter brengt die in hoofdzaak overeenkomt met de buitendiameter · van de ondersteuningsring op het punt waar de afdichtring het eerst in aanraking komt met de ondersteuningsring. 10 13« Inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring in een al dan niet gelijktijdig gevormde ringvormige groefkamer in een mof eind'» van een buisdeel, omvattende een afdichtringvasthoudorgaan, met het kenmerk, dat de inrichting een afdichtringinstulpingsorgaan (10) omvat en 15 vasthoudmiddelen (5» 6) om een afdichtring in zijn ingestulpte stand te houden en middelen om de vasthoudmiddelen vanuit een werkzame stand in een onwerkzame stand en omgekeerd te brengen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, m e t het ken merk, dat de vasthoudmiddelen twee ten opzichte van elkaar beweeg· 20 bare elementen (5,6) omvat waartussen zich het instulpingsorgaan (10 kan bewegen.
15· Inrichting volgens conclusie 13 of 14, m e t het kenmerk, dat de vasthoudmiddelen twee naar elkaar toe beweegbare of draaibare assen (5,6) omvat, waartussen zich het instulpings-· 25 orgaan kan bewegen.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat elk der elementen (5, 6) voorzien is van een vlakke zijde, welke valkke zijden tegenover elkaar geplaatst kunnen worden.
17. Inrichting volgens conclusie 13-16, met het ken- 30 merk, dat de vasthoudmiddelen geruwde oppervlakken bezitten, behalve aan hun vlakke zijden.
18. Inrichting volgens conclusie 13-17, met het ken-· merk, dat de vasthoudmiddelen een derde steunelement (7) omvat, wrik element bij voorkeur symmetrisch geplaatst is ten opzichte van de andere 35 elementen. |~19. Inrichting volgens conclusie 13 tot 18, me t_het_ \790 2473 * * - 13- kenmerk, dat de elementen aan hun vrije einden flenzen dragen,
20. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies 15-19 met hetkenmerk, dat de inrichting voorzien is van eeii ondersteuningsring-draagelement.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het ken merk, dat het draagelement een doorn is.
22. Inrichting volgens conclusie 21,met het ken merk dat de doom verbonden is met de vasthoudmiddelen. 25« Inrichting volgens conclusies 13 tot 22, met het JO I kenmerk, dat de afstand tussen de beweegbare elementen (5) kleiner f j gemaakt kan worden dan tweemaal de dikte van een afdichtring.
24. Inrichting volgens conclusies 19-23, met het i kenmerk, dat de buitenomtrek van de flenzen binnen de doom-i omtrek ligt. i 15 1 25. Inrichting volgens conclusie 13-24, met het i | kenmerk, dat de inrichting voorzien is van een uitstulping | naar buiten drukkend element (44), bij voorkeur een zwaaibaar I bevestigde staaf (44).
26. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusiesj 13-25, 20. m e t het kenmerk, dat een station v«5<5r de doom i aanwezig is, waarin een afdichtring kan steunen en wat een in-stulpingsorgaan, alsmede besturingsorganen omvat rëLk instulpings-! orgaan de afdichtring om de elementen(5 en 69 vouwt en welke j besturingsorganen de oppervlakken van de elementen (5 en 6]de afdicht-25 ring doen vastklemmen en het instulpingsorgaan uit de ring en in zij a uitgangspositie, buiten het werkingsgebied van de doom, doen terugtrekken.
27. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies 13-26 met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is 30 van een glijmiddelopbrengorgaan.
28, Inrichting volgens één cf meer der voorgaande conclusies 13-27 met het kenmerk, dat het instulpingsorgaan (10) beweeg baar is in vertikale richting en vervol^is in axiale richting, i gevolgd door een vertikale beweging. 55 ! 29. Inrichting volgens conclusie 13-28, met het ken- I_m e r k, dat hei^éndersteuningsringdraagelement van een daarvoor ge- ^ 7902473 'A t - 14- V * legen konisch verlopend vlak of vlakgedeelten 29 voorzien is, welke vlakgedeelten een omtrek bepalen welke in de uitgezette toestand gelijk is aan de buitendiameter van een ondersteuningsring.
30. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies 13-29 5 met het kenmerk, dat de inrichting een eerste doorngedeelte (37) omvat dat verbonden is met een doorn (40) welk eerste doorngedeelte (30) hierop aansluit via stuitrand (31) en óp een tweede doorngedeelte (23) waarbij zich tussen doorngedeelte (23) en doorngedeelte (30) uitzetbare delen (29) bevinden, welke een 10 konisch verlopend oppervlak kunnen vormen in hun uitgezette toestand, waarbij de buitenomtrek van het konisoh verlopend vlak, gevormd door de delen (29) tenminste gelijk is aan de buitendiameter van een onderst euningsring (36).
31. Inrichting volgens de conclusies 13-30, met het 15 kenmerk, dat het instulpingsorgaan (10) tevens als vasthoud-middel voor het vasthouden van de afdichtring (4) in de ingestulpte toestand dienst doet (zie fig. 12).
32. Kunststofbuis met mofeinde en groefkamer, verkregen met behulp van de inrichting volgens één of meer der conclusies 13 tot 31· 7902473
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7902473A NL7902473A (nl) | 1979-03-29 | 1979-03-29 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring. |
US06/134,341 US4304037A (en) | 1979-03-29 | 1980-03-26 | Method and apparatus for installing a sealing ring |
DE8080200294T DE3061190D1 (en) | 1979-03-29 | 1980-03-28 | Method and apparatus for installing a sealing ring |
EP80200294A EP0017299B1 (en) | 1979-03-29 | 1980-03-28 | Method and apparatus for installing a sealing ring |
AT80200294T ATE1887T1 (de) | 1979-03-29 | 1980-03-28 | Verfahren und vorrichtung zum einsetzen eines dichtungsrings. |
DK135180A DK135180A (da) | 1979-03-29 | 1980-03-28 | Fremgangsmaade og apparat tol brug ved montering af en taetningsring |
JP3969080A JPS5645340A (en) | 1979-03-29 | 1980-03-29 | Method and device for mounting sealing ring |
US06/318,822 US4435888A (en) | 1979-03-29 | 1981-11-06 | Apparatus for installing a sealing ring |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL7902473A NL7902473A (nl) | 1979-03-29 | 1979-03-29 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring. |
NL7902473 | 1979-03-29 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7902473A true NL7902473A (nl) | 1980-10-01 |
Family
ID=19832887
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7902473A NL7902473A (nl) | 1979-03-29 | 1979-03-29 | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4304037A (nl) |
EP (1) | EP0017299B1 (nl) |
JP (1) | JPS5645340A (nl) |
AT (1) | ATE1887T1 (nl) |
DE (1) | DE3061190D1 (nl) |
DK (1) | DK135180A (nl) |
NL (1) | NL7902473A (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AT389483B (de) * | 1983-04-21 | 1989-12-11 | Sticht Fertigungstech Stiwa | Verfahren und vorrichtung zum einsetzen von elastischen ringen in ringfoermige nuten |
GB8400647D0 (en) * | 1984-01-11 | 1984-02-15 | Draftex Ind Ltd | Finishing and sealing strips |
FR2590960B1 (fr) * | 1985-12-02 | 1988-07-01 | Mcneil Akron Repiquet Sarl | Dispositif pour la pose de joints d'etancheite dans des gorges internes de pieces telles par exemple que des tubes ou des tuyaux |
DE3812741A1 (de) * | 1988-04-16 | 1989-10-26 | Seeger Orbis Gmbh | Einbaugeraet fuer sicherungsringe |
DE4100045C1 (en) * | 1991-01-03 | 1992-07-16 | Firma Kunstoffroehren-Sendenhorst, 4415 Sendenhorst, De | Sealing ring inserting mechanism into tube inner grooves - has hollow cylindrical slider with slits from front side adjacent to sealing ring |
ES2386711B1 (es) | 2011-02-01 | 2013-07-09 | Tolsa, S.A. | Método de obtención de un compuesto basado en silicatos pseudolaminares y su uso como carga para materiales poliméricos. |
CN104149068B (zh) * | 2014-07-18 | 2016-05-18 | 江苏中烟工业有限责任公司 | 一种浸渍器密封圈气动安装工具 |
CN110052820B (zh) * | 2019-04-09 | 2020-11-27 | 杨健 | 弹性密封圈的自动化装配工艺 |
CN111702464B (zh) * | 2020-05-25 | 2021-10-26 | 昆山奥托玛迅自动化设备有限公司 | 一种套圈机构及油桶盖的密封圈安装装置 |
CN111522197B (zh) * | 2020-06-03 | 2024-04-02 | 中国科学院光电技术研究所 | 一种紫外纳米压印光刻自动脱模系统和方法 |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3455011A (en) * | 1966-07-08 | 1969-07-15 | Case Co J I | O-ring assembly tool |
DE2312787A1 (de) * | 1973-03-15 | 1974-09-19 | Heinz Roth | Vorrichtung zum einsetzen von verformbaren dichtungsringen aus kunststoff, gummi oder dgl. in buechsen und dgl |
FR2270998B1 (nl) * | 1973-09-24 | 1976-12-03 | France Etat | |
US4091521A (en) * | 1977-06-10 | 1978-05-30 | Dygert Edwin S | Rod seal installation tool |
FR2396627A1 (fr) * | 1977-07-08 | 1979-02-02 | Dba | Outil de montage d'un joint annulaire a l'interieur d'une gorge |
US4148125A (en) * | 1978-02-03 | 1979-04-10 | Hwh Corporation | Process of and device for seating a ring type seal in a groove |
-
1979
- 1979-03-29 NL NL7902473A patent/NL7902473A/nl not_active Application Discontinuation
-
1980
- 1980-03-26 US US06/134,341 patent/US4304037A/en not_active Expired - Lifetime
- 1980-03-28 EP EP80200294A patent/EP0017299B1/en not_active Expired
- 1980-03-28 DE DE8080200294T patent/DE3061190D1/de not_active Expired
- 1980-03-28 AT AT80200294T patent/ATE1887T1/de not_active IP Right Cessation
- 1980-03-28 DK DK135180A patent/DK135180A/da not_active Application Discontinuation
- 1980-03-29 JP JP3969080A patent/JPS5645340A/ja active Pending
-
1981
- 1981-11-06 US US06/318,822 patent/US4435888A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0017299A1 (en) | 1980-10-15 |
DE3061190D1 (en) | 1983-01-05 |
JPS5645340A (en) | 1981-04-25 |
DK135180A (da) | 1980-09-30 |
US4304037A (en) | 1981-12-08 |
US4435888A (en) | 1984-03-13 |
ATE1887T1 (de) | 1982-12-15 |
EP0017299B1 (en) | 1982-12-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL7902473A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het aanbrengen van een afdichtring. | |
US4144631A (en) | Method and apparatus for fitting heat shrinkable film seals to necks of vessels | |
US20080281333A1 (en) | Ophthalmic Implant Injector and Folding Cartridge | |
US4867463A (en) | Quick release collet | |
CZ284461B6 (cs) | Způsob rozšiřování konce trubky a nástroj pro jeho provádění | |
KR101546492B1 (ko) | 인발기용 파이프 내면 클램핑 장치 | |
DE3244085C1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum OEffnen,axialen Raffen und Abtrennen von duennwandigem Schlauchhuellenmaterial und zum anschliessenden UEberfuehren der dadurch gebildeten Raupen an eine Weiterverarbeitungsstelle | |
US4643658A (en) | Expanding mandrel | |
US5277741A (en) | Sealing apparatus | |
JPH10506055A (ja) | 充填並びに加圧装置 | |
EP1264681B1 (en) | Bead holder assembly and method of holding and positioning a tire bead | |
JP2004351919A (ja) | 印刷機の版胴 | |
US6363594B1 (en) | Apparatus for mounting a sleeve on a spindle | |
FR2536704A1 (fr) | Objet pour ecrire a fermeture mobile | |
US4202151A (en) | Apparatus for producing cigarette packs | |
IE872755L (en) | Forming ends of plastic pipes. | |
US3105539A (en) | Apparatus and method for forming corrugated tubes | |
US4515006A (en) | Hose coupling crimper and method of crimping | |
JPS59295B2 (ja) | 管材の接合装置 | |
GB2285581A (en) | Apparatus and method for assembling an inner tube into an outer tube | |
US3708236A (en) | Cosmetic stick holder | |
US5630975A (en) | Method and a device for joining at least two plastic elements in a liquid- and/or gastight manner | |
DE3405445C2 (nl) | ||
DE2404549C3 (de) | Vorrichtung zum Formen einer Verbindungsmuffe am Endabschnitt eines Rohres aus thermoplastischem Kunststoff | |
US4126927A (en) | Apparatus and method for inserting rigid cores into flexible tubing |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |