NL7902288A - Werkwijze voor het vervaardigen en leggen van een uit buissecties bestaande buisleiding alsmede verbindings- constructie tussen de binnenbuis en buitenbuis van een buissectie van de leiding. - Google Patents

Description

N/29.005-St/lb >

Kabel- und Metallwerke Gutehoffnungshütte Aktiengesell-schaft te Hannover, Bondsrepubliek Duitsland.

Werkwijze voor het vervaardigen en leggen van een uit buis-secties bestaande buisleiding alsmede verbindingsconstructie tussen de binnenbuis en buitenbuis van een buissectie van de leiding.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen en leggen van een uit afzonderlijke, thermisch geïsoleerde buissecties bestaande buisleiding, in het bijzonder een afstandsverwarmingsleiding, welke buissecties 5 uit een metalen binnenbuis, een concentrisch en op afstand daaromheen liggende metalen buitenbuis en een tussen deze buizen aangebrachte thermisch isolerende laag bestaan, waarbij de binnenbuis en de buitenbuis in de langsrichting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn en waarbij de 10 binnenbuis ter voorspanning daarvan langer gemaakt wordt en in de verlengde gespannen toestand ten opzichte van de buitenbuis wordt gefixeerd.

Uit het Duitse octrooischrift 1.258.215 is een om-mantelde buisleiding voor het transport van gassen of vloei-15 stoffen van hogere temperatuur dan de omgevingstemperatuur bekend, bestaande uit twee coaxiale, door afstandshouders op radiale afstand van elkaar vastgehouden buisstukken, die vast met elkaar zijn verbonden. De buisstukken zijn zodanig ten opzichte van elkaar voorgespannen, dat het binnenste 20 buisstuk op trek en het buitenste buisstuk op druk wordt belast als de beide buisstukken de zelfde temperatuur hebben.

De beide buisstukken worden bij de montageplaats in elkaar geschoven en met behulp van de afstandshouders in radiale zin in de juiste stand ten opzichte van elkaar geplaatst.

25 De buisstukken worden dan aan één einde met elkaar verbonden, waarna het binnenste buisstuk bijvoorbeeld door verwarming daarvan langer wordt gemaakt. Op de binnenbuis is een steunschijf gelast en wel op een afstand van het vrije 7902288 Λ 2 kopeinde van het buitenste buisstuk, die correspondeert met de berekende waarde voor de voorgespannen toestand. Tussen het kopeinde van het buitenste buisstuk en deze steunschijf worden twee halfronde buisschalen geplaatst, die aan het 5 kopeinde van het buitenste buisstuk en aan de steunschijf worden vastgelast. Tenslotte wordt in de ringvormige ruimte tussen de beide buisstukken isolatiemateriaal geblazen.

Deze werkwijze voor het vervaardigen en leggen 10 van buisleidingen is zeer omslachtig, daar de meeste fabrics gehande 1 in gen op de montageplaats moeten worden uitgevoerd. Een ander belangrijk nadeel is, dat via de steunschijf een rechtstreeks metalen contact tussen de afzonderlijke binnenhuizen en buitenbuizen optreedt, dat een aanmerkelijke warm-15 teafvoer op deze plaats mogelijk maakt. Bovendien is deze bekende werkwijze zeer tijdrovend, daar het inplaatsen en vastlassen van de halve buisschalen pas kan worden uitgevoerd nadat het binnenste buisstuk een stabiele toestand heeft bereikt, dus niet meer langer wordt.

20 De uitvinding beoogt een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee het mogelijk is om reeds vooraf in de fabriek geïsoleerde buissecties bij het leggen van de leiding toe te passen en daardoor de montagetijd op het werk zelf te verkorten. Bovendien 25 beoogt de uitvinding de buissecties zo uit te voeren, dat geen noemenswaardige rechtstreekse warmteafvoer van de binnenbuis naar de buitenbuis kan optreden.

De werkwijze volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat de binnenbuis in sterkere mate, dan met de 30 voorgespannen toestand overeenkomt, langer wordt gemaakt, in deze verlengde toestand van de binnenbuis op het buiten de buitenbuis uitstekende einde daarvan een ringflens wordt gelast, aan de naar het kopeinde van de buitenbuis gekeerde zijde van de ringflens een elektrisch en thermisch isolerende 35 tussenlaag wordt aangebracht, en de de verlenging van de binnenbuis teweeg brengende maatregel wordt opgeheven, zo- 790 2 2 8 8 * 3 danig, dat daarna de ringflens onder tussenkomst van de isolerende tussenlaag tegen het kopeinde van de buitenbuis zelf-centrerend steun vindt.

Bij voorkeur wordt de binnenbuis door verwarming 5 en warmteuitzetting langer gemaakt, bijvoorbeeld door het daardoorheen voeren van verzadigde stoom.

Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding worden de buitenbuis en de binnenbuis uit staal vervaardigd, wordt op de buitenbuis een corrosievaste 10 beschermingslaag aangebracht, wordt de ruimte tussen de buizen met een zich klevend aan de buitenbuis hechtende isolatielaag van een opgeschuimde kunststof, bij voorkeur polyurethan , gevuld, en wordt tussen deze isolatielaag en de binnenbuis een scheidingsmiddel aangebracht.

15 Als scheidingsmiddel kan een om de binnenbuis ge wikkelde papierband worden toegepast. Volgens een andere uitvoeringsvorm kan echter ook als scheidingsmiddel een massa op basis van siliconolie op de binnenbuis worden aangebracht.

20 De uitvinding betreft tevens een verbindingscon structie tussen de einden van de voorgespannen binnenbuis en de buitenbuis van een buissectie van de met de hiervoor beschreven werkwijze vervaardigde buisleiding.

Deze koppeIconstructie is gekenmerkt door een 25 op het einde van de binnenbuis gelaste ringflens, een tegen het kopeinde van de buitenbuis steunende en met cen-treerorganen in deze buis grijpende ring, waarvan de binnendiameter groter is dan de buitendiameter van de binnenbuis, en een tussen de ringflens en deze steunring 30 geplaatste, elektrisch en thermisch isolerende ringafdich-ting. Zulk een verbindingsconstructie kan met eenvoudige middelen op de bouwplaats tot stand worden gebracht en verhindert een rechtstreekse warmteafvoer van de binnenbuis naar de buitenbuis. Bij voorkeur zijn daarbij volgens de 35 uitvinding de steunring, de ringafdichting en de ringflens 7902238 •τ » 4 Λ door schroefbouten met elkaar verbonden. De thermische scheiding tussen de steunring en de ringflens ter plaatse van deze bouten kan worden verkregen door toepassing van onderlegschijven van thermisch isolerend materiaal en door 5 de bouten een kleinere diameter te geven dan de boringen in de steunring en in de ringflens. Volgens de uitvinding bestaat de ringafdichting tussen de ringflens en de steunring bij voorkeur uit geperste, gebonden asbestvezels.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de .......

10 hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

De enkele figuur toont ten dele een" zijaanzicht en ten dele een langsdoorsnede van een verbindingsplaats tussen de betrokken einden van de binnenbuis en de buitenbuis van een buissectie van een buisleiding in de toestand, waarin 15 de binnenbuis nog voorbij zijn uiteindelijke eindstand uitgezet is.

De thermisch geïsoleerde buissectie 1 van bijvoorbeeld een afstandsverwarmingsleiding, die in de bodem moet worden gelegd, bestaat uit een het betrokken medium 20 voerende binnenbuis 2 van staal, een buitenste mantelbuis 3 eveneens van staal en van een niet-getekende uitwendige corrosievaste beschermingslaag voorzien, en een thermisch isolerende laag 4 van een schuimkunststof op basis van polyurethan, alsmede een scheidingslaag 5, die tussen de 25 buitenzijde van de binnenbuis 2 en de isolatielaag 4 is aangebracht. De thermisch isolerende leidingssecties 1 worden in deze toestand op de montageplaats afgeleverd en worden daar met elkaar verbonden. Om de toepassing van uitzettingsbogen, die een warmteuitzetting van de binnenbuis 30 tijdens het bedrijf mogelijk moeten maken, te vermijden, wordt de binnenbuis 2 op bekende wijze ten opzichte van de buitenbuis 3 voorgespannen. Daartoe wordt, nadat één einde van de leidingssectie 1 gefixeerd is, verzadigde stoom in de binnenbuis 2 toegelaten, waardoor deze bin-35 nenbuis geleidelijk wordt verwarmd, daarbij in de langs- richting uitzet en ten opzichte van de isolatielaag 4 en 790 2 2 88 5 > de buitenbuis 3 verschuift. De verwarming van de binnenbuis 2 wordt zo lang voortgezet tot deze buis in sterkere mate is uitgezet, dan met de berekende waarde voor de voorspanning overeenkomt. Vervolgens wordt op de binnenbuis 5 2 een ringflens 6 gelast, waaraan door middel van schroef bouten 7 een steunring 8 en een tussen de flens en deze steunring liggende ringafdichting 9 worden bevestigd.

Om een warmteafvoer vanaf de binnenbuis 2 naar de buitenbuis 3 via de schroefbouten 7 te verhinderen, 10 is de diameter van deze schroefbouten kleiner gekozen, dan de diameter van de de bouten opnemende, niet getekende boringen in de ringflens 6 en in de steunring 8.

Bovendien kan op evenmin getekende wijze op elke schroefbout 7 een huls van een thermisch isolerend materiaal 15 worden geschoven. Voor het zelfde doel dienen onder de houtkoppen en moeren geplaatste thermisch isolerende onder-legschijven 10. Aan de steunring 8 is een aantal centreer-dooms 11 bevestigd, die axiaal naar de buitenbuis 3 toe uitsteken. Na het oplassen van de ringflens 6 op de binnen-20 buis 2 en het aanbrengen van de steunring 8 wordt de stroom van verzadigde stoom door de binnenbuis 2 onderbroken, waardoor de binnenbuis 2 langzaam afkoelt en weer krimpt.

Daarbij dringen de centreerdoorns 11 in de ruimte 12 aan het einde van de buitenhuis 3, waaruit ter plaatse de 25 schuimstof 4 is verwijderd, tot het vrije kopvlak van de steunring 8 tegen het kopvlak van de buitenhuis 3 aanligt.

De bevestigingsplaats van de ringflens 6 aan de binnenbuis 2 is nu vooraf zo bepaald, dat bij het aanliggen van de steunring 8 tegen het kopeinde van de buitenbuis 3 de 30 binnenhuis 2 onder de gewenste voorspanning staat. De grootte van deze voorspanning wordt in het algemeen zo gekozen, dat zij in de bedrijfstoestand van de buisleiding bij een temperatuur van ca. 70° C wordt opgeheven. Bij temperaturen boven 70° C staat de binnenbuis 2 dan onder een 35 drukspanning.

Vervolgens wordt op het einde van de binnenbuis 2 7902288 4 6 3 (in de rechter helft van de fig.) de binnenbuis 2 van de volgende leidingssectie 1 gelast. Door middel van een niet getekende luchtzak, die door een opening 13 in de wand van de buis 2 naar binnen gevoerd en weer uitgenomen kan 5 worden, ofwel door een andere geschikte maatregel, wordt de binnenbuis 2 ter plaatse afgesloten, waarna door een tweede opening 14 in deze buiswand verzadigde stoom in de volgende leidingssectie kan worden geblazen. De hiervoor beschreven handelingen worden daarna herhaald.

10 De scheidingslaag 5 tussen de schuimstoflaag 4 en de binnenbuis 2 moet het mogelijk maken, dat de binnenbuis 2 in deze schuimstoflaag 4 kan glijden. Deze scheidingslaag 5 bestaat bij voorkeur uit een om de binnenbuis 2 gewikkelde papierband. Het is ook mogelijk 15 om voor het schuimen van de kunststoflaag in de ringvormige ruimte tussen de beide buizen een scheidingslaag van siliconolie op de binnenbuis 2 aan te brengen. Voorts kan als scheidingslaag ook een huls worden toegepast, die aldus de binnenste begrenzing voor de schuimkunststoflaag 20 vormt. Desgewenst is het mogelijk om daarnaast of alleen een dergelijke huls aan de buitenzijde van de isolatielaag 4 aan te brengen.

De het verwarm-ingsmedium voerende binnenbuis 2 kan tijdens het schuimproces in de genoemde, de isolatie-25 laag 4 aan de binnenzijde begrenzende huls zijn aangebracht, maar kan desgewenst ook daarna in de huls geschoven worden.

De ringafdichting 9 en de onderlegschijven 10 bestaan bij voorkeur uit een geperst materiaal van asbestvezels met een geschikt bindmiddel.

30 De werkwijze volgens de uitvinding is in het bij zonder van voordeel gebeleken in die gevallen, dat zich geen geschikte mogelijkheden voordoen om de verbindingsplaat-sen tussen de binnenbuizen en buitenbuizen zodanig in de bodem te verankeren, dat de in de buisleiding optredende 35 krachten door de bodem kunnen worden opgenomen, zoals bijvoorbeeld in vochtige moerassige grond niet mogelijk is.

7002288

Claims (8)

1. Werkwijze voor het vervaardigen en leggen van een uit afzonderlijke, thermisch geïsoleerde buissecties bestaande buisleiding, in het bijzonder een afstandsver-warmingsleiding, welke buissecties uit een metalen binnen-5 buis, een concentrisch en op afstand daaromheen liggende metalen buitenbuis en een tussen deze buizen aangebrachte thermisch isolerende laag bestaan, waarbij de binnenbuis en de buitenbuis in de langsrichting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn en waarbij de binnenbuis ter 10 voorspanning daarvan langer gemaakt wordt en in de ver lengde gespannen toestand ten opzichte van de buitenbuis wordt gefixeerd, met het kenmerk, dat de binnenbuis in sterkere mate, dan met de voorgespannen toestand overeenkomt, langer wordt gemaakt, in deze ver-15 lengde toestand van de binnenhuis op het buiten de buitenbuis uitstekende einde daarvan een ringflens wordt gelast, aan de naar het kopeinde van de buitenbuis gekeerde zijde van de ringflens een elektrisch en thermisch isolerende tussenlaag wordt aangebracht, en de de verlenging van de binnenbuis 20 teweeg brengende maatregel wordt opgeheven, zodanig, dat daarna de ringflens onder tussenkomst van de isolerende tussenlaag tegen het kopeinde van de buitenbuis zelf-centrerend steun vindt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat de binnenbuis door verwarming en warmte- uitzetting langer wordt gemaakt, bij voorkeur door het daardoorheen voeren van verzadigde stoom.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnenbuis en de buitenbuis 30 uit staal worden vervaardigd, op de buitenbuis een corro- sievaste beschermingslaag wordt aangebracht, de ruimte tussen de beide buizen met een zich klevend aan de buitenbuis hechtende isolatielaag van een opgeschuimde kunst- 7902288 i stof, bij voorkeur polyurethan, wordt gevuld, en tussen deze isolatielaag en de binnenbuis een scheidingsmiddel wordt aangebracht.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, dat als

5. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat als scheidingsmiddel op de binnenbuis een massa op basis van siliconolie wordt aangebracht.

5 SCheidingsmiddel een om de binnenbuis gewikkelde papier- band wordt toegepast.

6. Verbindingsconstructie tussen de einden van de voorgespannen binnenbuis en de buitenbuis van een buissectie van een met de werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies vervaardigde en gelegde buisleiding, gekenmerkt door een op het einde van de binnenbuis 15 (2) gelaste ringflens (6), een tegen het kopeinde van de buitenbuis (3) steunende en met centreerorganen (II) in deze buis grijpende ring (8), waarvan de binnendiameter groter is dan de buitendiameter van de binnenbuis, en een tussen deze ringflens en de steunring geplaatste, elek- 20 trisch en thermisch isolerende ringafdichting (9).

7. Verbindingsconstructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de steunring (8), de ringafdichting (9) en de ringflens (6) door schroefbouten (7) met elkaar zijn verbonden.

8. Verbindingsconstructie volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de ringafdichting (9) uit geperste, gebonden asbestvezels bestaat. 790 2 2 88