NL7901976A - Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers. Download PDF

Info

Publication number
NL7901976A
NL7901976A NL7901976A NL7901976A NL7901976A NL 7901976 A NL7901976 A NL 7901976A NL 7901976 A NL7901976 A NL 7901976A NL 7901976 A NL7901976 A NL 7901976A NL 7901976 A NL7901976 A NL 7901976A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrier
image recording
disks
recording medium
cylindrical
Prior art date
Application number
NL7901976A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Logetronics Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Logetronics Inc filed Critical Logetronics Inc
Priority to NL7901976A priority Critical patent/NL7901976A/nl
Publication of NL7901976A publication Critical patent/NL7901976A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/04Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
    • H04N1/06Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using cylindrical picture-bearing surfaces, i.e. scanning a main-scanning line substantially perpendicular to the axis and lying in a curved cylindrical surface
    • H04N1/08Mechanisms for mounting or holding the sheet around the drum
    • H04N1/0804Holding methods
    • H04N1/0821Holding substantially the whole of the sheet, e.g. with a retaining sheet
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03FPHOTOMECHANICAL PRODUCTION OF TEXTURED OR PATTERNED SURFACES, e.g. FOR PRINTING, FOR PROCESSING OF SEMICONDUCTOR DEVICES; MATERIALS THEREFOR; ORIGINALS THEREFOR; APPARATUS SPECIALLY ADAPTED THEREFOR
    • G03F7/00Photomechanical, e.g. photolithographic, production of textured or patterned surfaces, e.g. printing surfaces; Materials therefor, e.g. comprising photoresists; Apparatus specially adapted therefor
    • G03F7/20Exposure; Apparatus therefor
    • G03F7/24Curved surfaces
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/04Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
    • H04N1/06Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using cylindrical picture-bearing surfaces, i.e. scanning a main-scanning line substantially perpendicular to the axis and lying in a curved cylindrical surface
    • H04N1/08Mechanisms for mounting or holding the sheet around the drum
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/04Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
    • H04N1/06Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using cylindrical picture-bearing surfaces, i.e. scanning a main-scanning line substantially perpendicular to the axis and lying in a curved cylindrical surface
    • H04N1/08Mechanisms for mounting or holding the sheet around the drum
    • H04N1/083Holding means
    • H04N1/0834Flexible holding means, e.g. envelopes or sheaths
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/04Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
    • H04N1/06Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using cylindrical picture-bearing surfaces, i.e. scanning a main-scanning line substantially perpendicular to the axis and lying in a curved cylindrical surface
    • H04N1/08Mechanisms for mounting or holding the sheet around the drum
    • H04N1/083Holding means
    • H04N1/0856Suction or vacuum means
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04NPICTORIAL COMMUNICATION, e.g. TELEVISION
    • H04N1/00Scanning, transmission or reproduction of documents or the like, e.g. facsimile transmission; Details thereof
    • H04N1/04Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa
    • H04N1/06Scanning arrangements, i.e. arrangements for the displacement of active reading or reproducing elements relative to the original or reproducing medium, or vice versa using cylindrical picture-bearing surfaces, i.e. scanning a main-scanning line substantially perpendicular to the axis and lying in a curved cylindrical surface
    • H04N1/08Mechanisms for mounting or holding the sheet around the drum
    • H04N1/083Holding means
    • H04N1/0873Holding means for holding the sheet on the internal surface of the drum

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Manufacture Or Reproduction Of Printing Formes (AREA)

Description

Ξ 4499-12 * i-
Ρ & C
LogEtronics Inc. te Springfield, Virginia, Verenigde Staten van Amerika Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het vervoeren en hanteren van vlakke beelddragers van een vlak invoer-station naar een nauwkeurig cylindrisch oppervlak voor het aftasten van de beelddragers. De uitvinding is in het bijzonder gericht op 5 gebruik bij inrichtingen volgens één of meer der onderstaande litera- tuurplaatsem
Amerikaanse octrooischriften 3.739.088; 3.742.853; 3.779.779; 3.816.659; 3.945.318; 3.991.145; 3.999.918; 4.064.205 en 4.131.916.
De uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toepassing bij 10 een inrichting volgens de Amerikaanse octrooischriften 4.131.916 en 3.945.318. Bij deze inrichtingen wordt over een gekorrelde aluminium drukplaat een roet bevattend beëldmasker gelegd en de kombinatie wordt gevormd tot een nauwkeurig cylindrisch oppervlak voor aftasting met een gefocusseerde energiebundel afkomstig van een infrarode laser. Als 15 de bundel het van roet voorziene beeldveld treft, wordt de roet over- gébracht naar de aluminiumplaat. Voor het verkrijgen van de vereiste resolutie en overdrachtseigenschappen is het noodzakelijk dat het gehele samenstel van materialen wordt gevormd tot een nauwkeurig cylindrisch oppervlak met een maximale afwijking van de straal van ± 0,18 mm.
20 De uitvinding maakt in het bijzonder het snel buigen van drukplaten voor gébruik bij krantendruk en andere druktoepassingen met grote aantallen mogelijk, waarbij het wenselijk is snel en op weinig kostbare wijze aluminiumdrukplaten rechtstreeks te vervaardigen van voor de kamera gerede modellen in de vorm van gemonteerde vellen en dergelijke.
25 De moeilijkheid van het vervoeren van een vlak vel beelddrager naar een gekromd belichtingsstation is aangepakt in vele fotografische, warmteoverdrachts-, druk- en stencil-processen. Deze processen hebben toepassing gevonden bij kopieermachines, drukpersen, plaatmaakmachines en zweefdrukpersen. Gemakshalve zijn de bekende uitvoeringen in groepen 30 samengevat, waarbij de belangrijkste literatuurplaatsen voor elke groep afzonderlijk worden besproken.
De eerste groep Literatuurplaatsen, namelijk de Amerikaanse octrooischriften 3.293.657; 3.922.772 en 3.958.250 hebben alle betrekking op cylindrische trommels, waarbij een beeldgevoelig materiaal door 7901976 * ί 2 vacuum wordt gehecht aan de binnenzijde of buitenzijde van de trommel » teneinde te worden afgetast of te worden beschreven. Deze groep is van belang voor zover de drukplaat en het masker volgens de uitvinding door vacuum aan de drager worden bevestigd na tot een cylindrische vorm 5 te zijn gekromd. Bij elk van deze literatuurplaatsen wordt het materiaal rechtstreeks aan de trommel gehecht door een vacuum dat werkzaam is via perforaties van de trommel. De Amerikaanse octrooischriften 3.293.657 en 3.598.250 maken elk gebruik van aandrukrollen voor het tegen het trommeloppervlak rollen van het gevoelig gemaakte materiaal. De uitvinding 10 onderscheidt zich van deze literatuurplaatsen doordat een drager voor het gevoelig gemaakte materiaal wordt toegepast en de drager en cylindrische schijven worden gebruikt voor het bepalen van een nauwkeurig cylin-drisch. oppervlak voor het aftasten en belichten van het materiaal.
De tweede groep literatuurplaatsen onderscheidt zich van de eerste 15 groep doordat zij het belichten van één of meer vellen gevoelig gemaakt materiaal in een cylindrisch vlak beschrijven. Deze groep omvat de Amerikaanse octrooischriften 2.560.696 en 3.170.381. Beide literatuurplaatsen beschrijven het gebruik van een dun doorzichtig deksel dat de openingen in de trommel af dicht waardoor het vacuum werkzaam is. Ook 20 dient te worden opgemerkt dat deze bekende inrichtingen kleefband rond de omtrek van het gelaagde materiaal toepassen teneinde het gelaagde materiaal te scheiden van de buitenlucht. In tegenstelling tot deze literatuurplaatsen wordt volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een vacuumdrager om de plaat en het masker stevig tegen elkaar te drukken, 25 zonder dat gebruik van kleefband nodig is. Hoewel de goede werking van kleefband buiten kijf is, is het niet geschikt voor gebruik bij plaat-makers die grote aantallen moeten leveren.
v De derde groep literatuurplaatsen onderscheidt zich van de vorige groepen doordat elk van deze literatuurplaatsen gebruik maakt van een 30 ononderbroken strook materiaal die voor belichting wordt gewikkeld om of in een cylindrische trommel. Daaronder vallen de Amerikaanse octrooischriften 1.746.407; 1.792.264 en 3.303.507. Het Amerikaanse octrooischrift 3.303.507 gelijkt het sterkste op de uitvinding, doordat het gebruik maakt van een energiebron, een turboas en een roterende spiegel 35 in de cylindrische trommel voor het focusseren van de stralingsenergie op het gevoelig gemaakte materiaal. Verder beschrijven dit octrooischrift en het Amerikaanse octrooischrift 1.792.264 het gebruik van een doorzichtige 7901976 r * 3 trommel als brandpunt-referentievlak. Hoewel deze methode geschikt is voor fotografische belichting, is hij niet geschikt voor het gebruik van een laserbundel, waarbij een nauwkeurige hoeveelheid gefocusseerde infrarode energie het beeldvormingsmasker treft- De gassen die binnen 5 de besloten ruimte worden vrijgemaakt door de warmte en energie-over- dracht zouden de materialen doenavervormen en de doorzichtige plaats beschadigen. De uitvinding onderscheidt zich verder van deze literatuur-plaatsen doordat gebruik wordt gemaakt van een buigzame vacuumdrager voor het ondersteunen van de materialen in het nauwkeurige cylindrische opper-10 vlak.
De vierde groep literatuurplaatsen maakt gebruik van een kaart of andere soortgelijke veerkrachtige drager voor het ontvangen van het daarop vastgelegde beeld. Deze groep omvat de Amerikaanse octrooischriften 1.584.897; 2.153.917; en 2.511.892, die alle het gebruik beschrijven van 15 een trommel of paar cylinders voor het dragen van een betrekkelijk stijve kaart voor optekendoeleinden. De enige overeenkomst tussen deze literatuurplaatsen en de uitvinding is dat een van de beelddragers betrekkelijk stijf is.
De uitvinding is bijzonder geschikt voor het gebruik van een 20 yeerkrachtige aluminiumplaat en een buigzaam roetmasker. In beide gevallen wordt de natuurlijke veerkracht van de aluminiumplaat of van het kaartmateriaal van bekende uitvoeringen gebruikt voor het vormen van het nauwkeurige cylindrische oppervlak. Afgezien van deze overeenkomst bestaat er echter geen verwantschap tussen de betreffende literatuurplaatsen en 25 de uitvinding.
Alle literatuurplaatsen van de vijfde groep hebben betrekking op dezelfde inrichting en omvatten verschillende uitvindingen die daarvan deel uitmaken. Dit zijn de Amerikaanse octrooischriften 2.649.034; 2.672.503 en 2.816.001. Het belang van deze literatuurplaatsen kan het 30 beste worden ingezien aan de hand van de figuren 21 en 30 tot en met 32 van het Amerikaanse octrooisthrift 2.672.503 (zie de kolommen 13 en 14).
Deze octrooischriften beschrijven een fosforbronzen drager voor het ondersteunen van het kaartmateriaal en voor het buigen van de drager om een paar cylindrische flenzen als afgebeeld in fig. 30.
35 Bij de voorkeursuitvoering van de uitvinding worden fosforbronzen referentiestroken gebruikt tezamen met een paar cylindrische schijven of een afstand van elkaar vopr het definiëren van een nauwkeurig cylin- 790 1 9 76 « * 4 drisch oppervlak en een neutrale krommingshartlijn op hun respektieve kontaktpunten. De keuze van de neutrale krommingshartlijn is kritiek voor de vorming van een nauwkeurig cylindrisch oppervlak bij meervoudige dragers. Als meervoudige dragers tot een gekromd oppervlak worden gebogen, 5 moet een van de materialen noodzakelijkerwijs schuiven ten opzichte van het andere opdat geen buigen of kreuken ven de binnenste drager optreedt. De uitvinding past een drager toe die de beelddrager buiten de neutrale krommingshartlijn plaatst, zodat elk deel van de meervoudige drager onder drukspanning komt te staan ten opzichte van de neutrale 10 buigingshartlijn.
Volgens het Amerikaanse octrooischrift 2.672.503 wordt het te belichten materiaal aangebracht op de binnenzijde van de fosforbronzen drager, zodat het binnen de krommingshartlijn ligt die is gedefinieerd tussen de fosforbronzendrager en de cylindrische flenzen. Dit octrooischrift 15 heeft betrekking op slechts een enkele drager en maakt gebruik van flenzen 187 voor het bevestigen van het beeldontvangstmateriaal aan de drager. Hoewel dit geschikt kan zijn voor gebruik met een betrekkelijk kleine kaart, is het niet geschikt voor gebruik met grote drukplaten met afmetingen van 37 cm a 50 cm zonder ondersteuning daartussen.
.20 De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich verder van deze groep literatuurplaatsen doordat gebruik wordt gemaakt van een vacuum-drager met een reeks verstijvende dragers in lengterichting teneinde te verzekeren dat de beelddragers over hun gehele oppervlak volgens een nauwkeurig cylindrisch vlak worden ondersteund.
25 Ten slotte dient het Amerikaanse octrooischrift 3.966.187 te worden vermeld. Hoewel de mechanische organen die daarin worden gebruikt voor het omzetten van een vlak vel in een cylindrisch vlak door ontwikkelen en afwikkelen aanmerkelijk verschillen.van de mechanische organen volgens de uitvinding, vertoont deze literatuurplaats gelijkenis met 30 delen van de methode voor het vervoeren en vormen van een beelddrager tot een nauwkeurige kromme volgens de uitvinding.
De uitvinding onderscheidt zich van deze literatuurplaats doordat gebruik wordt gemaakt van een vacuum voor het hechten van de beelddrager aan de drager, die op zijn beurt wordt' gegrepen door de trommel. Bij 35 de literatuurplaats wordt het papier rechtstreeks gegrepen door en gewikkeld om de trommel.
De uitvinding beoogt een werkwijze en inrichting te verschaffen voor 7901976 ·' * 5 het vervoeren van een vlakke beelddrager van een eerste vlak werkstation naar een nauwkeurig gekromd beeldaftasting-werkstation en voor het terugvoeren daarvan naar het vlakke werkstation. Verder beoogt de uitvinding een werkwijze en inrichting te verschaffen die een nauwkeurig cylindrische 5 ’ kromming handhaaft, waardoor het brandvlak dat door de inrichting wordt vastgelegd niet meer dan ± 0,18 mm varieert.
De uitvinding beoogt verder een werkwijze en inrichting te verschaffen waarbij een gelijkmatig kontakt kan worden gehandhaafd tussen een betrekkelijk stijve drager en een buigzame drager daarover, als deze beide 10 worden gekromd tot een nauwkeurig cylindrisch vlak, waarbij de buigzame drager zich aan de binnenzijde van het cylindrische vlak bevindt.
Een verder oogmerk van de uitvinding is een werkwijze en inrichting te verschaffen voor het bereiken van een neutrale buigingshartlijn voor verscheidene dragers, waardoor kreuken of scheiden van de dragers bij 15 buiging tot een nauwkeurige cylindrische kromming wordt vermeden.
De uitvinding beoogt verder een werkwijze en inrichting te verschaffen i voor het aftasten en belichten van een reeks drukplaten en dragers in een enkele bewerking, alsmede een werkwijze en inrichting te verschaffen voor het snel laden, belichten en lossen van de platen in een aftastmecha-. i 20 nisme, waarbij de produktiesnelheid van het mechanisme van primair belang is.
De uitvinding beoogt verder een mechanisme te verschaffen dat kan worden gebruikt voor het vervoeren van elke vlakke beelddrager uit een eerste vlak werkstation naar een gekromd werkstation, waarin het materiaal 25 kan worden belicht door een willekeurige energiebron. Tenslotte beoogt de uitvinding een werkwijze en inrichting te verschaffen voor het ondersteunen van een beelddrager in een nauwkeurig cylindrisch vlak teneinde een extreem hoge resolutie te verkrijgen bij de belichting van de beelddrager.
30 De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de tekening, die betrekking heeft op een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 1 is een perspektivisch aanzicht, gedeeltelijk opgewerkt, van een vacuumdrager volgens de uitvinding.
35 Fig. 2 is een doorsnede langs de lijn 2-2 uit fig.l.
Fig. 3 is een deeldoorsnede door een deel van de vacuumdrager, waaruit de neutrale krommingshartlijn blijkt.
7901976 6
Fig. 4 is een vergrootte doorsnede door een deel van de drager uit fig. 1.
Fig. 5 is een schetsmatig perspektivisch aanzicht van de drager en het transportmechanisme volgens de uitvinding.
5 Fig. 6 is een doorsnede langs de lijn 6-6 uit fig. 5.
Fig. 7 is een schetsmatig aanzicht van het transportmechanisme en de drager volgens de uitvinding.
Fig. 8 is een schetsmatig aanzicht van twee dragers en het transportmechanisme volgens de uitvinding.
10 Fig. 9 is een schetsmatig aanzicht van het transportmechanisme en twee dragers gevormd tot een cylinder.
Fig. 10 is een schetsmatig aanzicht van een laser-aftastinrichting waarin de dragers en het transportmechanisme volgens de uitvinding worden toegepast.
15 Fig. 11 is een schetsmatig aanzicht van het mechanisme uit fig. 9 waarin de klemstroppen volgens de uitvinding zichtbaar zijn.
Fig. 1 is een perspektivisch aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van een drager volgens de uitvinding. Deze drager is in het bijzonder ingericht voor gebruik in een laser-plaatmaakstelsel dat leest en schrijft 20 op concave cylindrische oppervlakken. De inrichting is voorzien van een paar roterende laserbundels gefocusseerd op theoretische oppervlakken die worden gedefinieerd door paren roterende schijven met nauwkeurige stralen. De omtrekoppervlakken van elk paar schijven op een afstand van elkaar definiëren daartussen nauwkeurige cylindrische referentie-25 vlakken.
De te lezen of te beschrijven plaatmaterialen zijn dun, vlak en buigzaam en worden in vlakke vorm aangebracht op de drager uit fig. 1.
Zij worden vervolgens glad tegen de drager getrokken door middel van een vacuum, voordat zij in de machine en om de schijven worden gebracht.
30 Als de drager stevig op de nauwkeurige schijven wordt geklemd, levert hij het nauwkeurig cylindrische referentievlak dat nodig is voor het in het brandpunt van de laserbundels houden van de materialen. Uit deze overwegingen moet de vacuumdrager zo worden ontworpen en geconstrueerd, dat hij de vlakke buigzame materialen met eenvoudige hanteringsbewegingen 35 kan ontvangen en deze nauwkeurig volgens hun referentieplaatsen instelt voordat zij glad op het oppervlak van de drager worden gezogen door het aanleggen van vacuum. Het transport van de drager naar de juiste referentie- 7901976 ·· φ 7 plaats in de machine moet snel en nauwkeurig plaatsvinden, zodat het resulterende concave binnenoppervlak dat door de drager wordt geleverd nauwkeurig cylindrisch wordt met een brandpunttolerantie van ± 0,18 mm voor het laser-focusseerstelsel. Voor het verkrijgen van dit cylindrische 5 oppervlak moet de drager in lengterichting veerkrachtig zijn, als afgebeeld in fig. 1, maar in dwarsrichting stijf zijn, met stijve dwarsbalken om het buigen te voorkomen als de drager om het paar cylindrische schijven op een afstand van elkaar wordt gewikkeld.
De materialen waarop wordt geschreven bij de voorkeursuitvoering van 10 de uitvinding zijn nader beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.945.318. Het is duidelijk dat de uitvinding niet tot zulk een kombinatie van een drukplaat en een lasermasker is beperkt en een veel bredere toepassing kan vinden als verscheidene beelddragers tot cylindrische vlakken moeten worden gevormd teneinde te worden blootgesteld aan 15 stralingsenergie.
Een moeilijkheid die wordt opgelost door de uitvinding is het kreuken van de binnenste beelddrager als deze wordt samengedrukt tijdens de buigbewerking voor het vormen van een cylinder. Volgens de uitvinding is een betrekkelijk stijve drukplaat van aluminium bedekt met een dun en 20 buigzaam lasermasker van kunsthars en deze beide worden tot een nauwkeurig cylindrisch vlak gevormd. Kreuken worden vermeden door zowel de drukplaat van aluminium als het lasermasker buiten de neutrale krommingshartlijn voor de gekombineerde dragers te plaatsen. Dit gebeurt door langs de zijden van de drager een paar referentiestroken met een hoge elastici-25 teitsmodulus aan te brengen en deze stroken boven het draagoppervlak van de drager te plaatsen. Als de drager is gekromd, komen de metalen stroken die de referentiestroken vormen in aanraking met de cylindrische schijven en zij definiëren en kleinere kromtestraal dan die van de gekombineerde dragers. Het dunne buigzame lasermasker wordt iets gerekt ten opzichte van 30 deze referentiestroken en de elastomeer-basis van de drager wordt nog verder gerekt. De toepassing van een rekkracht op de samengestelde drager tijdens het krommen voorkomt het optreden van kreuken in het dunne materiaal van het lasermasker.
De drager 35 Zoals afgebeeld in de figuren 1 en 2 omvat de drager 10 een buig zaam draagorgaan 11 dat een eerste en een tweede referentievlak 12 en 13 (afgebeeld in fig. 2) definieert voor het opnemen van een eerste en 790 1 9 76 8 een tweede optekenmateriaal, waarbij het tweede optekenmateriaal over het eerste ligt. De drager omvat tevens een aantal steunen 14 in de lengterichting die stijfheid leveren langs de ene as van de drager, zodat de drager betrekkelijk stijf is in de ene richting maar buigzaam 5 is in de andere richting. De drager definieert tevens een paar referen- tiestroken 15 en 16 die loodrecht op de steunen 14 in lengterichting aanweerszijden van het eerste en het tweede referentievlak 12 en 13 zijn aangebracht op het buigzame draagorgaan 11. Een reeks vacuumkanalen 16 is in het eerste referentievlak gedefinieerd door de buigzame drager 10 11 teneinde lucht die is opgesloten tussen het eerste beeldoptekenmedium en de drager af te voeren. Bij een voorkeursuitvoering van de uitvinding omvat de drager tevens een geperforeerd veerkrachtig ve'1 18 met een reeks openingen 19 die in verbinding staan met de vacuumkanalen 17 teneinde de afvoer van lucht tussen het eerste beeldmedium en de drager te 15 bevorderen.
De drager definieert tevens een vacuumkanaal 20 langs de omtrek, dat zich uitstrekt om het eerste referentievlak 12 en wordt gebruikt voor het afvoeren van lucht tussen de eerste en de tweede beelddrager en tussen de tweede beelddrager en de drager. Het is duidelijk dat de 20 tweede beelddrager of het lasermasker over de eerste beelddrager of aluminiumdrukplaat. ligt en zich aan alle vier zijden uitstrekt tot voorbij de drukplaat teneinde het vacuumkanaal 20 te berdekken. Desgewenst kan de drager tevens een paar bevestigingsflappen 21 en 22 bevatten die scharnierend zijn bevestigd aan buigzame draagorgaan onmiddellijk 25 naast de referentiestroken 15 en 16, teneinde naar binnen te steken en de evenwijdige randen van de tweede optekendrager te bedekken als de drager in het transportmechanisme wordt gebracht.
De drager bevat een luchtspruitstuk 23. Het spruitstuk 23 komt in aanraking met een ander te beschrijven dragerkontaktorgaan. Het verbindt 30 de luchtkanalen 17 en het vacuumkanaal 20 langs de omtrek met de vacuum kanalen 46 die worden gedefinieerd door het dragerkontaktorgaan 38.
Tijdens het bedrijf wordt een vacuum tot stand gebracht via het dragerkontaktorgaan 38, de vacuumkanalen 46, het spruitstuk 23, het vacuumkanaal langs de omtrek en de openingen 19 teneinde lucht die is 35 opgesloten tussen de over elkaar liggende eerste en tweede beelddrager en tussen de eerste beelddrager en het referentievlak 13 af te voeren.
De drager 10 definieert tevens een paar plaatsbepalingsopeningen 24 en 7901976 9 25 die samenwerken met een paar plaatsbepalingspennen die zijn bevestigd op het dragerkontaktorgaan.
De constructie van de drager wordt nader toegelicht aan de hand van de figuren 3 en 4. Zoals blijkt uit fig. 4, waarin de realtieve dikten 5 van de verschillende onderdelen sterk zijn overdreven met het oog op de duidelijkheid bevat de drager 10 een drager 11 van elastomeer die een eerste referentievlak vormt voor het opnemen van een aluminiumdrukplaat 26, alsmede een tweede referentievlak voor het opnemen van een dun en buigzaam lasermasker 27.
10 Zoals nader beschreven in de eerder genoemde Amerikaanse octrooi-» schriften is de uitvinding in het bijzonder ingericht voor gebruik met een lasefbron 50, een laserbundelmodulator 51, een bundelverbreder 51a en een schroefaftastorgaan 52 dat een nauwkeurig gefocusseerde bundel laserenergie 53 levert die het lasermasker 27 treft. Het laser-15 masker 27 bestaat uit een dun en buigzaam doorzichtig vel kunsthars met daarop een laag roet. Volgens de voorkeursuitvoering blijkt dat een lasermasker met een dikte van ongeveer 76 jm geschikt is voor de selectieve overdracht van roet op de aluminiumdrukplaat 26. Een gekorrelde aluminiumdrukplaat 26 heeft een dikte van de orde van groote van 0,2 mm 20 en wordt gedragen door de buigzame drager met een dikte van ongeveer 19 mm.
De focusseringstolerantie voor de gefocusseerde laserbundel 53 bedraagt - 0,18 mm over het oppervlak van de drager van de voorkeursuitvoering. De voorkeursuitvoering is bijzonder geschikt voor de snelle vervaardiging van dagblad-drukplaten met afmetingen van ongeveer 43 cm x 25 61 cm. Voor het bereiken van de vereiste beeldresolutie moet het cylin- drische oppervlak nauwkeurig worden gedefinieerd. In de praktijk blijkt dat bij de voorkeursuitvoering een resolutie van de orde van 4 a 5 lijnen per mm wordt bereikt met de uitvinding. Dit is geschikt voor vrijwel alle druktoepassingen, daar de meeste dagbladen worden gedrukt met een 30 resolutie 2 a 3,3 lijnen per mm.
De roetlaag 27a wordt van het lasermasker op de aluminiumdrager 26 overgébracht door middel van de gefocusseerde energiebundel 53 terwijl de aftastinrichting 52 met een snelheid tot 6000 omwentelingen per minuut roteert om de hartlijn van het cylindrische vlak. Er zijn derhalve 35 bepaalde afinetingstoleranties noodzakelijk teneinde de karakteristieken van de optische komponenten en aftastkomponenten te kunnen verwerken.
De totale brandpuntstolerantie van ± 0,18 mm moet alle optische fouten en 790 1 9 7 6 10 aftastfouten omvatten en dat laat een eigenlijke brandpunttolerantie voor de aluminiumplaat en de roet laag van ongeveer ί 76 jm a 101 pn over. Het blijkt dus dat het essentieel is dat het roetmasker glad en zonder kreuken of luchtbellen die de resolutie van het beeld dat wordt over-5 gebracht op de drukplaat over de aluminiumplaat ligt. Een luchtbel of kreuk tilt de roetlaag uit fig. 4 naar boven tot buiten het kritieke focusseergebied van de laserbundel 53. Verder vertoont het roet drift of verstrooiing bij de overdracht van de doorzichtige drager 27 naar de aluminiumplaat 26 als er een noemenswaardige scheiding tussen de beide 10 lagen bestaat. Derhalve is het van groot belang dat het lasermasker tijdens de afstastbewerking innig aan de aluminiumplaat 26 is gehecht. Zoals blijkt uit fig. 4 voeren het vacuumkanaal 17 en de openingen 19 eventuele lucht tussen de drager 10 en de aluminiumdrukplaat 26 af. Het vacuumkanaal 20 voert eventuele lucht tussen het lasermasker en de aluminium-15 plaat 26 af, evenals eventuele lucht tussen het lasermasker 27 en de drager 11. De buigzame flappen 27 vormen een orgaan voor het vasthouden van de plaat en het lasermasker op hun plaats als de vacuumhechting tussen de dragers verloren mocht gaan. Zoals hierna zal worden beschreven bevat het transportmechanisme verder een rollenmechanisme dat het bovenoppervlak 20 van het tweede optekenmedium 27 aangrijpt teneinde de media te verplaatsen terwijl de drager in het transportmechanisme wordt ingevoerd. Deze rollen verwijderen eventuele lucht die is opgesloten tussen het eerste beeldoptekenmedium en het tweede beeldoptekenmedium 27.
De aanvankelijk pogingen om verscheidene beeldoptekenmedia tot een 25 nauwkeurig cylindrisch vlak te vormen stuitten op vele moeilijkheden.
Als·de gekombineerde drager, waaronder een betrekkelijk stijve plaat 26 en een dun buigzaam orgaan 27, werden gerold tot een cylindrisch vlak waarbij het dunne buigzame masker zich aan de binnenzijde bevond, ontstonden steevast kreuken. Bij elke buigbewerking van verscheidene 30 media moet het ene medium ten opzichte van het andere schuiven als de betreffende kromtestralen veranderen. De uitvinding biedt een oplossing voor het krommen van verscheidene media tot een nauwkeurig cylindrisch vlak en vermijdt het kreuken van het binnenste beeldoptekenmedium.
Zoals blijkt uit fig. 3 is gevonden dat als de drager 10 is voorzien 35 van betrekkelijk stijve referentiestroken 16 met een elasticiteitsmodulus boven die van enig onderdeel van de drager, de referentiestroken een kromtestraal Rl ten opzichte van de nauwkeurige cylindrische schijven 7901976 11 vormt als de drager om de schijven wordt gewikkeld- De kromtestraal Rl wordt dan de neutrale buigingshartlijn, waarbij alle stralen kleiner dan Rl zich binnen de neutrale krommingshartlijn bevinden en alle stralen groter dan R2 zich buiten de neutrale buigingshartlijn bevinden.
5 Zoals blijkt uit fig. 3 ligt het dunne en buigzame lasermasker 27 op de straal R2 buiten de neutrale krommingshartlijn. Dit houdt in dat terwijl het lasermasker wordt gekromd tot de vorm als af geheeld in fig. 3, een lichte rék ten opzichte van zijn oorspronkelijke vlakke afmetingen optreedt. Verder is bij R3 de kromtestraal van de aluminiumplaat afge-10 beeld, die eveneens buiten de neutrale krommingshartlijn Rl ligt. De aluminiumplaat 26 wordt ook gerekt ten opzichte van zijn oorspronkelijke vlakke afmetingen. De straal R4 geeft de binnenste afmeting van de elastomeerdrager 11 van de drager 10 aan, die nu is gerekt ten opzichte van zijn oorspronkelijke afmetingen in vlakke vorm. R5 Geeft de straal 15 van de buitenste laag van de elastomeerdrager 11 aan, die aanmerkelijk is gerekt ten opzichte van zijn oorspronkelijke afmeting. Zoals blijkt uit fig. 3 zijn de longitudinale verstijvingsorganen 14 op een afstand van elkaar aangebracht en zij kunnen in omtreksrichting vrij uitzetten naar mate de elastomeerdrager 11 uitzet.
20 In fig. 3 geeft Rl de neutrale krommingshartlijn of het nauwkeurig cylindervormige oppervlak volgens de uitvinding aan, terwijl R4 het eerste referentievlak voor het opnemen van een eerste beeldvormingsmedium aangeeft. Dit referentievlak is bepaald door het bovenoppervlak 18a van de laag 18 als afgebeeld in fig. 4. De drager 10 definieert tevens 25 het tweede referentievlak voor het opnemen van een tweede beeldopteken- medium. Het tweede referentievlak wordt bepaald door het bovenoppervlak 11a van de elastomeerdrager 11 en ligt op de straal R3 uit fig. 3.
Hoewel de uitvinding is beschreven ten opzichte van een lasermasker en een aluminiumplaat ten gébruike in een inrichting voor het vervaardigen 30 van drukplaten door laseraftasting is het duidelijk dat de uitvinding daar niet toe beperkt is. De uitvinding kan bijvoorbeeld ook worden toegepast bij het kontaktdrukken van aluminiumdrukplaten aan de hand van daarop gelegde fotografische negatieven, waarbij gebruik wordt gemaakt van de gebruikelijke ultraviolette of anderzins actinische lichtbronnen.
35 Het transportmechanisme
Het transportmechanisme voor het overbrengen van de drager 10 van zijn vlakke vorm in een nauwkeurig cylindrisch vlak en vervolgens terug 790 1 9 7 6 12 naar zijn vlakke aanvangsvorm is afgebeeld in de figuren 5 tot en met 11.
Zoals blijkt uit fig. 5 wordt de drager 10 aangebracht op een vlak draagorgaan 30 dat zo is opgesteld dat de drager tangentieel in aanraking wordt gebracht met een paar cylindrische schijven 31, 32 op afstand van 5 elkaar, waarbij de cylindrische referentieschijven volgens de uitvinding worden gevormd door naarbinnen stekende flenzen 33 en 34. Het paar cylindrische schijven op een afstand van elkaar kan draaien om een gemeenschappelijke hartlijn als afgebeeld in fig. 5, door middel van een aandrijf-orgaan 35, een ketting 36 een een ketting wiel 37 dat is bevestigd aan 10 de schijf 31. De cylindrische schijven 31, 32 op een afstand van elkaar dragen tevens een paar grijpers 38 en 39, waarvan er een de drager 10 kan vastpakken en bevestigen aan de flenzen 33, 34 van de schijven. Nadat een drager is gegrepen door de grijper 38 draait de motor 35 de schijven voor het wikkelen van de drager om de schijven, waardoor het vlakke 15 oppervlak van de drager wordt gevormd tot een nauwkeurig cylindrisch oppervlak concentrisch met de hartlijn van de schijven.
Bij de voorkeursuitvoering hebben de cylindrische schijven twee dragergrijpers 38 en 39 die ongeveer 180° uit elkaar liggen op het cylindrische oppervlak. Zij zijn ingericht voor het grijpen van een paar 20 dragers voor een enkele aftastbewerking. Hoewel twee dragers en twee grijpers hier worden beschreven, is het duidelijk dat een groter aantal dragers op de schijven kan worden toegepast als meer grijpers zouden worden aangebracht langs de omtrek van de schijven 31, 32.
Tijdens het bedrijf worden het eerste en het tweede beeldopteken-25 medium op een drager 10 gelegd in de stand afgebeeld in de figuren 5 en 7.
Deze drager bevat een paar buigzame referentiestroken 15, 16 aan weerszijden van de beeldoptekenmedia. De buigzame drager wordt vervolgens met de hand in de grijper 38 bevestigd aan het paar cylindrische referentieschijven 33, 34 gevoerd, waarbij deze schijven een nauwkeurig cylindrisch 30 referentievlak bepalen. Vervolgens wordt een vacuum gezogen via de vacuum- gaten 46, de grijper 38, de rand 23 en de vacuumkanalen van de drager 10, teneinde de lucht af te voeren tussen de beeldoptekenmedia en het oppervlak van de drager. Nadat een voldoende vacuum is bereikt worden de schijven automatisch verdraait door het aandrijforgaan 35 teneinde de 35 buigzame drager om de schijven 33, 34 te trekken, waarbij de referentie stroken 15 en 16 in aanraking komen met de schijven.
Zoals blijkt uit fig. 8 wordt vervolgens een tweede drager 10b op 7901976 ¥ * 13 het steunoppervlak aangebracht teneinde te worden gegrepen door de tweede grijper 39. Als de drager 10b tangentiaal in aanraking wordt gebracht met de schijven 33 en 34 trekt de grijper 39 een vacuum via het spruitstuk 23b teneinde de beeldoptekenmedia aan de drager te be-5 vestigen. Nadat het vacuum is bereikt worden de schijven opnieuw door het aandrijf orgaan 35 over 180° verdraaid tot de stand als afgébeeld in fig. 9.
Zoals blijkt uit fig. 9 is een eerste drager 10 opgerold volgens de ene helft van een nauwkeurig cylindrisch vlak, terwijl een tweede 10 drager 10b de andere helft van het cilindrische vlak vormt. Op deze wijze wordt een maximaal gebruik gemaakt van het hoekvormige aftastmechanisme, dat het gehele binnenoppervlak van de cylindrische referentievlakken bepaald door de dragers 10 en 10b aftast.
Volgens fig. 5 is over de breedte van het drager oppervlak 30 een 15 drukrol 42 aangebracht die in aanraking komt met de drager 10 als deze tangentiaal in aanraking wordt gebracht met de schijven 33 en 34. De rol 42 is opgehangen aan een 'steungestel 43 en wordt naar beneden op de drager 10 gedrukt door middel van veren die zijn aangebracht in de voorspanorganen 44 en 45. De rol 42 dient voor het in aanraking komen 20 met het bovenoppervlak van het tweede beeldoptekenmedium 27 terwijl de drager in aanraking wordt gebracht met de grijper 38. Nadat het vacuum is getrokken door de grijper 38 en de schijven beginnen te draaien rolt de rol 42 over het oppervlak van het tweede beeldoptekenmedium teneinde eventuele lucht die is opgesloten tussen het eerste en het tweede beeld-25 optekenmedium te verwijderen.
De grijper volgens de uitvinding is nader afgeheeld in fig. 6.
De grijper 38 bevat een spruitstuk 38a met een reeks openingen 46 die in aanraking komen met spruitstukdelen 23 van de buigzame drager 10. De lucht wordt uit het spruitstuk 38a afgevoerd via de leiding 47 en een 30 opgerolte buigzame leiding 48. De opgerolte buigzame leiding is aange sloten op een vacuumpomp die zich bevindt in het gestel van de inrichting voor het afvoeren van de lucht via de opgerolte vacuumslang 48, de leiding 47, het spruitstuk 38a, de openingen 46, het spruitstuk 23, de vacuumkanalen 17 en het vacuumkanaal 20 langs de omtrék. De opgerolte 35 buigzame vacuumleiding 48 maakt een rotatie van de schijven bij het laden en lossen van de dragers mogelijk.
De grijper uit fig. 6 is aangebracht voor het invoeren van een drager.
7901876 14
Een luchtcylinder 49 werkt samen met de klem 60 en trekt deze naar beneden, tegen de veer-voorbelasting door middel van de veren 61 en 62 in.
De gebruiker maakt een begin met het invoeren van een drager door het met de hand invoeren van een drager in de klem 60. Bij het insteken 5 van de drager vallen de tastpennen 63 en 64 in de pasgaten 24 en 25 van de drager en zij richten de drager op de juiste wijze. Een niet afgébeeld elektrisch kontakt wordt door de voorrand van de drager 10 gesloten als deze wordt ingevoerd in de klem 60. Dit maakt een begin met de automatisch invoer van de drager 10. Nadat de niet afgebeelde 10 kontakten zijn gesloten door de drager stelt het elektrisch circuit de luchtcylinder 49 buiten werking, waardoor de veren 16 en 62 het drager-spruitstuk 23 tegen het vacuumspruitstuk 38a drukken. Nadat via de drager een vacuum tot stand is gebracht start een niet afgebeelde vacuumomzetter de motor 35 die de schijven 31 en 32 doet roteren. De schijven zijn in 15 het gestel van de inrichting bevestigd door middel van een aantal steun- rollen 65, 66 en 67 op onderling gelijke afstand. Zoals afgebeeld in fig. 6 rusten de rollen 65 en 65a tegen het buitenoppervlak van de schijven 31 en 32 teneinde deze om een gemeenschappelijke hartlijn te doen draaien.
De rol 65a is door middel van een instelbaar orgaan 67 verbonden aan het 20 gestel 66 van de inrichting. Het gebruik van een instelorgaan voor de rollen maakt een nauwkeurige instelling van de rotatiehartlijn van de schijven mogelijk. Bij de voorkeursuitvoering bleek dat drie steunrollen op onderling gelijke afstand een nauwkeurige instelling van het cylindrische referentievlak ten opzichte van de hartlijn van de laseraftastinrichting 25 mogelijk maken.
De uitvinding omvat een paar klemstroken 83 en 84 als afgebeeld in fig. 6 die zijn bevestigd aan de grijper 38. De klemstrook 83 dient voor de schijf 31, terwijl de klemstrook 84 dient voor de schijf 32. Terwijl de schijven 31 en 32 draaien worden de stroken 83 en 84 om de'buitenzijde van de 30 drager 10 gewikkeld teneinde de referentiestroken 15 en 16 stevig tegen de cylindrische referentieschijven 33 en 34 te drukken.
Zoals afgebeeld in fig. 11 wordt de klemstrook 83 bewaard op een opwikkelhaspel 85 die is bevestigd aan een luchtmotor 87 die onder de cylindrische schijf 31 is gemonteerd. Een soortgelijke opwikkelhaspel en 35 motor is aanwezig voor de klemstrook 84 onder de schijf 32, maar deze onderdelen zijn niet afgebeeld.
Si Fig. 11 is de cylindrische schijf over 180° verdraaid en hij heeft 7901976 15 de klemstrook 83 afgewikkeld. Als de tweede drager wordt gegrepen door de grijper 39 draait de cylindrische schijf 31 opnieuw over 180° teneinde de grijper 38 terug te brengen naar zijn uitgangsstand volgens fig. 9.
De klemstroken 83 en 84 omvatten dan de dragers 10 en 10b geheel en 5 een luchtrem in elk der luchtmotoren wordt in werking gesteld. Nadat de luchtremmen zijn aangezet wordt de luchtcylinder 86 gébruikt voor het uitoefenen van trék op de klemstroken 83 en een overeenkomstige niet afgebeelde luchtcylinder wordt gébruikt voor het uitoefenen van trek op de klemstrook 84. Als de klemstroken 83 en 84 worden aangetrokken, 10 drukken zij de referentiestroken 15 en 16 van de drager 10 en de referen-tiestroken 15b en 16b van de drager 10b stevig tegen de cylindrische referentieschijven 33 en 34. Als de dragers zijn bevestigd en de klemstroken zijn aangetrokken, worden het eerste en tweede beeldopteken-medium 26 en 27 in elk drager blootgesteld aan een vormig aftastende 15 bundel gemoduleerde stralingsenergie die is gefocusseerd op het nauwkeurige cylindrische referentieoppervlak van de media. Nadat de drukplaten zijn beschreven, beginnen de cylindrische schijven in tegengestelde richting te draaien en de drager 10b wordt vrijgegeven door de cylindrische schijven en als afgebeeld in fig. 9 neergelegd op het draagorgaan 30.
20 Nadat de drager 10b met de hand is verwijderd, roteren de schijven opnieuw over 180° teneinde de drager 10 vrij te maken van de schijven 33 en 34. Als afgebeeld in fig. 6 bedient een luchtcylinder 49 de klem 59 onder de klemstaaf 60 en hij trekt de klemstaaf 60 terug telkens als een drager wordt uitgenomen uit de machine.
25 Als afgebeeld in fig. 10 maakt de voorkeursuitvoering van een inrichting volgens de uitvinding gebruik van een paar cylindrische referentieoppervlakken 70 en 71. Het eerste paar cylindrische schijven 72 en 73 op een afstand van elkaar definieert een leesstation en het tweede paar steunschijven 74 en 75 definieert een schrijfstation. Tussen 30 het leeststation en het schrijfstation beweegt zich een schroefvormige laser-aftastinrichting 76 die nader is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.131.916. De bundel uit een helium-neon-laser 77, wordt via spiegels 78 en 79 gereflecteerd voor het lezen van de tekens dragende kopij die in een drager is aangebracht volgens het nauwkeurige cylindrische 35 referentievlak 70. Overeenkomstige drukplaten worden door de bundel van een infrarode laser 80 beschreven, welke bundel door spiegels 81 en 82 wordt gereflecteerd naar het scnroefaftastorgaan 76 teneinde een fijn 7901976

Claims (30)

1. Werkwijze voor het vervoeren, tot een nauwkeurige kromming vormen 5 en belichten van beeldoptekenmedia, met het kenmerk dat men a) een beeldoptekenmedium aanbrengt op het oppervlak van een vlakke buigzame drager met een paar referentiestroken, b) . de buigzame drager vastzet in een grijper bevestigd aan een paar cylindrische schijven op een afstand van elkaar die daartussen een 10 nauwkeurig cylindrische referentieoppervlak bepalen, c) . een vacuum zuigt door de drager teneinde de lucht tussen de beeldoptekenmedia en het oppervlak van de drager te verwijderen, d) de schijven voldoende verdraaid om de buigzame drager om de omtrek van de schijven te trekken, waarbij elk der referentiestroken in 15 aanraking komt met een der schijven en de beeldoptekenmedia door de drager worden ondersteund volgens een nauwkeurig cylindrisch referentieoppervlak en e) de beeldoptekenmedia blootstelt aan een bundel gemoduleerde stralingsenergie die op de media is gefocusseerd ter plaatse van het 20 nauwkeurige cylidrische referentieoppervlak, teneinde 'een bééld’"op------------ het medium vast te leggen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men de drager zodanig bevestigd aan de schijven dat de referentiestroken in innige aanraking komen met de omtrek van de schijven.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men het oppervlak van het beeldoptekenmedium door een rol doet afstrijken terwijl de schijven worden verdraaid, teneinde eventuele lucht die is Opgesloten tussen de beeldoptekenmedia en het oppervlak van de drager te verwijderen.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat men a). een reeks dragers vastzet en in elk der dragers een vacuum trekt als zij aan de schijven worden bevestigd en bj. de schijven over een vooraf bepaalde hoek doet draaien tussen het vastzetten van elke drager, teneinde de dragers te verdelen over de 35 omtrek van de schijven.
5. Werkwijze voor het vervoeren en tot een nauwkeurige kromming voor het yastleggen van beelden vormen van een gesuperponeerd paar beeld- 7901976 optekenmedia, met het kenmerk dat men a) een eerste en een tweede beeldoptekenmedium aanbrengt op het oppervlak van een vlakke buigzame drager met een paar referentiestroken, b) de drager vastzet in een grijper -bevestigd aan een paar 5 cylindrische schijven op een afstand van elkaar die daartussen een nauwkeurig cylindrisch referentieoppervlak bepalen/ c) een vacuum door de drager 6 teneinde de lucht af te voeren tussen het eerste beeldoptekenmedium en het oppervlak van de drager en tussen de op elkaar geplaatste eerste en tweede beeldoptekenmedia en 10 d) de schijven voldoende doet draaien om de buigzame drager om de omtrek van de schijven te trekken, waarbij elk der referentiestroken in aanraking komt met een der schijven, zodat de op elkaar geplaatste eerste en tweede beeldoptekenmedia door de drager worden ondersteund volgens een nauwkeurig cylindrisch referentievlak.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat men de beeld optekenmedia blootstelt aan een bundel gemoduleerde stralingsenergie die op de media is gefocusseerd in het nauwkeurige cylindrische referentievlak, teneinde informatie vast te leggen op de media.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat men het tweede 20 beeldoptekenmedium blootstelt aan een bundel gemoduleerde stralingsenergie die daarop is gefocusseerd, teneinde gelijktijdig informatie vast te leggen op het tweede medium en die informatie over te brengen naar het eerste medium.
8. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat men de drager 25 bevestigd aan de schijven teneinde de referentiestroken in innige aanraking te brengen met de omtrek van de schijven.
9. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk dat men het oppervlak van het tweede beeldoptekenmedium doet af strijken door een rol terwijl de schijven worden verdraaid, teneinde eventuele lucht die is opgesloten 30 tussen de eerste en tweede beeldoptekenmedia en tussen het eerste beeld optekenmedium en het oppervlak van de drager te verwijderen.
10. Inrichting voor het vervoeren en tot een nauwkeurige kromming voor het daarop optekenen van een beeld vormen van een vlak beeldoptekenmedium, gekenmerkt door 35 a) een paar cylindrische referentieschijven die om een gemeen schappelijke hartlijn kunnen draaien en waarvan de omtrekken een nauwkeurig cylindrisch vlak daartussen bepalen, 790 1 9 76 r ~ b) een buigzame drager met een voorrand die stijf is in een eerste richting evenwijdig aan de voorrand en buigzaam is in een tweede richting loodrecht daarop, welke drager is voorzien van een paar referentiestroken die met de op een afstand van elkaar aangebrachte 5 schijven in aanraking komen teneinde een neutrale krommingshartlijn te bepalen op hun respektieve kontaktpunten met de schijven, welke drager tevens een vlak oppervlak bepaalt voor het ondersteunen en vervoeren van een beeldoptekenmedium, c) een grijper gedragen door de cylindrische schijven die de 10 voorrand van de drager grijpt en tangentieel aan de omtrek van de schijven bevestigd en d) een orgaan voor het doen draaien van de schijven nadat de grijper de drager heeft vastgezet, teneinde de drager om de schijven te wikkelen, waardoor het vlakke oppervlak van de drager wordt gevormd tot een nauw- 15 keurig cylindrisch vlak concentrisch met de hartlijn van de schijven.
11. Inrichting volgens conclusie 10, gekenmerkt door een paar klem-banden voor het bevestigen van de drager op de omtrek van de schijven nadat de drager om de schijven is gewikkeld.
12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat het vlakke 20 oppervlak voor het opnemen van de beeldoptekenmedia -op "of buiten de neutrale buigingshartlijn ligt die wordt bepaald door de referentiestroken en de omtrekken van de schijven.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk dat de drager een steunoppervlak bepaalt voor twee beeldoptekenmedia, waarbij het eerste 25 medium onmiddellijk grenst aan een deel van de drager;.en buiten de neutrale krommingshartlijn ligt en het tweede medium over het eerste medium ligt en op of buiten de neutrale krommingshartlijn vastgelegd door het nauwkeurige cylindrische vlak wordt ondersteund.
14. Inrichting volgens conclusie 10, gekenmerkt door 30 a) een drager die een steunoppervlak vastlegt voor twee op elkaar geplaatste beeldoptekenmedia, waarbij het eerste medium onmiddellijk grenst aan een deel van de drager en buiten de neutrale krommingshartlijn ligt en het tweede medium over het eerste medium ligt en bij of buiten de neutrale buigingshartlijn vastgelegd door het nauwkeurige cylindervormige 35 oppervlak wordt ondersteund en b). welke drager verder een reeks vacuumkanalen daarin bevat voor het afvoeren van lucht tussen de beeldoptekenmedia en de drager, alsmede 7901976 een omtrek-vacuumkanaal in de drager om het eerste beeldoptekenmedium voor het afvoeren van lucht tussen het eerste en het tweede medium en tussen het tweede medium en de drager.
15. Inrichting volgens conclusie 14, gekenmerkt door verdere vacuum- 5 poorten bepaald door de grijper, die samenwerken met de vacuumkanalen in de drager, waardoor de lucht die is af gevoerd tussen de optekenmedia en de drager wordt afgevoerd via de grijper.
16. Inrichting volgens conclusie 14, gekenmerkt door een rol die het buitenoppervlak van de drager en het tweede optekenmedium afloopt ten- 10 einde eventueel daaronder opgesloten lucht te verwijderen.
17. Inrichting volgens conclusie 14, gekenmerkt door een luchtdruk-opnemer die de draaiing van de referentieschijven doet beginnen als een vacuum is gezogen in de drager.
18. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de cylindrische 15 schijven een reeks grijpers dragen die om de schijven zijn verdeeld voor het grijpen van een reeks dragers die steunoppervlakken vormen voor een reeks beeldoptekenmedia.
19. Inrichting volgens conclusie 10, gekenmerkt door a) een reeks kanalen in de drager voor het afvoeren van lucht tussen 20 de beeldoptekenmedia en de drager en b} vacuumpoorten van de grijpers die samenwerken met de vacuumkanalen in de drager, waardoor de lucht die wordt afgevoerd tussen de beeldoptekenmedia en de drager wordt afgevoerd via de grijpers.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk dat de dragers 25 tenminste twee bevestigingsflappen heeft die scharnierend over de optekenmedia vallen en een vacuumafdichting langs hun buitenomtrek tot stand brengen.
21. Inrichting voor het vervoeren van een eerste en een tweede op elkaar geplaatst beeldoptekenmedium en het vormen daarvan tot een nauwkeurige 30 kromming voor het vastleggen van beelden daarop, gekenmerkt door a) een paar cylindrische referentieschijven op onderlinge afstand die kunnen roteren om een gemeenschappelijke hartlijn, b) . een buigzame optekendrager waarop een paar buigzame referentie-stroken is aangebracht, welke stroken op zodanige afstand van elkaar 35 liggen dat zij in aanraking komen met de op een afstand van elkaar liggende cylindrische schijven en een nauwkeurig cylinderoppervlak daartussen definiëren, 79 0 1 9 76 c) een eerste en een tweede referentievlak bepaald door de drager voor het opnemen en ondersteunen van een eerste en een tweede beeldopteken-medium, d) vacuumkanalen in de drager voor het afvoeren van lucht die is 5 opgesloten tussen de beeldoptekenmedia en de drager, e) een grijper gedragen door de cylindrische schijven voor het grijpen van de drager en het bevestigen daarvan aan de omtrek van de schijven, f) een orgaan voor het doen draaien van de schijven nadat de 10 grijper de drager heeft gegrepen, teneinde de drager om de schijven te wikkelen, waardoor de referentievlakken bepaald door de drager op of buiten het nauwkeurige cylindervlak liggen en g) . een orgaan voor het blootstellen van de beeldoptekenmedia aan een gefocusseerde bundel gemoduleerde energie voor het vastleggen van 15 beeldinformatie op de media.
22. Inrichting volgens.conclusie 21, gekenmerkt door een paar klem-banden in omtreksrichting voor het bevestigen van de drager op de schijven nadat de drager om de schijven is gewikkeld.
23. Inrichting volgens conclusie 21, gekenmerkt door 20 * ™ ”a) een rahd-vacuumkahaal in de drager om het eerste beeldopteken- medium, voor het afvoeren van lucht opgesloten tussen de media onderling en tussen het eerste medium en de drager en b) vacuumpoorten van de grijper die samenwerken met de vacuumkanalen in de drager, waardoor de lucht die is afgevoerd tussen het 25 eerste beeldoptekenmedium en het oppervlak van de drager en tussen de beide optekenmedia wordt afgevoerd via de grijper.
24. Inrichting volgens conclusie 23, gekenmerkt—door een rol die het vlakke oppervlak van de drager en het tweede optekenmedium afstrijkt teneinde eventueel daartussen opgesloten lucht te verwijderen.
25. Inrichting volgens conclusie 23, gekenmerkt door een luchtdruk- opnemer die de rotatie van de schijven doet beginnen nadat een vacuum in de drager is gezogen.
26. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk dat de cylindrische schijven verscheidene grijpers verdeelt rond de schijven dragen, die 35 verscheidene dragers grijpen die steunoppervlakken vormen voor beeld optekenmedia.
27. Drager voor een reeks beeldoptekenmedia, gekenmerkt door 7901976 * « a) een buigzaam draagorgaan dat een eerste en een twede referentievlak bepaald voor het opnemen van een eerste en een tweede optekenmedium, waarbij het tweede optekenmedium over het eerste optekenmedium ligt, b) verscheidene steunen in lengterichting die in de drager zijn 5 aangebracht teneinde deze stijf te maken in een eerste richting van de drager en buigzaam te maken in een tweede richting van de drager, c) een paar buigzame referentiestroken bevestigd aan de drager, waarbij aan weerszijden van het eerste en het tweede referentievlak een strook is aangébracht en de stroken loodrecht op de steunen in lengte- 10 richting liggen en d) een reeks vacuumkanalen die door de drager worden bepaald in het eerste referentievlak, teneinde lucht die is opgesloten tussen het eerste beeldoptekenmedium en de drager af te voeren.
28. Drager volgens conclusie 27, gekenmerkt door een rand-vacuumkanaal 15 dat zich uitstrekt om het eerste referentievlak en het eerste beeldopteken medium, teneinde lucht diei is opgesloten tussen het eerste en het tweede beeldoptekenmedium en tussen het tweede beeldoptekenmedium en de drager af te voeren.
29. Drager volgens conclusie 28, gekenmerkt door een voorrand loodrecht 20 op de referentiestroken, die een spruitstuk bevat voor het verbinden van de luchtkanalen in het eerste referentievlak en het rand-vacuumkanaal in het tweede referentievlak, ter vorming van een gemeenschappelijk vacuumkanaal.
30. Drager volgens conclusie 28, gekenmerkt door tenminste twee 25 bevestigingsflappen die onmiddellijk naast de buigzame referentiestroken zijn bevestigd op de buigzame drager en zich naarbinnen uitstrekken teneinde twee evenwijdige randen van het tweede beeldoptekenmedium te bedekken. 7901976
NL7901976A 1979-03-13 1979-03-13 Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers. NL7901976A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7901976A NL7901976A (nl) 1979-03-13 1979-03-13 Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7901976 1979-03-13
NL7901976A NL7901976A (nl) 1979-03-13 1979-03-13 Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7901976A true NL7901976A (nl) 1980-09-16

Family

ID=19832791

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7901976A NL7901976A (nl) 1979-03-13 1979-03-13 Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7901976A (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4262594A (en) Method and apparatus for manipulating and transporting image media
US4362805A (en) Method for manipulating and transporting image media
US4334770A (en) Method and apparatus for manipulating and transporting image media
JP2004002015A (ja) 印刷版板のスタックから1枚の印刷版板を拾い上げる装置および方法
EP1176796B1 (en) Sheet member holding device
EP1231770A2 (en) Drum for fixing sheet-type member
NL7901976A (nl) Werkwijze en inrichting voor het hanteren en vervoeren van beelddragers.
JP4202576B2 (ja) 走査露光装置
JP2011510885A (ja) 画像記録可能な材料からの間紙の分離
CA1134673A (en) Method and apparatus for manipulating and transporting image media
CA1140807A (en) Method and apparatus for manipulating and transporting image media
US6459475B1 (en) Fixing structure
US3051039A (en) Pressure plate for a projection printing apparatus
JP4132603B2 (ja) シート状部材の保持装置
JPH0342649B2 (nl)
JP4303412B2 (ja) シート体の固定装置
JPH01122865A (ja) 画像形成用シート移動方法及び画像形成用シート移動装置
JP3914144B2 (ja) 印刷版の吸着盤
JP2952792B2 (ja) 熱現像装置及びこれを備えた画像形成装置
JPS6345574B2 (nl)
JPH0637976A (ja) 原稿読取り装置
JPH01104529A (ja) 画像形成用シート供給方法及び画像形成用シート供給装置
JP2003280210A (ja) シート材保持装置
JPH01267656A (ja) 光受容シート搬送装置
JPH01295259A (ja) 画像記録装置

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: LOGESCAN SYSTEMS, INC.

DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: CROSFIELD DATA SYSTEMS INC.

A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed