NL7901852A - Soil cultivator with prongs rotating forward through soil - has soil loosener in front of prongs extending down to lowest prong level - Google Patents

Soil cultivator with prongs rotating forward through soil - has soil loosener in front of prongs extending down to lowest prong level Download PDF

Info

Publication number
NL7901852A
NL7901852A NL7901852A NL7901852A NL7901852A NL 7901852 A NL7901852 A NL 7901852A NL 7901852 A NL7901852 A NL 7901852A NL 7901852 A NL7901852 A NL 7901852A NL 7901852 A NL7901852 A NL 7901852A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
machine according
soil cultivation
elements
cultivation machine
soil
Prior art date
Application number
NL7901852A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Patent Concern Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Patent Concern Nv filed Critical Patent Concern Nv
Priority to NL7901852A priority Critical patent/NL7901852A/en
Publication of NL7901852A publication Critical patent/NL7901852A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/02Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on horizontal shaft transverse to direction of travel
    • A01B33/021Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on horizontal shaft transverse to direction of travel with rigid tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B9/00Ploughs with rotary driven tools
    • A01B9/003Ploughs with rotary driven tools with tools on horizontal shaft transverse to direction of travel

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Abstract

The cultivator is intended for turning over successive strips of soil extending at right angles to the direction (A) in which it moves. It comprises a carrier beam (4) rotatably driven about a horizontal axis (25) and carrying one or more prongs (6) which are moved through the soil in the direction (A). A soil loosening element (21) is arranged in front of the rotating prongs and extends forwards and down to be level with the lowest point of the circles (11) described by the extremities of the prongs. Oppositely rotating wiper arms (13) may be arranged and above the prongs.

Description

Patent Concern N.V., Willemstad, Cura9ao (N.A.) 'Patent Concern N.V., Willemstad, Cura9ao (N.A.) '

Si ί "Grondbewerkingsmachine ".Si ί "Tillage implement".

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van ten minste één om een van de ver-ticale stand afwijkende as aandrijf baar bewerkingsorgaan, dat ten minste één bewerkingselement omvat, dat tijdens hej; bedrijf in de voorbewegingsrichting van de machine door de, grond beweegt. !The invention relates to a soil tillage machine provided with at least one cultivating member which can be driven about an axis deviating from the vertical position and which comprises at least one cultivating element which, during; operation in the direction of travel of the machine through the ground. !

Bij machines van deze soort, waarbij wordt beoogd een zich dwars op de voortbewegingsricuting van de machine; uitstrekkende grondbalk te keren, is gebleken dat het los-j •jt; maken van de grondbalk, vooral indien zich in de bovenlaag’ wortelresten bevinden, niet altijd naar wens verloopt. :In machines of this kind, the object of which is to transverse to the machine's locomotion; to turn the extending ground beam, it has turned out to be loose; making the ground beam, especially if there are root residues in the top layer, does not always go as desired. :

Be uitvinding beoogt nu ditnadeel op te heffen door-l ; dat vóór het bewerkingsorgaan een loswoelorgaan is aange- ί \ bracht, dat zich bevindt ter hoogte van de onderzijde van de -jbaan beschreven door het bewerkingselement. Met behulp van deze constructie wordt een grond.balk over de gehele werk-breedte van het bewerkingsorgaan losgemaakt en geleidelijk binnen de baan van het bewerkingsorgaan gebracht, waarna de grondbalk door het bewerkingsorgaan verder kan worden Λ; getransporteerd.The object of the invention is now to eliminate this disadvantage by-1; that in front of the working member a loosening member is arranged, which is located at the bottom of the web described by the working member. With the aid of this construction, a ground beam is loosened over the entire working width of the working member and gradually brought into the path of the working member, after which the ground beam can be continued by the working member; transported.

Aan de hand van een uitvaeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below on the basis of an exemplary embodiment.

Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings- , .Fig. 1 is a plan view of a soil tillage.

machine volgens de uitvinding weer,machine according to the invention,

Fig. 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl II in fig. 1,Fig. 2 shows a view according to the arrow II in fig. 1,

Fig. 3 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer volgens de lijn III-III in fig. 1, terwijlFig. 3 is an enlarged view taken on the line III-III in FIG. 1, while

Fig. 4 een gedeeltelijk aanzicht is volgens de pijl *.. TI in fig. 3.Fig. 4 is a partial view according to the arrow * .. TI in FIG. 3.

De in de figuren afgebeelde inrichting betreft een grondbewerkingsmachine die is voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende horizontale Φ\ 790 1 8 52 -Λ ;·· f * * :.'Vr Patent Concern ÏÏ.V., Willemstad, Cura9ao (N.A.j , “GrondtoewerkingsmaeMne ".The device shown in the figures relates to a soil tillage machine which is provided with a horizontal extending transversely to the direction of travel A 7 \ 790 1 8 52 -Λ; ·· f * *:. Vr Patent Concern, Willemstad, Cura9ao (NAj, “Soil preparation work”.

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-kingsmachine voorzien van ten minste één om een van de verticale stand afwijkende as aandrijf baar bewerkingsorgaan, .The invention relates to a soil tillage machine provided with at least one cultivating member which can be driven about an axis deviating from the vertical position.

; ; v* dat ten minste één bewerkingselement omvat, dat tijdens hst 5”. ·'' bedrijf in de voorbewegingsrichting van de machine door de i grond beweegt.; ; v * that includes at least one editing element, which is done in chapter 5 ”. · '' Operation in the direction of travel of the machine through the ground.

Bij machines van deze soort, waarbij wordt beoogd een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine; ' uitstrekkende grondbalk te keren, is gebleken dat het los-1 10 maken van de grondbalk, vooral indien zich in de bovenlaag wortelresten bevinden, niet altijd naar wens verloopt.In machines of this kind, the object of which is to be transverse to the direction of travel of the machine; Turning the extending ground beam, it has been found that loosening the ground beam, especially if root residues are present in the top layer, does not always proceed as desired.

Be uitvinding beoogt nu dit nadeel op te heffen door-; dat vóór het bewerkingsorgaan een loswoelorgaan is aange- · brachtt dat zich bevindt ter hoogte van de onderzijde van de 15 baan beschreven door het bewerkingselement. Mettehulp van · deze constructie wordt een grond.balk over de gehele werk-breedte van het bewerkingsorgaan losgemaakt en geleidelijk binnen de baan van het bewerkingsorgaan gebracht, waarna de grondbalk door het bewerkingsorgaan verder kan worden 20 getransporteerd.The object of the invention is now to eliminate this drawback by; that in front of the processing member a loosener is arranged which is located at the bottom of the track described by the processing element. With the aid of this construction, a ground beam is loosened over the entire working width of the working member and gradually brought into the path of the working member, after which the ground beam can be transported further by the working member.

Aan de hand .van een uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment.

Big. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings-machine volgens de uitvinding weer-,Big. 1 is a plan view of a soil cultivation machine according to the invention,

25 Pig. 2 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IIPig. 2 shows a view according to the arrow II

in fig. 1,in fig. 1,

Pig. 3 geeft op vergrote schaal een aanzicht weer volgens de lijn III-III in fig. 1, terwijl ί Pig. 4 een gedeeltelijk aanzicht is volgens de pijl 30 j IV in fig. 3.Pig. 3 is an enlarged view taken along the line III-III in FIG. 1, while Pig. 4 is a partial view according to the arrow 30 IV in FIG. 3.

j De in de figuren afgebeelde inrichting betreft een j grondbewerkingsmachine die is voorzien van een zich dwars i-· op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende horizontale 79 0 1 8 52 i V *' ^ . -2-- gestelbalk 1, aan de einden waarvan zich. naar achteren uitstrekkende, opwaarts gerichte platen 2 en 3 zijn aangebracht, .Zoals uit£Lg. 2 blijkt, zijn de platen 2 en 3 enigszins ruitvormig, waarbij een schuin naar beneden en naar ach-5 teren gerichte voorzijde via een kort, althans nagenoeg horizontaal gelegen deel overgaat in een schuin naar boven en . naar achteren gerichte zijde. Nabij het midden van de schuin naar achteren gerichte zijde is tussen de platen 2 en 3 door middel van tappen ai legers een zich dwars op de voort-10 bewegingsrichting A uitstrekkende, althans nagenoeg evenwijdig aan de gestelbalk 1 gelegen drager 4 aangebracht, De . drager 4 bestaat uit drie identieke plaatdelen 5, die elk aan één langszijde zijn omgezet en met deze langszijde aan een opvolgend plaatdeel zijn bevestigd, een en ander zodanig 15 dat de drager een doorsnede heeft die althans nagenoeg de vorm jheeft van een gelijkzijdige driehoek. Op de drager 4 zijn op |onderling gelijke afstand'.van elkaar groepen van elk drie bewerkingselementen 6 aangebracht. Elk bewerkingselement 6 omvat een door een verenstalen strip gevormde arm 7, die 20 .door middel van bouten 8 en klemstukken 9 tegen de respeo- [tieve plaatdelen van de drager zijn geklemd. De stripvormige 'armen 7 van de respectieve bewerkingselementen 6 zijn hier-bij zodanig aangebracht, dat zij zich met hun kortste zijden althans nagenoeg evenwijdig uitstrekken aan een vlak lood-25 recht op de langshartlijn van de drager 4, welke langshart-lijn tevens de rotatieas van de drager vormt. Het deel waarmee elke arm 7 is bevestigd is over de gehele breedte van een plaat 5 tegen deze gelegen, zodat een maximale ondersteuning voor de aim wordt verkregen. De bouten 8 voor de 30 bevestiging van de armen 7 van de bewerkingselementen 6 dienen tevens voor: het tegen elkaar klemmen van de plaatdelen 5* oThe device shown in the figures relates to a soil tillage machine which is provided with a horizontal 79 0 1 8 52 i V * '^ extending transversely to the direction of travel A. -2-- frame bar 1, at the ends of which are located. backwardly extending upwardly facing plates 2 and 3 are provided, such as from £ Lg. 2, the plates 2 and 3 are somewhat diamond-shaped, in which an obliquely downwardly and rearwardly directed front merges into an obliquely upwardly and via a short, at least substantially horizontally located part. rear-facing side. Near the center of the obliquely rearward-facing side, a support 4 extending at least substantially parallel to the frame beam 1, is provided between the plates 2 and 3 by means of taps a1 bearings, extending transversely to the direction of movement A. carrier 4 consists of three identical plate parts 5, each of which is bent on one longitudinal side and is fastened with this longitudinal side to a successive plate part, all this in such a way that the carrier has a cross-section which at least has the shape of an equilateral triangle. Groups of three processing elements 6 each are equally spaced on the carrier 4. Each machining element 6 comprises an arm 7 formed by a spring steel strip, which are clamped against the respective plate parts of the carrier by means of bolts 8 and clamping pieces 9. The strip-shaped arms 7 of the respective machining elements 6 are hereby arranged such that with their shortest sides they extend at least substantially parallel to a plane perpendicular to the longitudinal axis of the carrier 4, which longitudinal axis also serves the axis of rotation. of the carrier. The part with which each arm 7 is fixed is located against it over the entire width of a plate 5, so that maximum support for the aim is obtained. The bolts 8 for fixing the arms 7 of the machining elements 6 also serve for: clamping the plate parts 5 * o together.

Vanaf de drager 4 strekt elke arm 7 zich over enige afstand in het verlengde van een plaat 5 uit en is vervol-25 gens via een regelmatige kromming in de draairichting van.From the carrier 4, each arm 7 extends for some distance in the extension of a plate 5 and is then via a regular curvature in the direction of rotation.

Q n 7901852 \ - -3 -Q n 7901852 \ - -3 -

* X* X

.. ^ de drager a'fgebogen. Het vrije einde van elke stripvormige arm 7 van een bewerkingselement 6 is voorzien van een schoep-vormig. deel 10 dat twee puntvormig uitlopende, tegenover elkaar gelegen einden heeft en zodanig is gekromd, dat dit 5 deel aansluit op het vrije einde van een arm. Elk schogpvar-mig deel 10 is door middel van twee bouten aan het vrije einde van een arm 7 bevestigd. Het vooreinde van een schoepvormig deel 10 van een bewerkingselement 6 bevindt zich, zoals uit de figuur blijkt, op een zodanig punt dat een vlak 10 door dit punt en de langshartli jn van de drager 4 zich al--.'X thans nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een plaatdeel 5, dat ten opzichte van de rotatierichting van de drager 4 achter de plaat is gelegen, waarvan het betreffende bewer-! kingselement 6 is aangebracht... ^ the carrier bent off. The free end of each strip-shaped arm 7 of a working element 6 is provided with a blade-like shape. part 10 which has two pointed, opposite ends and is curved such that this part connects to the free end of an arm. Each shielding member 10 is attached to the free end of an arm 7 by two bolts. The front end of a blade-shaped part 10 of a working element 6 is, as appears from the figure, at such a point that a plane 10 through this point and the longitudinal axis of the carrier 4 already extends substantially parallel. to a plate part 5, which is located behind the plate with respect to the direction of rotation of the carrier 4, of which the relevant processing is king element 6 is provided.

15 De respectieve groepen bewerkingselementen 6 zijn ; naast elkaar op de drager 4 aangebracht op afstanden die j althans nagenoeg gelijk zijn aan tweemaal de breedte van de i I stripvormige armen 7 van de respectieve bewerkingselementen.The respective groups of processing elements 6 are; arranged side by side on the carrier 4 at distances which are substantially equal to twice the width of the strip-shaped arms 7 of the respective processing elements.

ίί

Elke drager 4 met de erop aangebrachte groepen bewerkings-20 elementen 6 vormt een bewerkingsorgaan 11. Aan de achterzij-’de is tussen de platen 2 en 3 nabij de bovenzijde een zich : dwars op de voortbewegingsrichting Δ uitstrekkende, evenwijdig aan de drager 4 van het bewerkingsorgaan 11 gelegen dra-,ger 12 door middel van tappen en legers roteerbaar aangebracht. 25 ,Op de drager 12, die zoals uit fig. 3 blijkt een hoekige, bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede heeft, zijn ter hoogte van het midden tussen twee groeper^ewerkingselementen 6 op ! de drager 4 van het bewerkingsorgaan 11 groepen van telkens drie afstrijkelementen 13 aangebracht. De afstrijkelementen 30 13 zijn uit één stuk plaat gestanst en door middel van een .vierkante centrale opening op de drager geschoven. Aan weerszijde van een groep afstrijkelementen 13 zijn op de . o drager geschoven bussen 14 aangebraclit. Elk afstrijkelement 13 heeft naar zijn vrije einde een taps verloop en is ten 35 opzichte van de rotatierichting naar achteren afgebogen. DeEach carrier 4 with the groups of working elements 6 mounted thereon forms a working member 11. On the rear side, between the plates 2 and 3, near the top side, there is a projection extending transversely to the direction of travel Δ, parallel to the carrier 4 of carrier 12 located on processing member 11 is rotatably mounted by means of taps and bearings. 25, On the support 12, which, as can be seen from Fig. 3, has an angular, preferably square cross-section, there are two elements at the center between two grouping elements 6. the carrier 4 of the processing member 11 comprises groups of three scraper elements 13 each. The scraper elements 13 are punched in one piece of sheet metal and slid onto the support by means of a square central opening. On either side of a group of scraper elements 13 are on the. o carrier slide bushes 14 mounted. Each scraper element 13 has a tapering towards its free end and is bent backwards relative to the direction of rotation. The

Ql X7901852 4»Ql X7901852 4 »

Bw * - 4- I * drager 12 met de respectieve groepen af strijke lemen ten 13 vormt een af strijker gaan 15, waarvan de respectieve afsirijk-elementen tijdens het bedrijf een baan beschrijven, die de baan beschreven door de vrije einden van de bewerkingselemen-5 ten 6 van het bewerkingsorgaan 11 overlapt over een afstand die groter is dan de helft van de straal van de baan beschre-van door de vrije einden van de bewerkingselementen 6. Ter hoogte van de onderzijde van de baan beschreven door de vrije einden van de bewerkingselementen 6 van een bewerkings-10 orgaan 11 is aan het zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende deel van de platen 2 en 3 een zich • dwars op de voortbewegingsrichting Δ uit strekkende, even wijdig aan de gestelbalk 1 gelegen horizontale drager 16 'bevestigd. De drager 16 omvat een geprofileerde plaat 17 die 15 .een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede heeft, waarbij het |voorste been korter en ongeveer een derde van de lengte van. jhet achterste been heeft. Aan de bovenzijde zijn de benen ,over een deel naar voren respectievelijk achteren omgezet, leen en ander zodanig dat een draagvlak wordt gevormd voor 20 een verstevigingsplaat 18 die het U-vormige profiel 17 aan de bovenzijde afsluit. Aan de achterzijde gaat het naar achteren schuin omhoog verlopende deel over in een gedeelte '19 dat zih althans nagenoeg concentrisch uit strekt aan de ;baan beschreven door .de schoepvormige einden 10 van de be-25 werkingselementen 6. Het desbetreffende deel is nabij zijn einde haaks naar beneden af gebogen. Op de plaat 18 zijn op onderling gelijke afstand zich in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende langwerpige steunen 20 aangebracht, op elk waarvan een beitelvormig deel 21 door middel 30 van twee bouten 22 is bevestigd. De bouten 22 dienen tevens voor de bevestiging van de plaat 18 aan de steunvlakken van het U-vormige profiel 17.Elk beitelvormig deel 21 is aan de voorzijde voorzien van een punt gevormd door twee rechte snijvlakken 23, die via een driehoekig vlak 24 op elkaar 5^, aansluiten. De respectieve beitelvormige delen 21, die op λ.Bw * - 4- I * carrier 12 with the respective groups of wiping blades 13 forms a sweeper 15, the respective screening elements of which describe a web during operation, which describes the web through the free ends of the working elements. 5 to 6 of the working member 11 overlaps by a distance which is greater than half the radius of the web described by the free ends of the working elements 6. At the bottom of the web described by the free ends of the web. machining elements 6 of a machining element 11 is attached to the part of the plates 2 and 3 extending at least substantially in a horizontal direction and extending horizontally extending transversely to the direction of travel Δ, which is parallel to the frame beam 1. The carrier 16 comprises a profiled sheet 17 which has a substantially U-shaped cross section, the front leg being shorter and about a third of the length of. you have the back leg. At the top, the legs, which are partly forward and rearwardly converted, are one another and such that a bearing surface is formed for a reinforcing plate 18 which closes off the U-shaped profile 17 at the top. At the rear, the rearwardly inclined portion merges into a portion 19 extending at least substantially concentrically to the path described by the blade-shaped ends 10 of the working elements 6. The relevant portion is near its end bent downwards at right angles. Elongated supports 20 extending mutually equidistant in the direction of travel A of the machine are provided on the plate 18, to each of which a chisel-shaped part 21 is fixed by means of two bolts 22. The bolts 22 also serve to fix the plate 18 to the support surfaces of the U-shaped profile 17. Each chisel-shaped part 21 is provided at the front with a point formed by two straight cutting surfaces 23, which are connected to each other via a triangular surface 24. 5 ^, connect. The respective chisel-shaped parts 21, which are on λ.

^ V^ V

\ 7901852 ”5 “ Λ, ' een onderlinge afstand van ongeveer de helft van-him breedte van elkaar zijn gële gen hebben een recht verloop. De beitelvormige delen Sluiten een hoek van +15° met de horizontaal in. Aan één Zijde is een tap 25 voor de bevestiging 5 van de drager 4 van het bewerkingsorgaan 11 verlengd en reikt tot in een aan de buitenzijde van de plaat 2.. ange-brachte schermkast 26. In de schermkast 26 is op de tap 25 een tandwiel 27 met rechte vertanding aangebracht dat in aandrijvende verbinding staat met drie tandwielen 28 die een 10 diameter hebben die de helft bedraagt van die van het eerstgenoemde tandwiel en eveneens zijn voorzien van een rechte • vertanding. Het bovenste van de tandwielen 28 is aange bracht op een tot in de schermkast 26 reikende tap 29 van •de drager-11 van het afstrijkorgaan 15. Voor de aandrijving 15< van het tandwiel 27 ‘op de tap 25 van het bewerkingsorgaan 11 zijn twee verdere tandwielen 27 in de schermkast 26 aanwezig. Het bovenste tandwiel 27 is aangebracht op een zich dwars op de voortbewegingsrichting Δ uitstrekkende as 30, die is ondergebracht in een op de plaat 2 aansluitende pijp 31. De 20 pijp 31 is aan zijn van de plaat 2 afgekeerde ;einde onder- jsteund in' een tandwielkast 32, die wordt gedragen door de ! igestelbalk 1. In de tandwielkast 32 staat de as 30 via een jconische tandwieloverbrergjng in aandrijvende verbinding i .\ 7901852 ”5“ Λ, ”spaced approximately half the width of each other, its yellows have a straight course. The chisel-shaped parts enclose an angle of + 15 ° with the horizontal. On one side, a stud 25 for mounting 5 of the carrier 4 of the working member 11 is extended and extends into a screen box 26 arranged on the outside of the plate 2. In the screen box 26 on the tap 25 a spur gear 27 fitted in driving connection with three gears 28 having a diameter that is half that of the former gear and also having a spur gear. The top of the gear wheels 28 is mounted on a pin 29 of the carrier 11 of the stripper 15 extending into the screen box 26. For the drive 15 of the gear 27 'on the pin 25 of the processing member 11, two further gears 27 are present in the screen case 26. The upper gear wheel 27 is mounted on a shaft 30 extending transversely to the direction of travel Δ, which is accommodated in a pipe 31 connecting to the plate 2. The pipe 31 is supported at its end away from the plate 2. a gearbox 32 carried by the Gear beam 1. In gearbox 32, shaft 30 is in driving connection i via a bevel gear transmission.

imet een uit de tandwielkast stekende as 33, die via een . 25 Itussenas 34 met de aftakas van een trekker koppelbaar is.with a shaft 33 protruding from the gearbox, which extends through a. 25 Itussenas 34 can be coupled to the PTO of a tractor.

J Op de gestelbalk 1 zijn op gelijke afstand van het [midden aan de voorrijde paren lippen 35 aangebracht, waar-[tussen op bekende wijze de onderste armen van de drie punt s-hefinrichting'vsn :.sen trekker aanbrengbaar zijn. Op de balk 30 :1 zijn verder zich naar boven uit strekkende, vanaf hun jbevestiging ter hoogte van de paren lippen divergerend ter. 'opzichte van elkaar verlopende steunen 36 bevestigd, waartussen aan de bovenzijde op bekende wijze de bovenste arm van de driepuntshefinrichting van een trekker aanbrengbaar is. Aan de achterzijde zijn de steunen 36 voorzienm schuin .The frame beam 1 is equidistant from the center of the leading pairs of lips 35, between which the lower arms of the three-point lifting device and tractor can be arranged in a known manner. The beam 30: 1 further extends upwardly, diverging from their mounting at the level of the pairs of lips. Mounted with respect to mutually extending supports 36, between which the top arm of the three-point lifting device of a tractor can be mounted in a known manner. The supports 36 are provided at an angle at the rear.

HH

’“i i -.........."I i -..........

7901852 ' -6 - 1- i *» naar beneden divergerende schoren 37, die zijn bevestigd aan een. zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, nabij de bovenzijde tussen de platen aangebrachte balk 38.7901852 '-6 - 1- i * »downwardly diverging struts 37 attached to one. beam 38 extending transversely of the direction of travel A, arranged near the top side between the plates.

5 j De werking van de in het voorgaande beschreven ma chine is als . volgt. Tijdens het bedrijf is de machine met behulp van de door de paren lippen 35 en de steunen 36 ge- t ivormde aankoppelmiddelen met de drie punt she f inrichting van jeen trekker gekoppeld en kunnen via de in het voorafgaande 10 [beschreven overbrenging het bewerkingsorgaan 11 en het af-jstri jkorgaan 15 via de tussenas 34 worden aangedreven vanaf • |de aftakas van de trekker. Tijdens de voortbeweging van de 'machine wordt door het zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende, de beitel vormige elementen 21 omvat-15 tende woelorgaan 39 op een diepte, die overeenkomt met de jligging van de onderzijde van de baan beschreven door de ‘einden van de bewerkingselementen 6 van het bewerkingsorgaan ;11 over de gehele breedte van de machine een laag losge-•saeden. De losgemaakte grondbalk wordt geleidelijk omhoog i 20 gestuwd en door de binnen het werkbereik van de bewerkingselementen 6 gelegen achterzijde van het woelorgaan op de elementen van het bewerkingsorgaan geschoven. De elementen 6 voeren de grondbalk langs de voorzijde mee naar boven, waarbij deze over de drager 4 beweegt en vervolgens door de 25 afstrijkelementen 13 van het afstrijkorgaan 15, die een baan beschrijven die de baan van de bewerkingselementen zover overlapt, dat <?3 einden tot nabij de drager 4 van het bewerkingsorgaan 11 reiken, van de bewerkingselementen wordt losgemaakt en omgekeerde in de gemaakte voor wordt 30 gebracht. Met behulp van het loswoelelement 39 wordt bereikt dat de bewerkingselementen 6 van het bewerkingsorgaan 11 de mee::te voeren grondbalk slechts aan de einden behoeven los te breken, waardoor de grondbalk zich gemakkelijker als één geheel laat losmaken en de regelmatige werking van de machi-35 ne sterk wordt bevorderd. Zoals uit fig. 3 blijkt is de V\ 7901852 \ * -7 - . *9 + achterzijde-van het woelorgaan 39 met de draaiingsassen van het hewerkingsorgaan 11 en het afstrijkorgaan 15 althans nagenoeg op een schuin naar hoven en naar achteren verlopende lijn.gelegen. De diverse bewerkingselementen 6 van het 5 hewerkingsorgaan 11 zijn zodanig opgesteld dat zij zich bevinden achter de openingen tussen de heitelvormige elementen 21, waardoor een ..effectief ovememen van de losgemaakte grondbalk kan worden verkregen (fig. 1 en 4).The operation of the machine described above is as. follows. During operation, the machine is coupled to the three-point device of a tractor by means of the coupling means formed by the pairs of lips 35 and the supports 36 and the processing member 11 and the leveling member 15 is driven via the intermediate shaft 34 from the power take-off shaft of the tractor. During the advancement of the machine, agitating element 39 extending transversely to the direction of advancement A, agitator 39 is formed at a depth corresponding to the location of the underside of the web by the ends of the working elements 6 of the working member 11 over the entire width of the machine. The detached ground beam is gradually pushed upwards and pushed onto the elements of the working member through the rear side of the agitator located within the working range of the working elements 6. The elements 6 carry the ground beam upwards along the front, moving over the carrier 4 and then through the scraper elements 13 of the scraper 15, which describe a path which overlaps the path of the working elements such that <3 ends reach close to the carrier 4 of the working member 11, are released from the working members and vice versa brought into the prepared furrow. With the aid of the loosening element 39 it is achieved that the working elements 6 of the working member 11 need only break the ground beam to be carried along at the ends, so that the ground beam can more easily be detached as a whole and the regular operation of the machine 35 ne is greatly promoted. As can be seen from Fig. 3, the V \ 7901852 \ * -7 -. * 9 + rear side of the agitator 39 with the rotary axes of the lifting member 11 and the scraper 15 located at least substantially on an oblique upward and backward line. The various working elements 6 of the working member 11 are arranged such that they are located behind the openings between the heather-shaped elements 21, whereby an effective removal of the loosened ground beam can be obtained (fig. 1 and 4).

Doordat het afstri jkorgaan 15 prakti schevenveel 10 afstri jkelementen heeft als het hewerkingsorgaan bewerkings-elementen, wordt een effectief lossen van de grondbalk * *sterk bevorderd. Hoewel niet weergegeven, kunnen aan de ge- stelbalk 1 ter hoogte van de einden van het bewerkingsele-ment meskouters zijn aangebracht, waardoor een volledig 15 begrenzend losmaken van de mee te...voeren en om te keren grondbalk mogelijk wordt*Because the scraper 15 has practically a number of 10 scraper elements as the hoist member machining elements, an effective unloading of the ground beam is greatly promoted. Although not shown, knife coulters may be mounted on the frame beam 1 at the ends of the working element, allowing a completely limiting release of the ground beam to be carried and reversed *

De uitvinding is niet beperkt tot het voorgaande, doch betreft alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the foregoing, but concerns all details of the figures, whether or not described.

! -Conclusies:- i | i | ••i i i! -Conclusions: - i | i | •• i i i

JJ

i ii i

' rJrJ

Gl \ > ;,i '“·μ;ιι 7901852Gl \>;, i '' · μ; ιι 7901852

Claims (22)

1. Gr ondbe werkingsmachine voorzien van tenminste één om een van de vertikale stand afwijkende as aandrijf baar bewerkingsorgaan, dat tenminste één bewerkingselemement omvat, dat tijdens hét bedrijf in de voortbewekingsrichting 5 van de machine door de grond beweegt, met het kenmerk, dat vóór het bewerkingsorgaan een loswoelorgaan is aangebracht, dat zich -bevindt ter hoogte van de onderzijde van de baan beschreven door het bewerkingselement.1. Ground working machine provided with at least one working member which can be driven about a axis deviating from the vertical position and which comprises at least one working element, which moves through the ground during operation in the direction of advancement of the machine, characterized in that before the processing member a loosening member is provided, which is located at the level of the underside of the web described by the processing element. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met 10 het kenmerk, dat een roterend afstrijkorgaan aanwezig is % dat tijdens het bedrijf in een richting roteert die tegenge-f steld is aan de draairichting van het bewerkingsorgaan en dat is voorzien van afstrijkelementen, waarvan het aantal praktisch overeenstemt met het aantal bewerkingselementen. 15. van het bewerkingsorgaan. . 3· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, ‘ met het kenmerk, dat de afstri jkelementen van het afstri jk- i : orgaan een baan beschrijven die de baan, beschreven door dc bewerkingselementen van het gr ondbewe r kings or gaan overlapt, 20 over een afstand die groter is dan de helft van de straal . van de baan beschreven door de bewerkingselementen. . 4. Grondbewerkingsmachine voorzien van ten minste één om een van de vertikale stand afwijkende as aandrijfbaar bewerkingsorgaan, dat een aantal bewerkingselement en omvat, 25. met het kenmerk, dat een met het bewerkingsorgaan samenwer kend afstrijkorgaan is aangebracht, dat is voorzien van af-: stri jkelementen die tijdens het bedrijf een baan beschrijven, die de baan beschreven door de bewerkingselementen van het bewerkingsorgaan overlapt over een afstand die ten minste 30 de helft bedraagt van de straal van de baan besclireven dooide bewerËingselementen.2. Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that a rotating scraper is provided, which rotates during operation in a direction opposite to the direction of rotation of the cultivator and which is provided with scraper elements, the number of which is practical corresponds to the number of machining elements. 15. of the processor. . 3. Soil cultivation machine according to claim 1 or 2, characterized in that the finishing elements of the finishing element describe a path which overlaps the path described by the working elements of the cultivation element. distance greater than half the radius. of the web described by the editing elements. . 4. Soil cultivation machine provided with at least one cultivating member which can be driven about a shaft deviating from the vertical position and which comprises a number of cultivating elements, characterized in that a stripper cooperating with the cultivating member is provided, which is provided with: strip elements describing a web during operation, overlapping the web described by the processing elements of the processing member by a distance which is at least 30% of the radius of the web defined by thawing elements. 3. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het loswoelorgaan een werkbereik heeft die althans nagenoeg gelijk is aan öe werk- 79 0 1 8 5 2 “ 9" breedte vaii het be^rkingsorgaan. 6* Grondbewei^ingsmachine volgens een der conclusies 2 - 5, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan en het af-strijkorgaan om aSSën draaibaar zijn, die zich althans nage-5 noeg evenwijdig aan elkaar uitstrekken* 7* Grondbewëi’kingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met· het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan om een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende dwars 03? de voortbewegingsrichting van de ma-10 chine gelegen as roteerbaar' is.3. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the unloader has a working range which is at least substantially equal to the working width of the cultivator. 6 * Soil cultivation machine according to any one of claims 2 to 5, characterized in that the working member and the stripping member are rotatable about axes, which extend at least substantially parallel to each other * 7 * Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that the processing member is rotatable about an axis extending at least substantially horizontally in the transverse direction of advancement of the machine. 8. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande . Conclusies, met het kenmerk, dat de achterzijde van het loswoelorgaan zich in het werkbereik van het bewerkingsorgaan bevindt.8. Soil cultivation machine according to one of the preceding. Claims, characterized in that the rear side of the unloader is located in the working area of the processing member. 9. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat. het loswoelorgaan een aantal naast elkaar aangebrachte loswoelelementen omvat.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that. the loosening member comprises a number of loosening elements arranged side by side. 10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de loswoelelementen langwerpig zijn en 20 zich althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekken. I 11* Grondbewerkingsmachine volgens conslusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de loswoelelementen een althans nagenoeg recht verloop hebben.10. Soil cultivation machine according to claim 9, characterized in that the unloader elements are elongated and extend at least substantially in the direction of the machine's direction of movement. 11 * Soil cultivation machine according to claim 9 or 10, characterized in that the unloader elements have a substantially straight course. 12. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies 9 - 11, met het kenmerk, dat de loswoelelementen vanaf hun voorzijden een schuin naar boven en naar achteren ; gericht verloop hebben. ) 13* ' Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 30 i 9-12, met het kenmerk, dat de loswoelelementen stripvormig ; zijn uitgevoerd. ; 14, oGrondbewerkingsmachine volgens een der conclusies ; 9 - 13, met het'kenmerk, dat de loswoelelementen zich op ! een afstand van elkaar bevinden die ongeveer de helft van 35 hun breedte bedraagt. Q I m* '"'-fu i “V \ 790 18 52 A. / 1 ' " 10“ .'15* Grondbewerkingsmachine volgens een der^ conclusies 9 - 14» met het kenmerk, dat de loswoelelementen beitel-vormig zijn met een in een punt uitlopende voorzijde.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 9-11, characterized in that the unloader elements are inclined upwards and backwards from their front sides; have a targeted course. Soil cultivation machine according to any one of claims 9-12, characterized in that the unloader elements are strip-shaped; has been done. ; 14. Soil cultivation machine according to any one of the claims; 9-13, characterized in that the loosening elements are disposed on! spaced about half their width. QI m * '' '-fu i "V \ 790 18 52 A. / 1" "10". * 15 * Soil cultivation machine according to any one of claims 9 - 14, characterized in that the loosening elements are chisel-shaped with a tapered front. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15, 5 met het kenmerk, dat de voorzijde van een loswoelelement twee althans nagenoeg recht verlopende snijranden heeft, die door middel van een driehoekig dwarsvlak met elkaar izijn verbonden.Soil cultivation machine according to claim 15, 5, characterized in that the front side of a loosener element has two cutting edges running at least substantially straight, which are connected to each other by means of a triangular transverse plane. 17· Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande ' 10 ' conclusies 9 -16, met het kenmerk, dat de .-.loswoelelementen zijn aangebracht aan een zich dwars op de voortbèwegings-richting van de machine uitstrekkende drager die koker-|vormig is uitgevoerd.Soil cultivation machine according to any one of the preceding '10' claims 9-16, characterized in that the loosening elements are arranged on a support extending transversely to the direction of advancement of the machine, which is of tubular design. 18. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de drager een gepro- ifileerde plaat omvat, die een U-vormige dwarsdoorsnede hoeft, iwaarvan de benen omhoog zijn gericht en waarbij het voorste i been korter is dan het achterste been, terwijl de plaat aan |de bovenzijde door middel van een verstevigingsdeel is af-20 ge sloten. . 19. . Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met ,het kenmerk, dat de lengte van het voorste been + een derde bedraagt van de lengte van het achterste been. :20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1G en 25 ,19» met het kenmerk, dat de benen aan de bovenzijde zijn af- !gebogen over delen, die in eikaars verlengde zijn gelegen, ;een en ander zodanig dat de verstevigingsplaat, waarop de loswoelelementen zijn aangebracht, zich schuin naar beneden en naar voren uit strekt.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the carrier comprises a profiled plate, which has a U-shaped cross-section, the legs of which are directed upwards and wherein the front leg is shorter than the rear leg while the plate is closed at the top by means of a reinforcing part. . 19.. Soil cultivation machine according to claim 18, characterized in that the length of the front leg + is one third of the length of the rear leg. : 20. Soil cultivation machine according to claim 1G and 25, 19, characterized in that the legs are bent at the top over parts which are in line with each other, all this in such a way that the reinforcement plate on which the loosening elements are arranged is located extends diagonally down and forward. 21. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het afgebogen deel van het achterste been schuin naar beneden en naar achteren gebogen verlenging o omvat, die zich althans nagenoeg co-axiaal ten opzichte van de rotatie.-as van het b ^ werking s or gaan uit strekt. ^ 22. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies f?V Q^, \ \ 7901852 -11- « 9 - 21., met het keili&èrk, dat de 1 o s wo e le 1 ement en - e en hoek van ten minste 15° ihsluiten met. de horizontaal.21. Soil cultivation machine according to claim 20, characterized in that the bent part of the rear leg comprises an extension o inclined downwards and backwards, which extends at least substantially co-axially with respect to the axis of rotation of the operation s or go stretches. 22. Soil tillage implement according to any one of the claims, 7901852-11-21, with the angle that the 1 o w wo le 1 element and an angle of at least 15 ° . the horizontal. 23. Grondbewetèingsmsdiine volgens een der voorgaande conclusies, met het ïcenmerk, dat het bewerkingsorgaan een 7 5 «. holJLe t uit een aantal plaatvormige delen opgebouwde, drager omvat.23. Soil protection msdiine according to any one of the preceding claims, characterized in that the processing member has a 75. It comprises a carrier made up of a number of plate-shaped parts. 24. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het'kenmerk,· dat de drager is samengesteld uit drie identieke door middel \an bouten aan elkaar be- 10 vestigde plaatdelen, waarop naast elkaar een aantal groepen bewerkingselementen zijn aangebracht. • 25· Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 24, met het kenmerk,· dat per groep drie bewerkingselementen aanwezig zijn.24. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the carrier is composed of three identical plate parts fastened together by bolts, on which a number of groups of working elements are arranged next to each other. Soil cultivation machine according to claim 24, characterized in that · three cultivation elements are present per group. 26. Grondbewerkingsmabhine volgens conclusie 24 of |25, met het kenmerk, dat een bewerkingselement neen arm omvat, die voor zijn bevestiging over de breedte van een plaatvormig deel van de drager van het bewerkingsorgaan tegen deze is geklemd en vanaf de drager via een gebogen 20 deel in de draairichting van het bewerkingselement is af- jgebogen. i |27 · Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat het gebogen deel van de drager volgens leen regelmatige kromming verloopt. 25 j28. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies |24 - 27, met het kenmerk, dat voor de bevestiging van de respectieve armen aan de drager bouten dienst doen die 'tevens zorgen voor de bevestiging van de respectieve platen, waaruit de drager is samengesteld.26. Soil cultivation machine as claimed in claim 24 or 25, characterized in that a cultivating element comprises a arm which is clamped against it for mounting over the width of a plate-shaped part of the support of the cultivating member and from the support via a curved part. part is bent in the direction of rotation of the working element. Soil cultivation machine according to claim 26, characterized in that the curved part of the carrier is curved in a regular manner. 25-28. Soil cultivation machine according to any one of claims 24 to 27, characterized in that bolts are used to fix the respective arms to the carrier, which also ensure the attachment of the respective plates, of which the carrier is composed. 29. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies .24 - 28, met het kenmerk, dat de groepen bewerkingselementen !op een afstand van elkaar zijn gelegen, die althans nagenoeg gelijk is aan de breedte van een arm van een bewerkingcele-ment.29. Soil cultivation machine according to any one of claims 24-28, characterized in that the groups of cultivating elements are spaced apart, which is at least substantially equal to the width of an arm of a cultivating element. 30. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies O Cl -X \ 7901852 - 12- 26 - :2.2, met het kenmerk, dat een arm van een bewerkings-element aan zijn viije einde is voorzien van een schoepvor-mig deel.30. Soil cultivation machine as claimed in any of the claims 2.2, characterized in that an arm of a cultivating element is provided at its five end with a blade-shaped part. 31. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaarxde 5 conclusies, met het kenmerk, dat een arm uit stripvormig verend materiaal is vervaardigd.31. Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that an arm is manufactured from strip-shaped resilient material. 32. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, dat een vlak door de voorzijde van het schoepvormig deel en de rotatieas van bewerkingsorgaan 10 zich-althans nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een plaat-deel van de drager, welk;;plaatdeel ten opzichte van de * rotatierichting van het bewerkingsorgaan volgt op de I plaat waaraan het desbetreffende bewerkingselement is bevestigd. 15 , 33· Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies | 2 - 32, met het kenmerk, dat het afstrijkorgaan is voorzien j van een drager, waarop een aantal groepen afstrijlcelementen | zijn aangebracht, welke groepen tijdens het bedrijf tussen ; naast elkaar gelegen groepen bewerkingselementen van het 20 bewerkingsorgaan bewegen. ; 34· · ' Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 33, met | het kenmerk, dat een afstri jkelement vanaf de drager van het afstrijkorgaan ten opzichte van de rotatierichting van het orgaan naar achteren is afgebogen en naar zijn vrije 25 einde taps verloopt.32. Soil cultivation machine according to claim 30 or 31, characterized in that a plane through the front side of the blade-shaped part and the axis of rotation of working member 10 extends at least substantially parallel to a plate part of the carrier, which plate part relative to of the direction of rotation of the processing member follows the I plate to which the respective processing element is attached. 15, 33 · Soil cultivation machine according to any one of the claims | 2 - 32, characterized in that the scraper is provided with a carrier, on which a number of groups of scraper elements | which groups are arranged between; adjacent groups of processing elements of the processing member move. ; Tillage machine according to claim 33, with | characterized in that a scraper element is bent backwards from the carrier of the scraper member relative to the direction of rotation of the member and tapers towards its free end. 3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 33 of 34, met het kenmerk, dat een groep afstrijkelementen drie elementen omvat, die als één geheel uit een plaatvormig deel . zijn vervaardigd, welk deel een hoekige centrale uitsparing 30 heeft, waarmee het op de hoekige drager schuifbaar is.Soil cultivation machine according to claim 33 or 34, characterized in that a group of scraper elements comprises three elements, which form one piece from a plate-shaped part. which part has an angular central recess 30, with which it can be slid on the angular carrier. 36. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 35, met het kenmerk, dat tussen de respectieve groepen op de drager geschoven afstandsbussen zijn gelegen.36. Soil cultivation machine according to claim 35, characterized in that spacer sleeves are placed between the respective groups on the carrier. 37. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 35 conclusies 2-36, met het kenmerk, dat het afstrijkorgaan H \ 7901852 -13- η- - ~ •Sijdens het bedrijf wordt aangedreven met een snelheid die eens zo groot is ais de snelheid waarmee het bewerkings-orgaan tijdens het bedrijf wordt aangedreven.37. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims 2-36, characterized in that the scraper H \ 7901852 -13- η- - ~ • During operation, the speed is driven at a speed equal to the speed at which the cultivation is device is driven during operation. 38. Grondbewefkingsmachine volgens een der voorgasn- 5 de conclusies 2 - 37, met het. kenmerk, dat de achterzijde van de woelelementén de draaiingsas van het bewerkings-orgaan en de draaiingsas van het aftri jkorgaan althans nagenoeg op één lijn zijn gelegen, die zich schuin naar achteren en naar boven uitstrekt. 10 39# · Grondbewêrkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. ! i l ! i i A xjf . \ Q X 790185238. Soil cultivation machine according to one of the pre-gas claims 1 to 37, with the. characterized in that the rear of the agitating elements and the axis of rotation of the working member and the axis of rotation of the ticker are at least substantially aligned, extending obliquely backwards and upwards. 10 39 # · Soil tillage machine as described above and shown in the figures. ! i l! i i A xjf. \ Q X 7901852
NL7901852A 1979-03-08 1979-03-08 Soil cultivator with prongs rotating forward through soil - has soil loosener in front of prongs extending down to lowest prong level NL7901852A (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7901852A NL7901852A (en) 1979-03-08 1979-03-08 Soil cultivator with prongs rotating forward through soil - has soil loosener in front of prongs extending down to lowest prong level

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7901852A NL7901852A (en) 1979-03-08 1979-03-08 Soil cultivator with prongs rotating forward through soil - has soil loosener in front of prongs extending down to lowest prong level
NL7901852 1979-03-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7901852A true NL7901852A (en) 1980-09-10

Family

ID=19832768

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7901852A NL7901852A (en) 1979-03-08 1979-03-08 Soil cultivator with prongs rotating forward through soil - has soil loosener in front of prongs extending down to lowest prong level

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL7901852A (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT14846U1 (en) * 2015-03-09 2016-07-15 Rath Michael Planing device for a soil cultivator
RU203655U1 (en) * 2020-12-02 2021-04-15 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Брянский государственный аграрный университет" COMBINED TILLAGE TOOL

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT14846U1 (en) * 2015-03-09 2016-07-15 Rath Michael Planing device for a soil cultivator
RU203655U1 (en) * 2020-12-02 2021-04-15 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Брянский государственный аграрный университет" COMBINED TILLAGE TOOL

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202530A (en) SOIL TILLER.
NL8100520A (en) SOIL TILLER.
NL7901852A (en) Soil cultivator with prongs rotating forward through soil - has soil loosener in front of prongs extending down to lowest prong level
NL8203748A (en) PLOW.
NL8903162A (en) SOIL TILLER.
NL8400269A (en) ROLL CONSTRUCTION FOR A TILLAGE MACHINE.
NL8801489A (en) SOIL TILLER.
NL8105506A (en) SOIL TILLER.
NL8203749A (en) GROUND TILLING DEVICE.
NL8300154A (en) SOIL TILLER.
NL8802987A (en) Protective plate in earth working machine - is fitted to edge of frame lower part having U=shaped cross=section with top cover plate
NL8403460A (en) SOIL TILLER.
NL8101312A (en) SOIL TILLER.
NL7806897A (en) ROWING GROOVE WITH RIDER.
EP0189957B1 (en) Soil cultivating machine
EP0305600B1 (en) A soil cultivating machine
NL8903161A (en) SOWING DEVICE.
RU213907U1 (en) Mounted flat-cut cultivator
NL8203045A (en) SOIL TILLER.
NL8602005A (en) SOIL TILLER.
NL8801012A (en) SOIL TILLER.
NL8701010A (en) SOIL TILLER.
NL8403369A (en) SOIL TILLER.
JPH084809Y2 (en) Deep cultivator
DE2756448A1 (en) TILLAGE MACHINE

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed