NL7812389A

NL7812389A - Lorry body folding sideboard - has upper hinged section linked by bars to uprights

Info

Publication number: NL7812389A
Application number: NL7812389A
Authority: NL
Original assignee: Spronck Emmanuel S M
Priority date: 1978-08-02
Filing date: 1978-12-21
Publication date: 1980-02-05
Also published as: BE869446A; NL189342C; NL189342B

Abstract

The folding side- or tailboard is for a lorry body, and is in two or more parts (1, 2) hinging together (3). The lowermost one hinges at its lower edge at or near the level of the load platform (5), while the uppermost one is linked by bars (6) attached to its upper edge to the uprights (9) on the body. In the shut position, all hinges and pivot points can lie in a vertical plane, while when open the two parts lie against each other. The uprights can be pivot-mounted on the chassis. The design allows the height of the boards enclosing the load to be increased without them fouling the ground when let down.

Description

<* *><* *>

HdB/dM/31.969 r - 1HdB / dM / 31,969 r - 1

Emmanuel Servatius Maria SPRONCK te Margraten. 'Emmanuel Servatius Maria SPRONCK in Margraten. '

Opvouwbare laadbakklep en balanceerinrichting.Foldable cargo box lid and balancer.

De uitvinding heeft betrekking op een opvouwbare laadbak-| klep, zoals voor vrachtwagens en aanhangwagens, alsmede | op een balanceerinrichting, die in het bijzonder geschikt J is voor het uitbalanceren van een dergelijke laadbakklep.The invention relates to a folding cargo box valve, such as for trucks and trailers, and on a balancing device, which is particularly suitable for balancing such a cargo box valve.

/ 5 Een laadbakklep voor een voertuig is in een eenvoudige uitvoeringsvorm scharnierend bevestigd aan of ter hoogte , van de laadbakvloer. De maximumhoogte van de laadbakklep mag daarbij niet groter zijn dan de afstand tussen de m laadbakvloer en de begane grond, omdat anders de laadbak-10 klep in neergeklapte stand op de grond hangt, waardoor moeilijkheden bij het verplaatsen en bij het laden en ; lossen worden ondervonden. Een beperkte laadbakklephoogte leidt ook tot een beperking van de lading en daardoor hogere vrachtprijzen. Wanneer nl. de lading hoger is dan r 15 de laabakklep kan een deel van de lading gemakkelijk gaan verschuiven en van het voertuig vallen, hetgeen ook uit veiligheidsoverwegingen ongewenst is./ 5 In a simple embodiment, a loading platform flap for a vehicle is hinged to or at the height of the loading platform floor. The maximum height of the loading platform flap should not exceed the distance between the m loading platform floor and the ground floor, otherwise the loading platform flap hangs on the ground in folded position, causing difficulties when moving and loading and; unloading is encountered. A limited cargo box height also leads to a limitation of the load and therefore higher freight rates. Namely, when the load is higher than the loader flap, part of the load can easily shift and fall off the vehicle, which is also undesirable for safety reasons.

Bij een normale scharnierconstructie moet het bedienend : i personeel het gewicht van het scharnierende deel opvangen,With a normal hinge construction, the operator must: i personnel absorb the weight of the hinged part,

VV

20 hetgeen, of grenzen stelt aan het gewicht en de afmetin gen van het scharnierend deel, bijv. een laadbakklep, of 1 t meerdere personen vereist voor het omhoog en omlaag brengen van het betreffende deel.20, which imposes limits on the weight and dimensions of the hinged part, eg a loading platform flap, or requires several persons to raise and lower the relevant part.

De uitvinding beoogt een verbeterde laadbakklep waaraan r 25 de genoemde bezwaren niét kleven, alsmede een balanceer- inrichting die in het bijzonder geschikt is voor toe- 78 1 23 8 9 r ’ *** i .¾ ' * 2 \ passing bij een dergelijke laadbakklep en waarmee het mogelijk is de scharnierende delen volledig uit te balan-ceren.The object of the invention is an improved loading flap to which the aforementioned drawbacks do not stick, as well as a balancing device which is particularly suitable for use in such a case. loading flap and with which it is possible to balance the hinged parts completely.

Daartoe wordt volgens de uitvinding voorgesteld de laad-5 bakklep op te bouwen uit tenminste twee delen, die aan hun aan elkaar grenzende horizontale zijden scharnierend met elkaar zijn verbonden en waarbij de onderzijde van het benedengedeelte scharnierend bevestigd is aan of nabij de I ! liaadbakvloer, terwijl de bovenzijde van het bovengedeelte 10 van de laadbakklep scharnierend verbonden is met het uit einde van geleidestangen, die aan hun andere einde scharnierend bevestigd zijn aan een gestel, bijv. de rongen ' van de laadbak. Bij een op dergelijke wijze uitgevoerde laadbakklep liggen in gesloten stand vrijwel alle schar-15 nieren en draaipunten in een verticaal vlak, terwijl in geopende stand, afhankelijk van de plaats en de lengte van de geleidestangen, de beide delen van de laadbakklep naast en tegen elkaar zijn gelegen. Op deze wijze kan de maximale hoogte van de laadbakklep aanzienlijk meer dan 20 de afstand tussen laadbakvloer en de grond bedragen.To this end, according to the invention, it is proposed to construct the loading flap from at least two parts, which are hingedly connected to each other on their adjoining horizontal sides and wherein the bottom side of the lower part is hingedly attached to or near the I! loading floor, while the top of the top portion 10 of the cargo box flap is hingedly connected to the out end of guide rods hinged at their other end to a frame, eg the stanchions of the cargo box. In the case of a loading box flap designed in this way, in closed position almost all hinges and pivot points lie in a vertical plane, while in open position, depending on the location and the length of the guide rods, the two parts of the loading box flap are next to and against each other are located. In this way, the maximum height of the cargo box flap can significantly exceed the distance between the cargo box floor and the ground.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding wordt voor een balanceerinrichting, die in het bijzonder ook geschikt is voor een opvouwbare laadbakklep, voorgesteld voor de scharnierende verbinding tussen gestel, bijv. de laadbak-25 vloer, en het uit te balanceren deel, gebruik te maken van een met het scharnierende, te balanceren deel verbonden hefboomsarm, waarop een onder veerwerking staand trekorgaan aangrijpt, waarbij het trekorgaan zodanig is gemonteerd, dat de trekkracht op de hefboomsarm in alle standen van de 30 hefboomsarm loopt door een in ieder geval tijdens het scharnieren bij benadering vast punt aan het gestel, waarbij in de stand, waarin het zwaartepunt van het te balanceren deel recht boven de scharnieras daarvan is gelegen, de richting van de trekkracht verloopt in de langsrichting van de hefboomsarm, terwijl de lengte, waarover de veer 78 1 23 89 3 * » is voorgespannen, juist gelijk is aan de afstand tussen het vaste punt aan het gestel en het aangrijpingspunt van het trekorgaan op de hefboomsarm.According to a further elaboration of the invention, for a balancing device, which is in particular also suitable for a foldable cargo box flap, it is proposed to use the hinged connection between frame, eg the cargo box floor, and the part to be balanced. of a lever arm connected to the hinged part to be balanced, on which a spring-loaded pulling member engages, the pulling member being mounted in such a way that the pulling force on the lever arm runs in all positions of the lever arm through at least during pivoting at approximate fixed point on the frame, wherein in the position in which the center of gravity of the part to be balanced is situated directly above its pivot axis, the direction of the pulling force extends in the longitudinal direction of the lever arm, while the length, over which the spring 78 1 23 89 3 * »is prestressed, just equal to the distance between the fixed point on the frame and the point of application of h The pulling member on the lever arm.

Uiteraard wordt de lengte van de hefboomsarm in combinatie 5 met de veerkracht zodanig bepaald, dat het te balanceren deel in evenwicht wordt gehouden. Het is gebleken, dat door de keus van het vaste punt aan het gestel, waardoorheen de kracht van het trekorgaan loopt met de aahgeduide voor-spanning van de veer, het te balanceren deel in elke hoek-10 ‘ stand volledig is uitgebalanceerd.The length of the lever arm in combination with the spring force is of course determined in such a way that the part to be balanced is kept in balance. It has been found that the choice of the fixed point on the frame through which the force of the tension member passes with the indicated pre-tension of the spring means that the part to be balanced is fully balanced in every angle position.

Opgemerkt wordt dat de balanceerinrichting niet beperkt is tot een hoek kleiner dan 90°, 180°, of zelfs 360° of meer of andere bepaalde hoeken, doch dat onafhankelijk van het begin-of eindpunt van de scharnierbeweging en bij alle 15 hoeken, zowel links-als rechtsom de juiste balancering gewaarborgd is.It should be noted that the balancer is not limited to an angle less than 90 °, 180 °, or even 360 ° or more or other defined angles, but independent of the start or end point of the hinge movement and at all 15 angles, both left -if clockwise the correct balancing is guaranteed.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen onder verwijzing naar de tekening enkele uitvoeringsvoorbeelden worden beschreven, waaruit ook nadere bijzonderheden van de uit-20 vinding kunnen blijken.To clarify the invention, a few exemplary embodiments will be described with reference to the drawing, from which further details of the invention may also become apparent.

Fig. 1 toont in zij-aanzicht een vrachtauto met een laadbak-klep volgens de uitvinding? fig. 2 toont schematisch in dwarsdoorsnede een deel van een vrachtauto volgens de lijn II-II in fig. 1, waarbij de 25 laadbakklep is gesloten; fig. 3 toont overeenkomstig fig.2, een laadbakklep in half geopende toestand; fig. 4 toont de stand bij geheel geopende laadbakklep; fig. 5 betreft een variante uitvoering, waarbij gebruik 30 wordt gemaakt van naar buiten scharnierende rongen, zodat gebruik kan worden gemaakt van een railgeleiding voor een laadkraan; '-, fig. 6 geeft schematisch een balanceerinrichting volgens de uitvinding; en 35 fig. 7 toont een variant van de balanceerinrichting van 78 1 23 8 9 4 % « fig. 6.Fig. 1 shows a side view of a truck with a body flap according to the invention? Fig. 2 is a diagrammatic cross-sectional view of a part of a truck taken on the line II-II in Fig. 1, with the loading flap closed; Fig. 3 shows, according to Fig. 2, a loading platform flap in a half-opened position; Fig. 4 shows the position with the loading flap fully opened; Fig. 5 relates to a variant embodiment, in which use is made of outwardly hinged stanchions, so that use can be made of a rail guide for a loading crane; Fig. 6 schematically shows a balancing device according to the invention; and fig. 7 shows a variant of the balancing device of 78 1 23 8 9 4% «fig. 6.

Een laadbakklep volgens de uitvinding bestaat uit een bovengedeelte 1 en een benedengedeelte 2,die met elkaar zijn verbonden door middel van scharnieren 3, Het beneden-5 gedeelte 2 is met behulp van scharnieren 4 bevestigd aan een onderdeel van de laadbakvloer 5. Aan de bovenrand van het bovengedeelte 1 zijn geleidestangen 6 scharnierend 1 bevestigd (bij 7), welke stangen 6 met hun andere einden bij 8 scharnierend zijn bevestigd aan rongen 9 van de i 10 vrachtauto, welke rongen op hun beurt bij 10 scharnierend ! zijn bevestigd aan een met de laadbakvloer 5 verbonden, verder niet weergegeven constructiedeel.A cargo box flap according to the invention consists of an upper part 1 and a lower part 2, which are connected to each other by means of hinges 3. The lower-5 part 2 is fixed by means of hinges 4 to a part of the loading platform floor 5. At the top edge of the upper part 1 guide rods 6 are hinged 1 (at 7), which rods 6 with their other ends are hinged at 8 to stanchions 9 of the truck, which stanchions are in turn hinged at 10! are attached to a construction part connected to the body 5, which is not further shown.

; Opgemerkt wordt, dat de rongen niet steeds scharnierend behoeven te zijn bevestigd, terwijl de geleidestangen 15 ook aan andere delen van een vrachtautoopbouw kunnen zijn bevestigd, bijv. aan eindschotten.; It is noted that the stanchions do not always have to be hinged, while the guide rods 15 can also be attached to other parts of a truck body, for example to end bulkheads.

De toepassing van scharnierende rongen biedt het voordeel dat een laadkraan 11, voorzien van een onderstel 12 dat op bekende wijze verrijdbaar is in naar opzij opende 20 profielen, ongehinderd de rongen kan passeren, zoals in fig. 5 is aangeduid. De laadbakkleppen en rongen zijn voorts voorzien van bekende middelen voor het openen, sluiten, vergrendelen en scharnieren. Bij het uitvoeringsvoorbeeld is, zoals in het bijzonder uit fig.3 25 blijkt, gebruik gemaakt van een stangen-vierzijdencon- structie met nagenoeg evenwijdig verlopende delen 2 en 6, respectievelijk 1 en 9, waarbij het scharnierpunt 8 zodanig is gekozen, dat in gesloten stand de beide delen 1 en 2 in eikaars verlengde zijn gelegen en alle scharnier-30 punten nagenoeg in één vlak liggen, terwijl in de geheel geopende stand debeide laadbakklepdelen naast elkaar verticaal onder de laadbakvloer zijn neergeklapt.The use of hinged stanchions offers the advantage that a loading crane 11, provided with a chassis 12 which is movable in known manner in side-opening profiles, can pass the stanchions unobstructed, as indicated in Fig. 5. The cargo box flaps and stanchions are further provided with known means for opening, closing, locking and hinging. In the exemplary embodiment, as is particularly apparent from Fig. 3, use is made of a rod-four-sided construction with parts 2 and 6 running substantially parallel to each other, 1 and 9 respectively, the hinge point 8 being chosen such that in closed When both parts 1 and 2 are in line with each other and all hinge points are substantially in one plane, while in the fully opened position both of the cargo box flap parts are folded down vertically under the cargo box floor.

Opgemerkt wordt, dat in plaats van een geleide stang 6 ook gebruik kan worden gemaakt van kettingen of kabels, 35 die over katrollen of schijven lopen en die eventueel uitgebalanceerd zijn door middel van gewichten of veren.It is noted that instead of a guide rod 6, use can also be made of chains or cables, which run over pulleys or pulleys and which are possibly balanced by means of weights or springs.

78 1 23 8 9 5 * ' *78 1 23 8 9 5 * '*

Voor langere laadbakkleppen kunnen deze desgewenst in meerdere delen achter elkaar zijn gesplitst.For longer cargo box flaps, these can be split into several parts if desired.

Het is gebleken, dat bijzonder doelmatig voor ëën laad-bakklepdeel gebruik kan worden gemaakt van een balanceer-5 inrichting, zoals die in figTGis afgeheeld. In het ; scharnierend deel, wederom aangeduid met 2, is het zwaartepunt aangegeven met 20. De afstand Van dit zwaartepunt 20 tot de scharnieras 4 is aangeduid met a. Een hefbooms-arm 21 is vast met het scharnierend deel 2 verbonden.It has been found that a balancing device such as that shown in FIG. 2is can be used particularly advantageously for one loading box valve part. In the ; hinged part, again indicated by 2, the center of gravity is indicated by 20. The distance From this center of gravity 20 to the hinge axis 4 is indicated by a. A lever arm 21 is fixedly connected to the hinged part 2.

10 Op het uiteinde van deze hefboomsarm grijpt bij 22 een trekorgaan 23 aan. Dit trekorgaan, in fig. 6 een trek-stang, is voorzien van een instelbare moer 24 en veer-schotel 25, waartegen een drukveer 26 rust. Deze veer 26 is aangebracht in een veerhuis 27 met veerschotel 28, 15 waartegen het andere einde van de veer 26 rust. Het veer huis 27 is bij 30 scharnierend bevestigd in het verder niet weergegeven gestel, waaraan ook de as 4 is gelagerd.A pulling member 23 engages at the end of this lever arm at 22. This pull member, in Fig. 6 a pull rod, is provided with an adjustable nut 24 and spring disc 25 against which a compression spring 26 rests. This spring 26 is arranged in a spring housing 27 with spring cup 28, 15 against which the other end of the spring 26 rests. The spring housing 27 is hingedly mounted at 30 in the frame, not further shown, on which the shaft 4 is also mounted.

Het punt 22 kan zich op een cirkel 31 verplaatsen rond het middelpunt 4. Op de verbindingslijn tussen scharnier-20 as 4 en het scharnierpunt 30 bevindt zich het punt 32 op de cirkel 31. Wanneer de trekstang 23 en de hefboomsarm 21 zich in eikaars verlengde bevinden, valt het punt 22 samen met het punt 32. In deze stand bevindt zich het zwaartepunt 20 precies boven de scharnieras 4, doordat de 25 hoek 33 tussen de hefboomsarm 21 en de verbindingslijn 30- 4 gelijk is aan de hoek 34 tussen het scharnierende deel 2 en de verticaal.The point 22 can move on a circle 31 around the center point 4. On the connecting line between hinge-20 shaft 4 and the hinge point 30, the point 32 is on the circle 31. When the pull rod 23 and the lever arm 21 extended in each other the point 22 coincides with the point 32. In this position the center of gravity 20 is exactly above the hinge axis 4, because the angle 33 between the lever arm 21 and the connecting line 30-4 is equal to the angle 34 between the hinged part 2 and the vertical.

In het voorbeeld zijn deze hoeken aangegeven met oC Het is nu gebleken, dat wanneer in de stand waarin o^· -0, 30 dus het zwaartepunt 20 zich recht boven de scharnieras 4 bevindt, de trekstang 23 en hefboomsarm 21 zich in eikaars verlengde bevinden en de lengte waarover de veer 26 is voorgespannen juist gelijk is aan de afstand 30 - 32, het deel 2 in iedere hoekstand geheel is uitgebalanceerd 35 wanneer slechts in ëën stand dit deel is uitgebalanceerd.In the example, these angles are indicated with oC It has now been found that when in the position in which the center of gravity 20 is thus directly above the pivot axis 4, the pull rod 23 and lever arm 21 are in line with each other and the length over which the spring 26 is biased is exactly equal to the distance 30-32, the part 2 in each angular position is fully balanced 35 when this part is only balanced in one position.

78 1 23 89 % 6 t " ί78 1 23 89% 6 t "ί

Dit kan als volgt worden verduidelijkt. Daarbij geldt :This can be clarified as follows. The following applies:

30 = A 32 = B 22 = D 5 1 4 = M30 = A 32 = B 22 = D 5 1 4 = M

terwijl voorts ter verduidelijking in fig. 6 is aangegeven het punt C loodrecht onder 22 op de lijn AM, terwijl het ! punt E de loodlijn aangeeft uit het punt 4 of M op het verlengde van de trekstang 23. In fig. 6 geldt dan : f 'while, furthermore, in Fig. 6, the point C is indicated perpendicularly below 22 on the line AM, while the! point E indicates the perpendicular from point 4 or M on the extension of the drawbar 23. In fig. 6 then holds: f '

1 .................... 11 " —I1 .................... 11 "—I

10 , AD * V (AM-BM.cosoC) 2 + (BM.sinoi )210, AD * V (AM-BM.cosoC) 2 + (BM.sinoi) 2

= AM x PC _ AM x BM.sind AD AD= AM x PC _ AM x BM.sind AD AD

, Het door het te balanceren deel uitgeoefend koppel om de scharnieras 4 of het punt M is G x a.sinoC . Het door de veer geleverde koppel wordt bepaald door de kracht van de 15 veer d.w.z. de veerconstante C x de indrukking. Deze indrukking is in gestrekte stand, dus de stand waarbij punt 22 en 32 (D = B) samenvallen, gelijk aan de afstand AB. (De voorspanning was gelijk aan de afstand 30-32 ofwel A-B) .The torque exerted by the part to be balanced about the pivot axis 4 or the point M is G x a.sinoC. The torque supplied by the spring is determined by the force of the spring, i.e. the spring constant C x the compression. This indentation is in an extended position, so the position where points 22 and 32 (D = B) coincide, equals the distance AB. (The bias was equal to the distance 30-32 or A-B).

20 In een willekeurige stand is deze veerkracht AD x C.20 In any position this spring force is AD x C.

Deze door de veer uitgeoefende kracht werkt op de hefbooms arm 21 en wel evenredig met de effectieve armlengte ME. Daardoor geldt voor het door de veer uitgeoefende koppels C x AD x ME. Wanneer daarin ME wordt vervangen 25 door — * WOrdt dit C x AM x BM.sin c>( .This force exerted by the spring acts on the lever arm 21 in proportion to the effective arm length ME. Therefore, for the torques exerted by the spring, C x AD x ME applies. When ME is replaced by 25 * - * C x AM x BM.sin c> (.

ADAD

Het geleverde balanceermoment is dus recht evenredig met sin o(, , terwijl het vereiste balanceermoment voor het gewicht G gelijk is aan G x a.sinOC · Hieruit volgt, dat voor iedere hoek het geheel in evenwicht is als : 30 G x a.sino(. = C x AM x BM.sintX. of G x a = C x AM x BM.The supplied balancing moment is therefore directly proportional to sin o (, while the required balancing moment for the weight G equals G x a.sinOC · It follows that for each corner the whole is balanced as: 30 G x a.sino (. = C x AM x BM.sintX. Or G xa = C x AM x BM.

In deze formule staan uitsluitend constanten nl. G, a,C, 78 1 23 8 9 7 * λ AM en BM. Wanneer dus de verschillende grootheden zo worden gekozen dat deze vergelijking voor één stand opgaat is het evenwicht gewaarborgd in elke hoekstand van het te balanceren deel 2.This formula only contains constants, namely G, a, C, 78 1 23 8 9 7 * λ AM and BM. Thus, when the different quantities are chosen such that this equation applies to one position, the equilibrium is guaranteed in each angular position of the part 2 to be balanced.

5 Opgemerkt wordt dat eventueel het scharnierpunt 30 (A) verplaatbsaar kan zijn uitgevoerd in het bijzonder ook langs de lijn 30-4 (AM), Dit is van voordeel wanneer van tevoren het nauwkeurige gewicht G van het te balanceren deel 2 niet bekend is, of veranderlijk is of bijstellen 10 i vereist. Bij een willekeurige hoekstand kan dan het punt 30 zodanig worden verplaatst dat het te balanceren deel juist geheel is uitgebalanceerd. Daarna is dan in iedere andere stand de balancering ook volledig.It is noted that the pivot point 30 (A) can optionally be displaceable, in particular also along line 30-4 (AM). This is advantageous if the exact weight G of the part 2 to be balanced is not known in advance, or changeable or adjustment 10 i required. At an arbitrary angular position, the point 30 can then be moved such that the part to be balanced is just fully balanced. Then the balancing is complete in every other position.

Opgemerkt wordt dat wanneer, uitgaande van een dergelijke 15 volledige gebalanceerde stand, het punt 30 toch verder wordt verwijderd van punt 4, of het te balanceren gewicht G kleiner is dan berekend, toch een volledige balancering kan worden verkregen bij één bepaalde hoekstand door de voorspanning van de veer door middel van de moer 24 aan te 20 passen. Bij die bepaalde stand is dan wel een volledige balancering verkregen doch dit heeft tot gevolg dat bij een hoekstand van : 0 tot d. : de balanceerkracht verloopt van te klein tot goed; 25 tot 180° : verloopt van goed tot te groot; I80°tot (360°-C\) : verloopt van te groot tot goed; 360° -cO tot 360°: verloopt van goed tot te klein,It is noted that if, starting from such a fully balanced position, the point 30 is further removed from point 4, or the weight G to be balanced is smaller than calculated, a full balancing can still be obtained at one specific angular position by the bias of the spring by means of the nut 24. In that particular position, a full balancing is obtained, but this has the consequence that at an angular position of: 0 to d. : the balancing force ranges from too small to good; 25 to 180 °: ranges from good to too large; I80 ° to (360 ° -C \): ranges from too large to good; 360 ° -CO to 360 °: from good to too small,

Indien de afstand 30 tot 4 (AM) te klein wordt gekozen of wanneer het te balanceren gewicht G groter is dan berekend 30 zal een omgekeerd verloop van de balanceerkracht worden verkregen.If the distance 30 to 4 (AM) is chosen too small or if the weight G to be balanced is greater than calculated 30, an inverse variation of the balancing force will be obtained.

Opgemerkt wordt dat de hefboomsarm 21 niet haaks op het te balanceren deel 3 behoeft te zijn gericht, zoals in fig.6 aangeduid. De hefboomsarm 21 kan onder een willekeurige 35 hoek ten opzichte van het deel 2 zijn geplaatst mits slechtsIt is noted that the lever arm 21 need not be oriented perpendicular to the part 3 to be balanced, as indicated in fig. 6. The lever arm 21 can be placed at any angle with respect to the part 2 if only

78 1 23 8 S78 1 23 8 S

Ί i 8 ! in de verticale stand van het deel 2 de trekstang 23 en detfefboomsarm 21 in eikaars verlengde zijn gelegen.8 i 8! in the vertical position of the part 2 the pull rod 23 and the lever arm 21 are in line with each other.

In fig. 7 is een uitvoeringsvariant weergegeven waarbij de trekstang 23 is vervangen door een trekkabel 40 welke over 5 een geleidewiel 301 is geleid. De veer 26 kan daardoor op een willekeurige plaats in het gestel worden gemonteerd, in het voorbeeld verticaal naar beneden onder het punt : 30'.Fig. 7 shows an embodiment variant in which the pull rod 23 has been replaced by a pull cable 40 which is guided over a guide wheel 301. The spring 26 can therefore be mounted anywhere in the frame, in the example vertically down below the point: 30 '.

Opgemerkt wordt dat als verend orgaan gebruik kan worden 10 gemaakt van elk type veer dat in het werkgebied een nage noeg lineaire veerkarakteristiek vertoont, dus niet slechts van een drukveer, doch ook van een trekveer, een hydraulische veer of van een gasveer, eventueel een combinatie van veren.It is noted that as a resilient member, use can be made of any type of spring which exhibits a substantially linear spring characteristic in the working area, i.e. not only of a compression spring, but also of a tension spring, a hydraulic spring or a gas spring, possibly a combination of feathers.

S.S.

78 1 23 8 178 1 23 8 1

Claims

1. Foldable loading flap as for a truck, which is hingedly connected to the loading floor along the bottom edge, characterized in that the loading flap is composed of at least two parts, which are hingedly connected to each other on their adjacent horizontal sides, the bottom of the bottom section is hinged to or near the body floor, while the top of the top. portion of the cargo box flap is hingedly connected to the end of guide members which are hingedly attached to a frame at their other end.

The cargo box flap according to claim 1, characterized in that the guided members are hinged to stanchions of the cargo box.

Foldable cargo box flap according to claim 2, characterized in that the stanchions are hinged to the frame of the cargo box.

Foldable loading flap according to any one of the preceding claims, characterized in that in the closed position of the loading flap all hinges and pivot points are substantially in a vertical plane.

Foldable loading flap according to any one of the preceding claims, characterized in that the two parts of the loading flap hang open next to and against each other under the loading surface in the open position.

5. Balancing device for a part rotatable about a horizontal axis, provided with a lever arm connected to the part to be balanced, wherein a resilient member engages on the end of the lever arm, characterized in that on the end of the lever arm a hingedly connected thereto the pulling member engages, which pulling member is under spring action and the pulling member is mounted in such a way that the pulling force on the lever arm runs through the arm in all positions of 78 1 23 8 9 ί! - 1 at least during pivoting approximately fixed point on a frame, wherein in the position in which the center of gravity of the part to be balanced is situated directly above the pivot axis thereof, the direction of the pulling force is in the longitudinal direction of the levers. the arm while the length over which the spring is biased with a linear characteristic is just equal to the distance between the fixed point on the frame and the point of engagement of the pulling member on the lever arm. | 10: 6. Balancing device according to claim 5, characterized in that the pulling member is formed by a pull rod, while the linear spring is formed by a compression spring, which is mounted in a housing and wherein the housing is hingedly mounted in the fixed point on the frame.

Balancing device according to claim 5, characterized in that the pulling member is formed by a pulling cable, which is guided over a guide arranged in the fixed point on the frame.

Balancing device according to claim 7, characterized in that the guide is formed by a guide wheel.

Balancing device according to one of claims 5,6 and 7, characterized in that it. fixed point on the frame adjustable during hinging is mounted in the frame.

Balancing device according to claim 9, characterized in that the adjustable point is movable in the direction of the pivot axis of the part to be balanced. , S Λ 78 1 23 8 9