NL7811425A

NL7811425A - Werkwijze voor het bereiden van snelkokende rijst.

Info

Publication number: NL7811425A
Application number: NL7811425A
Authority: NL
Original assignee: C M Van Sillevoldt B V
Priority date: 1978-11-20
Filing date: 1978-11-20
Publication date: 1980-05-22

Description

... 1

V

’785124/vdv/we.

Aanvraagster t C.M. van Sillwoldt B.V., te Papendrecht.

Titel t Werkwijze voor het bereiden van snelkokende rijst.

«•«MM»·»

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van snelkokende rijst.

Snelkokende rijst, wordt in toenemende mate verlang van huishoudelijke zijde om de bereiding van rijst in de huishouding te 5 vergemakkelijken. Onder een dergelijke snelkokende rijst verstaat men een rijst, die na een kooktijd van bijvoorbeeld 8 minuten direkt voor gebruik gereed is, in tegenstelling tot een kooktijd van 20 minuten voor op normale wijze gekookte rijst.

Naast de gaarheid van de rijst is ook van groot belang dat de 10 op deze wijze gekookte rijst niet kleverig is, teneinde het samen klonteren van de rijst te voorkomen. Vooral de consument heeft grote bezwaren tegen een kleverige rijst.

Het bovenstaande betekent dat derhalve niet alle methoden die jsnelkokende rijst leveren, ook geschikt zijn voor het bereiden van 15 leen snelkokende rijst voor huishoudelijk gebruik, in het bijzonder een snelkokende rijst die geheel gaar in water gekookt kan worden.

Men heeft wel getracht om snelkokende rijst te bereiden door rijstkorrels te bekleden met een laagje van een monoglyceride, doch deze werkwijze heeft het bezwaar, dat zij in de praktijk niet tot 20 de gewenste resultaten leidt.

Bij het toepassen van bepaalde rijstsoorten kunnen namelijk de kleefeigenschappen wel verminderd worden, doch er is geen sprake van een snelkokende rijst, daar de gaarheid in de praktijk vaak te wensen óverlaat.

25 De uitvinding beoogt nu een werkwijze te verschaffen voor het bereiden van snelkokende rijst, waarbij men op eenvoudige wijze een snelkokende rijst verkrijgt die eenvoudig toebereid kan worden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat een werkwijze voor het bereiden van snelkokende rijst gekenmerkt is door-30 dat men het vochtgehalte van de rijst door vochtopname verhoogt !met tenminste 1$, het produkt eventueel droogt tot een vochtgehalte jwiaarbij geen schimmelgroei optreedt en het produkt als zodanig verpakb.

731 14 2 5 2 -- ·£*

V

9

Door verhogen van het vochtgehalte van rijst worden kleine scheurtjes in het rijst oppervlak gevormd, waardoor "bij het koken zeer snel vocht in de rijstkorrels kan doordringen, zodat de nog voor het gaarmaken van de rijst vereiste kooktijd aanzienlijk 5 verkort wordt0

Op deze wijze kan men bijvoorbeeld een rijst verkrijgen die een kooktijd nodig heeft van 8 minuten en geen staantijd, in plaats van de normale 20 minuten kooktijd en 10 tot 30 minuten staantijd. Dit i:3 geheel in tegenstelling tot de bekende werkwijze, waarbij men de 10 rijstkorrels bekleedt met een monoglyceride, waarbij naast een kooktijd van 8 minuten ook de rijst nog 15 minuten moet staan en waarbij de gaarheid dan nog onvoldoende is.

Bij voorkeur verhoogt men het vochtgehalte van de rijst door vochtopname met ten: hoogste 6$ en nog meer de voorkeur verdienend me 15 2 tot 4$, zodat men in het laatstgenoemde geval bij toepassing van normale rijst met 14$ vochtgehalte een rijst verkrijgt met een vochtgehalte van 16 tot 18$.

Deze rijst is een snelkokende rijst. Om eventuele schimmelvorming bij het bewaren te voorkomen, verdient het aanbeveling om 20 door drogen het vochtgehalte te verlagen tot minder dan 15$·

Het verdient aanbeveling om het vochtgehalte van de rijst te verhogen door inwerken van vocht gedurende een periode van tenminste 5 minuten ei*éoelmatig gedurende 10 minuten. Bij voorkeur laat men het vocht gedurende een periode van 20 tot 60 minuten inwerken. Een 25 geleidelijke inwerking van hetvecht op de rijst ter verhoging van het vochtgehalte blijkt bijzonder bij te dragen tot de verkrijging van een snelkokende rijst met een korte kooktijd.

Anderzijds is het ook aan te bevelen om het eventuele drogen na de bevochtiging uit te voeren binnen een tijd van ten hoogste 30 10 minuten en bij voorkeur ten hoogste 5 minuten, dat wil zeggen zee:* snel, daar op deze wijze de kooktijd nog verder verkort kan worden.

In verband met de breukgevceligheid van bepaalde volgens de werkwijze der uitvinding bereide rijstsoorten, verdient het aanbeveling om voor tijdens of na de inwerking van het vocht een rijstkorrel-35 breukwerend middel toe te voegen dat bij voorkeur een emulgator is.

— Opgemerkt wordt dat het toevoegen van een emulgator aan volledig 73 1 1 4 2 5 - 3 - <* gaar gekookte rijst om de kleverigheid van de gekookte rijstkorrels tegen te gaan op zichzelf bekend is uit het Amerikaanse octrooi-schrift 2.898.214.

Een dergelijke toevoeging aan een nog niet gaargekool:te 5 snelkokende rijst lijkt echter weinig zinvol daar een snelkokende ri;st door de gebruiker in overmaat water wordt gekookt, waardoor het bij het koken ontstane kleverig makende opgeloste zetmeel voor een groot ged« elte met het overmaat water afgegoten wordt. De emulgator is derhalve dan van weinig betekenis.

10 Geschikte emulgatoren voor het tegengaan van de breuk zijn emulgatoren die bij kamertemperatuur in de niet gesmolten fase verkeren en een affiniteit tot rijstzetmeel bezitten. Dergelijke emu]-gatoren houden namelijk de breukvlakken van de scheuren in de snelkokende rijst met elkaar verbonden, waardoor een optimale breukwerene.e 15 werking verkregen wordt.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden.

Voorbeeldl

In een vat van 100 1 brengt men 50 kg Noord Amerikaar.se 20 langgraanrijst, bijvoorbeeld Labelle met een vochtgehalte van 14/6. Oi deze rijst versproeit men in 5 min. 1,5 kg water dat door de rijstkorrels opgenomen wordt. Opgemerkt wordt dat men hierbij niet verwarmt.

Hierna wordt de rijst met een verhoogd vochtgehalte uit het vat verwijderd en opgeslagen bij lage temperatuur.

25 Deze rijst blijkt een snelkokende rijst te zijn, daai de kooktijd verlaagd is van 20 minuten tot 8 minuten.

7oorbeeld_II

Men herhaalt de werkwijze van voorbeeld I, waarbij men echter na verhoging van het vochtgehalte tot het gewenste per-30 centage van 17/' de verkregen overbevochtigde rijst droogt met lucht van 30°C tot een vochtgehalte van 1 5°ö, om schimmelvorming bij bewarer te voorkomen. Deze rijst wordt daarna als zodanig verpakt en afgeleverd.

Een dergelijke rijst is eveneens snelkokend.

Toorbeeld_III

33 Men herhaalt voorbeeld II, doch verdeelt een rijst- korrelbreukwerend middel in het water. Men gebruikt eenQzodanige,hoeveelheid Γ _ .20°C vaste fd.w.z. niet rijstkorrelbreukwerend middel in de vorm van een bij/ in de gesmolten fe.se 73114 2 5

Claims

5 Voorbeeld 3J (biv. In het genoemde vat van 100 liter brengt men 50 kg Italiaanse/Originario) rondgraanrijst met een vochtgehalte van 14$> waaraan men in 10 minuten 1,5 kg water toevoegt ter verhoging van het vochtgehalte tot een vochtpercentage van 17$. Op de rijst wordt tevens 0,2$ van een rijst-10 korrelbreukwerend middel in de vorm van een bij 20u C vaste glyceride- verbinding aangebracht. Daarna wordt de rijst gedroogd tot een vochtgehalte van 14,5$· Deze rijst is als zodanig geschikt voor de aflevering en kan na 8 minuten koken direkt geconsumeerd worden.
1. Werkwijze voor het bereiden van snelkokende rijst, met het kenmerk, dat men het vochtgehalte van de rijst door voclt-opname verhoogt met tenminste een procent, het produkt eventueel droogt tot een vochtgehalte waarbij geen schimmelgroei optreedt en als zodanig verpakt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het vochtgehalte verhoogt met ten hoogste 6$.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men het vochtgehalte van de rijst door vochtopname verhoogt met 2 tot 4$·
4. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men het vochtgehalte van de rijst verhoogt door inwerken van vocht gedurende een periode van tenminste 5 minuten.
5. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men het vochtgehalte van de rijst 30 verhoogt door inwerken van vocht gedurende een periode van tenminste 10 minuten. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met 78 1 1 4 2 5 κ - 5 - Ίι het kenmerk, dat men het vochtgehalte van de rijst verhoogt door inwerken van vocht gedurende een periode van 20 tot 60 minuten.
7. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eventuele drogen na de bevoch- 5 tiging snel uitgevoerd wordt.
8. Werkwijze volgens conclusie 7,met het kenmerk, dat het drogen van de rijst uitgevoerd wordt in een periode van ten hoogste 10 minuten, bij voorkeur ten hoogste 5 minuten.
9. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat men het vochtgehalte verhc%t onder al dan niet gelijktijdig toevoegen van een rijstkorrelbreuk-werend middel. 1Θ. Werkwijze volgens conclusie 9, i e t het kenmerk, dat men het rijstkorrelbreukwerend middel na het bevochtigen op de 15 rijstkorrels aanbrengt·
11. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men het vochtgehalte verhoogt door toevoegen van water en een rijstkorrelbreukwerend middel bevattende samenstelling.
12. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat men na het verhogen van het vochtgehalte de rijst droogt tot een vochtgehalte waarbij geen schimmelgroei optreedt en vervolgens de gedroogde korrels bekleedt met een rijstkorrelbreukwerend middd.
25 IJ. Werkwijze volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het rijstkorrelbreukwerend middel ei in , bij kamertemperatuur vaste emulgator is.
14. Snelkokende rijst, met het kenmerk, dat de snel-kokende rijst verkregen is door het vochtgehalte van de rijst door 50 vochtopname te verhogen met tenminste lfc en het produkt eventueel te drogen tot een vochtgehalte, waarbij geen schimmelgroei optreedt.'
15. Snelkokende rijst volgens conclusie 14, met het |-k e n m e r k, dat het vochtgehalte van de rijst door vochtopname 73 1 1 4 2 5 .V 6 _ f verhoogd was met ten hoogste 6$T.
16. Snelkokende rijst volgens conclusie 14 of 15» met het kenmerk, dat het vochtgehalte van de rijst door de vochtopname verhoogd was met 2 tot 4$·
17. Snelkokende rijst volgens een of meer der conclusies 12 tot 14, m e t het k e n m e r k, dat het vochtgehalte verhoogd was door inwerken van vocht gedurende een periode van tenminste 5 minuten.
18. Snelkokende rijst volgens een of meer der conclusies 12 tot 17, met het kenmerk, dat het vochtgehalte verhoogd was 10 door inwerken van vocht gedurende een periode van tenminste 10 minuten.
19. Snelkokende rijst volgens een of meer der voorgaande conclusies I4-I8, met het kenmerk, dat het vochtgehalte verhoogd was door inwerken van vocht gedurende een periode van 20 tot 60 minuten.
20. Snelkokende rijst volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eventuele drogen na de bevochtiging van de rijst uitgevoerd is met grote snelheid.
21. Snelkokende rijst volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het eventuele drogen uitgevoerd is in een periode 20 van ten hoogste 10 minuten, bij voorkeur ten hoogste 5 minuten.
22. Snelkokende rijst volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rijst voorzien is van een rijstkorrelbreukwerend middel.
23· Snelkokende rijst volgens conclusie 19, met het k en-25 merk, dat het rijstkorrelbreukwerend middel uit een bij kamer temperatuur vaste emulgator bestaat. 731 14 25