NL7808340A - Projectiel met korte baan. - Google Patents

Projectiel met korte baan. Download PDF

Info

Publication number
NL7808340A
NL7808340A NL7808340A NL7808340A NL7808340A NL 7808340 A NL7808340 A NL 7808340A NL 7808340 A NL7808340 A NL 7808340A NL 7808340 A NL7808340 A NL 7808340A NL 7808340 A NL7808340 A NL 7808340A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
projectile
piston
cavity
projectile according
jacket
Prior art date
Application number
NL7808340A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Dynamit Nobel Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dynamit Nobel Ag filed Critical Dynamit Nobel Ag
Publication of NL7808340A publication Critical patent/NL7808340A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F42AMMUNITION; BLASTING
    • F42BEXPLOSIVE CHARGES, e.g. FOR BLASTING, FIREWORKS, AMMUNITION
    • F42B8/00Practice or training ammunition
    • F42B8/12Projectiles or missiles
    • F42B8/14Projectiles or missiles disintegrating in flight or upon impact

Description

VO 5793
Dynamit Nobel Aktiengesellschaft
Troisdorf/Bez. Keulen, Bondsrepubliek Duitsland.
Projectiel met korte baan.
De uitvinding heeft betrekking op een projectiel met een korte baan, van welk projectiel de aërodynamische weerstand op een voorafgegeven tijdstip na verschieten zich sterk verhoogt.
5 Bij een dergelijk, uit het Duitse Offenlegungsschrift 1.578*121 bekend projectiel met korte baan is het projectiel dwars in twee delen gedeeld en zijn aan het achterste gedeelte zijdelings dwars op de langsas naar buiten zwenkbare flappen aangebracht, waarvan de andere einden 10 door erover grijpende borgneuzen op het voorste gedeelte van het projectiel in de gevouwen stand worden gehouden, zolang de beide projectieldelen tegen elkaar aan liggen.
De beide projectieldelen worden na het afschieten op een voorafbepaald tijdstip door voorgespannen axiale veren uit 15 elkaar gedrukt, n.1. dèin, wanneer de snelheid van het projectiel zover is afgenomen, dat de aërodynamische weerstandskracht kleiner is geworden dan de veerkracht, welke veerkracht dan het voorste projectieldeel naar voren kan schuiven. Vervolgens zwenken de remflappen naar buiten en 20 bewerkstelligen door de sterke weerstandsverhoging de afremming van het projectiel en daardoor de verkorting van de vluchtbaan ten opzichte van het scherpe projectiel.
Nadelig hierbij is, dat tftrekkelijk hoge kosten nodig zijn om een falen van deze reminrichting uit te sluiten. Bij 25 falen van de reminrichting heeft dit projectiel voor kor-te baan dezelfde reikwijdte als een normaal projectiel en zou daarom niet meer voldoen aan de veiligheidseisen voor oefenschieten in een terrein van geringe afmetingen.
% Verder is uit het Duitse Auslegeschrift 2.155*^67 30 ee*i projectiel met een korte baan bekend, die een kap met 78 oSsx 4 * * een smeltveiligheid heeft, welke na doorsmelten van de veiligheid wordt afgeworpen.
Dit projectiel toont tot de verandering van zijn buitenvorm door afwerpen van de kap, evenals het eerder-5 genoemde projectiel met korte baan hetzelfde of bij benade ring hetzelfde gedrag met betrekking tot de baan en de vluchttijd als het scherpe projectiel. Het heeft als nadeel, dat het tijdsverloop totaan het doorsmelten van de veiligheid en het afwerpen van de kap, die van verander-10 1 ijke factoren, als bijvoorbeeld vervaardigingstoleranties in de uitvoering en montage van de smeltveiligheid, de om-gevings temperatuur , de snelheid, de luchtdichtheid en regendruppels wordt beïnvloed, niet nauwkeurig genoeg kan de· worden ingesteld, zodat ook het einde van/oefeningsvlucht-15 faze, waarin het gedrag van het scherpe projectiel zo nauwkeurig mogelijk moet worden gesimuleerd, aan ongewenste variaties onderhevig is.
Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag een projectiel voor korte baan van de eerdergenoemde soort 20 te verschaffen, waarbij de bestaande nadelen zijn verme den, waarbij derhalve meer in het bijzonder enerzijds de aërodynamische weerstand gedurende de oefenvluchtfaze voor het bereiken van een zo gelijk mogelijke vluchtbaan en vluchttijd als bij het scherpe projectiel onveranderd 25 blijft en eerst tegen het einde van het oefenvluchttraject, d.w.z. na een bepaalde tijdsspanne, sterk wordt verhoogd, en anderzijds voor het geval van falen een ver vallend schot met zekerheid moet zijn uitgesloten.
Aan deze opgave wordt volgens de uitvinding voldaan, 30'·^ doordat het projectiel tenminste één zijdelings ^aaPklapbaar, afstootbaar of dergelijk mantelsegment heeft, alsmede een op een afstand van de projectielpunt eindigende inwendige holte, waarvan'de wand tenminste ten dele door het mantelsegment wordt gevormd, en waarin een in langsrichting van 35 het projectiel verschuifbare zuiger is aangebracht die bij 7808340 3 verschieten door op zijn achterste kopvlak inwerkende gassen uit een achterste stand in een voorste stand kan worden geschoven, waarin hij het mantelsegment in een aerodyma-misch gunstige stand zolang vormsluitend vergrendelt, totdat 5 de gas druk in de ruimte achter de zuiger weer zover is verminderd, dat de zuiger onder invloed van een op zijn voorkopvlak inwerkende kracht uit de voorste stand naar achter wordt verschoven.
Daardoor wordt een projectiel verkregen dat tenmins-10 te één, doch bij voorkeur een aantal zich in langsrichting uitstrekkende mantelsegmenten heeft, die voor opslag en transport door geschikte vattingen, in het bijzonder de drijfladingshuls, onderling, respectievelijk met het overige projectiellichaam voldoende vast worden samengehouden 15 en die bij verschieten zich tegen de wand van de loop afsteunen, zodat het projectiel met aanliggende mantelsegmenten uit de mond van de loop naar buiten treedt, d.w.z. ' in een vorm waarin zijn aërodynamische weerstand relatief gering is en bij voorkeur gelijk is aan dié van het te simu-20 meren oorspronkelijke projectiel, evenals ook de massa van het projectiel voor korte baan, bijvoorkeur gelijk is aan die van het oorspronkelijke projectiel.
Het projectiel voor korte baan volgens de uitvinding is bij voorkeur uitgevoerd voor stabilisatie door rotatie, 25 zodat na het uittreden uit de wapenloop het tenminste ene mantelsegment als gevolg van de inwerkende centrifugaal-krachten zijdelings zou.» . worden weggeklapt of afgestoten, waardoor de aërodynamische weerstand van het projectiel sterk zou worden verhoogd. Dezelfde werking zou echter bij 3Q een niet door rotatie gestabiliseerd projectiel bijvoorbeeld kunnen worden bereikt door benutting van de stuw-druk van de luchttoestroming die via èen van de projectiel-punt naar de holte reikende, voldoende groot axiaal kanaal op het tenminste ene mantelsegment een overeenkomstig grote 35 radiale kracht uitoefent.
7808340
Dit wegklappen respectievelijk afstoten van het mantelsegment of de mantelsegmenten wordt nu volgens de uitvinding verhinderd door een vergrendelmechanisme, dat pas door het verschieten in werking wordt gesteld en na ^ een bepaalde instelbare vluchttijd weer buiten werking treedt. De weerstandsverhoging-bewerksteiligende elementen worden bij de projectielconstructie volgens de uitvinding daardoor bij het verschieten door de nog in de loop in zijn voorste stand verschoven zuiger eerst vergrendeld en 10 na een bepaalde vluchttijd door de tegengestelde handeling weer ontgrendeld. Fanneer derhalve het vergrendelmechanisme faalt, treedt de sterke weerstandsverhoging reeds bij het verschieten van het projectiel op door uitspreiden van het mantelsegment of de mantelsegmenten onmiddellijk 15 na het verlaten van de wapenloop of door het in onderdelen uiteenvallen na het naar buiten treden uit de wapenloop. Voor een grotere vluchtafstand is een in functie treden van het vergrendelmechanisme beslist noodzakelijk, hetgeen echter gelijktijdig het buiten werking treden daarvan en daar-20 door de werkzaamheid van de inrichting volgens de uitvinding garandeert, aangezien het daarbij om dezelfde, doch tegengesteld gericht verlopende handeling gaat.
De verschuiving van de zuiger in zijn voorste vergrendelende stand kan bijvoorbeeld door middel van het gas 25 van een drukgaspatroon geschieden, die in de holte achter de zuiger is aangebracht, door de versnelling bij het afvuren tegen een erachter vast aangebracht slagelement verschoven wordt en daardoor wordt geopend. Bij voorkeur wor- . den echter de drijfgassen van de afvuurdrijflading zelf 30 voor het naar voren schuiven van de zuiger en de fixering ervan in zijn voorste stand toegepast, doordat deze via tenminste één uitsparing, die het bodemvlak van het projectiel met de holte verbindt, in de holte naar binnenstromen. Na het vullen van de holte met de drijfgassen wordt de uit-35 sparing bijvoorbeeld met een automatisch terugslagventiel 7 8 ö 8 3 4 0 * > afgesloten. Deze achter op de zuiger inwerkende drukkracht wordt nu in tijd gestuurd afgebouwd, bij voorbeeld door de gedwongen afkoeling van de .hete drijfladingsgassen.Werkt anderzijds-zoals eerder is aangegeven-i n de holte vóór de zuiger de stuwdruk van de luchttoe-5 stroming, dan wordt na een zekere tijd de zuiger uit zijn voorste stand weer naar achteren geschoven, en geeft daardoor het tenminste ene mantelsegment vrij, zodat dit in de aërodynamisch ongunstige stand kan overgaan. Het tijdstip van deze ontgrendeling kan door de eerdergenoemde pararae-10 ters overeenkomstig het telkens vereiste einde van de oefen- vluchtfaze worden ingesteld. De vergrendeling tussen de zuiger en het mantelsegment of de mantelsegmenten kan bijvoorbeeld geschieden, doordat de zuiger met stiftvormige axiale uitsteeksels in overeenkomstige uitsparingen in de 15 in de holle ruimte naar binnen reikende delen van de mantel-segmenten grijpt.
Volgens een doelmatige uitvoering van de uitvinding is volgens conclusie 2 het projeetiellichaam uit mantel-segmenten samengesteld, die, in dwarsdoorsnede beschouwd, 20 elkaar raken en waartussen de centrale holte voor opname van de vergrendelZuiger is gevormd. Daardoor krijgt men een bijzonder sterke weerstandsverandering, hetzij aan het einde van de oefenvluchtfaze, of bij falen van het vergren-delmechanisme door niet in functie treden na het uittreden 25 uit het wapen. Het op de oefenvluchtfaze aansluitende verdere vluchttraject is daardoor zeer kort, zodat het oefen-schieten ook in een terrein van beperkte uitgebreidheid zonder veiligheidsrisico mogelijk is.
Om het projectiel in de oefenvluchtfaze een grotere 30 vormstabiliteit te geven respectievelijk bij eenzelfde stabiliteit de zuigervergrendeling van de mantelsegmenten eenvoudiger te kunnen uitvoeren, blijkt de uitvoering volgens conclusie 3 doelmatig. Deze vatting, bijvoorbeeld een gemeenschappelijke dragerplaat, waarop de mantelsegmen- ' 35 7808340
StÊtÊÊÊgs ten via scharnieren of breekplaatsen zijn aangebracht, maakt het mogelijk na beëindiging van de oefenvluchtfaze, respectievelijk bij een storing van de werking van de zui-gervergrendeling na het uittreden uit de loopmond de man-5 telsegmenten zijdelings te spreiden of af te stoten.
Het projectiel met korte baan volgens de uitvinding is bij voorkeur gestabiliseerd door rotatie, Om de ont-grendeling aan het einde van het oefenvluchttraject te bewerkstelligen, is het bijzonder voordelig volgens con-10 clusie k de door de rotatie veroorzaakte zeer grote een-' trifugaalkrachten voor het terugschuiven van de zuiger te gebruiken. De elkaar rakende flanken van het uitsteeksel van de mantelsegment en en de contraflanken van de zuiger zijn, in doorsnede gezien, bij voorkeur recht en ten op-15 zichte van de langsas hellend uitgevoerd, zodat zij zich als wigvlakken gedragen. Flanken en/of contraflanken kunnen echter ook, in doorsnede gezien, gebogen uitgevoerd zijn, waarbij dan de helling van de raaklijnen in het aanrakingspunt van de beide flanken ten opzichte van de langsas de 20 grootte van de in langsrichting achterwaarts uitgeoefende krachtcomponenten bepaalt. Door het bij voorkeur wigvormige flanken vertoffinde uitsteeksel, dat aan het vooreinde van de holte bij voorkeur door de verscheidene mantelseg-menten van het projectiel wordt gevormd, is- het mogelijk, 25 dat de als gevolg van de centrifugaalkrachten uit elkaar strevende mantelsegmenten de zuiger, die de mantelsegmen- ten sedert het begin van het verschieten eerst heeft sa- van mengehouden, door inwerking op de/analoge, wigvormige contraflanken voorziene uitsparing van de zuiger terug-30 drukken. Het tijdstip waarop de mantelsegmenten de zuiger tegen de druk van de na het verschieten erop inwerkende gassen terugdrukken, kan daardoor door een passende beme-ting van de van de elkaar rakende vlakken en van de aan de rugzijde van de zuiger opgebouwde druk nauwkeurig worden 35 ingesteld.
7808340 » *
Bij de uitvoeringsvorm volgens conclusie 5 wordt de gemakkelijke verschuifbaarheid van de zuiger en de druk-opbouw achter zijn rugvlak in het bijzonder gegarandeerd.
Bij voorkeur wordt de zuiger bij het verschieten door de 5 erop inwerkende drijfgassen in de voorste stand verschoven, doordat het projectiel volgens conclusie 6 wordt uitgevoerd.
De tijdsperiode totaan het tot stand brengen van de weerstandsverandering, d.w.z. tot het vrijgeven van de man-, 10 telsegmenten door de zuiger kan worden verlengd door het inbouwen van een drukaccumulatorruimte volgens conclusie 7* evenals door het inbouwen van e.en ventiel volgens conclusie 8. Een goede tijdsbesturing kan ook worden bereikt door afstroomkanalen die een gestuurd afstromen van de drukgas-15 sen mogelijk maakt, volgens conclusie 9, doordat bijvoorbeeld de holte via een axiaal smoorkanaal met de projec-tielbodem is verbonden.
Voordelig is de uitvoeringsvorm volgens conclusie 10, die een tezamenhouden van het projectiel, respectievelijk 20 zijn mantelsegmenten gedurende de montage, alsmede het transport en de opslag waarborgt, voor-.zover geen vatting is verkregen door middel van de drijfladinghuls die over tenminste een deel van hun lengte over de mantelsegmenten grijpen. Deze vattingsbanden worden onder inwerking van de 25 de mantelsegmenten uit elkaar drukkende radiaalkracht, in het bijzonder de centrifugaalkracht vernist ,, in tegenstelling met de uit geschikt vast materiaal, zoals bijvoorbeeld staal, vervaardigde klemmen, welke volgens conclusie 11 de mantelsegmenten in het gebied van de projectielbodem ook 30 na bet verschieten tezamen houdt en waaruit de mantelsegmenten bij buiten werking treden van de vergrendelinrich- ting naar buiten zwenken respectievelijk naar buiten vallen.
»
De uitvoeringsvorm volgens conclusie 12 versterkt de door de drijfiading geleverde druk voor het opwekken van de 35 vergrendel- respectievelijk aandrukkracht van de zuiger 7808340 tegen het uitsteeksel.
Dit is bijvoorbeeld noodzakelijk, wanneer, al naar het kaliber van het projectiel in samenhang met het vereiste oefenvluchtgedrag, het projectiel over een breed toe-5 rentalgebied gestabiliseerd is, zodat buitengewoon grote centrifugaalkrachten optreden. De hulplading wekt in de drukaccumulatorruimte een extra druk op, waarbij de lading bij voorkeur via de uitsparing in de projectielbodem door de drijflading wordt ontstoken, 10 Een verdere belnvloedings- en instelmogelijkheid levert de uitvoeringsvorm volgens conclusie 13» door middel waarvan men het tegengestelde effect als bij de uitvoeringsvorm volgens conclusie 12 kan bereiken. De door het axiale kanaal op de voorkopzijde van de zuiger werkende 15 stuwdruk versnelt het terugwijken van de zuiger en het erop volgende uit elkaar klappen, respectievelijk afstoten van de afzonderlijke mantelsegmenten van het projectiel.
Bij de uitvoeringsvorm volgens conclusie 1^ wordt op een bijzonder voordelige wijze een gesloten vorm van 20 het projectiel en een bescherming tegen het indringen van vocht en vuil in het projectiel verkregen.
Het aan de mantelsegmenten gevormde uitsteeksel of de zitting en de analoge uitsparing van de zuiger kunnen willekeurige, een wigwerking veroorzakende vorm hebben.
25 Twee voorkeursuitvoeringsvormen zijn in conclusie 16 genoemd.
De uitvinding wordt nader toegelicht met verwijzing naar de tekeningen van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden. Daarbij toont : 30 fig. 1 in langsdoorsnede een uitvoeringsvorm van het projectiel met korte baan; fig. la een doorsnede van het projectiel volgens het vlak IA - IA in fig. 1; fig. 2 een langsdoorsnede door een andere uitvoe-35 ringsvorm van het projectiel met de korte baan; en 7808340
4HHHBP
fig. 2a een doorsnede volgens het vlak IXA - IIA in fig. 2.
In de figuren hebben gelijke delen dezelfde aanduidingen.
5 ' Zoals de figuren tonen, heeft het projectiel zes mantelsegmenten 1, waarvan de inrichting in de figuren la en 2a is afgebeeld. De inrichting is zodanig gekozen, dat een uit elkaar klappen, respectievelijk afstoten van de -mantelsegmenten van de as van het projectiel af xnogelijk 10 is. De ringvormige vattingsbanden 2 en 3 zijn uit kunst stof, bijvoorbeeld polyethyleen of polytetrafluoorethyleen, vervaardigd en worden bij het gewenste uiteenslaan van het projectiel vernield. De achterste vattingsband 3 dient hier gelijktijdig op bekende wijze als geleidingsband in 15 de wapenloop. De band kan bijvoorbeeld ook uit messing of staal vervaardigd worden, waarbij zijn sterkte echter slechts zó groot mag zijn, dat hij bij het gewenste wegklappen respectievelijk afstoten van de mantelsegmenten 1 worcft /^ge scheurd. De mantelsegmenten 1 omsluiten_ de__holte 20 —f2._Zij begrenzen deze aan zijn vooreinde door het resp. ' de uitspringende uitsteeksel of zitting 14 voor een in de asrichting in de holte heen-en-weer verschuifbare zuiger 8. De zitting 14 is afgeknot kegelvormig uitgevoerd en past in een analoog uitgevoerde_uitsparing 15 aan de voorkop-25 zijde van de zuiger 8. Dezuiger1 8 zit niet direkt in de hol te 12, doch in een de holte 12 bekledende bus 9· De bus 9 heeft aan zijn achtereinde een bodem die doorbroken wordt door een als kanaal uitgevoerd axiale uitsparing 5, die door de project ielbodem 17 naar buiten voert. Naar 30 voren heeft de bus 9 een direkt vóór het achterste punt van de zitting 14 eindigende opening. Door deze opening ' is de zuiger 8 naar voren en tegen de zitting 14 in zijn voorste stand te verschuiven.
Aan de rugzijde van de zuiger 8 bevindt zich in de 35 Dus 9 een drukaccumulatorruimte 7- De door de uittreedope- 7808340 »?· * ning van het kanaal 5 gevormde inlaat van de drukaccumula-torruimte 7 is door de veer-belaste kogel van een terugslag-ventiel 6 afgesloten.
In het gebied van de projectielbodem 17 omgeeft in 5 fig. 1 een ringvormige klamp k die bijvoorbeeld uit staal bestaat, de mantelsegmenten 1. In de projectielbodem 17 kan verder voor het volgen van de projectielbaan lichtspoorsas 11 zijn ondergebracht. Van de punt 16 van het projectiel tot aan de zitting 14 laten de mantelsegmenten een centraal 10 axiaal kanaal 13 vrij. Dit kanaal is door een afdichtings-element 10 aan de projectielpunt afgesloten.
De werking, van het projectiel is als volgt : Gedurende opslag en tramsport worden de mantelsegmenten 1 door de niet-afgebeelde drijfladingshuls, de vattingsbanden 2 15 en 3 en de 'klappen.· 4 tezamen gehouden. Bij het verschieten -------------- (Jg dringen de drijfgassen door het kanaal 5 en/zich openende terugslagventiel in de drukaccumulatorruimte 7 ©n ver- * schuiven de zuiger 8 met zijn uitsparing 15 na het overwinnen van de traagheidskrachten uit de getekende achterste 20 stand naar zijn voorste stand tegen de zitting ik. Dit geschiedt nog binnen de loop, zodat het projectiel respectievelijk zijn mantelsegmenten 1 bij het verlaten van de loop door de zuiger 8 worden tezamengehouden. De klamp 4 Verzorgt na het verlaten van de loop en gedurende het oefenvluchttra-r ; 25 ject naast de zuiger 8 als tweede arreteringselement het tezamenhouden van het projectiel en verhindert het eventueel door de centrifugaalkrachten veroorzaakte uit elkaar streven van de achterste einden van de mantelsegmenten 1.
Door de rotatie van het geschut worden de mantel-30 segmenten 1 aan sterke centrifugaalkrachten blootgesteld, die via de wigvlakken van de zitting 14 respectievelijk van de uitsparing 15 de zuiger 8 willen terugdrukken. Dit wordt door de druk van de drijfgassen in de drukaccumulatorruimte 7 zolang verhinderd, tot de druk in de drukaccumulatorruim-35 te 7 weer voldoende is afgebouwd, bijvoorbeeld door afkoe- 7808340 11 * * ling van de drijfgassen in deze ruimte of ook door een gedeeltelijk uit deze ruimte wegstromen, bijvoorbeeld door een ontworpen restondichtheid van het. terugslagventiel 6. Ook een combinatie van deze effecten kan door daarop gerichte con-5 structieve maatregelen worden bereikt.
Zodra de zuiger 8 uit de drukaccumulatorruimte 7 geen voldoend grote tegenkracht meer tegen de krachten van de mantelsegmenten 1 ondervindt, wordt hij uit zijn voorste vormsluitend, vergrendelende stand teruggedrukt en 10 klappen de mantelsegmenten 1 na vernieling van de vattings-banden 2 en 3 stervormig van de langsas van het projectiel af om de als scharnier werkende klamp k naar buiten en vallen af. De mantelsegmenten hebben,evenals de overige projec-tieldelen^dan geen ballistische vluchteigenschappen meer 15 en vallen kantelend over een zeer korte vluchtbaan naar de grond. Het teruggedrukt worden van de zuiger 8 kan eventueel nog worden ondersteund door de zich in het axiale kanaal 13 opbouwende stuwdruk, wanneer het afdichtelement 10 weggelaten wordt of gedurende de vlucht wordt vernield.
20 Bij een falen van de reminrichting, bijvoorbeeld door defect van het terugslagventiel 6 of dergelijke, wordt de zuiger 8 niet naar voren bewogen en komt niet tegen de zitting Ik aan te liggen. In dit geval valt het projectiel reeds direkt na het verlaten van de loop uiteen. Een ver 25 schot kan niet voorkomen.
Het projectiel voor een korte baan volgens de uitvinding is derhalve uit afzonderlijke elementen opgebouwd, die bij voorkeur slechts in samenhang met de drijflading-huls en gedurende het doorlopen van de loop mechanisch 30 vast zijn verbonden en na het uit de loop naar buiten treden volgens de uitvinding met een bijzonder vergrendelings-mechanisme slechts voor een bepaaldeoefenverheid (vlucht-tijd) worden samengehouden. Het voordeel van deze principiële oplossing ligt hierin, dat bij een falen van het 35 vergrendelmechanisme het projectiel niet als een compact 7808340
«# V
bouwelement tezamen blijft, doch zijn doorsnede door het uitspreiden van het mantelsegment of de mant elsegmenten sterk vergroot of zelfs in zijn onderdelen uiteenvalt.
Bij falen van het schakelmechanisme is een ver schot 5 met zekerheid uitgesloten. Dit algemene principe kan zowel voor .
voor kaliber- en overkaliberprojectielen als/.van een drijf-spiegel voorziene subkaliberprojectielen voor korte baan worden toegepast.
Bij de in fig. 2 afgebeelde uitvoeringsvorm bestaat 10 het onderscheid ten opzichte van fig. 1 hierin, dat de man-telsegmenten 1 door de omgevende bewanding k1 van de als drijfspiegel uitgevoerde projectielbodem 171 worden samengehouden. Dienovereenkoinstig is de bus 9' een van de projec-tielbodem 17' afzonderlijk deel. Opdat de mantelsegmenten 15 1 ook hier van de projectielas af zijdelings kunnen uit klappen, is de basis van de bus 9' uitwendig achterwaarts afgeknot kegelvormig of op soortgelijke wijze verjongd, zodat plaats voor een beweging van de betreffende basisdelenvan de mantelsegmenten 1 tegen deze buitenvlakken 9’a 20 ' van de "bus 9' aanwezig is.
Voor het gestuurd wegstromen van de drijfgassen uit de drukaccumulatorruimte 7 is de zuiger 8 voorzien van een centraal axiaal smoorkanaal 18, zodat de gassen vertraagd____ -taar_voren kunnen ontwijken en wel via het kanaal 13^ 25 eventueel ook door de tussen naburige mantelsegmenten 1 staande spleten zijwaarts.
In het achterste gebied van <de drukaccumulatorruim-te 7 is verder de hulplading 19 van bijvoorbeeld nitrocel-lulosepoeder of een een drukgas ontwikkelend pyrotechnisch 30 mengsel schematisch aangegeven, waarbij het ruimtegedeelte ervoor door middel van de vernielbare afdekking 20 van bijvoorbeeld papier, is afgesloten. Een gebogen uitvoering van de flanken van de zitting 17 is door de onderbroken lijnen l4' aangegeven.
35 De als hulsstomp uitgevoerde drijfspiegel 17 heeft 7808340 é, β * mmmm de geleidingsband 3' die hier bij het uiteen doen vallen van het projectiel niet behoeft te worden vernield, zodat zijn sterkte uitsluitend voor'het vereiste geleidingsge-drag in de loop kan worden bepaald. 1 7808340

Claims (12)

1. Projectiel met een korte baan, waarvan de aërodynamische weerstand zich op een voorafbepaald tijdstip na het verschieten sterk verhoogt^met het kenmerk, dat het projectiel tenminste één zijdelings wegklapbaar, afstootbaar of 5 dergelijk mantelsegment (l) heeft evenals een op een afstand van de projectielpunt (l6) eindigende inwendige holte, waarvan de bewanding tenminste ten dele door het mantelsegment (l) wordt gevormd^ en^aarin een in langsrichting van het projectiel verschuifbare zuiger (8) is aangebracht, die 10 bij het verschieten door op zijn achterkopvlak inwerkende gassen uit een achterste stand in zijn voorste stand kan worden verschoven, waarin hij het mantelsegment (l) in een aërodynamisch gunstige stand zolang vormsluitend vergrendelt, totdat de gasdruk in de ruimte achter de zuiger (8) weer 15 zover is verminderd, dat de zuiger (8) onder invloed van een. op zijn voorkopvlak werkende kracht uit de voorste stand naar achteren kan worden verschoven.
2. Projectiel volgens conclusie 1 gekenmerkt door een onderverdeling van het projectiel in mantelsegmenten (l) 20 die gemeenschappelijk de holte (12) insluiten.
3. Projectiel volgens conclusie 1 of 2 gekenmerkt door een het wegklappen, afstoten of dergelijke veroorlovende extra vatting van hfet tenminste ene mantelsegment (l) in het gebied van zijn achtereinde. 25 k, - Projectiel met rotatiestabilisatie volgens conclusie 1-3 gekenmerkt door een in de holte (12) uitstekend uitsteeksel (l4) van het mantelsegment (l), waarover een van zijn voorkopvlak uitgaande uitsparing (15) van de zuiger (8) in zijn voorste stand uitwendig grijpt, waarbij de te-30 gen elkaar liggende flank van het uitsteeksel (l4) en de corresponderende contraflank van de uitsparing (15) zodanig ten opzichte van de langsas van het projectiel hellen, dat de op het mantelsegment (l) aangrijpende radiale een- 7808340 a J5 trifugaalkracht een axiale kracht uitoefent die op het voorafbepaalde tijdstip het terugverschuiven van de zuiger (8) bewerkstelligt.
5. Projectiel volgens conclusie 1-4 gekenmerkt door 5 een de holte (12) bekledende, naar voren open bus, (9» 9')» waaruit de zuiger (8) tot invzijn voorste "stahel kan worden verschoven.
6. Projectiel volgens conclusie 1-5 gekenmerkt door tenminste één uitsparing (5) die de projectielbodem (17, 17’) 10 met de holte (12) verbindt.
7. Projectiel volgens conclusie 6 gekenmerkt door een tegen het achterkopvlak van de zuiger (8) aangebrachte, via de uitsparing (5) ia de projectielbodem (17, 17’) beïnvloedbare drukac cumulat o rru imt e (7)· 15 8, Projectiel volgens conclusie 7 gekenmerkt door een de inlaat van de drukaccumulatorruimte (7) afsluitend te-rugslagventiel (6).
9. Projectiel volgens conclusie 1-8 gekenmerkt door tenminste één uitstroomkanaal (18) voor het in tijd ge- 20 stuurde wegstromen van de gassen uit het gebied achter de zuiger (8).
10. Projectiel volgens conclusie 1-9 met het kenmerk, dat één of meer, het .tenminste ene mantelsegment (l) over de omtrek omgevende, bij voorkeur uit kunststof bestaande 25 vattingsbanden (2, 3) zijn aangebracht.
11. Projectiel volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de mantelsegmenten (l) in het gebied van de projectielbodem (17) door een over de omtrek lopende klamp (4) worden samengehouden.
12. Projectiel volgens conclusie 1-11 gekenmerkt door een in de holte (12) respectievelijk de drukaccumulatorruimte (7) aangebrachte, bij voorkeur door de drijfgassen ontsteekbare hulplading (19).
13. Projectiel volgens conclusie 1-12 gekenmerkt door 35 een van de projectielpunt (l6) tot in de holte (iZJ door- 7808340 4HMBfer gaand axiaal kanaal (13). 1h. Projectiel volgens conclusie 13^gekenmerkt door een aan de projectielpunt (l6) aangebracht afdichtingselement (10). 5 ' 15· Projectiel volgens conclusie ^gekenmerkt door een afgeknotte kegelvorm of afgeknotte pyramidevorm van het uitsteeksel (l4) en/^Sê uitsparing (15) vóór respectievelijk in de zuiger (8).
16, Projectiel volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat 10 de mantelsegmenten (1) in het gebied van de als drijfspiegel uitgevoerde projectielbodem (17«) door de hen omgevende be-wanding (4‘) ervan worden tezamengehouden. 7808340
NL7808340A 1977-08-12 1978-08-10 Projectiel met korte baan. NL7808340A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2736529 1977-08-12
DE19772736529 DE2736529A1 (de) 1977-08-12 1977-08-12 Kurzbahngeschoss

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7808340A true NL7808340A (nl) 1982-09-01

Family

ID=6016304

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7808340A NL7808340A (nl) 1977-08-12 1978-08-10 Projectiel met korte baan.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4411200A (nl)
BE (1) BE869538A (nl)
DE (1) DE2736529A1 (nl)
FR (1) FR2509457A1 (nl)
GB (1) GB2102924B (nl)
NL (1) NL7808340A (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4001767C1 (de) * 1990-01-23 1998-05-14 Diehl Gmbh & Co Trägergeschoß für eine Submonition
DE4141082C2 (de) * 1991-12-13 2000-08-31 Dynamit Nobel Ag Drallstabilisiertes Übungsgeschoß mit verkürzter Reichweite
FR2705772B1 (fr) * 1993-05-25 1995-08-11 Manurhin Defense Projectile d'exercice.
FR2840977B1 (fr) 2002-06-12 2004-09-03 Giat Ind Sa Dispositif et munition de protection d'un vehicule ou d'une plate-forme fixe contre une menace
US9157713B1 (en) 2013-03-15 2015-10-13 Vista Outdoor Operations Llc Limited range rifle projectile
US9188417B2 (en) * 2013-08-01 2015-11-17 Raytheon Company Separable sabot for launching payload
US20160231095A1 (en) * 2014-12-04 2016-08-11 John M. Storm Limited range lethal ammunition
US9488455B1 (en) * 2015-01-22 2016-11-08 Consolidated Nuclear Security, LLC Sabot assembly
US10119780B1 (en) * 2018-01-12 2018-11-06 David Wayne Bergeron Light gas gun projectile

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US221249A (en) * 1879-11-04 Improvement in projectiles for small-arms
DE734429C (de) * 1939-07-20 1943-04-15 Ing Bohdan Pantoflicek UEbungsgeschoss mit verkuerzter Flugbahn
US2655105A (en) * 1952-08-01 1953-10-13 George E Hansche Motor dropper
US3103889A (en) * 1961-01-31 1963-09-17 Sr Edward W Keeney Fragmentation bullet
BE627704A (nl) * 1962-03-17
US4008667A (en) * 1973-12-13 1977-02-22 The L.O.M. Corporation Controlled range bullet
US4030421A (en) * 1975-06-26 1977-06-21 Smith & Wesson Chemical Company, Inc. Dual purpose projectile and weapon combination
NL7705239A (nl) * 1977-05-11 1978-11-14 Eurometaal Nv Oefenprojectiel van het type met een losse manchet.
US4140061A (en) * 1977-06-06 1979-02-20 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Short-range discarding-sabot training practice round and self-destruct subprojectile therefor

Also Published As

Publication number Publication date
US4411200A (en) 1983-10-25
FR2509457B1 (nl) 1984-03-16
DE2736529A1 (de) 1982-08-19
BE869538A (fr) 1983-07-15
GB2102924B (en) 1983-06-29
GB2102924A (en) 1983-02-09
FR2509457A1 (fr) 1983-01-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4175720A (en) Retainer/release mechanism for use on fin stabilized gun fired projectiles
US6588700B2 (en) Precision guided extended range artillery projectile tactical base
US6234082B1 (en) Large-caliber long-range field artillery projectile
US4142467A (en) Projectile with sabot
US2821924A (en) Fin stabilized projectile
US5760330A (en) Method and apparatus for conveying a large-calibre payload over an operational terrain
US4013009A (en) Illuminating projectiles and pyrotechnic devices
US6314886B1 (en) Projectile to be fired from a weapon barrel and stabilized by a guide assembly
US3921937A (en) Projectile or rocket preferably with unfolded tail unit
US3944168A (en) Artillery projectile with spreading tail assembly
US4119037A (en) Carrier projectiles for ejectable payloads
US3790104A (en) High/low aspect ratio dual-mode fin design
US4384528A (en) Duplex round
US3177809A (en) Semi-fixed artillery round
NL7808340A (nl) Projectiel met korte baan.
US5804759A (en) Hunting bullet having a telescoping flechette and comprising a sub-projectile connected to a launcher
US4135686A (en) Device for starting rocket-driven missiles
US4520972A (en) Spin-stabilized training missile
US4641802A (en) Projectile stabilization system
US4487127A (en) Percussion fuse
US5589658A (en) Sabot with controlled separation of the elements for subcaliber projectiles
US3768755A (en) Carrier projectiles
US5750917A (en) Warhead
US4889053A (en) Projectile equipped with braking parachute
KR940015456A (ko) 안전신관 및 이를 구비한 포탄

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed