NL7808331A - Werkwijze en inrichting voor het afvoeren door een sluis van resten uit het druksysteem van een drukver- gassingsinrichting. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het afvoeren door een sluis van resten uit het druksysteem van een drukver- gassingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL7808331A
NL7808331A NL7808331A NL7808331A NL7808331A NL 7808331 A NL7808331 A NL 7808331A NL 7808331 A NL7808331 A NL 7808331A NL 7808331 A NL7808331 A NL 7808331A NL 7808331 A NL7808331 A NL 7808331A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
water
container
lock holder
pressure
lock
Prior art date
Application number
NL7808331A
Other languages
English (en)
Other versions
NL176866C (nl
Original Assignee
Ruhrchemie Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ruhrchemie Ag filed Critical Ruhrchemie Ag
Publication of NL7808331A publication Critical patent/NL7808331A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL176866C publication Critical patent/NL176866C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J3/00Production of combustible gases containing carbon monoxide from solid carbonaceous fuels
    • C10J3/46Gasification of granular or pulverulent flues in suspension
    • C10J3/48Apparatus; Plants
    • C10J3/52Ash-removing devices
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J3/00Production of combustible gases containing carbon monoxide from solid carbonaceous fuels
    • C10J3/46Gasification of granular or pulverulent flues in suspension
    • C10J3/48Apparatus; Plants
    • C10J3/52Ash-removing devices
    • C10J3/526Ash-removing devices for entrained flow gasifiers
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J3/00Production of combustible gases containing carbon monoxide from solid carbonaceous fuels
    • C10J3/72Other features
    • C10J3/723Controlling or regulating the gasification process
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J3/00Production of combustible gases containing carbon monoxide from solid carbonaceous fuels
    • C10J3/72Other features
    • C10J3/78High-pressure apparatus
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J2300/00Details of gasification processes
    • C10J2300/09Details of the feed, e.g. feeding of spent catalyst, inert gas or halogens
    • C10J2300/0913Carbonaceous raw material
    • C10J2300/093Coal
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J2300/00Details of gasification processes
    • C10J2300/09Details of the feed, e.g. feeding of spent catalyst, inert gas or halogens
    • C10J2300/0913Carbonaceous raw material
    • C10J2300/0946Waste, e.g. MSW, tires, glass, tar sand, peat, paper, lignite, oil shale
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J2300/00Details of gasification processes
    • C10J2300/09Details of the feed, e.g. feeding of spent catalyst, inert gas or halogens
    • C10J2300/0953Gasifying agents
    • C10J2300/0956Air or oxygen enriched air
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J2300/00Details of gasification processes
    • C10J2300/09Details of the feed, e.g. feeding of spent catalyst, inert gas or halogens
    • C10J2300/0953Gasifying agents
    • C10J2300/0959Oxygen
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C10PETROLEUM, GAS OR COKE INDUSTRIES; TECHNICAL GASES CONTAINING CARBON MONOXIDE; FUELS; LUBRICANTS; PEAT
    • C10JPRODUCTION OF PRODUCER GAS, WATER-GAS, SYNTHESIS GAS FROM SOLID CARBONACEOUS MATERIAL, OR MIXTURES CONTAINING THESE GASES; CARBURETTING AIR OR OTHER GASES
    • C10J2300/00Details of gasification processes
    • C10J2300/16Integration of gasification processes with another plant or parts within the plant
    • C10J2300/1625Integration of gasification processes with another plant or parts within the plant with solids treatment
    • C10J2300/1628Ash post-treatment
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S48/00Gas: heating and illuminating
    • Y10S48/02Slagging producer

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)
  • Gasification And Melting Of Waste (AREA)

Description

N.O. 26.1*87 BUHECHEMIE AKTIENGESELLSCHAFT, te Oberhausen,
Bondsrepubliek Duitsland.
Werkwijze en inrichting voor het afvoeren door een sluis ran resten uit het druksysteem van een druksvergaesingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het afvoeren door een sluis van resten die bij de vergassing van as bevattende» in het bijzonder vaste brandstoffen zoals steenkool, bruinkool en andere koolstof bevattende producten met zuurstof of zuurstof bevattende verbindingen zoals 5 water en/of kooldioxide ontstaan· De omzetting van het uitgangsmateriaal wordt onder een druk van 10 - 200 bar uitgevoerd· De vergassingsresten worden vloeibaar of plastisch uit de vergassings-kamer afgevoerd en worden in een aan de vergassingskamer aangesloten waterbad in een vast granulaat, dat ook'fijnkorrelig kan zijn, 10 omgezet, et behulp van een onder het waterbad aangebrachte, met water gevulde sluishouder worden de in de vorm van eén granulaat gebrachte resten periodiek uit het druksysteem van de drukver-gassingsinrichting afgevoerd·
Werkwijzen en inrichtingen voor het afvoeren door een sluis 15 van as moeten aan een aantal eisen voldoen* ®aarvan afgezien dat een economisch doelmatig bedrijf mogelijk moet zijndient men er verzekerd van te zijn dat het afvoeren door een sluis van de resten zonder gevaren en zonder belasting van het milieu plaats vindt· Zo moet een ontsnapping van productiegas uit de onder hoge 20 druk staande vergassingskamer in de atmosfeer vanwege gevaar voor vergiftigingen en explosies beslist worden vermeden. Daarnaast dient ervoor te worden gezorgd dat gevaarlijke of het miïeu door een slechte geur belastende gassen die bijvoorbeeld in het proceswater onder drukzijn opgelost en die bij ontspannen vrij komen 25 als 1 , . ..
evenmin* het met de slak afgevoerde vervuilde wa^er in het mileu geraken. Tenslotte dient de stroom van de gegranuleerde afgevoerde slak uit de vergassingskamer in het systeem van het afvoeren 7808331 s ' 2 door een sluis slechts korte tijd door het proces van het af-voeren door een sluis te worden onderbroken ter vermijding van terugslaan van de slak in de vergassingskamer, waardoor de afvoer kan worden geblokkeerd·
Uit het Duitse (DE-)Offenlegungsschrift 2.455·127 is een 5 werkwijze voor het afvoeren door een sluis van resten uit een onder verhoogde druk staande vergassingskamer bekend die hoofdzakelijk de toepassing van een waterbad voor het granuleren van de as» een sluishouder en een transportinrichting omvat. Na onderbreken van de verbinding tussen het waterbad en de sluishouder 10 wordt de sluishouder via een met de sluishouder verbonden druk-niveHeringshouder ontspannen^die tevoren tijdens de open verbinding tussen het waterbad en de sluishouder een gelijke waterstand en door middel van een gaskussen, van een indifferent gas een gelijke druk als in het waterbad heeft. Tijdens het ledigen van de 15 sluishouder wordt de druknivelleringshouder met onder lage druk staand indifferent gas gevuld en nal het ledigen van de sluishouder en onderbreken van de verbinding tussen de sluishouder en de transportinrichting van het sluissysteem weer met water gevuld, waarna het sluissysteem door toevoer van een indifferent gas dat 20 onder een druk staat die groter is dan de druk in de vergassingskamer op de druk van de vergassingskamer wordt gebracht.
Een nadeel van deze bekende werkwijze is dat de sluishouder voor iedere procescyclus opnieuw met water moet worden gevuld.
Dit proces is betrekkelijk tijdrove^ad en vereist een gecompli-r 25 ceerd druknivelleringssysteem met indifferent gas. Daarnaast wordt niet voorkomen dat bij het ontspannen van de druk de uit het water van de sluishouder vrij komende gassen in de atmosfeer geraken.
Aan de uitvinding lag het probleem ten grondslag de vermelde 30 nadelen te vermijden.
De werkwijze volgens de uitvinding voor het periodiek afvoeren door een sluis van resten die bij de vergassing van as bevattende, in het bijzonder vaste brandstoffen met zuurstof of zuurstof bevattende verbindingen onder een druk van 10 - 200 bar 35 7808331 * <Γ ' .3'" Λ, » «ν ontstaan.die in een met de vergassingskamer verbonden waterbad gegranuleerd en in water gesuspendeerd in een drukloze opvanghouder, voorzien van een transportinrichting, worden geleid is gekenmerkt, doordat men de resten onder toepassing van een sluis-houder uit het met de vergassingskamer Verbonden waterbad afvoert, 5 de sluishouder met een water bevattende opvanghouder verbindt, zodat de sluishouder voortdurend met water is gevuld, de druknivellering tussen de sluishouder en de vergassingskamer en ook het waterbad na openen van een verbinding naar een toevoer van proceswater voor het waterbad uitvoert, 10 de drukontspanning van de sluishouder en de afvoer van de vrij komende, tevoren in het water opgeloste gassen en van damp door openen van een verbinding tussen de sluishouder en een voorraad-houder via de voorraadhouder in een gesloten gasnet uitvoert, de afvoer van de gesuspendeerde en gegranuleerde resten uit de 15 sluishouder in de opvanghouder met behulp van de spoelende werking van een instelbare, uit de voorraadhouder stromende hoeveelheid water uitvoert, - de waterstand in de opvanghouder tijdens het openen van de sluis-houder op een zodanige hoogte instelt dat geen gas van buiten in 20 de sluishouder binnendringt en de waterstand in cb sluishouder niet daalt.
Van groot belang voor de werkwijze volgens de uitvinding is dat de sluishouder voortdurend, dus ook tijdens het afvoeren van de gegranuleerde resten, dat wil zeggen indien de verbinding 25 tussen de sluishouder en de vergassingskamer is afgebroken, met dat water is gevuld. Deze toestand wordt bereikt door“de sluishouder zodanig aan een hoger geplaatste, met water gevulde voorraadhouder en aan een eveneens met water gevulde, onder atmosferische druk staande opvanghouder wordt aangesloten dat onder normale omstan- 30 digheden van buiten noch gas noch damp in de sluishouder kunnen geraken.
Het dalen van de waterstand in de sluishouder door bijvoorbeeld binnendringend gas of binnendringende damp duidt op storingen in het sluissysteem en kan door geschikte meetimpulsen 35 7808331
V
k worden gebruikt voor de inschakeling van onafhankelijk van elkaar werkende afsluitorganen tussen de vergassingskamer en de sluis-houder0
De in het waterbad gegranuleerde vaste resten sedimenteren in de sluishouder tijdens de vulperiode daarvan vanzelf op grond 5 van het eigen gewichto Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het transport van de resten uit het waterbad in de sluishouder met behulp van een injecteur uitgevoerd,indien de resten een zeer fijnkorrelige consistentie hebben. De injector wordt met het naar het waterbad toegevoerde proceswater 10 aangedreven. De injector zuigt daarbij tenminste een zodanige hoeveelheid water uit de sluishouder af die overeenkomt met de hoeveelheid die door de ingebrachte resten wordt verdrongen.
Tijdens de sluis-afvoerperiode bezinken de in de sluishouder aanwezige gegranuleerde resten na het openen van een afsluitor- 15 gaan tussen de sluishouder en de opvanghouder of alleen op grond van het vergeleken met water groter soortelijk gewicht uit de sluishouder in de opvanghouder of worden door openen van een extra verbindingsleiding tussen de voorraadhouder en de sluishouder door het in de sluishouder binnentredende verse water samen met 20 het water van de sluishouder in de voorraadhouder gespoeld. Van bijzonder belang is dat volgens de werkwijze van de uitvinding het verse water uit de voorraadhouder in de sluishouder geraakt zonder dat van buiten gas of damp kunnen toetreden. De hoeveelheid van het verse water kan door besturing van de afsluitinrich- 25 ting tussen de voorraadhouder en de sluishouder willekeurig worden ingesteld en door waarneming van de waterstand in de voorraadhouder worden gecontroleerd. Op deze wijze is het mogelijk de afvoer van de resten uit de sluishouder door een gerichte spoel-werking te ondersteunen» de verbruikte hoeveelheid water in de 30 opvanghouder te nivelleren en daarnaast het water in de sluishouder op een gewenste temperatuur in te stellen.
Als vers water in de voorraadhouder kan zowel zuiver leidingwater als gekoeld, gezuiverd en ontgast, in een kringloop gevoerd water uit het wassysteem van het in de vergassingsinrichting be- 35 reide gas worden gebruikt.
7808331
X
5 w
De voorraadhouder is aan de gaszijde irt.een gesloten gassysteem verbonden dat onder constante, ongeveer atmosferische druk of onder geringe overdruk staat·
De uit de slui6houder periodiek afgevoerde gegranuleerde resten geraken in de met water gevulde opvanghouder die onder 5 atmosferische druk wordt gedreven· De waterstand in deze houder wordt tenminste op een zodanige hoogte ingesteld dat noch gas van onderen in de sluishouder kan geraken, noch de in het bovenste gedeelte van de sluishouder ontwikkelde onderdruk een zodanige 10 waarde bereikt dat de vloeistofzuil bijvoorbeeld door vorming van damp afbreekt· De gegranuleerde resten kunnen op bekende ' wijze of met behulp van mechanische transportinrichtingen (bijvoorbeeld slakkenschrapers, bekerinrichtingen, zeefbandtrans-portinrichtingen) en ook hydraulisch uit de opvanghouder worden 15 afgevoerd· Bij een mechanische transportering wordt de hoeveelheid vervuild water zo klein jaogelijk gehouden; bij een hydraulische transportering wordt het water na sedimentatie van de resten in de opvanghouder teruggeleid·
In de opvanghouder wordt het verschil in het sedimentatie- 20 gedrag van de deeltjes van de resten benu£mfijne deeltjes vaste stof uit de vergassingsresten die nog voor een aanzienlijk gedeelte uit in de vergassingsreactie niet verbrande, koolstof bevattende standdelen bestaan te scheiden van de in water snel sedimenterende grotere slakdeeltjes, zodat zij opnieuw in de 25 kringloop van het vergassingsproces kunnen worden geleid.
Voor de uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding dient een sluisafvoersysteem dat hoofdzakelijk bestaat uit de sluishouder, de voorraadhouder en de opvanghouder·
De sluishouder heeft zodanige afmetingen dat het aantal le- 30 digingscycli per tijdseenheid klein wordt gehouden, om de in de vergassingskamer verkregen slakken bedrijfszeker af te voeren·
Doelmatig wordt er naar gestreefd per uur niet meer dan 8-12 ledigingscycli uit te voeren·
De afmetingen van de voorraadhouder en de opvanghouder dienen 35 zodanig te zijn dat ook bij de laagste waterstand de bedrijfszekerheid is verzekerd· 7808331 6
De sluishouder wordt doelmatig zodanig aan de de vergassings-kamer omsluitende drukhouder opgehangen dat de optredende warmte-uitzettingen van de beide houders zowel betrokken op elkaar als ook tezamen ten opzichte van de omgevende steunende constructie geen beschadigingen veroorzaken0 Derhalve zijn alle aansluitingen 5 met compensatoren elastisch uitgevoerd. Ter bescherming tegen ongecontroleerde krachtinwerkingen op armaturen en aangesloten leidingen, veroorzaakt door het grote eigen gewicht van de druk-bestendige inrichtingsonderdelen, door warmte-uitzettingen of door uitwendige krachtenjzijn de sluishouder en de drukhouder die 10 de vergaseingskamer omsluit flexibel met elkaar verbonden, zodat de sluishouder ook zijwaarts kan worden bewogen. Bovendien kan de sluishouder vierend aan de drukhoüdjer worden opgehangen. Op deze wijze wordt bereikt dat het eigen gewicht van alle opgehangen inrichtingsonderdelen ook bij warmte-uitzettingen volledig 15 wordt opgevangen en niet op de armaturen werkt. De plaatsing van de sluishouder in de steunende constructie met de mogelijkheid van een zijwaartse beweging wordt zodanig uitgevoerd dat verticale, door uitzetting veroorzaakte bewegingen mogelijk zijn. Als afsluitorgaan tussen de met slakken gevulde houders worden schui- 20 vers gebruikt, doelmatig echter kogelkranen met een grote vrije doorsnede. De kogelkranen kunnen van gladde wanden zijn voorzien, zonder hoeken, kanten en dode ruimten. Het in water gesuspendeerde granulaat van de slakken kan ongehinderd door de kogelkranen treden. Doelmatig worden de kogels en de zittingen , die in een 25 bijzondere mate aan de afslijtende werking van de slakken zijn blootgesteld, slijtvast geparteerd. De afsluitorganen moeten ook voor een bedrijf bij hoge temperaturen van het water geschikt zijn.
De aandrijving van de afsluitorganen dient voor het maximaal 50 optredende drukverschil te worden geconcipieerd, zodat de afsluitorganen in het geval van een storing tegen de volle vergassings-druk kunnen sluiten. Bij een normaal verlopende sluisafvoer functioneren de afsluitorganen nagenoeg volledig onder genivelleerde druk. 35 78 0 8 3 3 1 7 Η
Uit veiligheidsoverwegingen dient direct onder de vergas-singskamer een extra afsluitorgaan te worden aangebracht,dat bij een normaal verlopende sluisafvoer voortdurend is geopend. Dit afsluitorgaan is aangesloten aan een volledig gescheiden, tegen storingen beveiligd aandrijfsysteem en sluit de vergassingskamer 5 in het geval van een storing extra automatisch af.
Ter uitvoering van de werkwijze volgens de uitvinding dient in principe de in fig. 1 schematisch weergegeven inrichting, die uit een vergassingsreactor met een vergassingskamer 1 en een direct daaraan aansluitend waterbad 2 voor het granuleren van de 10 resten bestaat, waaraan via een leiding 9 proceswater wordt toegevoerd dat in een kringloop wordt gevoerd; het waterbad 2 is via een flexibele verbinding 4 en afsluitorganen 3 en 5 met een sluishouder 6 verbonden,die dient voor de afvoer van de gegranuleerde resten; de sluishouder 6 staat via een afsluitorgaan 21 15 in verbinding met een opvanghouder 22 (voor de gegranuleerde resten) en via leidingen 16 en 17 met een voorraadhouder 18.
De in de vergassingskamer 1 onder een druk van bijvoorbeeld 20 - 80 bar met een temperatuur van 1100 - 1500°C verkregen ver-gassingsresten vallen in het waterbad 2, worden daarin gegranuleerd 20 en geraken door het voortdurend geopende veiligheid-afsluitorgaan 3, de flexibele verbinding bijvoorbeeld een compensator, het geopende afsluitorgaan 5, is het water gesuspendeerd, in de sluishouder 6 die onder een druk staat die gelijk is aan die in de vergassingskamer· 25
Het waterbad 2 heeft een van de partiële dampdruk van het water in het synthesegas afhankelijke hoge temperatuur van bijvoorbeeld 180°Co Om de concentratie van de opgeloste zouten en deeltjes van fijnkorrelige vaste stoffen uit de vergassingsresten in het water niet ontoelaatbaar hoog te laten stijgen wordt via 30 de leiding 9 voortdurend een met een ventiel instelbare hoeveelheid in een kringloop gevoerd proceswater gedoseerd. Met een standregeling 11 wordt de waterstand door in werking stellen van eehsraoororgaan 12 in een afvoerleiding 13 constant gehouden.
Zeer fijnkorrelige resten met een slecht sedimentatiegedrag kunnen 35 met behulp van de zuigwerking van een injector 7 uit het water- 7808331 f" 8 bad 2 in de sluishouder 6 worden gezogen. Het daarbij uit de sluishouder 6 afgevoerde water wordt met het afgevoerde proceswater als aandrijfmiddel voor de injector 7 in het waterbad 2 teruggeleid.
Zodra de sluishouder 6 in de gewenste graad met de gegra- 5 nuleerde resten is gevuld of na registratie door een vulstand-meetinrichting 1*f wordt het afsluitorgaan 5 alsmede eventueel een afsluitorgaan 8 naar de injector 7 gesloten en de sluishouder 6 wordt door openen van een ontspanningsorgaan 15 via de leiding 16 en de omleggingsleiding 17 in de voorraadhouder 18 ontspan- 10 nen. De voorraadhouder 18 is via een leiding 19 met een gesloten gassysteem verbonden,dat onder een constante geringe overdruk staat, bijvoorbeeld onder een druk van 500 - 2000 mm waterkolom of onder atmosferische druk.
Nadat een drukmeetinrichting 20 de drukverlaging in de sluis- 15 houder 6 heeft geregistreerd opent een afsluitorgaan 21 de sluishouder, zodat de gegranuleerde resten in de met water gevulde, drukloze opvanghouder 22 kunnen bezinken. Zodra de slak uit de sluishouder is getreden, hetgeen eventueel door een tweede vul-stand-meetinrichting 23 wordt geregistreerd, kan door kortston- 20 dig openen van een ruim gedimensioneerd toevoerorgaan door de leiding 16 een betrekkelijk grote hoeveelheid vers water uit de voorraadhouder 18 in de sluishouder 6 stromen. Achtergebleven hoeveelheden van de resten, die eventueel zijn blijven hangen, worden op deze wijze met het door de slak verwarmde water van de 25 sluishouder in de opvanghouder 22 gespoeld. In het geval van fijnkorrelige vergassingsresten met een slecht sedimentatiegedrag is het ook mogelijk het toevoerorgaan 21f te openen voordat het afsluitorgaan 21 wordt geopend, zodat de volledige spoelwerking van het aflopende water uit de voorraadhouder volledig wordt benut voor 30 de afvoer van de vergassingsreaten. De snelle daling van de waterstand in de voorraadhouder 18 toont ook aan dat de sluishouder 6 vrij van resten is. Het leeglopen van de voorraadhouder 18 wordt door een standregeling 29 door sluiten van het afsluitorgaan 21 voorkomen. Een vulstandmeter 25 bovenin de sluishouder 6 slaat 35 alarm en sluit de beide afsluitorganen 3 en 5 of blokkeert de 7808331 *- ' . ' 1% ..9' .
K
openingen daarvan, indien in geval van een storing de waterstand in de sluishouder 6 daalt. Indien de injector 7 in bedrijf is wordt daag door het in de sluishouder 6 binnentredende warme water bij het ontspannen daarvan ontwikkeld# In een dergelijk geval is door op elkaar afstemmen van de obtspanning en de toevoer van 5 vers water de waterstand in de sluishouder te handhaven.
Na een voldoende toevoer van vers water naar de sluiehouder 6 wordt het afsluitorgaan 21 door de standregeling 29 gesloten.
Ook worden het ontspanningsorgaan 15 en het toevoerorgaan 24 gesloten. Door openen van een druknivelleringsventiel 26 vindt via 10 een leiding 27 die aan de leiding 9 voor proceswater is aange-sloten{ een druknivellering tussen de sluishouder en de vergas-singskamer 1 plaats. Een drukverschil-meetinrichting 28 registreert deze druknivellering.
Door openen van het afsluitorgaan 5 geraken weer gegranulèer- 15 de resten, in water gesuspendeerd, uit het waterbad 2 in de sluishouder 6,
De gedaalde stand van het verse water in de voorraadhouder 18 wordt door een schakeliapuls van de standregeling 29, waardoor een ventiel 30 in een toevoerleiding 21 wordt geopend,weer aan- 20 gevuld.
In de onder atmosferische druk staande opvanghouder 22 bezinken de daarin geleide grove slakdeeltjes snel, terwijl de sedimentatiesnelheid van de fijne, nog koolstof bevattende deeltjes aanzienlijk kleiner ie. Derhalve kan men deze deeltjes na een bepaalde wachttijd met het overtollige water uit de opvanghouder 22 met behulp van een afvalwaterpomp 32 wegpompen en via een waterverwerkingsinrichting in het vergassingsproces terugleiden. De waterstand wordt door een standregeling 33 door slui- 30 ten van een afsluitorgaan 34 in een afvoorleiding 35 weer op de ^ uitgangswaarde ingesteld. Pas daarna wordt de in de figuur niet weergegeven, op gebruikelijke wijze geconstrueerde slakafvoer-inrichting, bijvoorbeeld een mechanische slakschraper, in bedrijf gesteld. De transportcapaciteit wordt zodanig gekozen dat de slak in de tijd tot het volgende ledigingsproces van de sluis- -^5 houder uit de opvanghouder is verwijderd* 7808331

Claims (6)

1. Werkwijze voor het periodiek afvoeren door een sluis van resten die bij de vergassing van as bevattende, in het bijzonder vaste brandstoffen met zuurstof of zuurstof bevattende verbindingen onder een druk van 10 - 200 bar ontstaan.die in een met ' 15 de vergassingskamer verbonden waterbad gegranuleerd en in water gesuspendeerd in een drukloze opvanghouder, die van een transportinrichting is voorzien,worden geleid, m et het kenmerk, dat men - de resten onder toepassing van een sluishouder uit het met de 20 vergassingskamer verbonden waterbad afvoert, - de sluishouder met een water bevattende voorraadhouder verbindt, zodat de sluishouder voortdurend met water is gevuld, - de druknivellering tussen de sluishouder en de vergassingskamer en ook het waterbad na openen van een verbinding naar de toe- 25 voer van het proceswater voor het waterbad uitvoert, - de drukontspanning van de sluishouder en de afvoer van de vrij komende, tevoren in het water opgeloste gassen en van damp door openen van een verbinding tussen de sluishouder en de voorraadhouder via de voorraadhouder in een gesloten gasnet uitvoert, - de afvoer van de gesuspendeerde en gegranuleerde resten uit de ^ sluishouder in de opvanghouder met behulp van de spoelwerking van een instelbare, uit de voorraadhouder stromende hoeveelheid water uitvoert, - de waterstand in de opvanghouder tijdens het openen van de sluishouder op een zodanige waarde instelt dat geen gas van 35 7808331 *y buiten in de sluishouder binnendringt en dat de waterstand in de sluishouder niet daalt» 2« Werkwijze volgens conclusie 1f met' het kenmerk} dat men de afvoer van de resten uit het waterbad in de sluishouder met behulp van een injecteur uitvoert» 5
3. Inrichting ter uitvoering van de werkwijze volgens de conclusies 1 en 2, g eken merkt, doordat de inrichting bestaat uit een vergassingereactor met een vergassingskamer 1, een direct daaraan aangesloten waterbad 2,waaraan via een leiding 9 in een kringloop gevoerd proceswater wordt toegevoerd en die 10 via een flexibele verbinding 4 en afsluitorganen 3 en 5 met een sluishouder 6 is verbonden,die via een afsluitorgaan 21 met een opvanghouder 22 en via leidingen 16 en 17 net een voorraadhouder 18 in verbinding staat» 4» Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt 15 doordat in de leiding 9 van het in een kringloop gevoerde proceswater naaJ het waterbad 2 een waterstraalinjecteur 7 extra is aangebracht» 5» Inrichting volgens de conclusies 3 en 4» g e k e n-m e r kt doordat het waterbad 2 van een standregeling 11 is voor- 20 zien die via een smoororgaan 12 in werking is te stellen»
6. Inrichting volgens de conclusies 3 - 5* g e kenmerkt doordat de sluishouder 6 is voorzien van een vulstand-meetinrichting 14 en een drukmeetinrichting 20»
7, Inrichting volgens de conclusies 3 - 6» 6 e k e n- 25 merkt doordat de voorraadhouder 18 van een standregeling 29 is voorzien*die via een in een leiding 31 aangebracht ventiel 30 in werking wordt gesteld dat de toevoer van vers water regelt.
0. Inrichting volgens de conclusies 3 - 7* g e kenmerkt doordat de flexibele verbinding 4 een angulaire com- 30 pensator is.
9. Inrichting volgens de conclusies 3-8, geken- uit merkt doordat de afsluitorganen 3, 5 en 22 slijtvast',geVö%r&e kogelkranen zijn. -000O000- 35 ·» 7808331
NLAANVRAGE7808331,A 1978-07-06 1978-08-09 Werkwijze en inrichting voor het periodiek afvoeren van slakken, afkomstig van de vergassing van as bevattende brandstoffen. NL176866C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2829629 1978-07-06
DE2829629A DE2829629C2 (de) 1978-07-06 1978-07-06 Verfahren und Vorrichtung zum Ausschleusen von Rückständen aus dem Drucksystem einer Druckvergasungsanlage

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL7808331A true NL7808331A (nl) 1980-01-08
NL176866C NL176866C (nl) 1985-06-17

Family

ID=6043652

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7808331,A NL176866C (nl) 1978-07-06 1978-08-09 Werkwijze en inrichting voor het periodiek afvoeren van slakken, afkomstig van de vergassing van as bevattende brandstoffen.

Country Status (12)

Country Link
US (2) US4381924A (nl)
JP (1) JPS6024832B2 (nl)
AU (1) AU528822B2 (nl)
BR (1) BR7904201A (nl)
CA (1) CA1147556A (nl)
DE (1) DE2829629C2 (nl)
GB (1) GB2026145B (nl)
IN (1) IN152244B (nl)
NL (1) NL176866C (nl)
PL (1) PL117287B1 (nl)
SU (1) SU993825A3 (nl)
ZA (1) ZA793249B (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3230088A1 (de) * 1982-08-13 1984-02-16 Ruhrchemie Ag, 4200 Oberhausen Verfahren und vorrichtung zum ausschleusen von rueckstaenden aschehaltiger brennstoffe
US4465496A (en) * 1983-01-10 1984-08-14 Texaco Development Corporation Removal of sour water from coal gasification slag
MX164808B (es) * 1983-06-20 1992-09-25 Hylsa Sa Metodo mejorado continuo para extraer escoria de un sistema de reaccion presurizado
US4533363A (en) * 1984-01-20 1985-08-06 Texaco Development Corporation Production of synthesis gas
DE3714749A1 (de) * 1987-05-02 1988-11-10 Babcock Werke Ag Verfahren und vorrichtung zum ausschleusen von feinkoernigen, heissen feststoffen
US4934876A (en) * 1988-06-21 1990-06-19 Shell Oil Company Aeration apparatus for discharge control of particulate matter
US5106240A (en) * 1988-06-21 1992-04-21 Shell Oil Company Aerated discharge device
US4943190A (en) * 1988-06-21 1990-07-24 Shell Oil Company Aeration tube discharge control device with variable fluidic valve
US5129766A (en) * 1988-06-21 1992-07-14 Shell Oil Company Aeration tube discharge control device
US20020043023A1 (en) * 1994-06-27 2002-04-18 William M. Davis, Jr. Slag handling system
AU764501B2 (en) * 1999-09-21 2003-08-21 Air Products And Chemicals, Inc. Process to remove solid slag particles from a mixture of solid slag particles and water
US6755980B1 (en) 2000-09-20 2004-06-29 Shell Oil Company Process to remove solid slag particles from a mixture of solid slag particles and water
US7922782B2 (en) * 2006-06-01 2011-04-12 Greatpoint Energy, Inc. Catalytic steam gasification process with recovery and recycle of alkali metal compounds
DE102008005704A1 (de) * 2008-01-24 2009-07-30 Uhde Gmbh Verfahren und Anlage zur Entfernung insbesondere bei der Synthesegas-Gewinnung anfallenden Schlacken aus einem Schlackebad-Behälter
DE102008033095A1 (de) * 2008-07-15 2010-01-28 Uhde Gmbh Vorrichtung zur Schlackeabführung aus einem Kohlevergasungsreaktor
DE102008033094A1 (de) 2008-07-15 2010-01-28 Uhde Gmbh Vergasungsvorrichtung mit kontinuierlichem Feststoffaustrag
DE102008035386A1 (de) * 2008-07-29 2010-02-11 Uhde Gmbh Schlackeaustrag aus Reaktor zur Synthesegasgewinnung
JP5484850B2 (ja) * 2009-09-30 2014-05-07 三菱重工業株式会社 スラグ排出システム
CN108165314B (zh) * 2018-01-26 2019-06-11 山东明泉新材料科技有限公司 一种气化炉排渣系统及排渣方法
US10464872B1 (en) 2018-07-31 2019-11-05 Greatpoint Energy, Inc. Catalytic gasification to produce methanol
US10344231B1 (en) 2018-10-26 2019-07-09 Greatpoint Energy, Inc. Hydromethanation of a carbonaceous feedstock with improved carbon utilization
US10435637B1 (en) 2018-12-18 2019-10-08 Greatpoint Energy, Inc. Hydromethanation of a carbonaceous feedstock with improved carbon utilization and power generation
US10618818B1 (en) 2019-03-22 2020-04-14 Sure Champion Investment Limited Catalytic gasification to produce ammonia and urea

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DD8231A (nl) *
US3230016A (en) * 1962-06-01 1966-01-18 Petrocarb Inc Process and apparatus for pneumatic conveyance of solids
DE1240211B (de) * 1963-05-29 1967-05-11 Koppers Gmbh Heinrich Verfahren zum Ausschleusen von Rueckstaenden aus unter erhoehtem Druck stehenden Vergasungsraeumen
US3235313A (en) * 1964-05-18 1966-02-15 Koppers Co Inc Sluicing solid materials from spaces under superatmospheric pressure
US4067623A (en) * 1974-04-02 1978-01-10 Polysius Ag Pneumatic pressure conveyor for fine material
DE2455127C2 (de) * 1974-11-21 1986-02-27 Shell Internationale Research Maatschappij B.V., Den Haag Verfahren zum Ausschleusen von Rückständen aus einem unter erhöhtem Druck stehenden Vergasungsraum
US4018588A (en) * 1976-05-10 1977-04-19 Ecolaire Incorporated Method and apparatus for handling slag handling

Also Published As

Publication number Publication date
AU4869079A (en) 1980-01-10
GB2026145B (en) 1982-11-24
JPS5512181A (en) 1980-01-28
PL117287B1 (en) 1981-07-31
US4425139A (en) 1984-01-10
PL216744A1 (nl) 1980-03-24
JPS6024832B2 (ja) 1985-06-14
IN152244B (nl) 1983-11-26
BR7904201A (pt) 1980-03-25
CA1147556A (en) 1983-06-07
US4381924A (en) 1983-05-03
DE2829629A1 (de) 1980-01-24
NL176866C (nl) 1985-06-17
DE2829629C2 (de) 1982-07-29
AU528822B2 (en) 1983-05-12
ZA793249B (en) 1980-07-30
SU993825A3 (ru) 1983-01-30
GB2026145A (en) 1980-01-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7808331A (nl) Werkwijze en inrichting voor het afvoeren door een sluis van resten uit het druksysteem van een drukver- gassingsinrichting.
AU781800B2 (en) Apparatus and method for withdrawing and dewatering slag from a gasification system
US5354345A (en) Reactor arrangement for use in beneficiating carbonaceous solids; and process
NO315971B1 (no) Fremgangsmåte og apparat pluss separator for å skille v¶ske fra fast materiale
US4472171A (en) Method and system for removing slag
JPS5956489A (ja) 灰分含有燃料のガス化の際に生じる残渣を周期的に搬出するための方法
US4852997A (en) Slag water bath process
KR100324856B1 (ko) 슬래그처리시스템
JP4467585B2 (ja) 燃焼設備からの燃料の固形の燃殻を取り扱い、処理するための設備
CN109072100B (zh) 炉渣排出系统、气化炉以及炉渣过滤方法
SE451727B (sv) Forfarande for framstellning av vesentligen partikelfri syntesgas
SU1036237A3 (ru) Устройство дл обработки отходов
WO2003018720A2 (en) Apparatus and prcess for discharging ash from a high pressure gasifier
CA1208506A (en) Remote dewatering scraper conveyor
US4760667A (en) Process and apparatus for the preparation of synthesis gas
CN220749849U (zh) 一种煤气加压冷凝水自动排污装置
CN215627213U (zh) 一种含油酚水分离装置
KR20110033996A (ko) 연속적인 고체 배출을 갖는 가스화 장치
RU2030523C1 (ru) Устройство для транспортирования сточной жидкости
US5183478A (en) Process for dewatering quenched slag
SU897669A1 (ru) Способ подачи сыпучих материалов в пульповод гидротранспортной системы и устройство дл его осуществлени
US20070210012A1 (en) Wet solids removal and separation system
CS268246B1 (cs) Zařízeni na zpracováni tuhých odpadních látek z tlakového zplynováni tuhých paliv
US2009786A (en) Water gas plant
SU800495A1 (ru) Шлакосмывное устройство

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 980809