NL7807268A

NL7807268A - Kabelgoot.

Info

Publication number: NL7807268A
Application number: NL7807268A
Authority: NL
Original assignee: Geel Nv Metaalfab Van
Priority date: 1978-07-05
Filing date: 1978-07-05
Publication date: 1980-01-08

Description

>

-1- 2005^/CV/MvdG

Aanvrager:Metaalwarenfabriek Van Geel B.V. te Boxtel Korte aanduiding: Kabelgoot 5 De uitvinding heeft betrekking op een kabelgoot voorzien van een bo-demwand en een aan de bodenrwand bevestigde tussenwand.

Bij het gebruik maken van kabelgoten is het vaak vereist,dat in de kabelgoot een tussenwand wordt aangebracht zodanig,dat aparte compartimenten worden verkregen voor het bijvoorbeeld leggen van zvak-10 stroomleidingen en voor het leggen van sterkstroamleidingen.

Tot nu toe is het gebruikelijk,dat dergelijke tussenwanden in de kabelgoten worden vastgezet met behulp van schroeven,popnagels of puntlassen.

Zowel indien dit op de fabriek als indien dit op de bouwplaats ge-15 schiedt is dit een tijdrovende,lastige en dure wijze van bevestiging.

Met de uitvinding wordt beoogd een kabelgoot van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij de tussenwand indien gewenst eenvoudig en snel kan worden aangebracht.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de tussenwand 20 over althans een deel van zijn lengte een hoek met elkaar insluitende delen omvat en op de bodemwand wordt vastgezet met behulp van aan de bodemwand aangebrachte bevestigingsorganen,waartussen de een hoek met elkaar insluitende delen liggen opgesloten.

Bij toepassing van een dergelijke constructie kan een tussenwand een-25 voudig tussen de bevestigingsorganen worden aangebracht,door het naar elkaar toe bewegen van de een hoek met elkaar insluitende delen van de tussenwand onder elastische vervorming van deze delen en het later terugveren van deze delen nadat zij tussen de bevestigingsorganen zijn aangebracht.

30 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont in perspectief een deel van een kabelgoot met tussenwand en bevestigingsorgaan,waarbij de verschillende onderdelen op afstand van Ö elkaar zijn weergegeven.

Figuur 2 toont op kleinere schaal een aanzicht op een uiteinde van de \ 78 0 7 2 6 8 i

-2- 2005^/CV/MvdG

* i in figuur 1 afgebeelde kabelgoot met aan de bodemwand daarvan bevestigde tussenwand.

Figuur 3 toont in perspectief een deel van een tweede uitvoeringsvoor-beeld van een kabelgoot met tussenwand en bevestigingsorgaan,waarbij de 5 verschillende onderdelen eveneens op afstand van elkaar zijn weergegeven.

Figuur k toont op kleinere schaal een aanzicht op een uiteinde van de in figuur 3 weergegeven kabelgoot met daarin bevestigde tussenwand.

De in figuur 1 weergegeven kabelgoot omvat een bodemwand 1 op de zij- ♦ randen waarvan een tweetal zich omhoog uitstrekkende zijwanden 2 en 3 10 aansluiten.De tussenwand is gevormd uit een in doorsnede V-vormig gevouwen plaat,zodanig dat de tussenwand een tweetal een scherpe hoek met elkaar insluitende delen U en 5 bezitten,die aan hun vrije uiteinden zijn voorzien van naar buiten afgebogen en in een vlak gelegen flenzen 6 resp. 7· 15 Voor het vastzetten van de tussenwand U,5 aan de bodemwand 1 wordt gébruik gemaakt van bevestigingsorganen 8.Een dergelijk bevestigingsorgaan is opgebouwd uit een plaatvormig deel 9 en een geheel daarmee vormende en zich althans nagenoeg evenwijdig aan het plaatvormige deel uitstrekkende vingers 10 en 11,die via afgebogen delen 12 resp. 13 op het plaat-20 vormige deel 9 aansluiten,zoals in de figuur is weergegeven.Verder zijn uit het plaatvormige deel een tweetal oren 1¾ en 15 uitgestansd,zodanig, dat de oren aan hun van elkaar afgekeerde randen nog met het plaatvormige deel samenhangen en zich vanaf hun bevestigingen aan het plaatvormige deel 9 boven het plaatvormige deel 9 naar elkaar toe en in een vlak lig-25 gend uitstrekken.

Op regelmatige afstand van elkaar zijn in de bodemwand een aantal gaten 16 aangebracht,die in een zich dwars op de lengterichting van de bodemwand uitstrekkende rij staan opgesteld,zodanig,dat de onderlinge afstand tussen,, een tweetal naast elkaar gelegen gaten 16 overeenkomt met de af-30 stand tussen de vingers 10 en11-Gezien in de lengterichting van de kabelgoot 1 kunnen dergelijke rijen gaten 16 op regelmatige afstand van elkaar zijn aangebracht.

Indien nu een scheidingsschot in de kabelgoot moet worden aangebracht kunnen op gewenste afstanden van elkaar bevestigingsorganen 8 aan de bodem-wand 1 worden vastgezet door devingerslO en 11 van het bevestigingsorgaan i door een tweetal naast elkaar gelegen gaten 16 te steken,zodanig,dat de '7807268 -3- 2005^/CV/Mvmr

J

vingers! O en 11 zich aanvleien tegen de onderzijde van de bodemwand 11, terwijl het plaatvormige deel 9 daarbij tegen de "bovenzijde van de "bodemwand 1 komt aan te liggen.Indien zo het gewenste aantal bevestiging sorganen 8 in de kabelgoot is aangebracht kan het scheidings-5 schot met deze bevestigingsorganen worden gekoppeld door de ondereinden van de plaatvormige delen ^ en 5 onder elastische vervorming van de tussenwand naar elkaar toe te bewegen,zodanig»dat de van elkaar afgekeerde randen van de flenzen 6 en 7 tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de oren 1U en 15 kunnen bewegen,zodat de flenzen 6 en 7 10 op de bovenzijden van de plaatvormige delen 9 kunnen worden geplaatst.

Indien men dan vervolgens de plaatvormige delen k en 5 los laat zullen de flenzen 6 en 7 uit elkaar bewegen en daarbij onder de oren 1k en 15 schuiven,zodat de flenzen dan liggen opgesloten tussen het plaatvormige deel 9 en de oren 1k en 15,zoals is aangegeven in figuur 2.

15 Het zal duidelijk zijn,dat bij toepassing van deze constructie de door de beide plaatvormige delen b en 5 gevormde tussenwand op bijzonder eenvoudige wijze aan de bodemwand van de kabelgoot is vast te zetten,hetgeen ook gemakkelijk op de bouwplaats kan geschieden.Verder kan de tussenwand door het aanbrengen van meer dan twee gaten 16 op meerdere 20 plaatsen in de kabelgoot worden aangebracht.

Het in de figuren 3 en b weergegeven uitvoeringsvoorbeeld komt althans in hoofdzaak overeen met het in de figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld en die onderdelen,die overeenkomen met in figuur 1 weergegeven onderdelen zijn dan ook in deze figuren van dezelfde ver-25 wijzingscijfers voorzien als in figuur 1 en 2. In dit uitvoeringsvoor- beeld is echter de bodemwand 1 voorzien van op regelmatige afstand van elkaar gelegen verdiepte gedeelten gevormd door zich evenwijdig aan de bodemwand 1 uit strekkende plaatvormige delen 17 en deze zich evenwijdig aan de bodemwand uitstrekkende delen Υγ met de bodemwand 1 verbindende schuin opwaarts 30 verlopende wanddelen 18.In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt het bevestigings-orgaan 19 gevormd door een in doorsnede U-vormige beugel ,waarbij in het bovenste van de beide zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende benen van de beugel oren 20 en 21 zijn uitgestansd op soortgelijke wijze als de oren 1k en 15 uit het plaatvormige deel 9 zijn uitgestansd.De onderste 35 van de beide zich evenwijdig tón elkaar uitstrekkende benen van de U-vormige beugel is voorzien van vingers 22 overeenkomend met de vingers 10 en 11 van het bevestigingsorgaan 8.

7807268

A

-It- 2005^/CV /MvdG

Het zal duidelijk zijn,dat het door de heugel 19 gevormde bevestigings-orgaan aan het plaatvormige deel 17 kan worden vastgezet door de armen 22 in een tweetal van hiertoe in het plaatvormige deel aangehrachte gaten 23 te steken op soortgelijke wijze als dit hierboven is beschreven voor 5 het bevestigingsorgaan 8.Verder kan de door de beide plaatvormige delen h en 5 gevormde tussenwand op soortgelijke wijze met behulp van de oren 20 en 21 aan het bevestigingsorgaan 19 worden vastgezet,als hierboven is uiteengezet aan de hand van figuur 1 in samenhang met dfe oren 1¼ en 15.

10 Hierbij wordt niet alleen een snelle en eenvoudige bevestiging van de tussenwand bereikt,maar daarbij kan voor de beide in de figuren 1 en 3 weergegeven uitvoeringsvormen van de kabelgoten eenzelfde tussenwand worden toegepast.

15 Q 7807268 \

Claims

1. Kabelgoot voorzien van een bodemwand en een aan de bodemwand bevestigde tussenwand,met het kenmerk,dat de tussenwand over althans een deel 5 van zijn lengte een hoek met elkaar insluitende delen omvat en op de bodemwand wordt vastgehouden met behulp van aan de bodemwand aangebrachte bevestigingsorganen waartussen de een hoek met elkaar insluitende delen liggen opgesloten.

2. Kabelgoot volgens conclusie 1 ,met het kenmerk,dat de naar de bodemwand 10 toegekeerde uiteinden van de een hoek met elkaar insluitende delen van de tussenwand zijn voorzien van flenzen,die passen onder deel van het bevestigingsorgaan uitmakende oren.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het bevestigingsorgaan een plaatvormig deel omvat voorzien van een geheel daarmee 15 vormende vingers,die zich evenwijdig aan het plaatvormige deel vanaf een rand van het plaatvormige deel uitstrekken. U. Kabelgoot volgens conclusie 2 of 3,met het kenmerk,dat de oren zijn aangebracht op een eerste been van een door een U-vormige beugel gevormd bevestigingsorgaan,terwijl devingers aan een tweede been van dit U-vormige 20 bevestigingsorgaan zijn aangebracht.

5. Kabelgoot volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de kabelgoot is voorzien van meerdere zich dwars op de lengterichting van de kabelgoot uitstrekkende rijen gaten. 25 ^ 7807268