NL7808478A

NL7808478A - Koppeling.

Info

Publication number: NL7808478A
Application number: NL7808478A
Authority: NL
Original assignee: Geel Nv Metaalfab Van
Priority date: 1978-08-16
Filing date: 1978-08-16
Publication date: 1980-02-19
Also published as: BE877466A; DE7919186U1

Description

. \ >v -1- 20072/CV/tl

Aanvrager : Metaalwarenfabriek Van Geel B.V.,te Boxtel.

Korte Aanduiding: Koppeling.

5 De uitvinding heeft betrekking op een koppeling voor het aan elkaar koppelen van in eikaars verlengde liggende kabelgoten,die zijn voorzien van een bodemwand en van opstaande zijwanden,waarbij de op elkaar aanslui-tenden uiteinden van de zijwanden met elkaar worden gekoppeld met behulp van een zich langs deze uiteinden uitstrekkende en aan deze uiteinden be-10 vestigde koppelplaat.

Bij de gebruikelijke koppelingen van deze soort worden de koppelplaten met behulp van boutjes aan de desbetreffende zijwanden vastgezet. Daarbij zijn per koppelplaat minimaal twee,doch in het algemeen vier boutjes, vier moertjes en vier ringetjes voor de bevestiging nodig.Afgezien van het 15 hoge materiaalgebruik * is deze wijze van bevestiging tevens tijdrovend.

Met de uitvinding wordt beoogd een koppeling van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij de kabelgoten op eenvoudige en goedkope wijze aan elkaar kunnen worden bevestigd.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de koppelplaat 20 en/of de uiteinden van de kabelgoten zijn voorzien van uitgestanste lippen en/of sleuven, zodanig,dat de lippen door de sleuven kunnen worden gevoerd voor het bewerkstelligen van de bevestiging van de koppelplaat aan de kabelgoten. Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding behoeven geen extra middelen te worden benut voor het vastzetten van de koppelplaten 25 aan de zijwanden van de kabelgoten,terwijl dit vastzetten eenvoudig te bewerkstelligen is door het doorsteken van de lippen door de sleuven en het daarna ombuigen van deze lippen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de construc-30 tie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch in perspectief met de onderdelen op afstand van elkaar weergegeven de uiteinden van een tweetal in eikaars verlengde liggende kabelgoten met een koppelplaat voor het verbinden van deze uiteinden.

35 Fig. 2 toont op overeenkomstige wijze de uiteinden van afgekorte ka belgoten met koppelingsplaat.

7008478 ♦ -2- 20072/CV/tl f

Zoals gebruikelijk omvatten de in fig.l weergegeven kabelgoten een bodemwand 1 en opstaande zijwanden 2, welke zich loodrecht op de bodemwand 1 uitstrekken. Daarbij zijn in de zijwanden op regelmatige afstand van elkaar gaatjes 3 aangebracht,die in een zich evenwijdig aan de bodemwand uit-5 strekkende rij staan opgesteld.

Dergelijke kabelgoten worden gebruikelijk in bepaalde standaardlengtes vervaardigd en in het werk op de gewenste wijze in eikaars verlengde opgesteld, zoals ook in fig.l is aangeduid.

. Volgens de uitvinding zijn nu nabij de uiteinden van de kabelgoten 10 in de zijwanden een tweetal op enige afstand van elkaar gelegen verticaal staande sleuven 4 aangebracht,die dicht boven de bodemwand 1 zijn gelegen en verder een horizontale sleuf 5,die dicht nabij de bovenrand van de zijwand 2, en in bovenaanzicht ongeveer mider tussen de sleuven 4 is gelegen.Voor het aan elkaar koppelen van de in fig.l afgebeelde in eikaars verlengde 15 liggende kabelgoten kan nu gebruik worden gemaakt van de eveneens in fig.l weergegeven koppelplaat 6.

Zoals uit fig.l duidelijk zal zijn omvat de koppelplaat 6 een vlakke plaat 7 waarin een tweetal in eikaars verlengde liggende sleufgaten 8 zijn aangebracht. Verder sluiten op de bovenrand van de plaat 7 een tweetal een 20 geheel met de plaat 7 vormende vingers 9 aan, die bij hun aansluiting op de bovenrand' van de plaat 7 zodanig zijn gevouwen,dat althans het grootste deel van deze vingers 9 zich uitstrekt in een vlak op enige afstand van en evenwijdig aan de plaat 7.

Verder zijn nabij de onderzijde van de koppelplaat 6 uit het plaat-25 vormige deel 7 een viertal rechthoekige oren 11 uitgestanst,zodanig,dat deze oren nog slechts langs een verticaal staande begrenzingsrand met de plaat 7 zijn verbonden en zich loodrecht op de plaat 7 uitstrekken.

Voor het aan elkaar koppelen van de uiteinden van de kabelgoten worden nu eerst de vingers 9 in ongeveer horizontale stand in de sleuven 30 5 gestoken,totdat de bovenrand van de plaat 7 ongeveer aanligt tegen de binnenzijde van de opstaande wanden 2,waarna de plaat 7 naar beneden kan worden gedraaid,waarbij de lippen 11 door de sleufgaten 4 zullen worden gestoken. Indien de plaat 7 vlak aanligt tegen de binnenzijde van de opstaande wanden 2 zullen de lippen 9 zich uitstrekken langs de buitenzijde 35 van de opstaande wanden 2. In deze stand kan men de lippen 11 ombuigen of bijvoorbeeld met een hamer omslaan,zodat ook de lippen 11 tegen de buiten- 7808478 -3- 20072/CV/tl

'V

kant van de in eikaars verlengde liggende zijwanden 2 komen te liggen zodat de koppelingsplaat 6 vast met de zijwanden is verbonden en een stevige verbinding tussen de in eikaars verlengde liggende kabelgoten geeft.

In de praktijk komt het vaak voor,dat op de bouwplaats enkele van de 5 kabelgoten moeten worden ingekort. Hierdoor vervalt bij een aansluiting van twee kabelgoten op elkaar althans een van de van sleuven 4 en 5 voorziene uiteinden. Daarbij kan toch gebruik worden gemaakt van de koppelplaat,zoals is weergegeven in fig.2. In dat geval buigt men voor het aanbrengen van de koppelplaat de lippen 11 weer terug in het vlak van de plaat 7 en zet 10 men de koppelplaat,nadat deze in de in fig.2 weergegeven stand tegen de binnenzijde van de opstaande wanden 2 is geplaatst vast met behulp van bouten 12,die door desbetreffende gaten 3 en sleufgaten 8 kunnen worden gestoken5en moeren 13.

15 7808478

Claims

1. Koppeling voor het aan elkaar koppelen van in eikaars verlengde liggende kabelgoten,die zijn voorzien van een bodemwand en van opstaande zijwanden,waarbij de op elkaar aansluitende uiteinden van de zijwanden met elkaar worden gekoppeld met behulp van een zich langs deze uiteinden 5 uitstrekkende en aan deze uiteinden bevestigde koppelplaat,met het kenmerk, dat de koppelplaat en/ of de uiteinden van de kabdgoten zijn voorzien van uitgestanste lippen en/of sleuven,zodanig,dat de lippen door de sleuven kunnen worden gevoerd voor het bewerkstelligen van de bevestiging van de koppelplaat aan de kabelgoten.

2. Koppeling volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de koppelplaat is voorzien van lippen en de kabelgoot van de sleuven.

3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de koppelplaat aan zijn bovenzijde is voorzien van een tweetal zich evenwijdig aan de koppelplaat uitstrekkende lippen, die zich in gemonteerde toestand 15 langs de van de koppelplaat afgekeerde zijden van de zijwanden uitstrekken, terwijl de koppelplaat nabij zijn onderzijde is voorzien van zich aanvankelijk loodrecht op de koppelplaat uitstrekkende lippen,die door nabij de onderranden van de zijwanden in de zijwanden aangebrachte sleufgaten kunnen worden gestoken en vervolgens omgevouwen.

4. Koppeling volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat nabij de onderzij de van de koppelplaat een viertal lippen zijn aangebracht.

5. Koppeling volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat ongeveer midden tussen de bovenrand en de onderrand van de koppelplaat in eikaars verlengde liggende, en zich evenwijdig aan de lengterichting van 25 de koppelplaat uitstrekkende sleufgaten in de koppelplaat zijn aangebracht.

6. Kabelgoot voorzien van een bodemwand en opstaande zijwanden,waarbij in de zijwanden nabij de uiteinden sleufgaten zijn aangebracht,zodanig dat de kabelgoot kennelijk bestemd is voor toepassing bij een koppeling volgens een der voorgaande conclusies.

7. Koppelplaat kennelijk bestemd om te worden toegepast bij een koppe ling volgens een der voorgaande conclusies. 35 7808478