NL1003278C2 - Koppelelement. - Google Patents

Description

Koppelelement

De uitvinding heeft betrekking op een koppelelement voor het met elkaar verbinden en onderling uitgelijnd houden van in een vertikale positie aan een plafond opgehangen elementen, zoals plafondbekledingselementen, geluiddempende 5 schotten etcetera, welke elementen zijn voorzien van een kern en een deze kern omringend randprofiel met in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede.

Teneinde in een verticale positie aan een plafond opgehangen elementen onderling uitgelijnd te houden worden op 10 grote schaal koppelelementen toegepast. Deze kunnen bijvoorbeeld bestaan uit scharnierbaar, draaibaar of anderzins beweegbaar aan de onderzijde of zijkant van respectievelijk tussen de elementen aangebrachte plaatjes, die een verbinding kunnen vormen tussen aangrenzende elementen.

15 De bekende koppelelementen bezitten diverse nade len. Sommige zijn gecompliceerd en duur wat betreft hun vervaardiging, terwijl andere een gecompliceerde montage met zich meebrengen. Zo is het met de bekende koppelelementen vaak niet mogelijk om zondermeer een element uit een rij elementen weg 20 te nemen zonder eerst aangrenzende elementen te verwijderen. Verder kunnen de bekende koppelelementen vaak gemakkelijk losraken en omlaagvallen, met soms nadelige gevolgen voor daaronder geplaatste apparatuur. Tenslotte vormen de bekende koppelelementen vaak hinderlijk uitstekende delen, die met 25 name tijdens het transport van elementen tot beschadigingen kunnen leiden.

De uitvinding beoogt een koppelelement van het in de aanhef genoemde type te verschaffen, waarmee deze nadelen op eenvoudige, doch niettemin doeltreffende wijze worden 30 opgeheven.

Hiertoe bezit het koppelelement volgens de uitvinding het kenmerk, dat het koppelelement bestaat uit een veerkrachtig draadvormig deel met in hoofdzaak een Z-vormig verloop, waarbij één been en het aangrenzende lijf van de Z zijn 35 bedoeld om inwendig te worden geplaatst tegen het lijf van het 1 0 0 3 c-' 2 U-vormige randprofiel, waarbij het uiteinde van het genoemde been tegen de ene randprofielflens en de verbinding tussen het been en het koppele1ementlijf tegen de andere randprofielflens aanligt, terwijl dan het andere been van de Z zich buiten het 5 randprofiel, vanaf de ene randprofielflens, uitstrekt naar een aangrenzend element.

Het koppelelement volgens de uitvinding bezit een uitermate eenvoudige opbouw, en kan tegen zeer geringe kosten worden vervaardigd. De montage is snel uitvoerbaar en in de 10 gemonteerde stand steekt slechts een klein gedeelte van het koppelelement, namelijk het andere been van de Z, uit buiten de randprofielflens, zodat de kans op beschadigingen tijdens het transport van de elementen wordt geminimaliseerd. Eenmaal gemonteerd is het koppelelement stevig verbonden met het 15 element, zodat de kans op losraken minimaal, of zelfs volledig afwezig, is. Het tot stand brengen van een verbinding tussen twee aangrenzende elementen is uitermate eenvoudig, doordat slechts het vrije uiteinde van het andere been van het Z-vormige koppelelement moet worden gekoppeld met een aangren-20 zend element.

De veerkrachtigheid van het draadvormige koppelelement maakt tevens het compenseren van geringe hoogteverschillen tussen de aangrenzende elementen mogelijk. Tevens kunnen hierdoor kleine verschillen in afstand tussen aangrenzende 25 elementen worden gecompenseerd.

Het koppelelement ligt veerkrachtig opgesloten tussen de tegenover elkaar gelegen randprofielflenzen, waardoor verdere bevestigingsmiddelen in principe overbodig zijn.

Een uitvoeringsvorm van het koppelelement volgens 30 de uitvinding bezit als kenmerk, dat het ene been van de Z een scherp uiteinde bezit en in de gemonteerde stand van het koppelelement schuin in de richting van het andere been wijst. Tengevolge van de veerkrachtigheid van het koppelelement grijpt het scherpe uiteinde van het ene been met kracht aan op 35 de ene randprofielflens en vreet zich enigszins hierin, zodat een verschuiving van het koppelelement ten opzichte van het randprofiel op betrouwbare wijze kan worden voorkomen. Dit is 100327e 3 in het bijzonder van belang wanneer op het andere been van het koppeleleraent tijdens de montage een kracht wordt uitgeoefend die poogt het koppelelement binnen het randprofiel te verschuiven .

5 Verder is het gunstig, wanneer het andere been een zodanige lengte bezit dat dit zich in de gemonteerde stand vanaf de ene randprofielflens kan uitstrekken naar de diagonaal daartegenover gelegen randprofielflens van het aangrenzende element. Door de diagonale uitstrekking van het andere 10 been van het koppelelement bezit dit been een relatief grote lengte, waardoor hoogteverschillen en afstandsverschillen tussen aangrenzende elementen optimaal kunnen worden gecompenseerd. Tevens wordt hierdoor de montage vereenvoudigd.

Verder is gunstig, wanneer het andere been van de Z 15 in de gemonteerde stand is voorgespannen in de richting van de randprofielflens. Op deze wijze kunnen aangrenzende elementen enigszins onder voorspanning aan elkaar worden gekoppeld, waardoor een stabiele, goed gecontroleerde plaatsing van de elementen onderling wordt verkregen. Tevens ligt hierdoor dit 20 andere been, wanneer het koppelelement niet gebruikt wordt, aan tegen de randprofielflens en vormt geen uitstekende delen.

Teneinde het aansluiten van het koppelelement op een aangrenzend element eenvoudig te maken, geniet het de voorkeur dat het vrije uiteinde van het andere been van de Z 25 een omgezet gedeelte bezit. Met dit omgezette gedeelte kan het andere been eenvoudig met een aangrenzend element worden gekoppeld.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel uit element en koppelelement volgens de uitvinding.

30 Hierbij is het mogelijk, dat tussen de kern van het element enerzijds en het ene been en het lijf van de Z anderzijds een bedekkingsstrook is aangebracht. Door een dergelijke bedek-kingsstrook kan een extra bescherming van de kern tegen beschadiging door het koppelelement worden verkregen. Dit is in 35 het bijzonder van belang, wanneer de kern bestaat uit een door een folie of dergelijke omhuld materiaal. Hierbij kan de bedekkingsstrook uit een dubbelzijdig klevend materiaal be- 100327« 4 staan en hierdoor aan het randprofiellijf en aan de kern bevestigd zijn. Behalve de beschermende functie bezit de bedekkingsstrook in een dergelijk geval ook een montagefunc-tie, zodat tijdens het samenstellen van een element het kop-5 pelelement reeds in het randprofiel kan worden geplaatst en met de bedekkingsstrook kan worden vastgezet.

Tenslotte wordt een speciale uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding genoemd, waarbij ter plaatse van een hoekpunt in het ondervlak van het element in 10 het randprofiel een opening is gevormd door welke het koppel-element zich uitstrekt, terwijl ten minste ter plaatse van het in het ondervlak diagonaal daartegenover gelegen hoekpunt eveneens een opening is gevormd voor het opnemen van het uiteinde van een koppelelement van een aangrenzend element. In 15 beginsel is het mogelijk, dat het koppelelement zich op een willekeurige plaats door het randprofiel uitstrekt. Evenwel bezit de hiergenoemde speciale uitvoeringsvorm het voordeel, dat dan het met elkaar koppelen van elementen die reeds aan het plafond zijn opgehangen, uitermate eenvoudig is, omdat op 20 deze wijze het andere been van het koppelelement goed toegankelijk is, ook in de gemonteerde stand van de elementen aan het plafond.

Hierbij is het mogelijk, dat ter plaatse van alle vier de hoekpunten in het ondervlak van het element een ope-25 ning is gevormd. In de transportstand kan het vrije uiteinde van het koppelelement opgenomen zijn in de opening in het randprofiel naast de opening, waardoorheen het koppelelement zich uitstrekt, zodat er geen uitstekende delen zijn. Dit geldt ook voor een element aan het uiteinde van een reeks 30 elementen, waarvan het koppelelement niet wordt gebruikt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van het koppelelement volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. l toont perspectivisch en schematisch drie 35 naast elkaar aan een plafond opgehangen elementen, die met elkaar zijn verbonden door koppelelementen volgens de uitvinding ; 1003276 5 fig. 2 toont het in fig. 1 door II aangeduide gedeelte op grotere schaal; fig. 3 toont, schematisch, een aanzicht overeenkomstig III in fig. 2; 5 fig. 4 toont, schematisch, een aanzicht overeenkom stig IV in fig. 2, en fig. 5 toont, schematisch, een aanzicht overeenkomstig V in fig. 2 van een variant.

Opgemerkt wordt, dat de elementen in de figuren op 10 enige afstand van elkaar zijn weergegeven,· in de praktijk zullen ze echter met hun zijranden tegen elkaar aanliggen.

In fig. l is een aan een plafond bevestigde draag-rail 1 weergegeven, waaraan op op zichzelf bekende wijze elementen 2, 2' en 2" zoals plafondbekledingselementen, ge-15 luiddempende schotten etc., zijn opgehangen. Deze elementen zijn, zoals op zichzelf eveneens bekend is, voorzien van een kern 3 en een deze kern omringend randprofiel 4 dat in hoofdzaak een U-vormige dwarsdoorsnede bezit. Verder is in fig. l zichtbaar, dat de elementen 2 onderling zijn gekoppeld door 20 koppelelementen 5, die hierna aan de hand van de fig. 2-5 nader zullen worden toegelicht.

In het bijzonder verwijzend naar fig. 2 blijkt, dat het koppelelement 5 bestaat uit een Z-vormig deel met twee benen 6 en 7 en een daartussen gelegen lijf 8. Het ene been 6 25 en het lijf 8 zijn in de gemonteerde stand van het koppelelement 5 inwendig tegen het lijf 9 van het randprofiel 4 geplaatst. Het koppelelement bestaat uit een veerkrachtig materiaal, zodat het vrije uiteinde 10 van het been 6 aangrijpt op de ene randprofielflens 11; de verbinding tussen dit been 6 en 30 het lijf 8 grijpt dan aan op de tegenovergelegen randprofiel-flens 12.

Opnieuw verwijzend naar fig. 2 blijkt, dat het andere been 7 van het koppelelement 5 zich vanaf de randpro-fielflens 11 van het element 2 uitstrekt naar de diagonaal 35 daartegenovergelegen randprofielflens 12' van het aangrenzende element 2'. De lengte van het been 7 is zodanig gekozen, dat in de gemonteerde stand (waarin, zoals eerder opgemerkt, de 1 0 0 3 2 ? r.

6 elementen tegen elkaar aanliggen) beide elementen 2 en 2' op één lijn met elkaar liggen. Kleine afwijkingen in hoogte (en eventueel onderlinge afstand) kunnen door de lengte van het been 7 worden gecompenseerd.

5 In het ondervlak van het element 2 (nabij een hoekpunt) is een opening 13 gevormd door welke het koppelele-ment 5 zich uitstrekt. Verwijzend naar fig. 1 blijkt, dat ter plaatse van een in het ondervlak diagonaal daartegenovergelegen hoekpunt een opening 14 is gevormd, die het uiteinde van 10 een koppelelement van een aangrenzend element kan opnemen. In fig. 2 betekent dit, dat het koppelelement 5, dat zich uit-strekt door de opening 13 in het element 2, met zijn vrije uiteinde aangrijpt op de opening 14' van het aangrenzende element 2'.

15 Een opening 17 tegenover opening 13 kan in een transportstand het vrije uiteinde (omgezette uiteinde 15, zie hierna) van het koppelelement 5 opnemen, zodat er dan geen uitstekende delen bestaan.

Ter vereenvoudiging van de montage respectievelijk 20 demontage van het koppelelement 5 is het vrije uiteinde van het been 7 hiervan omgezet. Het omgezette gedeelte 15 grijpt dan in de getoonde uitvoeringsvorm aan in de opening 14'.

Het been 7 is met zijn vrije van het omgezette gedeelte 15 voorziene uiteinde voorgespannen in de richting 25 van het element 2, in het bijzonder in de richting van de randprofielflens 12, zodat de beide elementen 2 en 2' onder voorspanning met elkaar zijn verbonden.

Bij voorkeur is het vrije uiteinde 10 van het been 6 van het koppelelement 5 scherp uitgevoerd, zodat een ver-30 schuiving hiervan ten opzichte van de randprofielflens 11 wordt voorkomen en het manipuleren van het been 7 (tijdens de montage of demontage van het koppelelement 5) niet zal leiden tot een verschuiven van het koppelelement 5 ten opzichte van het betreffende element, in het bijzonder een verschuiving 35 naar beneden als gezien in fig. 2 of fig. 3.

Fig. 5 toont tenslotte een variant, waarbij aan de binnenzijde over het been 6 en het lijf 8 van het koppelele- 1003278 7 ment 5 een dubbelzijdig klevende strip 16 is aangebracht, die enerzijds het koppelelement 5 bevestigt aan het lijf 9 van het randprofiel 4 en een verbinding vormt met de kern 3 en anderzijds kan zorgen voor een bescherming van het tegen het kop-5 pelelement 5 aanliggende deel van deze kern 3 van het element 2. In het bijzonder, wanneer een dergelijke kern is omhuld door een folie kan een dergelijke bescherming van belang zijn.

De met het koppelelement 5 volgens de uitvinding verkregen voordelen zijn velerlei. Door de eenvoudige vorm is 10 de fabricage eenvoudig en goedkoop. Tevens leidt het koppelelement tot een eenvoudige montage en demontage. De vorm van het koppelelement 5 staat een zekere compensatie van hoogteverschillen tussen aangrenzende elementen toe. In de niet gebruikte stand is het vrije uiteinde 5 van het been 7 opgeno-15 men in de opening 17 zodat dan geen hinderlijk uitstekende delen worden verkregen.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm, die binnen het door de conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wijze 20 kan worden gevarieerd.

1003278

Claims (10)

1. Koppeleleraent voor het met elkaar verbinden en onderling uitgelijnd houden van in een vertikale positie aan een plafond opgehangen elementen, zoals plafondbekledingsele-menten, geluiddempende schotten etcetera, welke elementen zijn 5 voorzien van een kern en een deze kern omringend randprofiel met in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, met het kenmerk, dat het koppelelement bestaat uit een veerkrachtig draadvormig deel met in hoofdzaak een Z-vormig verloop, waarbij één been en het aangrenzende lijf van de Z zijn bedoeld om inwendig te 10 worden geplaatst tegen het lijf van het U-vormige randprofiel, waarbij het uiteinde van het genoemde been tegen de ene rand-profielflens en de verbinding tussen het been en het koppel-elementlijf tegen de andere randprofielflens aanligt, terwijl dan het andere been van de Z zich buiten het randprofiel, 15 vanaf de ene randprofielflens, uitstrekt naar een aangrenzend element.

2. Koppelelement volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het ene been van de Z een scherp uiteinde bezit en in de gemonteerde stand van het koppelelement schuin in de 20 richting van het andere been wijst.

3. Koppelelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het andere been een zodanige lengte bezit dat dit zich in de gemonteerde stand vanaf de ene randprofielflens kan uitstrekken naar de diagonaal daartegenover gelegen randpro- 25 fielflens van het aangrenzende element.

4. Koppelelement volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het andere been van de Z in de gemonteerde stand is voorgespannen in de richting van de randprofielflens.

5. Koppelelement volgens een der voorgaande conclu-30 sies, met het kenmerk, dat het vrije uiteinde van het andere been van de Z een omgezet gedeelte bezit.

6. Samenstel uit element en koppelelement volgens een der voorgaande conclusies.

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, 35 dat tussen de kern van het element enerzijds en het ene been 1003278 en het lijf van de Z anderzijds een bedekkingsstrook is aangebracht .

8. Samenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de bedekkingsstrook uit een dubbelzijdig klevend materiaal 5 bestaat.

9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ter plaatse van een hoekpunt in het ondervlak van het element in het randprofiel een opening is gevormd door welke het koppelelement zich uitstrekt, terwijl 10 ten minste ter plaatse van het in het ondervlak diagonaal daartegenover gelegen hoekpunt eveneens een opening is gevormd voor het opnemen van het uiteinde van een koppelelement van een aangrenzend element.

10. Samenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, 15 dat ter plaatse van alle vier de hoekpunten in het ondervlak van het element een opening is gevormd. 1 0 0 3 2 7 *