NL7902834A - Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen. - Google Patents

Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen. Download PDF

Info

Publication number
NL7902834A
NL7902834A NL7902834A NL7902834A NL7902834A NL 7902834 A NL7902834 A NL 7902834A NL 7902834 A NL7902834 A NL 7902834A NL 7902834 A NL7902834 A NL 7902834A NL 7902834 A NL7902834 A NL 7902834A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shaped
leg
hole
strip
plate
Prior art date
Application number
NL7902834A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Geel Nv Metaalfab Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Geel Nv Metaalfab Van filed Critical Geel Nv Metaalfab Van
Priority to NL7902834A priority Critical patent/NL7902834A/nl
Priority to BE1/9737A priority patent/BE881917A/nl
Priority to DE19803008510 priority patent/DE3008510A1/de
Priority to SE8002508A priority patent/SE8002508L/
Publication of NL7902834A publication Critical patent/NL7902834A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/26Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets specially adapted for supporting the pipes all along their length, e.g. pipe channels or ducts
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/26Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor directly on or in walls, ceilings, or floors
    • H02G3/263Installation, e.g. suspension, of conduit channels or other supports

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Supports For Pipes And Cables (AREA)
  • Details Of Indoor Wiring (AREA)

Description

*- -ΛΪ -1- m η i " ....... j ! Metaalwarenfabriek Van Geel B.V. i J te Boxtel/ Nederland.
t i ' ; Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen ; t f j voor kabel- of leidingsystemen.
I ——— — — — — — — ——— — — — — ——— — — — —— — — ———— — — — — — — — — i ί * ^ ! De uitvinding heeft betrekking op een inrichting ! : voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of i leidingsystemen. In de utiliteitsbouw is het reeds veel ‘ toegepast om de daarbij aan te brengen kabels of leidingen 5 , in goten neer te leggen, welke goten worden gevormd door : aan de wand of aan het plafond van het gebouw op te hangen elementen.
Het doel van de uitvinding is om de ophanging zodanig te doen plaatsvinden dat een minimum aan montagetijd 10 ; noodzakelijk is, terwijl de ophanginrichting aan de onder zijde van de goot niet zichtbaar is, hetgeen de mogelijkheid schept om de goten zonder verdere afwerking te kunnen toepassen in gangen of dergelijke zonder dat dit afbreuk doet aan het interieur van het gebouw.
15 De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich door een plaatvormig element met althans een verhoogd gedeelte, in het opgaande randdeel waarvan één of meer gaten zijn aangebracht, en met langs de plaatranden aangebrachte bevestigingsmiddelen voor het aan de binnen-20 zijde van de goot vasthechten van het plaatvormige element, alsmede een L-vormige beugelstrip waarvan het ene been via een gat onder het verhoogde plaatdeel is te voeren, en het andere been aan de wand of het plafond bevestigbaar is.
Dankzij de voorgestelde constructie is het thans 25 mogelijk om het ene been van de L-vormige beugelstrip, die aan de wand te bevestigen is, zonder bout of andere hulp- 7902834 <f«. 3 -2- ' ...! verbinding aan de gootvormige elementen te koppelen, ' waarbij deze beugel vanaf de onderzijde van de goot niet ; zichtbaar is, omdat deze aan de binnenzijde van de goot tussen de bodem daarvan en het verhoogde plaatdeel is j 5 geklemd.
In een voorkeurs uitvoeringsvorm heeft het verhoogde plaatdeel een rechthoekige vorm met twee aan de gootwand evenwijdige zijden, in tenminste éën waarvan een gat is aangebracht, waarbij een tweetal in eikaars 10 verlengde liggende gaten in de andere zijde van de rechthoek zijn aangebracht. Met deze opstelling van de t gaten kan de beugel in een drietal standen ten opzichte van ;de goot worden geplaatst, hetgeen de montagemogelijkheden vergemakkelijkt.
15 I Teneinde het vastklemmen van het ene been van de ' L-vormige beugelstrip te bevorderen is de onderrand van de i ,twee tegenover elkaar liggende gaten elk voorzien van een inaar binnengerichte lip. Daarbij kan volgens een andere ' maatregel het ene been van de L-vormige beugelstrip zijn 20. : voorzien van zijuitstulpingen die samenwerken met de liP“ p£n van het plaatvormige element.
Voorts is het mogelijk om de klemming tussen de L-vormige beugelstrip en het plaatvormige element te bevorderen door in het bovenvlak van het ene been van de 25 beugel een uitstulping aan te brengen die samenwerkt met een in het verhoogde deel van het plaatvormig element aangebrachte corresponderende uitstulping of gat.
Verder stelt de uitvinding voor om het andere been van de beugelstrip aan een bijzonder ophangelement dat 30 vooraf aan het plafond is bevestigd, te kunnen koppelen.
Ook hier dient een stevige verbinding zonder gebruikmaking van extra hulpmiddelen zoals bouten, moeren tot stand gebracht te worden.
* ) > 7 9 0 2 8 3 4 •'ii· ► » -3- f . - !
Het ophangelement is volgens de uitvinding in hoofdzaak ' f } iU-vormig, waarbij in de flensen twee tegenover elkaar : [liggende gaten zijn aangebracht, waarbij het ene gat ; ibreder is dan het andere en waarbij het andere been van de j 5 L-vormige beugelstrip nabij het einde daarvan plaatselijk | :is versmald, een en ander zodanig dat het been door het • grote gat kan worden gevoerd en achter het: kleine gat kan worden gehaakt.
1 In verband met de hoogteinstelling van de 10" 'kabel-of leiding"goot in het gebouw verdient het de 'voorkeur om het andere been van de L-vormige beugelstrip telescopisch uit te voeren.
Bovengenoemde en andere kenmerken van de ophanginrichting volgens de uitvinding zullen nader 15 worden toegelicht in de hieronder staande figuurbeschrijving aan de hand van een tekening.
In de tekening toont: fig.l een perspectivisch aanzicht van een deel .van een kabel of leiding systeem, dat in een gootvormige 20 drager is opgehangen, fig.2, 3 en 4 het plaatvormige element met de L-vormige beugelstrip in verschillende standen ten opzichte van elkaar, fig.5 het gemonteerde plaatvormige element uit 25 fig.4 in combinatie met gootvormige elementen en daarin gelegde kabels, fig.6 en 7 een andere uitvoeringsvorm van de L-vormige beugelstrip voorzien van een ophangelement voor plafond bevestiging.
30 Fig.l laat zien dat het kabelgoot systeem 1 met daarin neergelegde leidingen öf kabels 2 op twee wijzen in het gebouw is te monteren. Enerzijds is het mogelijk om bij 3 de elementen aan de zijdewanden 4 te bevestigen 7902834 -4- v 5 [ respectievelijk bij 5 aan het plafond 6 op te hangen'. !
De ophanginrichting volgens de uitvinding is op j vergrote schaal in de figuren 2,3 en 4 getoond, welke inrichting in hoofdzaak bestaat, uit een plaatvormig 1 5 element 7, dat een verhoogd deel 8 vertoont.
In de opgaande randdelen 9 van hét verhoogde deel' 8 zijn gaten 10 respectievelijk-11 en: Γ2 aangebraöht. . . ! i
De gaten 11 en 12 liggen in twee' tegenover elkaar gelegen randdelen 9 van het in deze uitvoeringsvorm rechthoekig 10 getoonde verhoogde deel 8.
Eén der zijden van het gat 10 loopt parallel aan de goot-rand, hetgeen in fig.5 is getoond.
[ Het plaatvormige element 7 is langs de randen { voorzien van bevestigingsmiddelen 13 die in deze uitvoering 15 1 zijn gevormd door platen, welke een hoek van 90° met' de J plaat 7 insluiten.
j -De door de uitvinding voorgestelde L-vormige ! beugels trip 14 vertoont een been 15 dat in één., der gaten i !10, 11 of 12 gestoken dient te worden.
i 20 |Het ene been 15 is voorzien van zij-uitstulpingen 16, ;terwijl het andere been 17 is voorzien van een gat 18 voor ;het doorvoeren van een muurbout of dergelijke.
1 Volledigheidshalve zij vermeld dat de onderrand ;van de gaten 11 en 12 is voorzien van een naar binnen 25 gerichte lip 19.
De montage van de ophanginrichting voor de :kabelgoten wordt thans beschreven aan de hand van de figuren 2,3,4,5.
In fig.2 is te zien dat het ene been 15 door het gat 10 van 30 |de plaat 7 dient te worden gestoken tot aan de hoek van de .L. Daarna wordt de beugel tegen de wijzers van de klok in verdraaid totdat het de stand inneemt van fig.3 waarbij ,het ene been 15 tegen de onderzijde van het verhoogde deel i .....
• » · 'iir 790 2 8 3 4 * -% -5- * 1 8 van het element 7 komt te liggen. Vervolgens wordt de j beugel naar links in fig.4 verschoven, zodanig dat de ; . uitstulpingen 16 boven de lippen 19 van de gaten 11 en J 12 komen te liggen, waarbij het andere been 17 tegen de ! 5 ! binnenzijde van de platen 13 rust.
| | Vervolgens wordt middels een muurbout 20 de beugel ! bevestigd aan de muur 4.
! - De aan te brengen gootvormige elementen hebben , in hoofdzaak een U-vormige dwarsdoorsnede, waarvan de ' binnenomtrek overeenkomt met de buitenomtrek van het ïplaatvormige element 7,13. De hoogte van de platen 13 is | daarbij zodanig dat deze gelijk is aan de hoogte van de 'zijwanden van de goot 21, die langs hun vrije bovenranden 22 zijn omgekraald.
15
De bevestiging van de gootelementen vindt op eenvoudige .wijze plaats door de gootelementen vanaf één einde op het U-vormige plaatelement 7, 13 te schuiven. Bij voorkeur is de plaats van ophanginrichting zodanig gekozen dat het ophangelement 7, 13 tevens als koppelstuk voor twee goot- 20 elementen 21 dient, waardoor een stootverbinding ontstaat bij 23, zie fig.5.
Tenslotte kunnen de kabels van het kabelsysteem in de aldus gevormde goot worden neergelegd.
Het zal duidelijk zijn dat met de beschreven 25 uitvoeringsvorm slechts ëën bout per ophangelement noodzakelijk is, terwijl aan de onderzijde van de goot geen enkel bevestigingsmiddel te zien valt,. Immers zal door de stootverbinding bij 23 een doorgaand zij- en ondervlak van de goot 21 zijn gewaarborgd.
^ In de figuren 6 en 7 is een andere beugelvorm getoond die geschikt is voor het ophangen van het plaatvormige element 7, 13 aan het plafond.
De L-vormige beugel 14 bestaat in deze uitvoerings- - i i\i- 790 28 34 W \ -6- vorm uit een tweetal delen, waarvan het onderste deel 25 kan worden bevestigd aan het plaatvormige element 7 en het bovenste deel 26 is te koppelen aan een vooraf aan het j plafond te bevestigen ophangelement 27. Het deel 25 is ! » 5 voorzien van een sleufgat 28, terwijl het deel 26 is uitgevoerd met ëën of meer gaten 29.
Door het sleufgat 28* respect±eveidgik'-iiet~^at* *2·9 is- een ~~......- bout 30 te voeren, die-door· middel-van: een*moer· 31-de-beide delen 25 en 26 op elkaar klemt Het zal duidelijk 10 zijn dat de lengte van het andere been gevormd door de ! |delen 25 en 26 van de L-vormige beugelstrip op deze wijze willekeurig kan worden ingesteld.
Het ene been 15 van het onderste deel 25' wordt |in deze uitvoeringsvorm hetzij eerst in het gat 11 en 15 | vervolgens doorgestoken in het gat 12, hetzij andersom ;onder het verhoogde deel 8 van het plaatvormige element 7 ! gevoerd (zie fig.7). Een stevige klemverbinding komt tot I stand door middel van een in het been 15 aangebrachte !uitstulping 32, die samenwerkt met een gat 33 in het 20 J verhoogde deel 8 zodanig dat een klikverbinding tot !stand wordt gebracht. Het ophangelement 27 heeft een t I U-vormig deel 34, waarbij in de flenzen 35 een tweetal ! tegenover elkaar liggende gaten 36 respectievelijk 37 zijn aangebracht. De breedte van het gat 36 is even breed 25 j als de stripbreedte van het deel 26, welk stripdeel nabij I het boveneinde is uitgevoerd met een insnoering 38.
De breedte van de strip tussen de insnoeringen 38 komt overeen met de breedte van de opening 37 in de flens 35 van het element 27.
30 De rand 39 van. de bovenflens 35 is doorgezet in een naar buiten stekende strook 40, die in het midden is : onderbroken door een opening die grenst aan de opening 37.
’ j De strook 40 zet zich voort in een bevestigingsbeugel 41 i' l 7902834 ê~ 1ψ -7- I........' ' “ ~ - -.......... , jvoorzien van een gat 42, waardoorheen een·plafond bevesti- ; i gingselement zoals een bout of dergelijke kan worden' i ‘ ! | geveerd. ; jIn de bevestigingsplaat 41 is eveneens een opening 5 I aangebracht, waarvan de breedte overeenstemt met de breedte i van het gat 36 dat wil zeggen met de breedte van de strip j 26.
ï "
De montage is als volgt.. Het ophangelement 27 wordt eerst aan het plafond bij 5, zie fig.l, bevestigd, 10 . : waarna de strippen 26 door de opening 36 heen worden : gestoken, vervolgens door de opening in de bevestigingsplaat *41, waarbij de insnoeringen 38 het mogelijk maken' dat het einde van de strip 26 achter de opening 36 boven de flens 35 blijft hangen, zie fig.7.
15 De strook 40 heeft een zodanige positie met betrekking tot ;de dikte van de strip 26 en de afmetingen van de gaten 36 en 37 dat de achterzijde van de strip 26 tegen de binnenzijde van het U-vormige deel 34 komt te liggen.
Een uitstulping 43 in het U-vormige deel werkt samen met 20 een gat 44 in de strip 26, zodat ook hier een. klikverbinding tot stand kan worden gebracht.
Vervolgens wordt het deel 25 door middel, van de boutverbinding aan de strip 26 bevestigd, waarna het been 15 van de zo samengestelde L-vormige bevestigingsbeugel 25 ;14 door de gaten 11 respectievelijk 12 wordt gestoken, waarna de gootvormige elementen zoals getoond in fig.5 kunnen worden opgehangen.
De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen.
790 2 8 34

Claims (11)

1. Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen, gekenmerkt door, een plaatvormig element met althans één verhoogd gedeelte in het opgaande-randdeel .waarvan, één of meer- --5 gaten zijn aangebracht, en met langs de plaatranden aangebrachte bevestigingsmiddelen voor het aan de i I binnenzijde van de goot vasthechten van het plaatvormige | element, alsmede een L-vormige beugelstrip waarvan het ene j been via een gat onder het verhoogde plaatdeel is te 10 ; voeren, en het andere been aan de wand of het plafond ! bevestigbaar is. i
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het ! i k e n m e r k, dat het verhoogde plaatdeel een rechthoekige t ;vorm heeft met twee aan de gootwand evenwijdige zijden, 15. in tenminste één waarvan een gat is aangebracht, waarbij , een tweetal in eikaars verlengde liggende gaten in de 1 andere zijden van de rechthoek zijnaaangebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de onderrand van de twee tegenover 20 elkaar liggende gaten is voorzien van een naar binnen gerichte lip voor het vastklemmen van het ene been van de L-vormige beugelstrip.
4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het ene been is voorzien van zij- 25 uitstulpingen die samenwerken met de naar binnen gerichte lippen.
5. Inrichting volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de afstand van zij-uitstulping tot de ;hoek van de L-vormige beugelstrip groter is dan de afstand 30. van de lip tot de aan de goot parallelle en met een gat f t. .;; ut 790 2 8 34 -9- t « Γ" I ! uitgevoerde zijde van het rechthoekig verhoogde plaatdeel.
6. Inrichting volgens conclusie 1-5, met het kenmerk, dat het ene been van de L-vormige beugelstrip is voorzien van een uitstulping in het bovenvlak daarvan en. 5. in het verhoogde plaatdeel een die uüstulping opnemende | vervorming of gat is aangebracht, i 7. Inrichting volgens één der voorgaande | conclusies, gekenmerkt door een U-vormig • ophangelement voor het nabij zijn einde ingesnoerde andere 10 jbeen van de beugelstrip, welk ü-vormig ophangelement is ' voorzien van twee tegenover elkaar liggende gaten in de . flenzen daarvan, waarbij de breedte van het ene gat overeenkomt met de breedte van de beugelstrip, en de , breedte van het andere gat overeenkomt met de breedte bij 15 de insnoering.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de flens van het ü-vormig ophangelement welke is voorzien van het kleinste gat, is voortgezet met een ten opzichte van het U-vormige deel naar buiten 20 gerichte randstrook.
9. Inrichting volgens conclusie 7 en 8, met het kenmerk, dat de randstrook is verlengd met een bevestigingsplaat voorzien van een opening waarvan de breedte overeenkomt met die van het grootste gat in het
25 U-vormige deel, welke opening grenst aan het kleinste gat in het ü-vormige deel.
10. Inrichting volgens conclusie 7-9, met het kenmerk, dat de lijfplaat van het U-vormige deel van het ophangelement alsmede het einddeel nabij de 30 insnoering van de beugelstrip zijn voorzien van vervormingen teneinde een klikverbinding tot stand te brengen.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het andere been van 790 2 8 34 -10- ·* \ de L-vormige beugelstrip telescopisch is uitgevoerd. 1 i -------------- I j t i. i i ) i i > i f i i i ' * Γ-Γ'1 if 790 2 8 3 4
NL7902834A 1979-04-10 1979-04-10 Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen. NL7902834A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902834A NL7902834A (nl) 1979-04-10 1979-04-10 Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen.
BE1/9737A BE881917A (nl) 1979-04-10 1980-02-26 Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen
DE19803008510 DE3008510A1 (de) 1979-04-10 1980-03-05 Vorrichtung zum aufhaengen rinnenfoermiger elemente fuer kabel- oder leitungssysteme
SE8002508A SE8002508L (sv) 1979-04-10 1980-04-01 Anordning for upphengning av rennformade element for kabel- eller ledningssystem

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL7902834 1979-04-10
NL7902834A NL7902834A (nl) 1979-04-10 1979-04-10 Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7902834A true NL7902834A (nl) 1980-10-14

Family

ID=19832962

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7902834A NL7902834A (nl) 1979-04-10 1979-04-10 Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE881917A (nl)
DE (1) DE3008510A1 (nl)
NL (1) NL7902834A (nl)
SE (1) SE8002508L (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1001827A3 (nl) * 1988-06-24 1990-03-13 Chicago Metallic Continent Nv Inrichting voor het ophangen van elementen en hanger hierbij aangewend.
ATE83055T1 (de) * 1989-03-31 1992-12-15 Geberit Ag Vorrichtung zum befestigen einer rohrleitung.
FR2726697B1 (fr) * 1994-11-04 1997-01-17 Petit Max Profile de fixation pour chemin de cables avec ergots et butee d'encliquetage
DE29505055U1 (de) * 1995-03-24 1995-05-18 Eggersmann GmbH + Co KG, 32339 Espelkamp Haltevorrichtung
DE19654889C1 (de) * 1996-03-12 1998-03-12 Rieth & Co Als Blechformteil hergestellte Kopfplatte
EP1505705B1 (de) * 2003-07-22 2009-09-23 Zurecon Ag Montagevorrichtung für Kabelkanäle
EP1594204B1 (de) * 2004-05-08 2007-06-13 Zurecon Ag Deckenstütze
EP1594203A1 (de) * 2004-05-08 2005-11-09 Zurecon Ag Deckenstütze
EP1684393B1 (de) * 2005-01-21 2008-04-23 Zurecon Ag Vorrichtung für die Medien- und Energieversorgung und Installationsverfahren
DE102011117699A1 (de) * 2011-11-04 2013-05-08 Protektorwerk Florenz Maisch Gmbh & Co. Kg Befestigungsprofil, Verbindungselement und System für Lüftungsprofile für hinterlüftete Fassaden von Gebäuden

Also Published As

Publication number Publication date
BE881917A (nl) 1980-08-26
DE3008510A1 (de) 1980-10-23
SE8002508L (sv) 1980-10-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7902834A (nl) Inrichting voor het ophangen van gootvormige elementen voor kabel- of leidingsystemen.
NL2011556C2 (nl) Plafondophangsysteem, profiel en werkwijze.
US4093168A (en) Hanger bracket
US20240125409A1 (en) Trapeze conduit support system
US5423507A (en) Bracket for holding ceiling suspended fixtures
US2922029A (en) Cornice bracket
US4714166A (en) Supporting rack for cooking utensils
NL7909248A (nl) Loopplank.
NL8301406A (nl) Inrichting voor het bevestigen van een buis op een ondersteuning.
NL7905237A (nl) Plafondbekleding met draagprofielen en daaraan opgehan- gen plafondelementen met bij voorkeur grote afmetingen.
NL8200119A (nl) Gootkonstruktie.
US5782439A (en) Support system for transmission lines and cable
NL1010655C1 (nl) Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf.
US3984959A (en) Strap for attaching a ceiling to a steel deck
GB2154858A (en) Wall-mounted storage and/or display systems
EP0005631B1 (en) Tube hanger
NL7807268A (nl) Kabelgoot.
JPH0327469Y2 (nl)
NL9200489A (nl) Gordijnophangstelsel, herinpasbaar gordijnophangorgaan, rail geschikt voor het stelsel en werkwijze voor het buigen van de rail.
NL1012904C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van geleiders langs een plafond.
US20230231367A1 (en) Integrated cable tray splice
NL8204486A (nl) Ophangbaar roosterplafond, in het bijzonder bandroosterplafond.
NL1009672C1 (nl) Pijpdrager.
NL7901260A (nl) Plafondsysteem.
EP0596961A1 (en) A lighting assembly and bracket therefor

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed