NL7710906A - Camouflageinrichting met brede band. - Google Patents

Description

* . ?... * < % • VO 77/4

Dr. Ing. Gunther Pusch Neckargemünd-Dilsberg Bondsrepubliek Duitsland

Camouflageinrichting met brede band.

De uitvinding heeft betrekking op een camouflageinrichting met brede band vanuit het zichtbare spectraalgebied tot het veraf gelegen infrarood gebied, waarbij als camouflage verfschutkleuren worden gebruikt waarvan de pigmenten in het zichtbare en nabij gelegen infra-5 rode gebied een reflectie bezitten, welke overeenkomt met die van chlorofyl, zoals deze voor militaire voertuigen van allerlei type, voor militaire inrichtingen, personen, onderkomens enz. wordt gebruikt.

De tot nu toe bekende camouflageverven bieden in het zichtbare en nabij gelegen infrarode gebied van het spectrum een goede be-10 scherming. Wanneer echter voor verkenning thermische -beeldinrichtingen of een infrarode regelaftastmethode wordt gebruikt, kunnen voorwerpen, die met de op dit moment ter beschikking staande schutkleuren zijn geverfd, in de meeste gevallen duidelijk worden onderscheiden. Dit geldt ook wanneer deze voorwerpen worden overdekt met camouflagenetten, welke 15 niet de op dit moment ter beschikking staande schutkleuren zijn geverfd. Dit is in de eerste plaats een gevolg van het feit, dat de huidige schutkleuren in het veraf gelegen infrarood gebied (venster II van de atmosfeer = 3-5 /um en venster III = 8-14 /um) een emissie-coëfficient van meer dan 90% hebben, die in de meeste gevallen aanmer-20 kelijk groter is dan die van de natuurlijke achtergrond.

De uitvinding berust op het inzicht, dat de emissiefaktor van de schutkleuren in de vensters II en III niet 'slechts door de pigmenten van de schutkleuren doch in sterke mate door de bindmiddelen wordt beinvloed. Terwijl zwarte en donkere pigmenten ook in het veraf 25 gelegen infrarood gebied een relatief grote emissiefaktor hebben, hebben de pigmenten, die op het natuurlijke chlorofyl gelijken, een rela- 771 0 9 0 6Γ ft 2 0 , >' *v tief geringe emissiefaktor. De tot nu toe gebruikte lakbindmiddelen hebben echter in het venster III een zeer grote emissiefaktor, terwijl in • het venster II afhankelijk van het gebruikte type bindmiddel, de emissiefaktor varieert. Wanneer metalen voorwerpen, zoals voertuigen, met de 5 huidige schutkleuren worden beschilderd, zullen zij op grond van de ver schillende emissiefaktor daarvan b.v. in het venster II donkerder dan de natuurlijke achtergrond en in het venster III helderder lijken.

De in het zichtbare optische spectraalgebied aanwezige camouflagewerking is derhalve in beide gevallen niet meer aanwezig. De uitvinding stelt 10 zich derhalve ten doel een camouflageinrichting van het bovenbeschreven type te verschaffen, welke zowel in het zichtbare gebied tegen de bekende afstandswaarneem- en afstandsopneeminrichtingen, alsook in het infrarood gebied tegen thermische-beeldinrichtingen een grote veiligheid bied.

15 , Volgens de uitvinding bezitten daartoe de bindmiddelen van de schutkleuren in de gebieden 3-5 /urn (venster II) en 8-14 /um (venster III) een goede transparantheid.

Een op deze wijze opgebouwde campuflageverf reflecteert de straling in het zichtbare en nabij gelegen infraroodgebied van 0,5-2 ^um 20 (venster I) op grond van de pigmentering op precies dezelfde wijze als de tot nu toe gebruikte schutkleuren en heeft de bekende goede eigenschap daarvan nl. het naderen van de reflectiekromme aan die van het chlorofyl.

De eigen emissie in de vensters II en III wordt, zoals boven "25 ·' is uiteengezet,' in sterke mate door speciale ’bindmiddelen 'gereduceerd. · · ··

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding bestaat de grondverf van de camouflageverf uit metallisch spiegelende, afwisselend met in het infrarode gebied met lange golven zwart werkende kleuren, waarop dan de volgens de bovenbeschreven inzichten opgebouwde camouflagekleuren 30 worden opgebracht.

Derhalve wordt door de keuze van de ondergrond een structurering van het emissiekontrast in de vensters II en III mogelijk. Een op deze wijze geverfd voorwerp is derhalve noch met optische noch met thermische waameeminrichtingen wat de contouren betreft daarvan te onderscheiden.

35 Bij een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt de grondverf van de camouflageverf metallisch spiegelend uitgevoerd 7710906 3 ν'* .

en bestaat de structurering door de dekwerf uit op een verschillende wijze absorberende en/of verstrooiende pigmenten.

• *

De bekende voor camouflagekleuren in het zichtbare optische spectraalgebied gebruikte pigmenten hebben afhankelijk van de zicht-5 bare optische kleur een verschillende absorptie en/of strooiing, zodat door de keuze van de zichtbare optische pigmentkleuren onder gebruik van de uitvinding de emissiefaktor en daardoor een structurering van de camouflageinrichting in het thermische beeldgebied mogelijk wordt.

Bij een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de 10 grondverf van de camouflageverf metallisch spiegelend uitgevoerd en vindt de structurering plaats door een camouflagekleur met een enkele pigmentering met plaatselijk verschillende laagdikte. De structurering wordt verkregen door het feit, dat de absorptie- of emissiecoëfficient in de meeste gevallen door de laagdikte d.w.z. het aantal pigmenten, 15 dat in de laag is ingebed, wordt bepaald, aangezien volgens de uitvin ding de absorptie van het pigment klein dient te zijn.

Bij een verdere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding heeft het bindmiddel van de grondverf en/of de camouflageverf in het gebied van ongev. 5,5 - 7,5 /um een sterkteabsorptie. In dit spectraalgebied 20 worden dan tussen de atmosferische vensters II en III de door het voertuig'of de inrichting ontwikkelde hoeveelheden warmte geëmitteerd.

Deze straling is echter niet zichtbaar bij een thermische waarneming aangezien in dit spectraalgebied de atmosfeer op grote af-...... . stand ondoorlaatbaar is.

25 De camouflageinrichting met brede band volgens de uitvinding wordt met behulp van camouflagenetten, die zich wat betreft de zichtbare optische eigenschappen daarvan niet onderscheiden van de huidige netten mogelijk doordat het textielweefsel van de camouflagenetten eerst met een spiegelende kleur wordt geverfd en vervolgens van camou-30 flagekleuren met de bovengenoemde eigenschappen wordt voorzien. Der gelijke camouflagenetten bezitten in tegenstelling tot de thans gebruikte netten ook in de vensters II-en III een dienovereenkomstig nodige structurering.

Men kan ook thermische isolatiematten ter vermindering van 35 het temperatuurcontrast aan de buitenzijde daarvan aan de bovenstaande 7 71 0 9 0 6 4 werkwijze onderwerpen en deze doen 'zich dan in de vensters II en III van de atmosfeer gestructureerd voor. De eigenschap van de thermische ’ isolatiematten om bij bestraling door de zon op grond van de grote thermische isolatiewerking daarvan aanmerkelijk sterker te worden 5 verwarmd dan de natuurlijke omgeving, waardoor deze met behulp van ther mische beeldinrichtingen helder oplichtend kunnen worden onderkend, wordt bij toepassing van de maatregelen volgens de uitvinding verhinderd doordat de warme delen van het voorwerp door thermische isolatiematten en het gehele camouflagevoorwerp door een bovenbeschreven camou-10 flagenet, dat op een, de luchtconvectie mogelijk makende afstand is opgesteld, wordt gecamoufleerd.

Terwijl er warmtekontrast d.w.z. het kontrast van de warmte-delen ten opzichte van de natuurlijke achtergrond, door de thermische isolatiematten wordt gereduceerd, verhindert het daarover aangebrachte 15 camouflagenet een verwarming van het voorwerp resp. de thermische isolatiemat door bestraling door de zon aangezien de op een bekende wijze sikkelvormig gesneden weefsels, die overeenkomstig de bovenbeschreven methode thermisch is gestructureerd, door zonnebestraling op dezelfde wijze als de als het natuurlijke gebladerte wordt verwarmd 20 en door wind en/of luchtconvectie wordt gekoeld. De schaduwwerking van het camouflagenet op de thermische isolatiemat bewerkstelligt, dat deze in geen geval door zonnebestraling aan de buitenzijde op een andere wijze kan worden verwarmd dan de natuurlijke omgeving. De door middel van de maatregelen volgens de uitvinding verkregen thermische •25 '' structurering van het camouflagehêt veroorzaakt, dat’het émissiekon-trast daarvan niet een enkele waarde heeft doch plaatselijk verschilt. Daardoor wordt de thermische structuur van het totale te camoufleren voorwerp verstoord. De geometrische configuratie van het camouflagenet kan derhalve bij een thermische beeldmethode niet meer worden onder-30 scheiden.

7710906

Claims (5)

1. Camouflageinrichting met brede band vanuit het zichtbare spectraal gebied tot in het veraf gelegen infrarood gebied, waarbij als camouflage-verf camouf1agekleuren worden gebruikt waarvan de pigmenten in het zichtbare en nabij gelegen infrarood gebied een reflectie be- 5 zitten, welke overeenkomt met die van chlorofyl, met het kenmerk, dat de bindmiddelen van de camouflagekleuren in de gebieden 3-5 /um (venster II) en 8-14 yum (venster III) een goede transparantheid bezitten.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de grondverf van de camouflageverf uit metallisch spiegelende, afwisselend IQ met in het infrarood gebied met lange golven zwart werkende kleuren bestaat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de grondverf van de camouflageverf metallisch spiegelend is uitgevoerd en de structurering door de dekverf uit op een verschillende wijze absorbe- 15 rende en/of verstrooiende pigmenten bestaat.

4. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de grondverf van de camouflageverf metallisch spiegelend is uitgevoerd en de structurering plaatsvindt door een camouflagekleur met een enkele pigmentering met plaatselijk verschillende laagdikte. 2Q

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het bindmiddel van de grondverf en/of de camouflageverf in het gebied van ongeveer 5,5 - 7,5 /urn een sterke absorptie vertoont. 7710906