NL2031794B1 - Hefinrichting voor eiertrays - Google Patents

Hefinrichting voor eiertrays Download PDF

Info

Publication number
NL2031794B1
NL2031794B1 NL2031794A NL2031794A NL2031794B1 NL 2031794 B1 NL2031794 B1 NL 2031794B1 NL 2031794 A NL2031794 A NL 2031794A NL 2031794 A NL2031794 A NL 2031794A NL 2031794 B1 NL2031794 B1 NL 2031794B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lifting device
platform
egg
tray
egg tray
Prior art date
Application number
NL2031794A
Other languages
English (en)
Inventor
Derk Grootherder Berend
Original Assignee
Hedipack Tech Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hedipack Tech Beheer B V filed Critical Hedipack Tech Beheer B V
Priority to NL2031794A priority Critical patent/NL2031794B1/nl
Priority to PCT/NL2023/050246 priority patent/WO2023214879A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2031794B1 publication Critical patent/NL2031794B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G57/00Stacking of articles
    • B65G57/30Stacking of articles by adding to the bottom of the stack
    • B65G57/301Stacking of articles by adding to the bottom of the stack by means of reciprocatory or oscillatory lifting and holding or gripping devices
    • B65G57/302Stacking of articles by adding to the bottom of the stack by means of reciprocatory or oscillatory lifting and holding or gripping devices added articles being lifted to substantially stationary grippers or holders
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0202Agricultural and processed food products
    • B65G2201/0208Eggs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting voor een vierkante eiertray met een stramien van een traymatrixpatroon van in vijf rijen en zes kolommen gerangschikte kommen voor het opnemen van een ei, waarbij een onderlinge hartafstand van twee naburige kommen in een rij gelijk is aan een onderlinge hartafstand van twee naburige kommen in een kolom, de inrichting omvattende een horizontaal plateau dat aan een bovenzijde is voorzien van naar boven uitstekende uitsteeksels voor het aan een onderzijde van een gedragen eiertray tussen de kommen aangrijpen van de eiertray. De uitsteeksels zijn voorzien in een plateaumatrixpatroon, volgens een met de afmetingen corresponderend gedeelte van het genoemde stramien van kommen van genoemde te dragen eiertray, waarbij midden tussen elke twee naburige rijen uitsteeksels van het traymatrixpatroon een extra rij uitsteeksels op het plateau is voorzien die de helft van genoemde hartafstand is versprongen ten opzichte van beide naburige rijen.

Description

Korte aanduiding: Hefinrichting voor eiertrays
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een stapelinrichting die geschikt is voor het stapelen van in hoofdzaak vierkante, via een aanvoertransporteur in een aanvoertransportrichting naar onder een stapellocatie aangevoerde, of althans aan te voeren, en via een afvoertransporteur in een afvoertransportrichting van de stapellocatie af te voeren eiertrays, omvattende: - een ontvanginrichting, ingericht voor het successievelijk ontvangen en dragen van door de aanvoertransporteur aangevoerde met eieren gevulde eiertrays, de ontvanginrichting omvattende een doorvoerruimte die geschikt is voor het er doorheen voeren van een plateau, en die aan ten minste twee zijden is gedefinieerd door eerste draagelementen, die bij toepassing met de eerste draagelementen corresponderende randen van een eiertray dragen, - een zich boven de ontvanginrichting bevindende stapelinrichting ter plaatse van de stapellocatie, omvattende een zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekkende doorvoeropening die geschikt is voor het er doorheen voeren van het met een eiertray geladen plateau, en die boven de ontvangruimte is gelegen en aan ten minste twee zich elk parallel aan elkaar uitstrekkende zijden is gedefinieerd door beweegbare tweede draagelementen die bij toepassing met de eerste draagelementen corresponderende randen van een eiertray dragen en die zijn ingericht voor het vergroten en verkleinen van de doorvoeropening, - een hefinrichting, omvattende een zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend, door een draaginrichting gedragen plateau ingericht voor het vanuit de ontvanginrichting omhoog brengen van een eiertray, waarbij het plateau zodanige afmetingen heeft dat het de doorvoerruimte en de doorvoeropening kan passeren, - waarbij de stapelinrichting is ingericht teneinde een door middel van de hefinrichting vanaf de ontvanginrichting omhoog gebrachte met eieren gevulde eiertray met een bovenzijde van de eiertray te doen aangrijpen op een onderzijde van een zich in de stapelinrichting bevindende verdere eiertray, daarna de tweede draagelementen zodanig te doen bewegen, dat de eiertray de doorvoeropening kan passeren, daarna de hefinrichting de aldus de door het plateau gedragen eiertray(s) verder omhoog te brengen en vervolgens de tweede draagelementen de doorvoeropening zodanig te doen verkleinen, dat wanneer de hefinrichting naar beneden wordt bewogen, de eiertray door de tweede draagelementen wordt gedragen.
Eiertrays zijn er in verschillende soorten en maten. Een veelvoorkomende vorm is een vierkante eiertray waarin in een matrixpatroon vijf rijen en zes kolommen eieren zijn, of althans dienen te worden, verpakt. Dertig kommen waarin de eieren zijn, of althans dienen te worden, geplaatst zijn vormgegeven als verdiepingen met een vorm die het midden houdt tussen een omgekeerde afgeknotte kegel en een omgekeerde koepel. De stapelinrichting volgens de onderhavige uitvinding is in het bijzonder ontwikkeld voor een dergelijke eiertray. Het moge echter duidelijk zijn dat ook andere ontwerpen eiertrays, bijvoorbeeld met een matrix van vier bij vijf kolommen, met een inrichting volgens de uitvinding verwerkt kunnen worden, hetgeen ook bij bekende inrichtingen gebeurt. Dat is mogelijk, omdat de oriëntatie en de onderlinge afstand van de eieren in de meeste gevallen, ook bij niet vierkante maar bijvoorbeeld rechthoekige eiertrays, overeenkomt met die in de bekende vierkante vijf bij zes eiertray.
Bekende stapelinrichtingen van het hierboven beschreven type hebben als tweede draagelementen vier een rechthoek definiërende stroken die elk om een horizontale as scharnierbaar zijn aangebracht. Twee tweede draagelementen zijn aangebracht aan, en rusten op horizontale randen van de stapellocatie. De andere twee tweede draagelementen strekken zich haaks op de afvoertransportrichting uit en rusten met hun uiteinden op de in de vorige zin genoemde tweede draagelementen.
Wanneer een eiertray door de hefinrichting omhoog wordt gebracht, drukt de hefinrichting via de eiertray de vier tweede draagelementen omhoog, waardoor de doorvoeropening als het ware aan vier zijden open scharniert. Wanneer de eiertray de doorvoeropening voldoende is gepasseerd vallen de scharnierbare stroken onder de zwaartekracht omlaag naar hun oorspronkelijke positie waarin ze op de randen van de stapellocatie rusten. Vervolgens beweegt de hefinrichting naar beneden en komt de onderste eiertray te rusten op de vier stroken. Een nadeel van de bekende inrichting is dat de werking van de tweede draagelementen foutgevoelig is en die in staat is om een eiertray beter te ondersteunen. De haaks op de afvoertransportrichting uitgerichte tweede draagelementen mogen niet eerder naar beneden vallen dan de tweede draagelementen die worden gedragen door en rusten op de randen van de stapellocatie, want anders kantelen ze volledig naar beneden. Verder kunnen de bekende tweede draagelementen een eiertray slechts over een smalle onderrand van een eiertray dragen. Eiertrays zijn vaak vervaardigd van bulkmateriaal, dat erg kwetsbaar is, en erg slap wordt als het maar een beetje nat wordt. Dat tast het draagvermogen van de dunne onderrand van de eiertray behoorlijk aan. En als een stapel eiertrays in de inrichting naar beneden valt geeft dat veel rotzooi. De inrichting dient schoon te blijven, want er worden etenswaren door verpakt.
De onderhavige uitvinding beoogt een stapelinrichting van het in de inleiding beschreven type te verschaffen, die een stapel eiertrays op meer betrouwbare wijze kan dragen en die minder foutgevoelig is dan de bekende stapelinrichting.. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat de tweede draagelementen zich althans in hoofdzaak horizontaal en haaks op de afvoertransportrichting uitstrekken en zijn ingericht om in een horizontaal vlak in de transportrichting van elkaar af en naar elkaar toe te bewegen. De beweging van de tweede draagelementen kan motorisch worden aangestuurd en is daarmee minder foutgevoelig dan bij de bekende inrichting, waarbij de beweging van de tweede draagelementen afhankelijk is van contact met eiertays en de zwaartekracht. Bovendien biedt de uitvinding de mogelijkheid tweede draagelementen beter te positioneren en is de ontwerpvrijheid ervan groter, zodat ze beter naar hun functie kunnen worden ontworpen, Een verder voordelig effect is dat de doorvoeropening in de richting haaks op de afvoertransportrichting slechts minimaal breder hoeft te zijn dan de corresponderende afmeting van een eiertray en dat die bovendien vrij kan blijven van ongecontroleerd bewegende delen. Een ander voordelig effect is dat de tray slechts minimaal tot boven het horizontaal vlak van de bovenste doorvoerruimte hoeft uit te strekken, omdat de draagelementen in hetzelfde horizontale vlak een kleine afstand uit elkaar bewegen.
Indien de tweede draagelementen langgestrekt zijn, kunnen ze een eiertray over een relatief grote lengte, in hoofdzaak de hele lengte of breedte ervan dragen, zonder dat ze verder volumineus hoeven te zijn.
Het heeft de voorkeur, dat kommen van de eiertray bij toepassing tussen de uitsteeksels afsteunen op het plateau, bij voorkeur op een vlak van waaruit de uisteeksels zich naar boven uitstrekken. De uitsteeksels zelf hoeven aldus niet met hun bovenzijden direct aan te grijpen op een eiertray.
Het heeft de voorkeur indien de tweede draagelementen een langsrichting hebben die zich haaks op de afvoertransportrichting uitstrekt en een dwarsrichting die zich, van beneden naar boven gezien, schuin naar elkaar toe uitstrekken. Daarbij correspondeert de schuine hoek bij voorkeur in hoofdzaak met de schuine hoek van een corresponderende rand van een te dragen eiertray, zodat de tweede draagelementen de eiertray op betrouwbare wijze kunnen aangrijpen over een deel of nagenoeg de hele hoogte van de corresponderende rand van de eiertray.
Een stevige en betrouwbare aangrijping wordt nog verder versterkt, indien de tweede draagelementen aan een zich schuin naar boven toe uitstrekkende zijde een met een met de een binnenzijde van een zijrand van een eiertray corresponderend profiel hebben. De tweede draagelementen kunnen een zich, bij toepassing, dwars op de afvoertransportrichting uitstrekkende strip omvatten, waaraan zich bijvoorbeeld zes schuin naar boven uitstrekkende lippen bevinden.
Het heeft de voorkeur dat twee eerste draagelementen zich in de aanvoertransportrichting uitstrekken. Aldus kunnen de betreffende twee eerste draagelementen in het verlengde van de aanvoertransportinricting zijn aangebracht, zodat een eiertray door de aanvoertransportband als het ware met de zijranden op de betreffende twee eerste draagelementen kunnen worden geschoven.
Bij een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm heeft het plateau een rechthoekige, bij voorkeur vierkante buitenomtrek. Een dergelijke vorm correspondeert met de vorm van de meest gebruikte vijf bij zes eiertray en kan die aldus goed ondersteunen. Echter, ook andere vormen zijn mogelijk, zoals een rechthoekige vorm waarbij de lengte verschilt van de breedte, of een achthoekige of ronde vorm.
Teneinde het plateau de doorvoerruimte en de doorvoeropening, en in het bijzonder de eerste en tweede draagelementen te kunnen laten passeren heeft de buitenomtrek van het plateau een lengte en een breedte, die elk kleiner zijn dan de lengte, respectievelijk breedte, van een vijf bij zes tray [lengte breedte tray], waarbij de lengte en/of breedte bij voorkeur kleiner is dan 250 mm, verder bij voorkeur kleiner dan 220 mm.
Het heeft de voorkeur dat het plateau aan een bovenzijde ervan is voorzien van naar boven uitstekende uitsteeksels die zijn ingericht voor het in twee, 90 graden om een verticale as verdraaide posities kunnen aangrijpen van een onderzijde van een te dragen eiertray. Aldus kan een op het plateau gedragen eiertray betrouwbaarder en eventueel beter uitgericht ten opzichte van een zich op de stapellocatie bevindende eiertray worden gedragen en naar de stapellocatie worden bewogen.
Het heeft de voorkeur, dat de draaginrichting een langgestrekt zich verticaal uitstrekkend, aan de onderzijde het plateau voorzien hefelement omvat. Hiermee kan 5 eenvoudig een door middel van een op zich bekende hefaandrijving op- en neergaande beweging op het plateau worden overgebracht, en kan het gewicht voor de overbrenging worden beperkt.
Indien de draaginrichting is ingericht voor het om een verticale as roteren van het plateau, kan het plateau een eiertray over een hoek van 90 graden verdraaien. Dit is voordelig, aangezien eierplateaus steeds 90 graden ten opzichte van elkaar verdraaid dienen te worden gestapeld.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de afvoertransportinrichting een band zonder einde, waar gestapelde eiertrays op wordt gezet. Als de stapel op hoogte is, dat wil zeggen als het gewenste aantal eiertrays is gestapeld, blijft de achterste drager openstaan en zakt de voorste houder mee naar beneden. Op deze manier worden de stapels afgevoerd.
Het heeft de voorkeur dat de ontvanginrichting en/of de stapellocatie zich althans in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekt. Echter, bijvoorbeeld wanneer een aan- of afvoertransportinrichting schuin ten opzichte van de horizontaal is georiënteerd kan de ontvanginrichting en/of de stapellocatie zich in een hoek ten opzichte van de horizontaal uitstrekken.
Volgens een tweede aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het stapelen van eiertrays, omvattende de stappen van: - het naar een zich onder een een doorvoeropening omvattende stapellocatie van een stapelinrichting bevindende ontvanginrichting aanvoeren van een met eieren gevulde eiertray, de ontvanginrichting omvattende een doorvoerruimte die geschikt is voor het er doorheen voeren van een plateau, en die aan ten minste twee zijden is gedefinieerd door eerste draagelementen, die bij toepassing met de eerste draagelementen corresponderende randen van een eiertray dragen, - het naar de stapelinrichting omhoog bewegen van de eiertray met behulp van een een hefinrichting, omvattende een zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend, door een draaginrichting gedragen plateau met zodanige afmetingen dat het de doorvoerruimte en de doorvoeropening kan passeren,
- het door de doorvoeropening heen voeren van het met een eiertray geladen plateau, waarbij de doorvoeropening aan ten minste twee zich elk parallel aan elkaar uitstrekkende zijden is gedefinieerd door beweegbare tweede draagelementen teneinde met de tweede draagelementen corresponderende randen van een eiertray te dragen, - het door middel van de hefinrichting omhoog gebrachte met eieren gevulde eiertray met een bovenzijde van de eiertray doen aangrijpen op een onderzijde van een zich in de stapelinrichting bevindende verdere eiertray, - het zodanig doen bewegen van de tweede draagelementen, dat de eiertray de doorvoeropening kan passeren, -het door middel van de hefinrichting verder omhoog brengen van de door het plateau gedragen eiertray, -het doen verkleinen van de doorvoeropening door middel van de tweede draagelementen, -het naar beneden bewegen van de hefinrichting, en het daarbij naar de tweede draagelementen overbrengen van de eiertray zodat die door de tweede draagelementen wordt gedragen, met het kenmerk, dat de tweede draagelementen zich althans in hoofdzaak horizontaal en haaks op de afvoertransportrichting uitstrekken en voor het vergroten en verkleinen van de doorvoeropening in een horizontaal vlak in de transportrichting van elkaar af en naar elkaar toe te bewegen. De uitvinding beoogt een met het eerste aspect corresponderend probleem van de stand der techniek op te lossen en heeft met het eerste aspect corresponderende voordelen.
Het heeft daarbij de voorkeur dat de eiertrays worden gestapeld met behulp van een stapelinrichting volgens het eerste aspect van de uitvinding.
De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend nader worden toegelicht onder verwijzing naar een bijgevoegde tekening van een de voorkeur genietende uitvoering van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding. De tekening en de beschrijving hebben geen beperkend effect op de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die slechts wordt beperkt door de bijgevoegde conclusies. In de tekening toont:
Figuur 1a een perspectivisch aanzicht van een stapelinrichting voor eiertrays, waarin een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is opgenomen;
Figuur 1b een perspectivisch aanzicht is van de stapelinrichting uit figuur 14, gevuld met te stapelen en gestapelde eiertrays;
Figuur 2a een onderaanzicht toont van een eiertray;
Figuur 2b een onderaanzicht van de eiertray uit figuur 2a, 90 graden verdraaid;
Figuur 3 een bovenaanzicht van twee identieke plateaus;
Figuur 4 een perspectivisch onderaanzicht (180 graden geroteerd) van een plateau dat een eiertray aangrijpt;
Figuur 5 een perspectivisch aanzicht van een hefinrichting;
Figuur 8a een zijaanzicht van een stapel eiertrays ondersteund door een voorste eneen achterste drager;
Figuur 6b een perspectivisch aanzicht van een draaginrichting voor het dragen van eiertrays waarvan een drager uit figuur 6a deel uitmaakt;
Figuur 6¢ een perspectivisch aanzicht -van een deel van de stapelinrichting, waarin het plateau en de dragers zichtbaar zijn;
Figuur 7a-h een zijaanzicht van een eierstapelaar in achtereenvolgende stappen gedurende het stapelen van eiertrays;
Nu kijkend naar de figuren tonen figuren 1a en 1b respectievelijk een perspectivisch aanzicht van een lege stapelinrichting 1 voor eiertrays, waarin een inrichting volgens de onderhavige uitvinding is opgenomen, respectievelijk een perspectivisch aanzicht is van de stapelinrichting 1, gevuld met te stapelen en gestapelde eiertrays 8, 9. De stapelinrichting omvat een transportband 2 als aanvoertransporteur die deel uitmaakt van een aanvoertransportinrichting waarin op op zich bekende wijze eieren in eiertrays worden verpakt. Bij toepassing worden, in dit geval met vijf rijen en zes kolommen eieren gevulde, te stapelen eiertrays 8 via transportband 2 aangevoerd. De eiertrays komen in een ontvanginrichting 3, waar ze door een hefinrichting 4 omhoog worden gebracht naar door tweede draagelementen in de vorm van een voorste en achterste drager 5, 6 gedragen gestapelde eiertrays 9.
Tot een gewenste hoogte gestapelde eiertrays 9 worden via een afvoertransporteur in de vorm van een transportband 7 afgevoerd. De afvoertransporteur maakt deel uit van een afvoertransportinrichting die de transportband 7 aandrijft en waarmee de gestapelde eiertrays 9 naar bijvoorbeeld een pallettiseerinrichting kunnen worden gevoerd.
Figuren 2a en 2b tonen een onderaanzicht van een eiertray 20. Deze eiertray heeft een matrixpatroon van vijf rijen 21a-21e en zes kolommen 22a-22f met als cups 23 vormgegeven kommen waarin bij toepassing eieren zijn opgenomen. Let wel, omdat hier de onderzijde van een eiertray 20 wordt getoond bevinden de eieren zich dan aan de van de zichtzijde afgekeerde zijde van de figuren. De eiertray uit figuur 2b is 90 graden tegen de richting van de wijzers van de klok verdraaid ten opzichte van de eiertray uit figuur 2a weergegeven. Tussen de cups 23 bevinden zich verhogingen 24 (in deze figuren van de kijker weg gericht) die bij gestapelde eiertrays 9 cups 23 van er op gestapelde eiertray 20 dragen. Wanneer de eiertray 20 met de oriëntatie uit figuur 2b op de eiertray 20 met de oriëntatie uit figuur 2a wordt gestapeld, steunen de cup 23 uit figuur 2a op verhogingen 24 van de eiertray 20 uit figuur 2b. Het zijn steeds de cups 23 die zich zowel in rij 21b, 21c of 21d en in kolom 22b, 22c, 22d of 22° bevinden, in figuren 2a en 2b gemarkeerd met een donkere stip, die in gebruik contact maken met plateau 25.
Figuur 3 toont een bovenaanzicht op plateau 25 voor het dragen en omhoog en omlaag brengen van eiertrays. In het bovenaanzicht zijn het platte basisvlak 26, en de uitsteeksels 27 met hun basis 28 en platte bovenvlak 29 van het plateau 25 zichtbaar.
In figuren 3a en 3b zijn contactpunten in het basisvlak, die bij gebruik contact maken met cups 23 van een eiertray, ook met zwarte stippen gemarkeerd.
Figuur 4 toont een perspectivisch onderaanzicht (180 graden geroteerd) van het plateau 25 dat een eiertray 20 ondersteunt (Omdat de opstelling ondersteboven is gefotografeerd maken de onderzijden van de eieren geen contact met de cups. Het moge echter duidelijk zijn dat, indien de opstelling wordt omgekeerd en de eietray 20 zich op het plateau 25 bevindt, de eieren in de cups 23 rusten). In deze figuur is zichtbaar dat enkele cups 23 van de eiertray 20 op het platte basisvlak 26 van het plateau 25 afsteunen. Aan hun zijkant helpen de uitsteeksels 27 van de eiertray 20 ten opzichte van het plateau 25 centreren (of omgekeerd), niet alleen in de toestand waarin de eiertray 20 volledig op het plateau 25 rust, maar zeker ook tijdens het onder de eiertray 23 aanbrengen van het plateau 25. De uitsteeksels 27 maken met hun bovenvlakken geen contact met de eiertray 23.
Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een hefinrichting 40. De hefinrichting 40 heeft een om een draaiingsas 50 roterend, althans roteerbaar, aangedreven geleidingswiel 41. Het geleidingswiel 41 is in dit uitvoeringsvoorbeeld massief uitgevoerd. Aan de buitenomtrek van het geleidingswiel 41 bevindt zich een loopvlak 42 waarvan de afstand (diameter) tot de draaiingsas van het geleidingswiel 41 een verspringing vertoont. In het loopvlak 42 bevindt zich een sleuf 43 die zich vanaf een sprongsgewijze vergroting van de diameter in de omtreksrichting van en centraal in het loopvlak 42 van het geleidingswiel 41 uitstrekt (43a) en vervolgens schuin naar de buitenzijde van het loopvlak 42 afbuigt (43b). In het zijvlak 44 van het geleidingswiel 41 bevindt zich een ovale groef 45.
Een plateau 25 wordt gedragen door een hefelement in de vorm van een stang 46. Onder aan de stang 46 bevindt zich een zich haaks op de stang 46 uitstrekkend nokkenwiel 47, met nokken 48 die in het vlak van het nokkenwiel 47 naar buiten uitstelen. Naast de zijkant van het geleidingswiel 41 bevindt zich een tuimelaar 49 met een as 50 die zich haaks op het vlak van het geleidingswiel 41 uitstrekt tot in de ovale groef 45. De tuimelaar 49 is verbonden met een overbrenginrichting 51 die de stang 46 met het nokkenwiel 47 draagt.
Wanneer geleidingswiel 41 roteert maakt de tuimelaar 49 een tuimelende beweging, die via overbrenginrichting 51 wordt omgezet naar een verticaal op en neer gaande beweging van de stang 46 met het plateau 25 en het nokkenwiel 47. Wanneer de stang 46 met het plateau 25 zich in, of althans nabij, de hoogste stand bevinden, grijpt de sleuf 43 van het geleidingswiel 41 aan op een van de nokken 48 van het nokkenwiel 47. Wanneer het geleidingswiel 41 vervolgens verder draait, beweegt de afbuiging 43b de betreffende nok 47 naar opzij, waardoor stang 46 met plateau 25 over 90 graden wordt verdraaid. Vervolgens draait het geleidingswiel 41 weer verder, zodat de tuimelaar 49 de stang 46 via de overbrenginrichting 51 weer naar omlaag beweegt.
Figuur 6a toont in zijaanzicht gestapelde eiertrays 9. In figuur 6 is te zien dat de op elkaar gestapelde eiertrays 20 steeds een kwartslag, of wel 90 graden verdraaid, ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd. Alleen van de bovenste eiertray 20 is de buitenste rij 21e eieren te zien. In de daaronder gelegen eiertray 20 is de buitenste kolom 22a eieren zichtbaar. In de daaronder gelegen eiertray 20 gaat de buitenste rij (214, niet zichtbaar in figuur 6a) eieren verstopt achter de hoger gelegen eiertray 20.
En in de daaronder gelegen eiertray 20 is weer een buitenste kolom 22f eieren zichtbaar. De onderste eiertray wordt gedragen door een voorste 5 en achterste 6 drager, die in figuur 6b meer in detail is weergegeven.
Figuur 6 b toont een perspectivisch aanzicht van een draaginrichting 60 voor het dragen van eiertrays 20. De draaginrichting 60 heeft een frame 61 dat een drager ondersteunt. Het frame 61 beweegt tijdens de stappen voor het stapelen van eiertays 20 horizontaal ten opzichte van de gestapelde eiertrays 9 heen en weer, zoals later 5 meer in detail zal worden toegelicht. Duidelijk zichtbaar is dat de voorste drager 5 een dwarsbalk 82 en zich vanaf de dwarsbalk 62 schuin naar boven uitstrekkende lippen 63 omvat. De lippen 63 corresponderen in vorm in hoofdzaak met de verhogingen (24, niet getoond in figuur 6b) aan de rand van een eiertray 20. De schuine stand van de lippen 63 correspondeert in hoofdzaak met de hoek van uitsteeksels (24, niet getoond in figuur 6b) van een eiertray 20. De vorm van de lippen kan worden aangepast aan de te dragen eiertrays.
Nu opnieuw kijkend naar figuur 6a zijn de dwarsbalk 62 en de buitenste lip 63 van voorste en achterste dragers 5, 6 zichtbaar. De lippen 83 grijpen aan op binnenzijden van verhogingen 24 van de onderste eiertray 20, zodat de eiertray 20 door de lippen 63 betrouwbaar op een relatief groot oppervlak ervan kan worden gedragen, althans in vergelijking met een bekende inrichting waarbij de onderste eiertray 20 alleen met de onderzijde van de rand van de eiertray 20 op een horizontale strip afsteunt
Figuur 6c toont een perspectivisch aanzicht van een deel van de verpakkingsinrichting 1, waarin het plateau 25 en de dragers 5, 6 zichtbaar zijn. Het plateau 25 heeft een kleiner oppervlak dan een doorvoeropening die door de dragers 5, 6 en door zijranden 52, 53 van de afvoertransportinrichting 54 wordt gedefinieerd.
In figuur 6c is ook de vorm van de lippen 63 van dragers 5, 6.
Figuur 7a-h toont een zijaanzicht van een verpakkingsinrichting 1 voor eieren in achtereenvolgende stappen gedurende van het stapelen van eiertrays 20. Hierbij wordt met name de beweging van eiertray 20* gedurende de actereenvolgende stappen gevolgd.
In figuur 7a is een uitgangstoestand van de verpakkingsinrichting 1 getoond.
De met eieren gevulde eiertray 20* is via transportband 2 in de ontvanginrichting 3 gebracht. De eiertray 20* is net als de “volgende”, na eiertray 20* te stapelen eiertray 20 met de rijen 21 eieren in de langsrichting ofwel transportrichting van transportband 2 georiënteerd. Het plateau 25 van de hefinrichting 40 bevindt zich op afstand recht onder de eiertray 20%. Eiertray 20* bevindt zich recht onder gestapelde eiertrays 9. De oriëntatie van de onderste eiertray 20 van de gestapelde eiertrays is 90 graden ten opzichte van eierplateau 20* verdraaid.
In figuur 7b is de volgende stap te zien. Eiertray 20* is door het plateau 25 aan de onderzijde aangegrepen en omhoog gebracht, zodat de eiertray 20* met de bovenzijde aangrijpt op de “vorige”, één cyclus eerder gestapelde eiertray 20. Hierbij steunen de cups 23 van de vorige eiertray af op de verhogingen 24 van eiertray 20*.
Nu kunnen de voorste 5 en achterste 6 drager onder de vorige eiertray 20 worden verwijderd, want eiertray 20* en de daarboven gestapelde eiertrays worden door het plateau 25 gedragen.
In figuur 7c is te zien, dat de dragers 5, 6 inderdaad opzij zijn bewogen, waardoor eiertray 20* een door zijwanden van de afvoertransportinrichting en dragers 5, 6 gedefinieerde doorvoeropening kan passeren.
In figuur 7d is zichtbaar dat de gestapelde eiertrays 9, waarvan eiertray 20* nu deel uitmaakt, door plateau 25 verder omhoog zijn gebracht, zodat de gestapelde eiertrays 9 en het plateau 25 boven de rest van de verpakkingsinrichting 1 uitsteken.
In figuur 7e is zichtbaar dat plateau 25 met daarop gestapelde eiertrays 9 over een hoek van 45 graden is geroteerd.
In Figuur 7f is het plateau 25 ten opzichte van figuur 7d 90 graden geroteerd.
Eiertray 20* bevindt zich onderaan en is nu met de rijen 21 eieren haaks op de oorspronkelijke oriëntatie en dus ook op de transportrichting georiënteerd. Eiertray 20* heeft nu dezelfde oriëntatie als de eierttray 20 die zich in figuur 7a onderaan de gestapelde eiertrays 9 bevond. Aldus kan de volgende eiertray 20 met de rijen in de transportrichting onder eiertray 20* worden gestapeld.
In figuur 7g zijn de dragers 5,6 weer naar hun uitgangspositie bewogen en beweegt plateau 25 zich naar beneden, waarbij de dragers 5, 6 aangrijpen in verhogingen 24 van eiertray 20*, zodat de gestapelde eiertrays 9 weer betrouwbaar worden gedragen.
In figuur 7h correspondeert de toestand van de verpakkingsinrichting met de toestand die is weergegeven in figuur 7a, zij het dat de stapel eiertrays nu één laag hoger is gestapeld, omdat eiertray 20* nu de onderste eiertray vormt. De cyclus kan nu worden herhaald, tot het gewenst aantal eiertrays 20 is gestapeld. Elke cyclus van stappen 7a-7g is hetzelfde, althans voor wat betreft de bewegingen van de hefinrichting.
De onderhavig uitvinding is hierboven beschreven onder verwijzing naar slechts één uitvoeringsvoorbeeld ervan. Het moge duidelijk zijn dat vele varianten denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding, die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies.
Het is voor een lezer, en voor het bepalen van de beschermingsomvang van de inrichting, belangrijk om zich te realiseren dat de uitvinding in de figuren en beschrijving weliswaar is toegelicht met behulp van een eiertray voor 30 eieren (een matrix van vijf rijen en zes kolommen), maar dat ook eiertrays met een andere configuratie met een betreffende inrichting kunnen worden gestapeld. Dat geldt eveneens voor toepassing van de werkwijze. Zo kunnen bijvoorbeeld ook trays met een matrix van vier bij vijf cups met dezelfde verpakkingsinrichting en volgens een zelfde werkwijze worden verwerkt. Hooguit dienen enkele afmetingen in de inrichting te worden aangepast. Hetzelfde geldt voor een plateau. De vorm van een plateau kan worden aangepast, zolang het plateau maar voldoende draagoppervlak heeft om een eiertray betrouwbaar te dragen en het patroon van uitsteeksels vergelijkbaar met aan het in dit document getoond en beschreven patroon. De onderlinge afstand tussen de uitsteeksels kan evenredig worden vergroot of verkleind als er eiertrays met een vergelijkbaar vergroot of verkleind patroon mee dienen te worden verwerkt.
Verwijzingscijferlijst 1 Verpakkingsinrichting voor eieren 2 transportband 3 ontvanginrichting 4 Hefinrichting 5 Voorste drager 6 Achterste drager 7 transportband 8 Te stapelen eiertray 9 Gestapelde eiertrays 20 eiertray 21a-e rijen eiercups 22a-f kolommen eiercups 23 cup van eiertray
24 verhoging van eiertray 25 plateau 26 basisvlak 27 uitsteeksel 28 basis 29 bovenvlak 40 hefinrichting 41 geleidingswiel 42 loopvlak van geleidingswiel 41 43 sleuf 43a recht gedeelte sleuf 43 43b afbuiging van sleuf 43 44 zijvlak 45 groef 46 stang 47 nokkenwiel 48 nok 49 tuimelaar 50 as van tuimelaar 51 overbrenginrichting 52 zijrand van afvoertransportinrichting 53 zijrand van afvoertransportinrichting 54 afvoertransportinrichting 60 draaginrichting 61 frame van de draaginrichting 62 dwarsbalk 63 lip

Claims (20)

CONCLUSIES
1. Hefinrichting ingericht voor het dragen en omhoog verplaatsen van een vierkante eiertray met een traylengte en een traybreedte en voorzien van een stramien van een traymatrixpatroon van in vijf rijen en zes kolommen gerangschikte kommen voor het in elke kom opnemen van één afzonderlijk ei, waarbij een onderlinge hartafstand van twee naburige kommen in een rij gelijk is aan een onderlinge hartafstand van twee naburige kommen in een kolom, de inrichting omvattende een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkend plateau met een plateaulengte kleiner dan een lengte en een plateaubreedte kleiner dan een breedte van een gedragen of althans te dragen eiertray, welk plateau aan een bovenzijde ervan is voorzien van naar boven uitstekende uitsteeksels die zijn ingericht voor het aan een onderzijde van een gedragen of althans te dragen eiertray tussen de kommen aangrijpen van de eiertray, met het kenmerk, dat de uitsteeksels zijn voorzien in een plateaumatrixpatroon, waarbij uitsteeksels zijn voorzien volgens een met de afmetingen corresponderend gedeelte van het genoemde stramien van kommen van genoemde te dragen eiertray, waarbij midden tussen elke twee naburige rijen uitsteeksels van het traymatrixpatroon een extra rij uitsteeksels op het plateau is voorzien die de helft van genoemde hartafstand is versprongen ten opzichte van beide naburige rijen.
2. Hefinrichting volgens conclusie 1, waarbij de hefinrichting is ingericht voor het om een verticale as roteren van het plateau.
3. Hefinrichting volgens conclusie 1, waarbij kommen van de eiertray bij toepassing tussen de uitsteeksels afsteunen op het plateau, bij voorkeur op een vlak van waaruit de uisteeksels zich naar boven uitstrekken.
4. Hefinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3 waarbij de lengte van het plateau is gelegen tussen 275 en 340 mm, bij voorkeur tussen 290 en 315 mm en/of, waarbij de breedte van het plateau is gelegen tussen 275 en 340 mm, bij voorkeur tussen 290 en 315 mm.
5. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het plateau rechthoekig is, bij voorkeur vierkant.
6. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de hartafstand is gelegen tussen 40 en 60 mm, bij voorkeur tussen 42 en 55 mm, in het bijzonder bij voorkeur 48,3 mm mm.
7. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een uitsteeksel een plat, bij toepassing horizontaal, bovenoppervlak heeft.
8. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een uitsteeksel een vorm heeft van een afgeknotte kegel of een afgeknotte piramide.
9. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een uitsteeksel een basis heeft van waaruit het van het plateau naar boven uitsteekt, waarbij de basis van een uitsteeksel een doorsnede heeft van 20 tot 40 mm bij voorkeur van 25 tot 35 mm, in het bijzonder van 28-32 mm.
10. Hefinrichting volgens conclusie 9, waarbij de basis van het uitsteeksel een ovale vorm heeft.
11. Hefinrichting volgens conclusie 9 of 10, waarbij een uitsteeksel zich vanaf de basis over een hoogte uitstrek, waarbij de hoogte van een uitsteeksel is gelegen tussen 7,5 en 15 mm, bij voorkeur tussen 10 en 14 mm, in het bijzonder bij voorkeur van 13,75 mm.
12. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de hefinrichting een langgestrekt zich verticaal uitstrekkend, aan de onderzijde het plateau voorzien hefelement omvat.
13. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies met daarop een eiertray met een matrixpatroon van X rijen en Y kommen, in elk waarvan een ei is geplaatst.
14. Hefinrichting volgens conclusie 13, waarbij X 3, 4 of 5 bedraagt.
15. Hefinrichting volgens conclusie 13 of 14, waarbij Y 4, 5, of 6 bedraagt.
16. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 13-15, waarbij een kom is vormgegeven als een verdieping met in hoofzaak een vorm van een omgekeerde afgeknotte piramide.
17. Hefinrichting volgens conclusie 17, waarbij een kom is vormgegeven als een verdieping met in hoofzaak een vorm van een omgekeerde koepel.
18. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 13-17, waarbij uitsteeksels van het plateau in contact zijn met kommen van de eiertray.
19. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 13-18, waarbij kommen van de eiertray bij toepassing op een zich tussen de uitsteeksels van het plateau bevindend basisoppervlak van het plateau op het plateau afsteunen.
20. Hefinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het basisoppervlak van het plateau plat is, en zich bij voorkeur horizontaal uitstrekt.
NL2031794A 2022-05-06 2022-05-06 Hefinrichting voor eiertrays NL2031794B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2031794A NL2031794B1 (nl) 2022-05-06 2022-05-06 Hefinrichting voor eiertrays
PCT/NL2023/050246 WO2023214879A1 (en) 2022-05-06 2023-05-08 Lifting device for egg trays

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2031794A NL2031794B1 (nl) 2022-05-06 2022-05-06 Hefinrichting voor eiertrays

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2031794B1 true NL2031794B1 (nl) 2023-11-14

Family

ID=83506390

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2031794A NL2031794B1 (nl) 2022-05-06 2022-05-06 Hefinrichting voor eiertrays

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2031794B1 (nl)
WO (1) WO2023214879A1 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20020050672A1 (en) * 2000-11-02 2002-05-02 Charles Moncavage Compliant locking support fixture
KR101951299B1 (ko) * 2018-08-02 2019-02-22 정광천 계란판 스태커

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20020050672A1 (en) * 2000-11-02 2002-05-02 Charles Moncavage Compliant locking support fixture
KR101951299B1 (ko) * 2018-08-02 2019-02-22 정광천 계란판 스태커

Also Published As

Publication number Publication date
WO2023214879A1 (en) 2023-11-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2016363B1 (nl) Verpakkingsinrichting en sorteersysteem voor het gericht verpakken van producten en werkwijze daarvoor.
US20090087297A1 (en) Stack transfer device
EP0406284A1 (en) METHOD AND APPARATUS FOR HANDLING OBJECTS.
JPH11157508A (ja) カップ状商品の自動集積装置
US5079903A (en) Gripping head for loading packages into crates
KR20210095911A (ko) 자동 저장 및 회수 시스템용 저장 컨테이너
NL2031794B1 (nl) Hefinrichting voor eiertrays
NL2005765C2 (nl) Inrichting voor het aanbieden van een product aan een manipulator alsmede systeem en een werkwijze voor het geautomatiseerd beladen van een drager.
US5007785A (en) Method and apparatus for unloading stacks of trays
NL2031793B1 (nl) Stapelinrichting voor eiertrays
MXPA01012684A (es) Metodo y aparato para apilar hojuelas de tortilla.
NL8902207A (nl) Verschuivingsinrichting voor voorwerpen, bijvoorbeeld eieren.
US6047527A (en) Loading apparatus for bag packaging system and method of operating the same
NL1025826C2 (nl) Inrichting voor het stapelen van objecten, gebruik van een dergelijke inrichting, alsmede een werkwijze voor het stapelen van objecten.
NL1007037C2 (nl) Hefinrichting voor het opheffen en/of neerlaten van een geordende stapel voorwerpen.
US5954184A (en) Apparatus and method for feeding, presenting and/or orienting parts
WO1994014547A1 (en) Article grading apparatus
EP2172398A1 (en) Device for stacking a plurality of disc-shaped products
US6619486B1 (en) Flipper/catcher integrated with guide pin for up-stacking of die-cut thermoformed parts
NL1026819C2 (nl) Krattenstapelaar en ontstapelaar.
NL1021256C2 (nl) Verpakkingssamenstel.
JP3377804B2 (ja) 箱のシュート押上機構
CA2426787C (en) Apparatus for aligning fabricated snack food chips
JP2016182976A (ja) 箱詰め装置および箱詰め方法
US20050230220A1 (en) Container storage and delivery system